Inhoud blog
  • Stijn - Op de radio - DM 23 02 2023
  • 'Dat geleuter over cancelcultuur in Vlaanderen, mensen toch' - DM 11/02/2023
  • We moeten terug naar de essentie: eerst de taal - DM 27 08 2022 - Bart Eeckhout
  • Philippe Van Parijs: Taal en Rechtvaardigheid
  • Meer Latijn leidt tot meer welzijn. Zeker op termijn. - DM, 24/06/2022 - pag.22
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Taaldemocratie
    Taalkundig-culturele democratie kan slechts gerealiseerd worden door gebruik van een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (= G.E.N.T.) taal, zoals het Esperanto.
    09-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zuidstation? A la feu rouge you go left’ - Jef Poppelmonde, DS 09 03 2019
    Van: "dan vanherpe" <dan.vanherpe@telenet.be>
    Aan: "jef poppelmonde" <jef.poppelmonde@standaard.be>
    Cc: "inge ghijs" <inge.ghijs@standaard.be>
    Verzonden: Zaterdag 9 maart 2019 10:12:48
    Onderwerp: Zuidstation? A la feu rouge you go left’ - DS 09 03 2019

    Beste heer Poppelmonde,

    Betreft: Zuidstation? A la feu rouge you go left’ 

    De Brusselse realiteit toont aan dat het Vlaams/Europees taalbeleid (meertaligheid als norm) onrealistisch is: een utopie, een E.U.topie.

    De oplossing voor alle taalperikelen bestaat nochtans al meer dan 130 jaar: een eenvoudige, eerlijke, elegante, efficiënte, economische brugtaal: Esperanto.

    De taal is het product van gedurfd logisch-kritisch denken en is de enige democratische, respectvolle (want neutrale) en haalbare (want eenvoudige) oplossing voor de communicatieproblematiek in een veeltalig, multicultureel milieu. Men maakt het leven liever nodeloos moeilijk door een chaotisch talenallegaartje te verkiezen boven een volwaardige, waardevolle, intercultureel drempelverlagende taal. Bovendien, als eerst geleerde vreemde taal versnelt ze het leren van andere talen met ± 30%!

    Maar, waar onwil heerst, staat de rede machteloos!

    Vriendelijke groet,

    Dan Van Herpe

    Wouwerstraat 160

    2300 Turnhout_
    ______________________________________________________________________________________________________________

    WIE SPREEKT IN BRUSSEL NOG NEDERLANDS?

    ‘Zuidstation? A la feu rouge you go left’

    Steeds minder Brusselaars spreken goed Nederlands en toch wint de taal aan belang en aanzien in de hoofdstad. ‘Wie haar niet spreekt, excuseert zich daarvoor. Dat was vroeger wel even anders.’

    Overheid minder meertaligLees verder onderaan

    ‘Alleen Nederlands?’, herhaalt de dertiger aan de andere kant van de balie verwonderd en enigszins bezorgd. ‘Mec’, roept hij naar zijn collega. ‘Vous parlez néerlandais?’ ‘Non, rien du tout’, luidt zijn respons. Of ik toch niet een klein beetje Frans spreek? Engels dan? ‘Désolé.’ En zo eindigt ons gesprek in een apotheek op de Elsensesteenweg, even buiten de Brusselse vijfhoek, waar we informeerden naar medicijnen voor een reis naar Afrika.

    Het zijn situaties als deze waarover CD&V-Kamerlid Hendrik ­Bo­gaert zich zorgen maakt. Zelf kon hij naar eigen zeggen op een terras geen koffie krijgen, ‘want niet in het Frans besteld’. ‘We moeten opnieuw respect voor het Nederlands afdwingen in de hoofdstad’, vindt hij. ‘Vlamingen passen zich te gemakkelijk aan. Daardoor gaat de kennis van het Nederlands achteruit.’

    Om daartegenin te gaan, lanceerde Bogaert deze week een opvallende oproep aan alle Vlamingen in Brussel: spreek (tenminste) op maandag consequent Nederlands en schakel niet over op andere talen. ‘Het is de ideale manier om Franstaligen te laten zien hoeveel moeite en toegevingen wij dagelijks doen om ons aan te passen in het sterk ­verfranste Brussel’, zegt het Kamerlid.

    ‘Taal is voor Brusselaars een instrument en niet langer een zaak van ideologie’

    GUNTHER VAN NESTE

    Directeur het Huis van het Nederlands

    Ik bracht het voorstel van Bogaert in de praktijk en wandelde van Jette in het noordwesten van Brussel, dwars door de vijfhoek naar Elsene. Ik stelde doordeweekse vragen – in winkels, koffiebars, cultuurhuizen – om hier een antwoord op te krijgen: hoe ver kom je vandaag in Brussel als je volhardt in de eigen taal?

    ‘No Dutch’

    Spoiler alert: niet ver. ‘Waar is de mannenafdeling?’, vroeg ik aan de kassa van de Inno. ‘Euh ...’ klonk het stamelend bij de caissière. ‘Kleren voor mannen’, verduidelijkte ik. ‘Sorry’, zei ze hoofdschuddend en ontredderd.

    Op de Grasmarkt, aan het Centraal Station, probeerde ik een hotelkamer voor één nacht te boeken. ‘We only speak English and French, sir. No Dutch’, klonk het zowel bij het Ibis-hotel als bij de buren van Carrefour de l’Europe.

    Aan het einde van de 18e eeuw was dit nochtans een bijna uitsluitend Nederlandstalige stad. Maar toen begon het Frans aan zijn opmars. Na 1830 werd het de officiële taal van gerecht, administratie, leger, cultuur, onderwijs en media. In de decennia die volgden, explodeerde de kennis van de prestigieuze Franse taal, ten koste van het Nederlands. Het resultaat was een ideologische taalstrijd, ook over de grenzen van de hoofdstad heen.

    Ook vandaag neemt het aantal mensen dat zegt goed Nederlands te spreken af. Intussen geldt dat ook voor de kennis van het Frans, zij het minder sterk (zie grafiek). Dat tonen de resultaten van de Taalbarometer, de enige wetenschappelijke bron die inzicht geeft in het taalgebruik in Brussel. In 2018 werd hij voor de vierde keer mondeling afgenomen bij 2.500 Brusselaars. ‘De winnaar is meertaligheid’, zegt Rudi Janssens, socioloog aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de auteur van de Taalbarometer.

    De nieuwe realiteit

    In Sint-Gillis, ten zuiden van de Brusselse vijfhoek, informeer ik in een kleine kruidenier in het Nederlands naar de snelste weg naar het Zuidstation. ‘Zuidstation? Train or metro? Go back that way. A la feu rouge you go left. Daar is Zuidstation’, luidt het enigszins chaotische antwoord. Even later wordt ook in een koffiezaak in het noorden van de stad het verschil tussen een cappuccino en een latte macchiato uitgelegd in een combinatie van Frans, Nederlands en Engels.

    ‘Als gevolg van de mondialisering en de instroom van nieuwkomers van over de hele wereld is de ideologische tegenstelling tussen het Frans en het Nederlands stilaan een relict aan het worden’, zegt Gunther Van Neste, directeur van het Huis van het Nederlands. ‘Brussel kent geen taalmeerderheid meer. Ook het Frans is vandaag niet langer de moedertaal van meer dan 50 procent van de bevolking.’

    Gebruikten in 2007 negen op de tien Brusselaars het Frans tijdens het winkelen, dan is dat vandaag nog amper 55 procent, blijkt uit de Taalbarometer. Winst is er voor de combinaties (zie tabel). ‘Iedereen heeft hier zijn eigen meertalige repertoire uitgebouwd’, zegt Janssens. ‘Uitstekende kennis van één taal wordt minder belangrijk. Iedereen kan zich in elke taal behelpen. Dat is de nieuwe realiteit.’

    ‘Zonder voorbehoud’

    ‘Iedereen spreekt hier in rudimentaire vorm’, stelt auteur, comedian en twintig jaar Brusselaar Joost Vandecasteele vast. ‘Onlangs zag ik een restaurant dat “Sans reservation” door Google Translate had gehaald en “Zonder voorbehoud” op de deur had geschreven. Een oplossing voor alle taalperikelen: verdere achteruitgang van het Frans én het Nederlands, tot er een soort Brusselse “slechte” tussentaal ontstaat van Frans, Nederlands, Engels, Russisch en Arabisch.’

    Een horrorscenario voor de directeur van het Huis van het Nederlands? Van Neste ziet in de taalkundige wirwar die Brussel vandaag kenmerkt geen bedreiging, maar net uitgesproken kansen voor de toekomst van het Nederlands in zijn stad. ‘Nadat de tweestrijd tussen het “grote Frans” en het “kleine Nederlands” is verdwenen, heeft het Nederlands zijn positie versterkt’, zegt Van Neste. ‘De taal wint aan belang en aanzien.’

    Dat ziet de directeur ook in zijn Huis van het Nederlands. In tien jaar tijd is het aantal cursisten dat Nederlands volgt, er gestegen van 12.000 tot ruim 18.000. Het aantal leerlingen in het Brusselse Nederlandstalige onderwijs nam tussen 2000 en 2016 toe van 33.344 tot 44.161. En de vraag naar nog meer en beter taalonderwijs blijft groot, zegt Janssens. ‘Iedereen wil meertalig zijn.’

    Vooral nieuwkomers zijn geïnteresseerd. ‘Terwijl het Frans enkele decennia geleden de taal was voor wie hogerop wilde geraken, is dat vandaag in de ogen van velen het Nederlands. Mensen zien dat de Nederlandstaligen ondervertegenwoordigd zijn in de Brusselse werkloosheidscijfers en stellen vast dat de taal een troef is in de zoektocht naar werk.’ Het gevolg: mensen met een migratieachtergrond spreken vaker een mondje Nederlands dan Franstalige Brusselaars die al generaties in de stad wonen.

    Door die evoluties groeit ook het onderlinge respect tussen de taalgroepen die de hoofdstad rijk is, zegt iedereen die ik spreek. ‘De arrogantie bij de Franstaligen is verdwenen’, zegt Vandecasteele. ‘Wie geen Nederlands kent, biedt zijn excuses aan. Dat was vroeger toch wel even anders.’

    Ook Bogaert bevestigt. ‘Frans­taligen zijn gemiddeld vriendelijker dan vroeger als je Nederlands spreekt. Je wordt niet meer agressief afgeblokt’, zegt het Kamerlid. ‘Maar er blijft een muur.’ Bogaert betreurt dat 90 procent van de Nederlandstaligen zegt dat ze overschakelen op het Frans als ze daarin worden aangesproken. ‘Zo gaat de kennis van het Nederlands erop achteruit.’

    Spanningen in de GB

    Van de Brusselaars zelf zeggen slechts weinigen er een probleem mee te hebben. ‘Taal is voor veel Brusselaars een instrument, niet langer een zaak van ideologie’, zegt Van Neste. Of zoals Vlaams minister voor Brussel Sven Gatz (Open VLD) het verwoordt: ‘Taal is in Brussel geen krachtmeting meer. De spanningen in de GB of in de Innovation die zich dertig jaar geleden geregeld voordeden, zijn verdwenen. Mensen schakelen nu zonder problemen tussen verschillende talen. Wie om ideologische motieven toch zo assertief wil zijn om in Brussel alleen Nederlands te spreken, zal gefrustreerd raken. Doe dat dus niet. Maak je het leven niet nodeloos moeilijk.’


    Overheid minder meertalig

    ‘Aan het onthaal van een Federale Overheidsdienst: “Goeiemorgen, ik heb mijn computer gisteren vergeten op het kabinet van de minister. Ligt die hier aan het onthaal?” De receptionist: “J’ai rien compris. Vous êtes le chauffeur de?”’ Die ervaring beschreef Sammy Mahdi, jongerenvoorzitter van CD&V, onlangs op Twitter. ‘Het is geen alleenstaand geval’, zegt hij. ‘Nochtans zouden overheidsdiensten, zeker aan het onthaal, altijd tweetalig moeten zijn.’

    Daar is iedereen het mee eens. Maar de talenkennis bij Brusselse publieke instanties gaat erop achteruit. Uit de Taalbarometer blijkt dat ambtenaren achter het loket vandaag minder vaak vlot Nederlands spreken dan vroeger. Bij de aanwerving van gemeente­personeel voldeed in 2002 36,2 procent aan de vereisten van de taalwetgeving, in 2018 was dat 27 procent. Bij het OCMW zakte dat aandeel van 13 naar 6 procent.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!