Taalkundig-culturele democratie kan slechts gerealiseerd worden door gebruik van een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (= G.E.N.T.) taal, zoals het Esperanto.
07-06-2020
Wat is Esperanto en waarom bestaat het? - Professor Marc van Oostendorp (op youtube)
Uit Taalpost 2206: Wat is Esperanto en waarom bestaat het? (Quarantaine Colleges)
Zoals zo velen gaat ook prof. Van Oostendorp vlotjes voorbij aan enkele belangrijke troeven van het Esperanto.
1/Pedagogisch. Verschillende studies hebben uitgewezen dat Esperanto als eerst geleerde vreemde taal:
– de leertijd voor andere talen tot 30 % verkort: (Esperanto als BASISTAAL, als opstap voor het leren van talen);
– het taalbewustzijn vergroot en tot meer inzicht in de moedertaal leidt (Esperanto als TAALBASIS);
– het logisch-kritisch-structureel denken bevordert, niet onbelangrijk voor wiskunde en wetenschappen. Wat het Latijn voor de (intellectueel-sociaal-economische) elite is, is Esperanto voor iedereen.
– de creativiteit stimuleert: Esperanto functioneert zoals het lego-systeem: met woordstammen uit Germaanse, Romaanse, Slavische talen en voor-en achtervoegsels kan het kind zelf woorden maken.
– het leerplezier verhoogt: kinderen leren spelenderwijs een vreemde taal; – het zelfvertrouwen opkrikt ten gevolge van de snelle succeservaring: hoera,ik kan iets;
– motiveert om andere talen te leren: via de woordstammen uit de andere talen komt het kind in contact met andere talen;
– het kind reeds op jonge leeftijd interesse voor andere culturen bijbrengt via individueel en/of klassikaal contact met leeftijdsgenoten uit andere taal- en cultuurgebieden. Dit leidt tot verlaging van de interculturele drempels en tot meer wederzijds begrip.
2/ Het tolk- en vertaalsysteem van de Europese Commissie. In het huidig tolkensysteem zijn er 23 x 22 = 506 combinatiemogelijkheden. Als iedere tolk het Esperanto, zou beheersen, kan het aantal combinaties herleid worden tot 23 x 2 = 46, wat een enorme kostenbesparing zou betekenen. Tolken/vertalers zijn er voor de EC en niet andersom!Meer hierover kan u lezen in het rapport van professor François Grin: https://lingvo.org/grin/raporto_grin_nl.pdf
3/ Het talenbeleid van de Europese Commissie. Vorig jaar richtte de Universiteit Gent een leerstoel Etienne Vermeersch op. “De insteek van de leerstoel is, het motto van de UGent getrouw: ‘Durf (dwars)denken’. Men wil studenten onder meer wijzen op het belang van logisch-kritisch denken.Maar, wat heb je aan logisch-kritisch denken als je het niet wilt of durft toepassen? Ik geef een praktisch voorbeeld wat het talenbeleid van de E.C. betreft.
In Europa met zijn 24 officiële talen is het officiële talenbeleid: 'Meertaligheid als Norm' (MaN) en het officieuze: 'Engels als Lingua Franca' (ELF), Een leerling uit het middelbaar onderwijs, die logisch-kritisch kan redeneren, begrijpt echter dat:
- MaN 1/ niet haalbaar is voor iedereen en dus discriminerend: het bevoordeelt een intellectueel-sociaal-economische (*) minderheid, en 2/ het Europees (en mondiaal) communicatieprobleem niet oplost.
- ELF ondemocratisch want discriminerend is: 1/ omdat het een intellectueel-sociaal-economische (*) minderheid bevoordeelt en 2/ omdat het leidt tot een duale maatschappij: Native English Speakers (NESsy's) als eersterangsburgers (Übermenschen) versus communicatief gehandicapten als tweederangsburgers (Untermenschen)
(*)Met intellectueel-sociaal-economisch bedoel ik: verstandige kinderen uit een bevoorrecht milieu (b.v. beide ouders met universitaire opleiding) waarvan de ouders voldoende kapitaalkrachtig zijn om hun kinderen naar dure buitenlandse scholen of taalstages te sturen.
Diezelfde leerling uit het middelbaar onderwijs, die logisch-kritisch redeneert, begrijpt ook dat een gemeenschappelijke tweede taal de eenvoudigste, eerlijkste, efficiëntste en meest economische oplossing is. Hij/zij beseft zelfs dat, gezien de aangehaalde bezwaren, die gemeenschappelijke taal uitsluitend een eenvoudige en neutrale taal kan zijn, m.a.w.: een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (G.E.N.T.) taal, zoals het Esperanto. De intellectuele elite echter verkiest intellectueel prestige (zoveel malen man als je talen spreken kan) boven eenvoudige, eerlijke, economische en efficiënte communicatie voor iedereen.
En, bijkomend: Engels en Esperanto kunnen perfect complementair zijn. Maar, waar onwil heerst, staat de rede machteloos.