Kinderen is het mooiste van je leven. Ze geven vreugde en zijn spontaan. Tot dat ze uit zijn gevlogen. Is er een beetje leven mee gegaan. Dan word je opa, oma. Dat is ook heel fijn. En denk ik aan vroeger, Ik zou ook nog wel kind willen zijn. Maar de jaren zijn vervlogen. Voor bij is die jonge tijd. Maar ach wat kan het schelen. Ik heb wel wat gekregen, Maar ik ben nog niemand kwijt.
Mijn oma heeft geen tranen meer. Ze huilt nog. Maar haar gezicht is droog. Kom, zegt ze en wijst Naar buiten waar de middag Heel licht is en warm. Oma heeft geen tranen meer En nog maar weinig woorden
mijn opa is mijn beste vrind ik ben trouwens opa´s kind dat zegt hij altijd tegen mij maar mijn opa is nooit vrij altijd is hij naar zijn werk hij is koster in de kerk wat hij uitspookt in die toren zou hij me nog laten horen maar dat heeft hij nooit gedaan het lijkt mij ook geen fijne baan oma, die is altijd thuis in d´r eigen mooie huis en als ik kom, dan zegt ze zeker weten ga je mee een ijsje eten?
Ik, moeder Strekte mijn armen uit Een glimlach rond mijn mond Een hart, dat klopte van geluk Ogen die glinsterden als sterren In de wolken vertoevend Zwevend van gelukzaligheid De harde werkelijkheid Maakte van mijn glimlach Een uitdrukkingsloos gezicht Het hart klopte van ellende De ogen werden verdoezeld Door hete tranen Kwam met beide voeten op de Grond terug Wat had ik wel gedacht Werd alleen met weemoed bedacht
Ze had het open kinder-oog dat overal wonderen ziet, of t nu kroop of zwom of vloog, t ontging haar aandacht niet ! Laatst vroeg ze of k een potje had, en of ze dat hebben kon, want t allerlaatste wonder zat in onze regenton... Met :Kijk eens opa wat ik vond gaf ze me het potje terug , daarin zwom, kwiek maar eenzaam, rond : het larfje van een mug.....!
er waren vier kaboutertjes dat waren zulke stoutertjes ze zochten naar een bloempje klein. wat zou dat voor een bloempje zyn? ze fluisterden my wat in het oor: het is een vergeet-my-nietje hoor