Heer ik wil U iets zeggen.
Uw grootheid en Uw woorden
en Uw liefde raken me diep.
U wist Heer, toen ik in de dienst zat,
dat ik een grote strijd in mijn hart had
en ik heb gehuild toen U
zo liefdevol tot me sprak in een lied.
Het was net of ik U hoorde tot mij zeggen:
Mijn kind nog voor dat jij bestond,
kende Ik je naam, Ik zag je elk moment
en telde elke traan.
Heer ik heb vele tegenslagen en leed in mijn leven gehad
en nooit heb ik tegen U gezegd: waarom toch?
Niet bij het verlies van mijn maatje
of het verlies van ons Manonke,
maar voor de pijn die ik nu heb, ja,
vraag ik Heer waarom moet dit mijn pad kruisen?
Waarom gebeurt dit? Eerst namen wij dit al lachend op,
maar nu zie ik er de ernst van in, en U weet Heer
dat ik Uw liefde voor anderen in mijn hart heb.
En dan zegt U in Uw liefde: wat jij nu ook doet, mijn liefde blijft bestaan.
Niets wat jij ooit deed, verandert daar iets aan, omdat Ik van je hou,
gaf Ik Mijn zoon.
Je sprak in dat lied zelfs over mijn vroegere zonden en fouten,
dat die niets veranderen aan Uw liefde voor mij,
en dan Heer zegt U: kom tot Mij zoals je bent,
met heel uw hart en al uw pijn, dat is bij Mij bekend,
de liefde die Ik geef, de woorden die Ik spreek,
daarmee is alles klaar.
Heer er is liefde in mijn hart, dat weet U.
Liefde die pijn doet, U zegt Heer, maar wat je ook doet,
dan nog zal Mijn liefde voor jou blijven.
Wat moet ik doen Heer, wat moet ik doen?
Ik leg het aan U voor. Ergens weet ik dat het niet kan,
maar wat moet ik dan met die liefde in mijn hart doen,
en anderen pijn doen, ligt niet in mijn aard.
Daarom leg ik het aan U voor
|