Het kind dat wacht Nog stil en zacht Zal weldra uit het duister gaan Bevestigd worden met een naam En daarna leven op eigen kracht.
Er wacht een onbekende reis Waarvan niemand weet welke prijs De weg van het leven Zal vragen of geven Wat fout is wat wijs.
Daar,ver terug,zie ik wuivend staan Mijn eigen kind de wereld binnengaan Nu weet ik dat zijn reis Niet zonder zorg was zonder prijs Mijn kind zijn kind zal ook die reis eens gaan.
dag allemaal ik ga een week niets kunnen opzetten want we gaan een week op reis maar als ik terug ben zal ik weer tijd hebben om hier mijn dingen te doen allemaal vele groetjes sonja
Ogen zeggen het je zegt pijn in mijn ogen te zien dat er meer achter schuilt dat er achter die mooie ogen een klein bang kind huilt een klein verloren kind dat lekker wil schuilen iemand zijn armen nodig heeft om eens lekker uit te kunnen huilen gewoon klein voelen net als die onbezorgde tijd toen toen ik nog niets van de problemen wist en kon rekenen op een ouderlijke zoen elke nacht ben ik bang lig ik opgerold helemaal alleen tranen rollen soms over me wang over het verleden is dan dat ik ween zal de pijn ooit verdwijnen? ooit is niet meer in mijn ogen te zien ik hoop dat dat ooit gebeurt zodat ik alles weer eens anders kan zien
Toen eens het haargoud van oma /opa in zilver veranderd was Stond iedereen versteld, want hij zij is toch maar .... jaar pas? Maar oma/ opa zei "maak je om mijn haar maar niet zo druk Het zit er nog en het is trouwens nog een hele pluk "Das waar" zei iedereen toen met een ietwat schuddend hoofd" Ah, weet je wat, als ie /ze er nou zelf in geloofd! Maar zie je, ..... jaar is hem / haar nou eenmaal niet aan te zien! Niet uiterlijk, maar zeker niet innerlijk bovendien Vandaar dat het voor ons / mij zeer moeilijk was om iets geschikts te kopen Want moest ik nou naar de Antiquair of speelgoedwinkel lopen? Maar ik denk / wij denken dat ik / wij nu de gulden middenweg hebben gevonden Vandaar dit kado en het bijbehorend schrijven (is gedicht) dat het uitlegt, onomwonden Maar een paar woorden wilde wij /ik toch buiten dit schrijven voor jou bewaren. Woorden om persoonlijk tegen je te zeggen Dat waren de woorden: 'van harte gefeliciteerd' en 'nog
Kinderen is het mooiste van je leven. Ze geven vreugde en zijn spontaan. Tot dat ze uit zijn gevlogen. Is er een beetje leven mee gegaan. Dan word je opa, oma. Dat is ook heel fijn. En denk ik aan vroeger, Ik zou ook nog wel kind willen zijn. Maar de jaren zijn vervlogen. Voor bij is die jonge tijd. Maar ach wat kan het schelen. Ik heb wel wat gekregen, Maar ik ben nog niemand kwijt.
Mijn oma heeft geen tranen meer. Ze huilt nog. Maar haar gezicht is droog. Kom, zegt ze en wijst Naar buiten waar de middag Heel licht is en warm. Oma heeft geen tranen meer En nog maar weinig woorden
mijn opa is mijn beste vrind ik ben trouwens opa´s kind dat zegt hij altijd tegen mij maar mijn opa is nooit vrij altijd is hij naar zijn werk hij is koster in de kerk wat hij uitspookt in die toren zou hij me nog laten horen maar dat heeft hij nooit gedaan het lijkt mij ook geen fijne baan oma, die is altijd thuis in d´r eigen mooie huis en als ik kom, dan zegt ze zeker weten ga je mee een ijsje eten?
Ik, moeder Strekte mijn armen uit Een glimlach rond mijn mond Een hart, dat klopte van geluk Ogen die glinsterden als sterren In de wolken vertoevend Zwevend van gelukzaligheid De harde werkelijkheid Maakte van mijn glimlach Een uitdrukkingsloos gezicht Het hart klopte van ellende De ogen werden verdoezeld Door hete tranen Kwam met beide voeten op de Grond terug Wat had ik wel gedacht Werd alleen met weemoed bedacht