Inhoud blog
  • Stijn - Op de radio - DM 23 02 2023
  • 'Dat geleuter over cancelcultuur in Vlaanderen, mensen toch' - DM 11/02/2023
  • We moeten terug naar de essentie: eerst de taal - DM 27 08 2022 - Bart Eeckhout
  • Philippe Van Parijs: Taal en Rechtvaardigheid
  • Meer Latijn leidt tot meer welzijn. Zeker op termijn. - DM, 24/06/2022 - pag.22
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Taaldemocratie
    Taalkundig-culturele democratie kan slechts gerealiseerd worden door gebruik van een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (= G.E.N.T.) taal, zoals het Esperanto.
    03-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zo werkt luistertaal - Taaluniebericht - maart 2017

    AUTEUR: TIM DE HULLU

    Luistertaal: 'Any questions? Dank je wel!'

    Op een presentatie van Engelse studentes kunnen studenten gewoon lekker in het Nederlands reageren. Bij de cursus Taal & Instituties van de Universiteit Utrecht is luistertaal geoorloofd. 

    ‘Tja, het is vrijdagmorgen.’ De Albanese docente Marina Lazëri zegt het twee keer in vloeiend Nederlands, als excuus voor het feit dat het college tien minuten later begint dan gepland. De studenten druppelen binnen. Dat het voor iedereen vroeg is, zie je aan alles. De drie studentes die een presentatie moeten geven lopen te gapen en nog niemand lijkt echt zin te hebben in interactie.

    Shared normen en waarden

    Gelukkig komt daar snel verandering in, want de presentatie van de Engelse Lucy Rose (21) en Freya Natt (20) en de Nederlandse Sarah de Wilde (24) over cultuur, taal en macht, dwingt de deelnemers al snel tot respons. ‘Wat is het eerste dat in je opkomt als je aan cultuur denkt?’, vraagt Sarah al snel. Ze maakt een rondje. De eerste student schrikt en haakt af. Bij de anderen komt wél wat los. ‘Tradities en gewoontes’, ‘Subsidie’ en ‘Shared normen en waarden’.

    In deze les vliegen Nederlandse en Engelse woorden door elkaar. 

    In deze les vliegen Nederlandse en Engelse woorden door elkaar. Taal & Instituties is één van de zestig cursussen die de mogelijkheid bieden voor luistertaal. Daarbij mag een beperkt aantal studenten (maximaal 15%) een andere taal spreken dan de voertaal van het college. Als luistertaalstudent moet je de voertaal wel kunnen verstaan.

    Experiment

    Luistertaal is een experiment van het Departement Talen, Literatuur & Communicatie (TLC), dat veel voordelen ziet: Nederlandse studenten kunnen bijvoorbeeld een vak volgen bij een opleiding als Spaans als zij voldoende Spaans verstaan. Internationale studenten kunnen uit een groter cursusaanbod putten en hun Nederlands verbeteren. Voor het experiment zijn docenten met een training voorbereid: zo moeten zij aan het begin van de cursus goed uitleggen hoe luistertaal werkt en er opletten dat studenten hun eigen taal blijven spreken als ze een antwoord krijgen in een andere taal.

    Verademing

    Luistertaalstudenten zijn nog zeldzaam. Veel studenten hebben in hun volle studieplanning geen tijd voor luistertaal en het nieuwe verschijnsel heeft meer bekendheid nodig. In deze cursus Taal & Instituties zitten drie luistertaalstudenten. Twee van hen, Lucy en Freya uit Sheffield, presenteren vandaag samen met de Nederlandstalige Sarah. De Engelse studentes verstaan Nederlands en spreken hun moedertaal en laten deze les anderen de voordelen van luistertaal zien. De cursusgenoten reageren in het Nederlands op de presentatie en doen dat volop. Dat komt vooral door het onderwerp. Met ‘Culturele verschillen en taal’ hebben veel studenten affiniteit. Een Canadese studente geeft in een mix van Nederlands en Engels een voorbeeld: als je in Canada zoekend in een supermarkt loopt, en een bediende vraagt ‘Is everything okay?’, moet je die vraag niet met een botte ‘Nee’ beantwoorden. ‘That’s rude.’ Zelf vond ze het een verademing hoe direct de Nederlanders zijn. ‘That was liberating.’

    Er klinkt gegrinnik bij een voorbeeld over een vrouw die haar Italiaanse schoonvader een ‘Walk in the forest’ voorstelde.

    Cultuurverschillen

    Een Belgische student vertelt dat ze in Zuid-Frankrijk gek opkeken toen hij een jongen met een kus op de wang begroette. In België is dat heel normaal. Een Nederlandse student haakt in: ‘In België zeggen ze vaker u. Wij Nederlanders tutoyeren sneller.’ Zowel in formele als informele communicatie spelen cultuurverschillen een rol, concluderen de presentatrices, die hun medestudenten filmpjes met voorbeelden en theorieën tonen. Er klinkt gegrinnik bij een voorbeeld over een vrouw die haar Italiaanse schoonvader een ‘Walk in the forest’ voorstelde. De man keek haar verbaasd aan. Met die vraag bedoelen Italianen heel iets anders dan een normale boswandeling.

    Spoorboekje

    Docente Marina schrijft druk mee als de drie studentes weer het woord nemen. Het gaat over taal, cultuur, macht en instituties. Er volgt een casus: Tom vraagt bij het treinstation in Brussel om een Franstalig spoorboekje, maar krijgt van de spoorbeambte te horen dat er alleen Nederlandstalige versies zijn. Daar moet Tom het mee doen. Wat heeft dit met macht te maken, is de vraag aan de studenten. ‘Tom is de vragende partij, die stelt zich kwetsbaarder op’, zegt iemand. Studenten vragen zich af of de persoon vanuit zichzelf reageert (en wellicht liegt), of namens een institutie (de spoorwegen). Marina vraagt de studenten verder te kijken. ‘Hoe de persoon reageert is ook bepaald door zijn relatie met macht. Door welke instituties is dat bepaald? Denk daar over na. Zoom out a little bit!

    Het afsluitende vragenrondje gaat over luistertaal en de machtsverhoudingen in de collegezaal. Zijn de verhoudingen gelijker nu iedereen in z’n eigen taal kan praten? De één denkt van wel, de ander van niet. ‘Het is alsnog moeilijk om tegen de dominante taal in te gaan. Zo is het in een klas vol Engelsen ook lastiger om Nederlands te praten.’

    Grappige situaties

    De presentatie zit erop. Applaus voor Lucy, Freya en Sarah, die tevreden zijn. ‘Al vond ik het wisselen van taal lastig’, zegt Sarah. ‘De groep reageert in het Nederlands en dan is het voor Lucy en Freya lastiger om daarop weer te reageren. Dan ben ik dus veel aan het woord.’ De samenwerking vooraf leverde grappige situaties op. ‘Soms ging ik in het Engels praten om het makkelijker te maken’, zegt Sarah. Freya: ‘Maar dat was voor ons verwarrend, omdat we ervan uitgingen dat ze Nederlands praat.’ Een andere keer zei Sarah iets in het Engels en zei Lucy ‘Oké, dankjewel!’.

    ‘Engels is niet altijd de meest geschikte taal om je gedachten onder woorden te brengen. Luistertaal is een betere oplossing’.

    Discussie

    Lucy en Freya, die in Engeland Duits en ‘a little bit’ Nederlands hebben gestudeerd, verstaan 75% van het Nederlands. ‘Als mensen snel praten, is de kans groter dat ik iets niet versta’, zegt Freya. ‘En dan durf ik minder snel het woord te nemen om mijn punt te maken, want het kan zijn dat er al precies hetzelfde is gezegd.’ Te veel luistertaalstudenten in een grote groep, is volgens Sarah daarom niet aan te raden. ‘Als er snel door elkaar gepraat wordt, haken de luistertaalstudenten af en dat is niet bevorderlijk voor een discussie.’

    Voor Maarten Zwaal (24), student Taalwetenschappen, is luistertaal nieuw. ‘Ik ken alleen maar Engelstalige colleges, waarbij je ook in het Engels moet reageren. Dan is er minder vaak respons dan vandaag. Als je een vaag idee hebt en je moet dat ook nog in het Engels voor het voetlicht brengen, kies je er eerder voor om te zwijgen.’ Maarten hoorde dat er stemmen opgaan om het onderwijs van Taalwetenschappen tweetalig te maken. Hij heeft zijn bedenkingen. ‘De positie van het Nederlands wordt onderschat. Engels is niet altijd de meest geschikte taal om je gedachten onder woorden te brengen. Luistertaal is een betere oplossing.’

    Dit artikel verscheen eerder op de website van DUB, het onafhankelijk medium van de Universiteit Utrecht.

    Luistertaal is een vorm van meertalige communicatie waarin personen met verschillende talige en culturele achtergronden beiden hun eigen taal blijven spreken en elkaar toch kunnen verstaan. Meer informatie: www.luistertaal.nl.

    De Taalunie heeft met diverse kennisinstellingen in Nederland en Vlaanderen een positionpaper over luistertaal geschreven voor de Skills Agenda van de Europese Commissie. Met luistertaal kan de meertalige praktijk in Europa op een laagdrempelige manier worden bevorderd en dat komt ook het gebruik en de positie van het Nederlands zelf ten goede. Het document, in verschillende talen, en de lijst met onderschrijvers tot nu toe vindt u hier.

    ********************************************************************************

    Reacties

    Door dan van herpe op 23 februari, 2017 - 11:06

    Het positieve aan ‘luistertaal’ is het feit dat passieve meertaligheid (het verstaan van andere talen) kan volstaan in een meertalig gezelschap. Iedereen weet uit ervaring dat spreken in een andere taal veel moeilijker is dan luisteren naar iemand die uw moedertaal niet spreekt. Passieve meertaligheid is dan ook voor veel meer mensen haalbaar dan actieve talenkennis. Het is en blijft echter nog steeds ELITAIR: niet voor iedereen en niet in alle omstandigheden.

    “Als je een vaag idee hebt en je moet dat ook nog in het Engels voor het voetlicht brengen, kies je er eerder voor om te zwijgen. (…) Engels is niet altijd de meest geschikte taal om je gedachten onder woorden te brengen”.

    Dit is dagelijkse realiteit in vergaderingen met mensen die verschillende talen spreken en waar een andere taal dan uw moedertaal (meestal het Engels) de voertaal is. Het zijn bijna altijd de NESsy’s (native English speakers) die het hoge woord voeren en die dus gemakkelijker hun mening kunnen doordrukken. Taal is macht!

    Luistertaal is bijgevolg geen bevredigende, democratische oplossing voor het communicatieprobleem als gevolg van de talendiversiteit. Eerlijke en efficiënte communicatie is enkel mogelijk via een eenvoudige, neutrale voertaal die iedereen kan leren en waarbij iedereen op gelijke voet staat. Bijvoorbeeld: de internationale bijeenkomsten waar Esperanto de voertaal is. De mens is echter, behalve een kuddebeest, ook een ‘prestigebeest’: het geeft meer uitstraling, het oogt veel intellectueler als ge meertalig zijt (zoveel malen man als je talen spreken kan) of als ge u kunt uitdrukken in de ‘Taal van Shakespeare’ (of als ge dénkt dat ge dat kunt) dan wanneer ge dat doet via een grammaticaal eenvoudige taal die desalniettemin ‘in staat is om de subtielste schakeringen van de gedachte en van het gevoel uit te drukken (Maurice Genevoix, secretaris van de Académie Française). Of zoals Umberto Eco het uitdrukte: “Uit taalkundig oogpunt is het een zeer, zeer goed gemaakte taal, uitermate economisch en efficiënt”.

    Als luistertaal een betere oplossing is, dan is Esperanto de beste oplossing.

    Hier is echter een mooi Vlaams gezegde van toepassing: ‘Wat baten kaars en bril als de uil niet zien ’n wil?’

    Door Bart B. Van Boc... op 23 februari, 2017 - 13:50

    In tegenstelling tot wat er gesuggeerd wordt, is luistertaal helemaal niet nieuw. Wij deden iets vergelijkbaars onder leiding van toenmalig voorzitter André Jacquet toen ik meer dan 20 jaar geleden lid werd bij Mensa B/L en voor zover ik weet, was het daar toen al jarenlang in gebruik: Franstalige leden gaven hun opmerkingen en presentaties in het Frans en Nederlandstalige leden gaven hun opmerkingen en presentaties in het Nederlands. Dat werkte heel goed en het schiep een warme en vriendelijke atmosfeer waarin zo goed als iedereen zich goed thuis kon voelen.

    Door Nelly Maes op 23 februari, 2017 - 17:54

    Het verband tussen taal en macht kent men in Vlaaneren uit ondervinding. Franssprekenden verplichtten Vlaamse gesprekspartners vaak om dan maar Frans te proberen spreken omdat zij het Nederlands als luistertaal zelfs niet kenden. Daar komt beterschap in, dankzij de luistertaal die beide partijen de kans geeft zich genuanceerd uit te drukken .
    Ook in de informele gesprekken in het Europees Parlement of in andere internationale ontmoetingen is luistertaal naast meertaligheid een belangrijke troef. De dominantie van het Engels geeft de Engelstaligen de facto een voordeel.

    Door Leo De Cooman op 24 februari, 2017 - 14:16

    Luistertaal kan inderdaad een lapmiddel zijn. Maar ik vraag me af, hoeveel Nederlandstaligen in staat zijn de algemene inhoud van een voordracht bv. in het Tsjechisch te begrijpen? Dat iemand min of meer een voordracht kan begrijpen in een taal, die op school geleerd werd, dat zou eigenlijk wel moeten. Of dat inderdaad zo is, daar mag iedereen aan twijfelen.
    Algemene veeltaligheid is utopie. Dat weet toch iedereen. Praktisch niemand is in staat alle talen van de EU zelfs maar op elementair niveau te begrijpen, laat staan te spreken. De enige goede en billijke en gemakkelijkste oplossing is, dat bij internationale gesprekken de taal gebruikt wordt, die speciaal daartoe ontworpen is, en al 130 jaar bewijst uitstkend aan die doelstelling te voldoen: Esperanto.
    Wij weten, dat die oplossing gesaboteerd werd door een veto van Frankrijk in de Volkenbond in 1922: de Fransen vreesden concurrentie voor hun taal. We weten dat verschillende dictators Esperanto en Esperantosprekers vervolgd, verbannen en gedood hebben (de tsaar, Stalin, Hitler, Salazar, de "Bende van vier", enz.) Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat die vervolging verder gaat.
    De oplossing is zeer degelijk en eenvoudig: iedereen leert op school als eerste tweede taal Esperanto, bereikt in evenveel MAANDEN het niveau dat slechts na evenveel JAREN te bereiken is voor nationale talen, en heeft meteen een stevige basis voor verdere taalstudie (de moedertaal inbegrepen!) en logische vakken, zoals wiskunde.
    Deze oplossing is billijk: ALLEN (Engelstaligen inbegrepen) spreken op internationale bijeenkomsten met elkaar OP GELIJKE VOET een taal die idereen heeft moeten leren (en dat "moeten" is best leuk! Goed te vergelijken met bouwen met Legoblokjes!)
    Waarom naar lapmiddelen blijven zoeken, als er een perfecte oplossing bestaat? Esperanto is de enige manier om de kleinere taalgemeenschappen degelijk te beschermen tegen kolonisatie door grote, zeg maar het Engels.
    Wie een inzicht wil krijgen over de eenvoud en degelijkheid van die oplossing, kan dat zeer beknopt en toch vrij volledig vinden op mijn webstekje:http://users.telenet.be/griza_leono/Eo_kort.htm

    Door dan van herpe op 25 februari, 2017 - 11:05

    Mevrouw Nelly Maes (ex-Volksunie) heeft zich een groot deel van haar politieke carrière ingezet voor de verdediging van de Vlaamse belangen (waaronder de taal) tegen de Franstalige dominantie. Uitgerekend zíj legt zich, zoals de rest van de Vlaamse intelligentsia, probleemloos neer bij de dominantie van de Angelsaksische taal en cultuur. Voor het Frans: klauwend op de achterste poten, voor het Engels: op de knieën, kwijlend kwispelend. Voor deze uitspraak haalde ik de mosterd bij Vlaams schrijver en ex-journalist Geert van Istendael. In zijn boek ‘Het Belgisch Labyrint’ schrijft hij op pag. 133: ‘Ik gruw telkens als mijn taalgenoten zich willoos en jankend van kosmopolitische opwinding in het stof wentelen voor de taal der Angelen en der Saksen. Ik ben dol op Engels, maar ik zie niet in waarom de taal van het geld ook de taal van Europa zou moeten worden.’

    Een belangrijke, zo niet: dé belangrijkste, doelstelling van ons onderwijs is het vormen van logisch en kritisch denkende mensen. In de ‘algemene doelstellingen van de klassieke talen’ wordt dit zelfs expliciet vermeld: kritisch leren oordelen. (http://ond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Klassieke%20studien-2011-001.pdf) Men mag dan toch verwachten dat klassiek én universitair opgeleiden bij uitstek in staat zouden moeten zijn tot logisch/kritisch denken. Dit komt echter niet tot uiting in het talenbeleid van de Europese Commissie. In een unie met alleen reeds 24 officiële talen voert men het ‘1+2’talenbeleid als norm: naast de moedertaal moet iedereen (minimum!) 2 vreemde talen leren, bij voorkeur de talen van de buurlanden (sic!). Wie logisch én kritisch denkt moet tot de vaststelling komen dat 1/ het leren van één gemeenschappelijk taal primordiaal zou moeten zijn; 2/ die gemeenschappelijke taal bij voorkeur een neutrale taal moet zijn, want alle EU-burgers zijn gelijk en 3/ ze relatief eenvoudig, want voor iedereen haalbaar moet zijn. Eenmaal dat gerealiseerd, kan iedereen zoveel talen leren als hij/zij wil. Blijkbaar geven de hoogst opgeleiden de voorkeur aan een elitair, discriminerend prestigebeleid eerder dan aan een sociaal, efficiënt gelijke kansen/gelijke rechten/gelijke plichtenbeleid.

    Besluit: Niet kúnnen logisch/kritisch denken is erg, niet wíllen veel erger!

    Door Lödör Katja op 26 februari, 2017 - 12:48

    Uit het artikel blijkt vooral dat dank zij het gebruik van de luistertaal, degene die zijn moedertaal spreekt zich comfortabeler voelt.
    Hieruit kunnen we besluiten dat Engelstaligen zich overal ter wereld in een betere positie voelen en daar ook veel baat bij hebben. Daarom pleit ik voor een neutrale taal zoals het Esperanto, dat gedurende meer dan honderd jaar haar efficiëntie bewezen heeft, o.a. op congressen met 1000 à 6000 deelnemers uit meer dan 80 landen waar slechts één voertaal gebruikt werd, nl.: het Esperanto en waar iedereen op gelijke voet met elkaar kan communiceren.
    Wordt het niet stilaan tijd dat het gezond verstand gaat regeren en dat kinderen overal ter wereld het Esperanto als basis voor andere talen aangeleerd krijgen?
    Europa zou de ideale test kunnen zijn.

    Door Christiaan Buysse op 27 februari, 2017 - 22:47

    Me dunkt dat luistertaal kan worden gebruikt waar de brontaal een vrij bekende, zogenaamde internationale taal is, of soms een taal uit een aangrenzend land. Gedacht wordt vooral aan Engels of Frans. Maar hoe ga je met luistertaal werken als de brontaal bijvoorbeeld Russisch is, en de commentaartaal Nederlands? Het systeem kan alleen werken als de brontaal een bekende taal is, die door de toehoorders vrij algemeen en voldoende wordt verstaan. Bovendien blijven kleinere taalgemeenschappen verstoken van het recht om zich te bedienen van hun eigen taal als ze iets te brengen hebben.
    Met Esperanto staan alle sprekers en toehoorders op gelijke voet, ongeacht of hun moedertaal een "kleine" of "grote taal" is. Het wordt tijd dat het Esperanto eens een eerlijke kans krijgt, niet als concurrent van de moedertaal, maar als internationaal democratisch en cultureel neutraalexpressiemiddel.

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!