Good morning, take your books
Een algemene ontgrendeling van de onderwijstaal leidt tot de dominantie van het Engels. Historici van de UGent willen de positie van het Nederlands daarom vrijwaren.
GITA DENECKERE, BRUNO DE WEVER & ANTOON VRINTS
Wie? Historici aan de UGent.
Wat? Het is duidelijk dat alle vrijheid-blijheidvoorstellen een snelle verengelsing in de hand werken.
De opgeklopte sfeer van verdachtmakingen en intriges waarin de campagne voor de rectorverkiezingen aan de UGent verzeild is, dreigt elk inhoudelijk debat onmogelijk te maken. Zo riskeren de voorstellen die het kandidatenduo Guido Van Huylenbroeck en Sarah De Saeger lanceerde (DS 10 april) , ten onrechte ondergesneeuwd te raken. Hun pleidooi voor een kranig genderbeleid om het aandeel vrouwelijke proffen en bestuurders tot een evenwichtig niveau te brengen, kunnen we alleen maar bijtreden. Het past in een emancipatorische, democratische missie die in het historische DNA van onze universiteit verankerd zit. Hun kijk op de onderwijstaal van UGent doet dat veel minder. Die sluit veeleer aan bij de Angelsaksische universitaire cultuur van rankings en heilloze concurrentie op de onderwijs- en onderzoeksmarkt.
Dubbelzinnige positie
Tegenkandidaten Rik Van de Walle en Mieke Van Herreweghe erkennen op hun website dat de UGent een belangrijke emancipatorische functie heeft, en dat taal daarin een belangrijk aspect is. Zij vinden een verregaande verengelsing van bacheloropleidingen, zoals in Nederland aan de gang is, niet wenselijk. En: ‘voor masteropleidingen is de onderwijstaal Engels (of eventueel een andere taal) enkel te overwegen indien ze een meerwaarde is voor de studenten en het afnemend werkveld.’ Maar het duo Van Huylenbroeck-De Saeger wil ‘tot de universitaire Champions League behoren’. Taal mag daarbij geen barrière vormen. Meer Engels maakt het in hun ogen mogelijk om ‘topstudenten’ aan te trekken. Nederlandstalige studenten worden dus impliciet als niet-top of provinciaal beschouwd. In hun programma pleiten ze dan ook voor de vrije keuze van de onderwijstaal. Gevaar dat het Nederlands daardoor verdrongen wordt, is er volgens het kandidatenduo niet.
Van Huylenbroeck en De Saeger staan met die dubbelzinnige positie niet alleen. Recent formuleerde de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) een advies dat die gespletenheid goed aangeeft. Enerzijds wil de Vlor het Nederlandse scenario van de massale verengelsing van het hoger onderwijs vermijden. Anderzijds wil de raad meer vrijheid om in andere talen dan het Nederlands – versta het Engels – les te geven om de internationalisering te versterken. Nochtans is de taalregeling pas vijf jaar geleden gevoelig versoepeld en rukt het Engels sindsdien op. Ondanks de sussende woorden dat het Nederlands wel overeind zal blijven als onderwijstaal, is het duidelijk dat alle vrijheid-blijheidvoorstellen een snelle verengelsing in de hand werken.
Geen schijn van kans
Nagenoeg alle Vlaamse masteropleidingen ingenieurswetenschappen zijn vandaag al verengelst
Taalsociologisch onderzoek leert dat tussen talen ongelijke machtsverhoudingen bestaan. Geconfronteerd met de krachtigste taal ter wereld, het Engels, zal zelfs een middelgrote taal als het Nederlands altijd het onderspit delven. Een instelling of een opleiding die ‘tweetalig’ wordt, zal door het verschil in dominantie de facto snel verengelsen. Om communicatie mogelijk te maken met Nederlandsonkundige studenten en docenten, wordt ‘beleefdheidshalve’ bijna automatisch overgegaan op het Engels, ook al zit er maar één anderstalige student in de klas of één anderstalige collega aan de vergadertafel.
Die situatie is vergelijkbaar met de toestand in de zogenaamd tweetalige Brusselse gemeentescholen van weleer, waar het Nederlands door het dominante Frans werd weggedrukt. Alleen door de creatie van een netwerk van exclusief Nederlandstalige scholen, keerde die trend en begon het Nederlandstalige onderwijs in Brussel aan zijn gestage opmars. Hetzelfde gold voor het hoger onderwijs. Zolang het taalgebruik aan de universiteiten ‘vrij’ was, maakte het Nederlands geen schijn van kans tegen het dominante Frans. Het is maar door de aanhoudende strijd van de Vlaamse beweging dat taalwetten zijn afgedwongen en dat een bloeiende Nederlandstalige academische cultuur is kunnen ontstaan in België.
Nederlands vrijwaren
De onderlinge concurrentie tussen de Vlaamse universiteiten verklaart dat als één opleiding aan één universiteit verengelst, de druk op de anderen vergroot om hetzelfde te doen. Het gevolg is dat nagenoeg alle Vlaamse masteropleidingen ingenieurswetenschappen vandaag al verengelst zijn. Een gelijkaardige dynamiek begint ook te spelen in andere opleidingen die zich haast uitsluitend richten tot Vlaamse studenten, zoals de politieke wetenschappen. Vanzelfsprekend kunnen gespecialiseerde masteropleidingen voor een internationaal publiek in het Engels worden aangeboden, maar dat is vandaag al in ruime mate het geval.
Een algemene ontgrendeling van het taalregime en het prijsgeven van de taal aan de vrije markt zullen dus niet leiden tot meertaligheid, maar tot de overwinning van de sterkste en meest prestigieuze taal, het Engels. Wie het Nederlands als onderwijstaal wil behouden, moet de positie van onze taal aan de hogeschool en universiteit dan ook wettelijk verankeren of verankerd houden. Politiek filosoof Philippe Van Parijs verwelkomt, net als wij trouwens, het Engels als lingua franca. Hij stelt tegelijk dat er beschermende maatregelen voor de gebruikers van andere talen noodzakelijk zijn om rechtvaardigheid op taalvlak te verzekeren. Niet alleen op het vlak van de genderverhoudingen, maar ook als het om de onderwijstaal gaat, zijn de gevleugelde woorden van Henri Lacordaire nog steeds geldig: ‘Entre le fort et le faible, entre le riche et le pauvre, entre le maître et le serviteur, c’est la liberté qui opprime et la loi qui affranchit.’
Ik stuurde onderstaande reactie aan de dienst 'Opinie' van DS.
Van: "dan vanherpe" <dan.vanherpe@telenet.be> Aan: "anni van landeghem" <anni.van.landeghem@standaard.be> Cc: "Leo" <Leo@De-Cooman.be> Verzonden: Vrijdag 14 april 2017 10:34:38 Onderwerp: Good morning, take your books
Geachte mevrouw Van Landeghem,
Als aanvulling op de gevleugelde woorden van Henri Lacordaire deze van Geert van Istendael, socioloog, auteur en essayist. Misschien kan u ze doorgeven aan de Gentse historici?
Ik gruw telkens als mijn taalgenoten zich willoos en jankend van kosmopolitische opwinding in het stof wentelen voor de taal der Angelen en der Saksen. Ik ben dol op Engels, maar ik zie niet in waarom de taal van het geld ook de taal van Europa zou moeten worden.
Uit: Het Belgisch Labyrint – pag. 133
Vandaag is alles Engels, politiek, economie, muziek, literatuur, diplomatie, wetenschap, militaire strategie. Het Engels tendeert naar een monopolie op alle terreinen. Indien zelfs talen als Frans en Duits en in zekere mate zelfs Spaans worden teruggedrongen, is er voor het Nederlands helemaal geen plaats meer. Verliest een taal een domein, dan verschrompelt ze op den duur tot folklore. Onze voorouders wisten dat zeer goed, zij vochten hardnekkig voor het Vlaamsch op d'Hoogeschool. Die strijd was door en door democratisch en blijft tot op heden volkomen eerbiedwaardig. Vandaag zijn we vergeten dat kardinaal Mercier onze taal ongeschikt vond voor de wetenschap. We eisen Engelsch op d'Hoogeschool. Een Nederlandse hoogleraar die dat wil zou op staande voet ontslag moeten krijgen, een Vlaming die dat wil moet worden verpleegd in een krankzinnigengesticht. Therapie: het uit het hoofd leren van de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging.
…
Tussen talen is er altijd un rapport de force, zoals mijn goede vriend Jean-Luc Outers het zegt. Talen vrijen niet met elkaar, talen vechten met elkaar en de sterkste ranselt de zwakste weg. Wie wil dat het Nederlands krijgt waar het recht op heeft, moet zich keren tegen de taal van de macht.
...
De laatste oplossing biedt de duurzaamste en degelijkste garanties voor het Nederlands en trouwens voor alle talen. Maar ik aarzel altijd weer erover te beginnen, je loopt het gevaar voortaan bekeken te worden als een zonderling. Enkele weken geleden echter las ik dat prof. K. Raes die uitgekreten en geminachte oplossing als een ernstige, doch gemiste kans beschouwde. Ik bedoel het Esperanto. Ik ken de taal niet. Maar ik weet dat iemand met een gemiddeld verstand ze in twee tot drie weken kan leren. Dit wil niet zeggen dat het Esperanto een onbehouwen idioom zou hebben. Volgens Maurice Genevoix, destijds van de Académie Française, is het in staat les nuances les plus subtiles de la pensée et du sentiment uit te drukken. In vergelijking met het Engels heeft het Esperanto twee kanjers van voordelen: de uitspraak is zeer gemakkelijk en de spelling is zuiver fonetisch. Maar het allergrootste voordeel in vergelijking met het Engels is dit: het Esperanto heeft geen macht. David Rothkopf van het Amerikaanse adviseurskantoor Kissinger Associates zegt: Het is in het economische en politieke belang van de Verenigde Staten erop toe te zien dat, als de wereld een gemeenschappelijke taal aanvaardt, het het Engels is. Zeg niet dat je niet gewaarschuwd was. Dat vaderland van me, desnoods verdedig ik het moederziel alleen.
Uit: DEUS EX MACHINA nr.100 - maart 2002: De taal van de toekomst: Het vaderland is in gevaar.
Benieuwd of de heer van Istendael zich deze woorden nog zal herinneren op het maatschappelijk debat dat Taalunie aangaat op zaterdag 22 april in het Flageygebouw in Elsene?
Vriendelijke groet,
Dan Van Herpe
Wouwerstraat 160
2300 Turnhout
|