Subjectivité2015.02.03 (Nav E. Levinas, Autrement qu’être) p.29,al.32, z. 6. : « La subjectivité dans son être défait l’essence en se substituant à autrui.»Dit is een kernzin ! Een programmaverklaring! Als een ‘subjectivité’ is de tijdloze Uitbundige die een ‘Da’, een lokalisatie onderging, maar toch in se oneindig blijft. De eindige Oneindige. Het oneindige eindige. De Oneindige blijft uit-puilen vanuit de eindige gedaante. Spanning! - “Dans son être”: in zijn kenotische eindigheid, en van daaruit uit-puilt; niet te be-vatten! (‘Fassen’), niet te ‘contenir’, niet in te perken door een ‘capacité’! Het is maar camouflage. Schijn-vertoning.- “En se substituant à autrui’; hier ligt een ‘crux’: de Oneindige beknot zichzelf tot een individuele identiteit, maar blijft dezelfde in alle andere individuele identiteiten. Wat is dan het nut, de zin van die zelfbeknotting? Van die ‘Da’ of lokalisatie? Waarom ‘se substituer’? Want in elke gedaante is dezelfde Uitbundige! Dus waar blijft de waarde van het individuele identiteit-zijn? Van de unieke individualiteit?En als Levinas die individualiteit wegspoelt of ondersneeuwt, waarom je er dan voor opofferen?Levinas beweegt zich op het rondepunt van de uitwisseling: de Uitbundige wenst, via de kenosis, ruimte te scheppen voor individuele identiteiten, die dan een unieke gestalte of ‘Da’ kunnen schenken aan zijn Gratiën, die tot dan toe gestalteloos, gezichtloos, onherkenbaar verborgen bleven in de schoot van de Exuberante. Die Gratiën een unieke individuele identiteit bezorgen is de inzet van Big Bang, van de daarop volgende‘Seinsgeschichte’. Dat inzicht heb ik bij Levinas nog niet gelezen. Speelt hij exclusief binnen de vrije ruimte? Binnen de rotonde? Binnen de spanning individuele identiteit ó Zusammengehören? Binnen de schakelkamer van de ‘responsabilité’? En heeft hij geen oog voor het grootse kader?
Wat blijft na de dood? 2015.02.02 Wat blijft echt over van een geliefde na een uitvaartviering? Echt? Zijn kinderen en kleinkinderen? Die gaan toch hun eigen weg! Boeken? Initiatieven? 'Verlegde keien’? Dat is niet de aflijvige in persoon. Niets dat haar of hem individueel is.Ik vind het normaal dat ieder blijft bestaan in zijn of haar individuele identiteit. Blijft bestaan in haar of zijn queeste resultaten. Dat hij of zij wordt opgenomen als constitutief deel van de Uitbundige. Tijdens hun ‘speeltijd’ heeft iedereen de Uitbundige interactief aanwezig gebracht tussen de mensen. Hij of zij was die Uitbundige voor zijn geliefden, voor zijn onmiddellijke omgeving, voor de makkers op de werkvloer, voor de toevallige ontmoetingen. En dat blijft! Die openbaringen blijven deel uitmaken van het ‘Ereignis’ van de Exuberante.Elke mens (elk eindig wezen!) was een eindige uitstraling van de oneindige Uitbundige tussen de mensen. Als individuele identiteit. En die individuele identiteit die blijft, als een constitutief deel van de wordende Exuberante. Daarom gaat die individuele identiteit nooit verloren.Heel de evolutie van alles in het universum is erop gericht vele, diverse en eindige individuele identiteit voort te brengen, als ‘Da’s’, als lokalisaties van de Exuberante.
SEIN ~ MENS2014.12.25 Nav R. Brisart, La phénoménologie de Marbourg,1991 Heidegger, die beweert Kant beter te begrijpen dan deze zichzelf begreep!p.73: »Le privilège d’exister au milieu des étants de telle façon qu’ils deviennent manifestes en leur propre vérité ontique implique de par lui-même la nécessité de comprendre l’être, c’est-à-dire la nécessité d’une vérité ontologique.» p.89: «le logos ne traduisait rien d’autre que ce mode de comportement envers les choses dont le caractère essentiel est de les laisser se manifester comme ce qu’elles sont et donc aussi de les faire voir comme elles se manifestent.»En hier schiet men steeds weer te kort, kijkt men niet ver genoeg. De dingen manifesteren niet zichzelf om zichzelf. In hun zichzelf manifesteren brengen de zijnden op eindige wijze de Oneindige aanwezig. Zij maken het de Oneindige mogelijk zijn weelde aan Gratiën te individualiseren, ze een unieke gestalte te geven. Dat is hun enige bestaanstaak! Via een exclusieve intramundane visie kom je nooit uit de problemen. Blijf je gevangen in een bodemloze regressus. Waarom, waarom zou de Oneindige enige behoefte kunnen hebben zich te manifesteren? Why? In gods naam! Aan wie? Voor wie? Zich manifesteren van de Oneindige! Mal idee! Waaraan hij wel behoefte heeft? Aan eindige anderen! Om zijn oneindigheid op eindige wijze te kunnen manifesteren, om die op eindige wijze aan ons aanwezig te brengen, uit menslievendheid. Philanthropia! Daar kun je niet omheen! En dan is die‘présence’ beoogd en onmisbaar voor Hem. Want hij beschikt niet over individualiserende bepalingen om zijn Gratiën een individuele identiteit te schenken. Een onderscheidbare gestalte. Dit vereist een totaal nieuwe visie op ‘eindigheid’. Een Exuberante die ’Not’ heeft aan ‘finitude’! Dat erkennen is een blijk van diepe, van ‘religieuze’ eerbied!‘Hier keert alles om!’ p. 90: Noeinn weten: ‘forme idéale du pur accueil de l’étant en son être’ (<ó> of van Sein in zijn ‘Not’ aan manifestatie, aan alètheuein?)-‘Wirklichkeit’ = Wahrnehmung: Kant (SZ: 171, GA 24:155)-Noein = einai : Parmenides-Waarnemen is een zeef, een K.O.S.B.H., het voltrekt zich in ‘die Leere’, in het ‘Nichts’, in de vrije schakelkamer van het ‘Zwischenfeld’, in de onbepaaldheid van het ‘Nichts’; waarnemen moet zelf categorieën, bepalingen bepalen, zich zelf organiseren. -‘Pragmata’ ~ ‘praxis’: de praktijk verloopt niet NUC-procesmatig (SZ: 68), maar humaan, op basis van K.O.S.B.H.! Is steeds emergeren! Uitstijgend uit NUC. In 'dingen’ DOET de mens de emergentie en toont, demonstreert zich het eindig zich aanwezig brengen van de Oneindige. ‘Praxis’ toont het transcenderen, het uit-puilen, het grenzen over-schrijden. Hier toont de mens het op eindige wijze, in eindige gestalten aanwezig brengen van de oneindige Exuberante. De Australopithecus die een kei onderscheidt en isoleert en opraapt als werpwapen ‘overklast’ die kei, toont zijn opene, vrije onbepaaldheidsmogelijkheden, zijn extra toekomstmogelijkheden, en over-grenst die kei, toont een horizont van oneindigheid. (Cf raket naar de maan! ‘Stof’ die raket naar de maan stuurt!)
ZeggenDank zeggen2014.11.03Mensen bestaan als mens bij de gratie van het verhaal. Dat begint reeds bij het naam geven. Sommige moeders wensen zelfs een naamvoor een doodgeboren kind. De Bijbel laat de mens zelfs alle dieren een soortnaam geven. ‘Nennen’. En de schepping gebeurde via het woord: Dabar: “God zei …”. Geen contactoorzaak. We zijn een verhaal voor onszelf. Maar ook een verhaal voor en door de anderen. Blijven herinneren. Dat is geen blabla! Ook God bestaat bij de gratie van een verhaal! Of zelfs bij de gratie van vele verhalen, naar de titel van Edw. Schillebeeckx mooie boek: ‘Mensen als verhalen van God’. Verhalen! Mv. Verhalen gaan over gebeurtenissen, over ontwikkelingen, over ontmoetingen, over toevalligheden, over interacties, over aanzetten en reacties. Over wat zich afspeelt in de vrije ruimte tussen wiel en as. In de vrije speel- en schakelruimte.Verhalen met al hun soepelheid, wendingen, structuur- en interpretatiemogelijkheden.Zonder verhalen geen ‘Geschichte’. Enkel een blinde, koude rechtlijnige kosmos.
Heidegger leerde me ‘seinsgeschichtlich’ te denken, onze queeste te overzien van kenosis tot ‘Ereignis’.Zo ontdekte ik de roeping van eindigheid, van pluraliteit, van diversiteit, van uniciteit. Vooral de zin van de individualiteit. Ook daagde langzaam de zin van het denken en van de taal. Ik ontdekte dat tussen die individuele dingen een actief ‘Zwischenfeld’ openstond waarin wij o.a. ruimte vinden om zelf Kennis te nemen, om vrij te Oordelen, om vrij te Selecteren, om vrij te Beslissen hoe te Handelen. Daarmee bevond ik me langzaam in een andere wereld, omringd door veelheid en diversiteit van individuele en daarom zinvolle dingen.
Dank om de Aarde Ooit was de Aarde een kaal ‘maanlandschap’ met brokkelige keien. En bewonder wat we ervan gemaakt hebben! Allen samen, elke vanuit zijn eigen identiteit. Dat uit dit maanlandschap kunsten en filosofie opbloeiden! Dat liefde daar kan opwellen! Dat we kunnen denken, onze gedachten en emoties in taal vastleggen en mededelen! Het groeide allemaal uit dat woeste, brokkelige maanlandschap. Omdat alles, vanuit zijn eigen unieke eigenheid uitreikte naar anderen en bereid was tot samenwerking met al de rest. En in dat samenwerken kon elke individualiteit zich versterken, wat dan weer de samenhorigheid intensifieerde. Het evolueerde moeizaam, maar het blijft zich ontwikkelen. De sterrenstof ontwikkelde zich tot mensen.
Heidegger en Secularisatie Heidegger leerde me ‘seinsgeschichtlich’ denken, onze queeste overzien van kenosis tot ‘Ereignis’.Zo ontdekte ik de roeping van pluraliteit, van diversiteit, van uniciteit. Vooral de zin van de individualiteit. Ook daagde langzaam de zin van het denken en van de taal. Ik ontdekte dat tussen die individuele dingen een actief ‘Zwischenfeld’ openstond waarin wij o.a. ruimte vinden om zelf Kennis te nemen, om vrij te Oordelen, om vrij te Selecteren, om vrij te Beslissen hoe te Handelen. Daarmee bevond ik me langzaam in een andere wereld, omringd door veelheid en diversiteit van individuele en daarom zinvolle dingen. Die boodschap van Heidegger geldt voor mij als de gepaste secularisatie: ze is universeel, is niet gebonden aan een bepaalde religie, sluit geen enkele religie uit. De boodschap sluit onze blik niet voor wat boven het intramundane uitstijgt. Heidegger vervangt elke religie: hij geeft zin die verder reikt dan hic et nunc. Hij is erin geslaagd ‘der Sinn von Sein’ onder woorden te brengen.