xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />Geacte mevrouw,
Graag enkele bedenkingen bij dit artikel.
Enkele citaten uit de tekst van Ilse Degryse:
Misschien moeten ze het in de toekomst in het Engels proberen. Dan zitten ze tenminste op neutraal terrein.
Maar toch, is onderhandelen niet een beetje oorlog? En taal het belangrijkste wapen in de strijd? In een andere taal dan je moedertaal argumenteer je nooit zo scherp. Je reacties zijn minder subtiel. Je bent maar half zo ad rem.
Multinationals schakelen makkelijker over op het Engels als lingua franca. Dat heeft als voordeel dat negentig procent van de mensen rond de tafel niet in zijn moedertaal onderhandelt.
Je kan het ook anders stellen: tien procent (de NESsys: Native English Speakers) heeft het voorrecht zijn moedertaal te spreken. Pure discriminatie die men rechtvaardigt door te stellen dat negentig procent op voet van taalkundige gelijkheid (want non-NESSys) onderhandelt. Toch een rare manier van redeneren. Wat zou men zeggen als in de finale van de 100 m op de Olympische Spelen één atleet loopschoenen (spikes) mag aandoen en de overigen met gewone loopschoenen moeten aantreden. Die moeten dus niet zeuren, hé, want ze zijn veruit in de meerderheid en kunnen zeer zeker rekenen op begrip voor hun (ik parafraseer) onhandige of mindere snelle prestaties.
Er bestaat een neutrale taal, het Esperanto, die niemand als (enige) moedertaal heeft, die iedereen op voet van taalkundige gelijkheid stelt en die al meer dan 100 jaar haar degelijkheid en deugdelijkheid bewijst. Toch vindt niemand het nodig de mogelijkheden ervan op onbevooroordeelde, wetenschappelijk verantwoorde wijze te onderzoeken
Voor meer info: http://blog.seniorennet.be/taaldemocratie
Nog een fijn en zonnig weekend!
Met vriendelijke groeten,