Geachte mevrouw Delvaux,
Uw opiniestuk: "Te laat" (De Standaard, 1 februari 2011, pag. 26) gaat over de lovenswaardige (laat daar geen twijfel over bestaan) inspanningen die vele Franstaligen zich getroosten om Nederlands te leren. Dit met het oog op een betere communicatie die moet leiden tot een grondigere kennis van de andere gemeenschap. Niettegenstaande de enorme investering van tijd, geld (taalbadscholen) en energie is het resultaat over het algemeen niet zo denderend. Dit is geen verwijt: het leren van zelfs één vreemde taal is een bijzonder moeilijke opgave (ook Sarkozy heeft problemen met het Engels), zeker als dit op latere leeftijd moet gebeuren. Bovendien wordt iedereen nog eens verondersteld zich vlot in het Engels te kunnen uitdrukken. Als je als Franstalige tussen een van beide moet kiezen, is de keuze vlug gemaakt, denk ik.
In uw bijdrage heeft u het over krantenredacties (het zal wel niet alleen bij Le Soir zijn), politici en kunstenaars. Toch wel een elitair intellectueel-sociaal-economisch milieu, niet? Wil men een taalkundig-culturele drempel tussen twee gemeenschappen slopen, dan moet je het hele volk bereiken. Hierbij kan een gemeenschappelijke tweede taal zeer dienstig zijn. Een eenvoudige, neutrale brugtaal, zoals het Esperanto, die zo vroeg mogelijk aangeleerd wordt,kan die functie perfect vervullen. Dat bewijst de internationale Esperantogemeenschap dagelijks. Wie daarenboven, bijvoorbeeld om professionele of sociaal-economische redenen, behoefte heeft om toch meerdere talen te leren, kan alleen maar baat hebben bij de belangrijke propedeutische waarde van een plantaal.
Te laat, hoor ik u zeggen: het Engels vervult die taak reeds. Weliswaar voor een elite en, in vele gevallen, op een zeer inefficiënte wijze. Toegegeven bovendien: met een nefaste invloed op de taalkundig-culturele verscheidenheid, voegt u daar als kritische journaliste ongetwijfeld aan toe.
Te laat? Wie zegt dat, alstublieft? Welk almachtig ego kan zomaar beslissen dat het opeens te laat is? In welk boek over de mensheid leer je dat? Wie kan bevelen dat uitwisselingen, communicatie, initiatieven waardeloos zijn omdat de timing niet zou kloppen? Welke timing? Van wie?
Te laat? Ik geef het niet op. Dat is te gemakkelijk!, denk ik dan.
Met vriendelijke groeten,
Dan Van Herpe Koningin Fabiolalaan 2 2360 Oud-Turnhout
P.S. Enerzijds vind ik het voor mezelf vervelend dat ik mij in het Nederlands tot u moet richten omdat ik het Frans onvoldoende beheers. Het geeft mij als mens een minderwaardig gevoel tegenover die Franstaligen die zich wél behoorlijk in het Nederlands kunnen uitdrukken. Het idee dat een anderstalige mij de gunst verleent om mijn moedertaal te gebruiken, is voor mij vernederend. Anderzijds besef ik ook wel dat die andere waarschijnlijk meer professionele of sociaal-economische mogelijkheden heeft gehad om (door geregeld en door langdurig verblijf in anderstalige milieus) een vreemde taal te leren en spreekervaring op te doen. Ik voel mij dus ook gediscrimineerd. Dat gevoel zou ik niet hebben als we op voet van taalkundige gelijkheid via een op school geleerde brugtaal met elkaar zouden kunnen communiceren.
|