Taalkundig-culturele democratie kan slechts gerealiseerd worden door gebruik van een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (= G.E.N.T.) taal, zoals het Esperanto.
19-10-2025
Waarom zou ik in AI-tijden nog een vreemde taal leren? - Knack van 8/10/2025 - pag. 64-68
Beste heer Zuallaert,
N.a.v. uw bijdrage Waarom zou ik in AI-tijden nog een vreemde taal leren? in de Knack van 8/10/2025, graag enkele bedenkingen.
Vooreerst wil ik u herinneren aan uw bijdrage in de Knack van 21/11/2018: Vlaams taalonderwijs in crisis: Voor veel leerlingen is Frans een dode taal.
In een reactie wees ik u op de pedagogische troeven van een plantaal, zoals het Esperanto, voor het (talen)onderwijs en op de mogelijkheden van een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (G.E.N.T.) taal in de internationale communicatie.
Het Esperanto werd/wordt in intellectuele kringen echter sedert vele decennia hooghartig afgedaan als een onvolwaardige, artificiële, zielloze taal, zonder cultuur.
Waarom zou je nog moeite doen om steenkolen-Spaans te leren voor op vakantie, als je perfect kunt communiceren via je smart phone?
Vandaag blijkt men in dezelfde kringen hoog op te lopen met communicatie via een artificieel, zielloos (zielig!)‘bakje’ dat zich bedient van artificiële intelligentie (eejaaj) om, interface-to-interface, een gesprek te voeren. Zelfs als die overdracht gepaard gaat met kwaliteitsverlies of een minder goed functionerende mobiele telefoon. Want wat ga je doen als het internet of het bakje plat ligt (lege batterij), als het bakje stuk (laten vallen), verloren of gestolen is, als de vertaalapplicatie spartelt…
Men verkiest een artificieel object boven een levende taal die al vele decennia wereldwijd mensen verbindt, op een gebruiksvriendelijke en neutrale manier, face-to-face, met zin voor nuance, gevoelens, emoties en zonder kwaliteitsverlies! Is dit niet hypocriet, waarde lezer?
De realisatie van AI (ChatGPT) vereist een gigantische investering (miljarden euro’s voor o.m. datacentra) en een waanzinnige hoeveelheid energie (elektriciteit, water: invloed op milieu!). Het realiseren van Esperanto als G.E.N.T.- taal vereist een minimale investering van tijd, geld en menselijke (!) energie.
Tegelijk biedt artificiële intelligentie unieke kansen wanneer het over het leren van vreemde talen gaat”, aldus professor De Keyser (universiteit van Maryland, VS). Ook hoogleraar Lieven Buysse (KU Leuven) is absoluut overtuigd van de blijvende meerwaarde van vreemdetalen-onderwijs op de arbeidsmarkt.
Een G.E.N.T.- taal doet daar geen afbreuk aan, evenmin aan het belang van kennis van het Engels als belangrijkste wereldtaal. Ze kan zelfs een belangrijke troef zijn in de methodiek van het taalonderricht: verscheidene internationale studies hebben de propedeutische waarde van een plantaal als tweede taal aangetoond.
Inderdaad, die arrogantie is misplaatst, waarde lezer.
Waarop wachten media, politici en academici om dit democratisch, economisch en niet-discriminerend alternatief met open geest, objectief en onbevooroordeeld in overweging te nemen?
Vriendelijke groet,
Dan Van Herpe
’s Heerenveld 2/V008
8820 Torhout
P.S. Ter info beveel ik u nog twee artikels aan.
1. Zie bijlage: Een opiniestuk van Marc van Oostendorp, hoogleraar Nederlands en Academische communicatie aan de Radbout Universiteit van Nijmegen en voorzitter van Esperanto Nederland
2. Een column van docent Jacob Eikelboom van de Hogeschool van Amsterdam (HvA).
Van: Jeroen Zuallaert <jeroen.zuallaert@knack.be> Verzonden: zondag 19 oktober 2025 19:32 Aan: Dan Van Herpe <vanherpedan@gmail.com> Onderwerp: RE: Waarom zou ik in AI-tijden nog een vreemde taal leren?
Dag meneer Van Herpe
Dank voor uw uitgebreide bericht/reactie.
Voor alle duidelijkheid even helder: ik ben een taalnerd. Ik heb talen gestudeerd als hobby, zonder daar enige echte economische motivatie voor te hebben. Ik kan mij uitdrukken in acht talen (wel niet in alle acht even vloeiend), en doe dat puur voor de fun. Dat talen leren interessant, stimulerend, prikkelend is snap ik bij uitstek.
Maar tegelijk erger ik mij dood aan taalliefhebbers die machinevertaling afdoen als wat gepruts in de marge, dat nooit goed genoeg zal werken om een mens te vervangen. Want in zekere zin is het irrelevant wat wij daarvan vinden. Als genoeg mensen machinevertaling zien als een handige tool en goed genoeg werkend om zelf geen tijd en moeite meer te steken in het leren van talen, zal vreemde talen leren veel minder vaak gebeuren. Ik word zelf uiteraard niet vrolijk van dat vooruitzicht. Maar ik vind wel dat we over die mogelijkheid moeten nadenken.
Ik heb, voor alle duidelijkheid, niets tegen Esperanto of tegen plantalen. Maar tegelijk zie ik niet in hoe een plantaal zou ontsnappen aan de logica van betere taaltechnologie. Ja, plantalen zijn gemakkelijker om te leren, maar de hoeveelheid tijd en moeite is ook voor Esperanto niet gering.
Vriendelijke groet
Jeroen Zuallaert
Knack Magazine
Mijn antwoord
Van: Dan Van Herpe <vanherpedan@gmail.com> Verzonden: Maandag, 20 Oktober, 2025 19:48 Aan: vanherpedan <vanherpedan@gmail.com> Onderwerp: Re: Waarom zou ik in AI-tijden nog een vreemde taal leren?
Dag mijnheer Zuallaert,
Van harte dank voor uw reactie en toelichting.
Ook ik heb talen gestudeerd uit interesse. Op school leerde ik Latijn (6 jaar), Grieks (2 jaar), Frans (9 jaar: vanaf het 5de leerjaar tot het 4de jaar Normaalschool) en Engels (3 jaar in de Normaalschool). Daarnaast leerde ik, op eigen initiatief, Spaans (uit een Prisma-boekje: Zo leer je Spaans) en Duits (o.a. via de TV-cursus uit 1980 met professor Jos Wilmots en Marlène de Wouters). Wel met de bedoeling ze ooit tijdens een vakantie te kunnen spreken.
In tegenstelling tot u, heb/had ik van die moderne talen vooral een passieve kennis. Wat het spreken betreft, kwam ik nooit verder dan een steenkoolversie (Pfaff-Duits, Marchal-Frans en Vlengels).
De reden daarvan schreef ik reeds in mijn mail van november 2018: gewone stervelingen moeten voor een actieve beheersing van een taal geregeld en gedurende langere tijd in een milieu verblijven waar uitsluitend die taal gesproken wordt. Professor Decoo, hoogleraar in Antwerpen en Provo (VS) en auteur van onder meer de lesmethodes Eventail en Vocapuces, stelde: je moet als leerder zélf, op allerlei wijzen, en zoveel mogelijk, dagelijks met de taal bezig bezig bezig zijn. (De Standaard 20/03/2001 : Bezig, bezig, bezig zijn). Dat is niet iedereen gegeven.
Tenslotte, uit desillusie, leerde ik Esperanto, via een Teleac-cursus (1972) met Koot en Bie (Wim van Kooten en Kees de Bie) waarvan enkel nog de klankversie bestaat.( https://www.youtube.com/playlist?list=PLQiw0BHRN9-aaCabIVX5T4KFm1ozwMnUJ ) en later via een leerboek: Esperanto programita van Hermann Behrman – uitgave Vlaamse Esperantobond.
Ja, plantalen zijn gemakkelijker om te leren, maar de hoeveelheid tijd en moeite is ook voor Esperanto niet gering.
Ik ken iemand die Esperanto leerde tijdens een 7-daagse cruise en bij thuiskomst de taal vloeiend sprak. Anderen leerden Esperanto op het toilet: in plaats van de Knack te lezen (ook een nuttige bezigheid!), legden ze daar een cursus Esperanto!
Tolstoj was meertalig (zoals bijna alle Esperanto-sprekers) en ook Esperantist. In 1894 zei hij: Ik vond Volapük zeer moeilijk, maar het Esperanto heb ik als zeer eenvoudig ervaren. Het is zo eenvoudig dat ik, (..) al na twee uur de taal wellicht niet kon schrijven, maar toch vlot lezen kon. (..) De offers die een Europeaan zou brengen door tijd aan de bestudering van deze taal te besteden, zijn zo klein en de resultaten ervan van dien aard, dat men niet weigeren kan het te proberen."
Waarom zou u, als taalnerd, de uitdaging niet aangaan, puur voor de fun?