Geachte,
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In deze Week van de Taal zou ik een kritisch geluid willen laten horen over de Europese taalpolitiek. Het Europees beleid, dat meertaligheid als norm stelt, biedt noch voor de modale burger, noch voor de intellectueel, een oplossing voor zijn communicatieprobleem tengevolge van de taalverscheidenheid binnen de EU: algemene meertaligheid is niet realistisch en geeft geen enkele garantie om zich verstaanbaar te kunnen uitdrukken op het grondgebied van de EU. Een eenvoudige, eerlijke, economische en efficiënte oplossing voor dit probleem, met name: het Esperanto als Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (=GENT) taal, wordt volkomen genegeerd. Deze brugtaal bewijst nochtans al meer dan 100 jaar dagelijks, ook op het internet, haar degelijkheid en deugdelijkheid. De reden voor de afwijzing is de ARROgante en hypoKRIETe houding van de intelligentSIA die ik bij deze herdoop tot ARROKRIETSIA.
Ik verklaar mij nader.
1. Arrogant.
- Meertaligheid is goed voor het intellectuele (macho) imago: men is zoveel malen man als men talen spreken kan. Dit is in grote mate voorbehouden aan een intellectueel-sociaal-economische elite. Wie geen 3, 4 of meer talen spreekt, kan onmogelijk een echte intellectueel zijn. Een intellectueel die zich respecteert, haalt de neus op voor een eenvoudige plantaal: je kan er niet mee uitpakken op je c.v. omdat die taal voor iedereen haalbaar is.
- Door de neerbuigende houding van de arrokrietsia wordt de gewone burger de enige tegelijk democratische, economische en efficiënte mogelijkheid om zich Europees (en bij uitbreiding: wereldwijd) verstaanbaar uit te drukken, ontzegd.
2. Hypokriet.
- Officieel streeft men meertaligheid en multiculturaliteit na, maar officieus wordt één taal, het Engels, als lingua franca gebruikt. Hierdoor wordt het monopolie van de angelsaksische cultuur bevestigd en versterkt en krijgt de NESsy (Native English Speaker) zo maar de status van eersterangsburger in de schoot geworpen.
- Journalisten, die verondersteld worden de maatschappij, en dus ook het politiek (taal)beleid, kritisch tegen het licht te houden, schieten schromelijk te kort. Je hoeft echt geen universitair diploma te hebben om in te zien dat een dergelijk taalbeleid ondemocratisch, inefficiënt en discriminerend is. Integendeel: het aantal, al dan niet universitaire, diplomas lijkt in deze omgekeerd evenredig te zijn met de graad van kritische zin, intellectuele nederigheid, openheid van geest en gezond verstand. Vele academici zijn in hetzelfde bedje ziek. Hun Clintoniaanse afkeer voor dát taaltje weerhoudt hen ervan om de mogelijkheden van een plantaal, wat betreft communicatie, interculturele dialoog, uitbreiding van de culturele horizon enerzijds en kennis van zowel de moedertaal als vreemde talen anderzijds, op een objectieve, wetenschappelijk verantwoorde wijze te onderzoeken.
Meer hierover op http://blog.seniorennnet.be/taaldemocratie
Ik weet het: het is tegen het zere been, maar de waarheid heeft, zeker in de Week van de Taal, ook haar rechten.
Met vriendelijke taalgroeten,
Dan Van Herpe
Taaldemocraat
Koningin Fabiolalaan 2
2360 Oud-Turnhout