De Wieringer kapel was het eerste gebouw in het museumpark. In de begintijd van het museum stak de kerktoren hoog uit boven de verder lege zandvlakte. Inmiddels heeft de kapel gezelschap gekregen van tientallen andere panden en vormt het nu het hart van het park.
Allen zijn gelijk, groot en klein, jong of oud, arm of rijk.
Maar dat wil niet zeggen dat allen door elkaar zitten. De welvarende kerkganger heeft zijn eigen stoel, met zijn naam er op, de minder bedeelden zitten in de bankjes met deurtjes, de nog arme bevolking in de banken zonder deurtjes, en de allerarmsten mochten staan.
|