Beschrijving / geschiedenis
In de Sint-Jansstraat, op het gehucht Wildert niet ver van de standplaats van de vroegere standaardmolen, werd in 1980 een geheel nieuwe stellingmolen opgetrokken. Alles begon met de aankoop van een twee eeuwen oude hoeve, nu de verbruikszaal aan de St.Jansstraat 184 te Essen-Wildert. De bouwvergunning werd door de gemeente Essen op 5 mei 1980 verleend aan bakker Frans Demdts, die eerder reeds getracht had de windmolen van Brecht en later die van Berendrecht aan te kopen. De plannen voor de nieuwe windmolen werden getekend door architect Lou Jansen uit Turnhout; het metselwerk werd uitgevoerd door aannemer J. Van den Bleeken en het draaiende molenwerk door de Nederlandse molenmakers Jos en Jan Adriaens uit Weert. De fundering werd 4 juni 1980 gegoten en op 15 juni 1981 werden kap en wieken op de romp gemonteerd.
Bakker Demedts maalde voor het eerst op 26 januari 1982. Op 8 en 9 mei 1982 werd de molen dan plechtig ingehuldigd.
In het metselwerk werden meer dan 280.000 oude stenen verwerkt. De romp werd 17 meter hoog en heeft beneden een doorsnede van 7,40 meter. Met een vlucht van 26 meter bereikt het hoogste topje van een draaiende wiek 32 meter. Inwendig is de molen ingedeeld als een gewone korenmolen, op de tweede zolder drie stellen maalstenen. Bij volledige windstilte kan er toch gemalen worden met een in België gebouwde stoommachine van het merk Sabbe.
De fokwieken (wieksysteem Fauël) zijn voorzien van automatische remkleppen. Op de steenzolder bevinden zich een koppel Engelse 18der natuurstenen met excentrisch recht pandscherpsel, een koppel 18der kunststenen en een koppel Engelse 18der natuurstenen als reserve. Op de builzolder zijn er twee builen, een zakkenklopper, een graanborstelmachine en een haverpletter. Op het gelijkvloers vinden we een graankuiser, een koppel Engelse 17der natuurstenen (aangedreven door wind, een stoommachine of een elektromotor) en een graankuiser. Overbrenging: 1 op 5,5. Sleepluiwerk met gaffelwiel. Engels kruiwerk. De vang (type Vlaamse vang) werkt met een vangtrommel.
Het molendomein vormt thans een grote toeristische trekpleister. Naast de molen is er tevens een bakkerijmuseum en een groot aantal tuigen die op stoomkracht werken (stoomtreinen, locomobielen enz.). Achter de molen is het werkend stoommachinemuseum van mei tot en met oktober is dit ieder weekeinde werkend te zien.Ook in deze periode rijdt er een trein rond de molen waarin de bezoekers tegen een heel kleine vergoeding enkele rondjes kunnen rijden
|