Geachte heer van den Boogaard,xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Graag enkele bedenkingen in verband met uw kolom: Oren prikkelen.
Jonge mensen hebben het recht op talenkennis
Taal is in de eerste plaats een communicatiemiddel en in tweede instantie een middel voor overdracht van cultuur. Tenminste: dat beperkte deel van de cultuur dat door taal gedragen wordt. En dan nog: literatuur en theater kunnen ook in vertaling geconsumeerd worden. De inhoud is toch belangrijker dan de verpakking. Wie de oorspronkelijke taal tot in de finesses wil proeven of wie het aan zijn intellectueel imago verschuldigd is de wereldliteratuur in haar oorspronkelijke taal te lezen, moet die taal dan maar leren, maar dat kan geen reden zijn om dat van de modale burger ook te eisen. Gesteld bovendien dat je als niet-moedertaalspreker de fijnste schakeringen van een vreemde taal kán vatten.
Jonge mensen hebben het recht 1/ om te kunnen communiceren met anderstaligen en 2/ om hun culturele horizon te verruimen. Ten gevolge van het huidig taalbeleid zijn die jongeren verplicht een enorme hoeveelheid tijd, geld en energie te investeren om meerdere talen te leren willen ze contacten leggen met de aan die talen verbonden culturen. Het beheersen van meerdere talen is echter niet voor iedereen weggelegd: meertaligheid als norm is een E.U.topie, een natte droom van en voor de intelligentsia.
Een democratisch, niet-discriminerend en sociaal talenbeleid houdt rekening met iedereen. Wil men ook de gemiddelde BSO- of TSO- en ja, zelfs ASO-er het recht op contacten met anderstaligen en andere culturen garanderen, dan moet de lat lager gelegd worden. Wilfried Decoo, hoogleraar, zei over het leren van een taal: je moet als leerder zélf, op allerlei wijzen, en zoveel mogelijk, dagelijks met de taal bezig bezig bezig zijn. (De Standaard 20/03/2001 : Bezig, bezig, bezig zijn.) Leerlingen die vooral gemotiveerd zijn om dagelijks met hun handen en in open lucht bezig, bezig, bezig te zijn, wordt op die manier een fundamenteel en democratisch recht ontzegd. Uitbreiding van de culturele horizon is zodoende geen recht voor iedereen maar een voorrecht voor een sociaal-economisch-intellectuele minderheid.
Het kan toch niet zijn dat Vlamingen en Walen in de toekomst met elkaar in het Engels zouden communiceren?
Ik stel: Het kan toch niet zijn dat iedere Vlaming en iedere Waal om met elkaar te communiceren duizenden uren moeten besteden aan het leren van elkaars taal als dat ook kan via een internationale brugtaal die reeds meer dan 120 jaar wereldwijd miljoenen mensen over taalkundige, geografische, levensbeschouwelijke of welke grenzen dan ook heen, met elkaar verbindt: het Esperanto.
Deze brugtaal kan met een minimale investering van tijd, geld en energie geleerd worden. Ze is omwille van haar eenvoud HAALBAAR voor iedereen en omwille van haar neutraliteit AANVAARDBAAR voor iedereen. Ze doet geen afbreuk aan het belang van kennis van het Engels als belangrijkste wereldtaal, noch aan de meerwaarde van meertaligheid, voor wie daartoe gemotiveerd is op basis van behoefte en/of interesse.
Ter illustratie een citaat van Zhou Huanchang (Chinese leraar Engels):
"When I speak Esperanto with an American Esperantist, we meet on a linguistically neutral basis, so we avoid the risk of butchering the other's native language. This prevents embarrassment and misunderstanding, and encourages a free and friendly exchange of ideas. When two persons shake hands, each extends his hand halfway, meeting in a neutral zone as a mutual gesture of friendship. So it is with Esperanto, a linguistic handshake." (Esperanto, a linguistic handshake - Los Angeles Times - 10/3/'84)
Waarmee ik niet gezegd heb dat iedereen een brugtaal moét gebruiken in contacten met anderstaligen, wél dat het een mogelijkheid is die het overwegen waard is en waarover men op zijn minst objectief zou mogen geïnformeerd worden. Toch heeft nog geen enkel journalist, academicus of politicus deze optie in het debat n.a.v. De Europese Dag van de Talen vermeld!
Du choc des idées jaillit la lumière. Maar als je de choc a priori uitsluit, kan je nooit het licht zien! Dat veronderstelt openheid van geest, kritische ingesteldheid, intellectuele nederigheid. Eigenschappen die klaarblijkelijk niet vanzelfsprekend zijn in de intellectuele bovenlaag van de maatschappij. Voor meer info: zie http://blog.seniorennet.be/taaldemocratie
Tot slot nog een taaltip: Er is een verschil tussen spreken en praten. Men spreekt Nederlands.
Met vriendelijke groeten,
Dan Van Herpe
Koningin Fabiolalaan 2
2360 Oud-Turnhout
|