Beste,
Het debat rond de eindtermen is dankzij onder andere jouw deelname een succes geworden. We hebben kunnen rekenen op duizenden enthousiastelingen om hun visie over onze eindtermen te delen en te bediscussiëren. Nu het hele proces achter de rug is, hebben we een laatste vraag; wat vond je ervan? Met jouw feedback kunnen we participatie in de toekomst nog beter maken, we hebben er dan ook ontzettend veel aan.
**********
Een van de vragen in de enquête was of ik dacht dat men rekening zou houden met het project dat ik voorgesteld had. Mijn antwoord was: Neen. In de laatste vraag vroeg men om uit te leggen waarom ik ‘neen’ geantwoord had. Dit was mijn uitleg.
Het Esperanto is bij uitstek een alternatief en innoverend, maar ook een maatschappelijk (‘Talen verdelen, Esperanto verenigt’) project dat een positieve bijdrage kan leveren in het (talen)onderwijs. Het biedt zelfs een eenvoudige (haalbaar voor ‘iedereen’), eerlijke (aanvaardbaar voor iedereen wegens zijn neutraliteit), economische (minimale inzet van tijd, geld en energie) en efficiënte oplossing voor het internationaal communicatieprobleem maar men is niet eens bereid het objectief te beoordelen. Zelfs een internationaal project (Multlingva akcelilo) met medewerking van universiteiten is blijkbaar niet relevant.
Reden: gebrek aan intellectuele eerlijkheid; gebrek aan politieke, journalistieke, academische moed. Niemand durft de nek uitsteken uit angst om niet voor ‘vol’ aangezien te worden. Gebrek ook aan intellectuele bescheidenheid: intellectueel prestige (‘zoveel malen man als men talen spreken kan’) is belangrijker dan gelijke kansen/gelijke rechten voor iedereen. ‘Alternatief en innoverend’… ma non troppo :-)
Enkele uren later kreeg ik de tweede mail van Kathleen Helsen. Toeval?
|