Ik heb uw column in DS (4 maart 2021) met veel interesse en aandacht gelezen. Dit bracht mij op het idee uw aandacht te vragen voor een ander domein waarin privileges, familiebanden, financiële middelen of hogere status leiden tot exclusieve rechten: het officiële taal- en communicatiebeleid van de EU, dat meertaligheid als norm stelt.
Hoogleraar Wilfried Decoo zegt over het leren van een taal: je moet als leerder zélf, op allerlei wijzen, en zoveel mogelijk, dagelijks met de taal bezig bezig bezig zijn. (De Standaard 20/03/2001 : Bezig, bezig, bezig zijn) Een bijkomende voorwaarde voor actieve beheersing (spreken en schrijven) van een taal is een geregeld en langdurig verblijf in een milieu/land waar uitsluitend die taal gesproken wordt.
Hoeveel mensen hebben daartoe de kans (intellectueel, sociaal-economisch) of zijn daarvoor geïnteresseerd en gemotiveerd? Zijn het niet de kinderen uit gegoede milieus, met hoger opgeleide ouders of met ouders die een verschillende moedertaal hebben die een voordelige positie hebben? Moeten niet meer mensen alle kansen krijgen om hun culturele horizon uit te breiden, ongeacht hun afkomst of inkomsten ?
Er is echter nog een tweede aspect betreffende de taal- en communicatieproblematiek: de overheersing van het Engels als officieuze, feitelijke lingua franca.
Dit geeft de Native English Speakers (N.E.S.sy's) het voorrecht om overal en altijd hun moedertaal te kunnen spreken. Ze krijgen de status van 's werelds eersterangsburgers zo maar, zonder enige verdienste, in de schoot geworpen. Dit leidt tot een duale maatschappij van N.E.S.sy's en communicatief gehandicapten.
Doet een vrije samenleving er ook niet goed aan deze ondemocratische, onrechtvaardige, discriminerende toestand te corrigeren en moeten we dan niet eerder pleiten voor één gemeenschappelijke tweede taal voor iedereen?
Wie logisch en kritisch kan, wil en durft denken, weet dat de oplossing voor de beide aspecten ligt in een G.E.N.T.-taal: een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede taal, zoals het Esperanto.
Eenvoudig, zodat 'iedereen' ze met een minimale investering van tijd, geld en energie kan leren en neutraal uit respect voor iedere taal- en cultuurgemeenschap en als garantie voor het behoud ervan. En dan staat het iedereen, die daartoe getalenteerd en gemotiveerd is, vrij om zo veel andere talen te leren als hij/zij wil. De in verschillende studies aangetoonde voorbereidende waarde van een plantaal voor het leren van andere talen is hierbij zelfs een waardevolle troef.
Ik ijver hier al meer dan 20 jaar voor maar ik heb als modale burger al die tijd ook ervaren dat niet iemands argumenten tellen, maar wel wié spreekt!
Vriendelijke groet,
Dan Van Herpe
Wouwerstraat 160
2300 Turnhout
(Hieronder de afbeelding van de uil: waar onwil heerst, staat de rede machteloos)