Van dambord naar doolhof
Alle (zo niet: de meeste) opvoeders zijn het eens over het pedagogisch belang van structuur, orde en regelmaat in het leven, in de eerste plaats voor een kind maar ook voor volwassenen.
Een voorbeeld uit het begin van de 19de eeuw: Johannes Van den Bosch, generaal in het Nederlands leger, stichter van de Rijksweldadigheidskoloniën, eerst in de Noordelijke en daarna in de Zuidelijke Nederlanden. Hij wilde structuur, orde en regelmaat, belangrijke waarden voor een militair, in de geesten van landlopers en bedelaars brengen door hen in het dagelijks leven een strak leef- en werkritme op te leggen Op die manier wilde hij de verschoppelingen heropvoeden voor een nieuwe kans in de maatschappij. Dat weerspiegelde zich zelfs in de infrastructuur van de koloniën, de dambordstructuur: rechte straten, netjes onderhouden.
Ook in de opvoeding van kinderen zijn structuur, orde en regelmaat van groot belang. Getuige daarvan de structuurmethode die men in het onderwijs gebruikt om kinderen te leren lezen. Het is in Nederland en Vlaanderen de meest gebruikte methode voor aanvankelijk lezen. Sinds het verschijnen van de eerste versie van de methode in 1960 hebben bijna 10 miljoen kinderen met deze methode leren lezen.
Waarom zou men de kinderen dan geen talen leren via een eenvoudige, gestructureerde, rechtlijnige, doorzichtige methode? Deze methode bestaat al 130 jaar: Esperanto. Ze kan niet alleen als basistaal voor het (sneller) leren van andere talen dienen, ze biedt ook een taalbasis voor het leren begrijpen wat taal is, hoe ze gestructureerd is (taalbewustzijn). Deze structuurmethode (16 basisregels, geen uitzonderingen) blijkt ook nog het logisch, kritisch, analytisch denken te bevorderen, wat van belang is in de wetenschappelijke vakken, de creativiteit te stimuleren, het zelfvertrouwen (succeservaring)op te krikken en het leerplezier te verhogen. Tot grote tevredenheid van de leerkrachten!
Een pedagogisch principe waarover iedereen het eens is, is de geleidelijkheid: van eenvoudig naar moeilijk, van enkelvoudig naar samengesteld. Niemand haalt het in zijn hoofd de lessen rekenen te beginnen met het trekken van de vierkantswortel. Kinderen leren eerst tellen, dan de vier hoofdbewerkingen, enz. Toegepast op het taalonderwijs betekent dit: eerst een eenvoudige, gestructureerde (dambord)taal, Esperanto, dan de andere, moeilijke talen zodat de leerlingen minder gemakkelijk verloren lopen in de doolhof van regels, regeltjes, uitzonderingen en uitzonderingen op de uitzonderingen, die alle etnische of nationale talen kenmerken.
Zou een (Europees) taalbeleid volgens het pedagogisch principe: van dambord naar doolhof, niet de innoverende en alternatieve leest kunnen zijn waarop het taalbeleid dient geschoeid?
|