Ik ben Staf De Raeymaeker
Ik ben een man en woon in Heverlee () en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 30/07/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: groententuin, koken, digitale foto en film en reizen..
dagelijkse roddels van alles van de laatste dagen.
interessant boek lezen? Ga eens kijken op
http://www.wwaow.com/wwaow/site/bookdetail/?bookid=2935
17-10-2015
lamlendig
Zo lamlendig ziek heb ik me in geen jaren gevoeld. Morgen ben ik er terug boven op, zeker weten. Langer dan 24 uur ben ik nooit ziek. Morgen sta ik terug rond te dansen. Een van de dames die hier werkt trouwde vandaag en ze wou hier aan de mensen haar trouwkleed laten zien. Ze ging om 11 uur langs komen en iedereen zat natuurlijk klaar. Uiteindelijk werd het twintig voor twaalf. Niemand die vertrokken is alvoor ze er was. Allemaal mooi blijven zitten en wachten. Ondertussen nam ik foto's van de groep, maar ik moet iets mispeuteren, want ik krijg ze niet op mijn pc. Straks nog een poging. Je zal het wel zien als het me lukt.
Zelfs simpele dingen, zoals foto's opladen lukken niet meer. Straks nog een poging. Ik had enkele foto's gemaakt van een meisje dat hier werkt en die haar trouwkleed kwam tonen. Het zal me wel lukken. Nog even geduld en je ziet ze in volle glorie. Net een korte babbel gehad met onze prof sociologie. Blijkt dus geen sociologie te zijn, maar geschiedenis die hij gegeven heeft aan de univ in Gent. Die man kan dus wel degelijk praten. Morgen zet ik onze babbel voort, al is hij niet erg spraakzaam. Ik kom er nog wel wat van te weten.
lang geleden dat ik nog ziek was. Nu ben ik echt snipverkouden. Alles in mijn hoofd zit dicht. Koorts? Als je die niet neemt weet je het niet natuurlijk. Onze thermometer ligt thuis. Ze zullen dat hier ook wel hebben, maar wat ben ik er mee of ik dat weet of niet. Ik voel me gewoon niet goed. Ik genees snel, dus straks beter, al dacht ik dat het vandaag al gedaan zou zijn. Eerst een botrham eten en dan rusten. Straks weer de "oude".
Hier zit alle dagen een dame in de cafetaria van 11 u 's morgens, tot aan het avondeten. Ze zegde een tijd geleden dat ze hier twee huizen verder woonde, maar van de verpleging kwam ik te weten dat ze hier ook verblijft. Waarom liegt ze daarover? Ik zeg mevrouw venijn als ik daarover met Amandine praat. Ze wil gerust gelaten worden en ze kijkt telkens venijnig rond als er mensen in de buurt praten, tetteren en tateren. Waarom kom je anders naar een cafétaria? Mijn echtgenote wou er eens een gesprek mee beginnen En haar antwoord was dat ze wilde gerust gelaten worden, want ze was aan het lezen. Wat een vervelend mens! Ik ga eens proberen te achterhalen wat haar achtergrond is. Vandaag een grote gebeurtenis. Iedereen praat er over. Een van de verzorgenden gaat vandaag trouwen en op vraag van een aantal bewoners gaat ze haar trouwkleed komen laten zien. Allen daarheen. Enfin, zo hebben ze hier iets om over te praten. Ik vroeg haar hoe laat we op et feest moesten zijn, maar ze begreep de grap niet. Ik hoop dat ik me straks beter voel, want zo een verkoudheid heb ik in geen 50 jaar nog gehad. Kon ik nu nog enkele uren slapen, het zou deugd doen. Ik zal onmiddellijk proberen.
Telkens ik 's nachts wakker word denk ik : "dit kan toch niet zijn. Ik zit in een home. Een oud pékeshuis zeggen ze in Leuven." Nochtans is het zo. Weliswaar op vrijwillige basis opgenomen om bij mijn vrouw te zijn, maar op mijn leeftijd!! Als ik er dan verder over nadenk is er niets verkeerd mee. Ik heb hier een geregeld leven met drie maaltijden per dag, ik heb een dak boven mijn hoofd, ik heb verwarming en mensen die bezorgd zijn en die me verwennen. Ik moet maar aan één ding denken en dat is de maandelijkse factuur. Het is duur, eigenlijk veel te duur. De spaarcenten zullen er allemaal moeten aan geloven. Eigenlijk zou dit veel goedkoper moeten, maar ja er zullen beterkope arrangementen zijn, maar ze zullen daar niet het comfort hebben van hier. Ik zit niet in een gevangenis en ik ga en sta nog altijd waar en wanneer ik wil. De enige beperking is, dat ze vragen als je ergens naar toe gaat dat je zou verwittigen. Begrijpelijk. Tenzij ik nog in een kliniek zou belanden, is dit dus mijn laatste en definitieve woonst. Eigenaardige gedachte, maar het is zo.
Onze professor heeft tegen mij gesproken. Hij wenste me een goeie nacht. Binnenkort wordt hij nog een goeie vriend. Ik schreef het misschien al, dan lees je het maar voor de tweede keer. Volgens de verpleging hier is hij niet hoogmoedig, maar eerder verlegen, vandaar dat hij met niemand contact heeft. Ik schreef al dat hij aan een tafel apart zit in de refter. Hij wil niet aan een gemeenschappelijke tafel zitten. Ikzelf vind dat net gezellig, dan kan je eens kletsen en tateren. Zo hoor je eens iets en kom je wat te weten over de medebewoners. De dame die naast mij zit heeft vroeger café gehad in Kessel-lo. Het moet in de buurt geweest zijn van mijn geboortehuis.
De koorts is aan het wegebben en de griepsymptomen verdwijnen stilaan. Morgen ben ik weer de "oude". Vandaag een ellendige dag gehad. Ik denk dat het 50 jaar geleden is dat ik nog griep had. Het was dus een korte aanval.
Blijkbaar heb ik nog niet over madame graai geschreven. Die dame zit bij ons aan tafel, maar die kan niets gewoon nemen, die graait alles. Al wat ze moet hebben van brood of beleg wordt met een zwaai genomen. Een eigenaardig type die ook geen tong heeft. Als ze iets wil, wijst ze gewoon. Wil ze koffie dan wijst ze naar de thermos, maar een woord komt er niet uit. Ze zit altijd aan tafel met haar mond open en de mondhoeken naar beneden. Ik kan niet zeggen dat ze onvriendelijk is, want er komt geen woord uit. "ich huur ni goe en ich hem men apparoot ni bij mich" Tegen de buurvrouw zegde ze nog dat die pilletjes voor haar hoorapparaat zo duur waren. Ze eet goed en dan neemt ze nog boterhammen mee naar haar kamer. Ze heeft altijd een stuk alufolie bij om een en ander in te pakken. Eigenaardige vrouw.
Het is hier net een papschool. Na het avondeten is het voortdurend van: "kom Marieke nu is het tijd om ons nachkleedje aan te doen" Marjanneke, nu nog je pilletjes en dan mag je naar je kamer gaan." "je nachtkleedje ligt al klaar op je beddeke" Alles dan in die betuttelende verkleinwoorden. Al je boterhammekes mooi opeten! Zeker je vleesje opeten, want daar wordt je groot en sterk van. Ik hoor hier absoluut niet thuis, maar ja moeder de vrouw gevolgd, want zonder mij kan ze niet. Bij mij zullen ze die verkleinwoorden niet gebruiken. Ik ben hier trouwens ook nog de enige die met de auto rijd. Aanpassen, zwaar aanpassen. Ik denk dat ik al schreef over madame graai aan onze tafel. Ik kijk het straks na en indien niet doe ik het dan wel. Ik had nog wat bij te vermelden, maar ik schrijf straks zeker over haar;
Ik kan niet klagen, het is hier goed vertoeven. Natuurlijk blijft een home altijd een home en is het geen thuis. De mensen doen hun best om het je zo aangenaam mogelijk te maken. Toch heb ik weer moeten schrijven naar de directie. Hetgeen de dokter eergisteren voorgeschreven heeft was er gisterenavond nog steeds niet. Gelukkig is het niets dat ik moet nemen omdat mijn leven in gevaar is, maar het is een middeltje tegen de griep. Dat wil dus zeggen dat ik een dag langer met die smerige ziekte zal rondlopen. Ik ben echt ellendig, maar dat kom ik ook wel weer te boven. Wil lukken, terwijl ik dit aan het schrijven ben (midden in de nacht) komt de verpleging binnen en dus vroeg ik nog maar eens naar die pillen, maar het zal ten vroegste om 10 uur zijn dat de toe komen, maar meer waarschijnlijk zal straks na de middag zijn. Nog even doorbijten en afzien.
Voor het eerst in 50 jaar denk ik, zo een verkoudheid. Eergisteren liet ik zelfs de dokter komen omdat ik me zo slecht voelde. De goede man schreef medicatie voor, alhoewel je een verkoudheid gewoon moet uitzieken. Mijn methode helpt altijd. Ik snuif het sap op van een vers geperste ajuin. Goedele bracht mijn lookpers, maar hier in huis is geen keuken en dus ook geen ajuin. Ik was echt te ziek om naar buiten te gaan en ergens een ajuin te gaan kopen. De bestelling van medicatie doen ze hier, maar vorige avond was er nog niks geleverd. Voor de medicamenten hier zijn, ben ik al genezen denk ik.
In jaren niet meer zo ziek geweest. Ik voel me ellendig. Deze namiddag heb ik pas mijn pillen. Ik begrijp dat ze hier niet om de twee minuten de apotheker kunnen laten komen, maar zelf naar de apotheker gaan is ook geen optie. De dokter mag een voorschrift alleen afgeven op het secretariaat en niet aan de patient. De reden ligt voor de hand. Hier zijn veel dementerenden en hun pillen worden gegeven op tijdstippen die de arts op voorhand vastlegde. Ik ben de enige in het gebouw die zijn medicatie op de kamer heeft en die zelf mag bepalen wanneer en hoeveel ik inneem. Ik had zelfs geen zin in een douche deze morgen. Ik heb me moeten forceren. Morgen beter.
Zondag een goeie griep. Vermits de dokter maandag toch zou langs komen heb ik gewacht om iets te gaan halen bij de apotheker. Gisteren kort na de middag was de doker op bezoek en hij schreef een en ander voor, maar... Hier in de home worden die voorschriften afgegeven aan de verplegenden en die moeten dan zorgen dat je je medicatie krijgt, nog eens maar.. Zij moeten dat bestellen via de centrale diensten en die komen dat leveren. Levering voorzien voor straks na twee uur. Dus als je hier ziek wordt komen je hulpmiddelen twee dagen later pas toe in de namiddag. Ondertussen mag je ziek blijven rondlopen. Ik heb weer een reden om in mijn pen te kruipen en naar de directie te schrijven. Ik ben nu nog jong en kan tegen eeen stooje, maar hier zit een dame van boven de honderd, voor zo iemand kan dat fataal zijn.
Ik schreef er al over. Een klein dametje met een kromme rug die hier dag en nacht ronddoolt. Haar enige vraag is altijd : "wat uur is het". Ze heeft twee polshorloges aan en in de refter en de gang hangen grote klokken en toch vraagt ze altijd naar het uur. Het is een obsessie. Och ja, als het dat maar is. Haar buurvrouw hier is diegene die hier in haar blote rondliep een tijd geleden. Haar buurman (en hier zijn maar 3 mannen) is diegene die bij ons aan tafel zit en denkt dat hij grappig is. Hij alleen lacht met zijn grappen. Ik ga eens iets vertellen over zijn manier van eten. Het is een grote man, een reus van een vent en hij buigt zich over de tafel met zijn mond boven zijn bord en dan schrokt hij zo alles binnen. Zo lang hij eet zet hij zich niet recht. Het is echt met de vork van zijn bord op 10 cenimeter, recht in zijn mond. Zijn overbuurvrouw kijkt dan altijd naar mij met zo een blik van "dat doe je toch niet". Nee, dat doe je niet, maar je kan er moeilijk een opmerking over maken. Ook zijn boterhammen worden op dezelfde manier gegeten. Het klaarmaken van zijn brood duurt enorm lang. Voor hij er boter en beleg opgedaan heeft, heb ik al gedaan met eten. Maar dan komt de grote schrokpartij. Voor twee of drie boterhammen heeft hij geen minuut nodig. Een halve boterham gaat ineens naar binnen. Er staan altijd twee dozen met brood op tafel, maar telkens vraagt hij nog naar de boterhammen aan onze kant. Geen probleem, wij zijn kleine eters en er is altijd overschot. Trouwens moest je nu aan andere tafels gaan vragen of aan het personeel, dan is er meer dan genoeg.