Inhoud blog
  • Elk tracht naar voordeel (Abraham de Haen)
  • Uit het vakantiedagboek van een Optimist (door Talimlake)
  • Fragment uit "In Memoriam" van Werumeus Buning
  • Excuses
  • GELUK (Jan Van Amelsfoort)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zo gezien
    Ons zegje over dit en dat
    03-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elk tracht naar voordeel (Abraham de Haen)

    In onderstaand werkje wordt het voordeel bezongen als iets verhevens, als iets waar de wereld niet zonder draait. Er is in deze lofzang een stijgende lijn aanwezig - eerst gaat het om de krijgs-, zee-, land- en koopman, om specifieke beroepsgroepen, maar ook de deugd, de moed (Ysbeer!) en de plicht blijken het niet zonder voordeel te kunnen stellen. Nét als we ons door de dichter hebben laten overhalen komt hij met zijn laatste regel roet in het eten gooien. Zijn schamele "vijf gulden" maakt   dat we met een kritisch oog aankijken tegen al het vorige voordeel, dat  we met terugwerkende kracht in de majesteitelijke zelfver-loochening van koop- en krijgsman opnieuw de kruimel-dieverij en het geschraap zien. Gedichten van dit soort  -hooggestemde gedachtevlucht met banaal slot - duiken in de eerste helft van de 18e eeuw met grote regelmaat op. Het  zijn zonder uitzondering sonnetten (*).

     

    ELK TRACHT NAAR VOORDEEL

    (Abraham de Haen 1707-1748)

     

    Een Krygsman tart den dood, om voordeel, in het veld;

    Een Zeeman waagt zyn lyf, om voordeel, op de baaren;

    Een Landman zal geen zweet, geen werk, om voordeel, spaaren!

    Een Koopman zorgt en slaaft, en waagt, om voordeel, geld.

     

    Een Arts wordt middernagts, om voordeel, opgescheld;

    Om voordeel ondergaat een Reiziger gevaaren;

    Om voordeel koopt en slyt een Winkelier zyn waaren;

    Om voordeel wordt de deugd voor goud te koop gesteld.

     

    Om voordeel ziet men stout den Ysbeer onder de oogen;

    Het voordeel is het wit van wenschen en van poogen;

    Het voordeel is by elk een allereerste pligt.

     

    Ik zelf, ik schep vermaak om ook dien weg te kiezen,

    En maak, om voordeel, dit erbarmelyk Gedicht,

    Vermits ik anderszins vyf gulden zou verliezen.

     

    (*) sonnet (Ital.: sonetto = liedje, Lat. sonare = klinken), in de 13e eeuw op Sicilië ontstane versvorm die met wisselende populariteit tot op de huidige dagen wordt beoefend. Het sonnet telt 14 regels en bestaat uit 2 delen: het eerste en langste deel bestaat uit beschrijving, het 2e uit commentaar of conclusie, bespiegeling of ook nog: tegenbetoog.

    03-09-2005 om 12:51 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-08-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit het vakantiedagboek van een Optimist (door Talimlake)
    BerichtGeplaatst: Di 30 Aug 2005, 13:16    Onderwerp: Uit het vakantiedagboek van een Optimist Reageer met quote Bewerk/Verwijder dit bericht Verwijder dit bericht

    Op verzoek van een bevriende chatter ook hier geplaatst
    Uit het vakantiedagboek van een Optimist die overdrijft in adjectieven
    6:07 u a.m. - Van onder ons laken met blauwe bloemetjes zie ik door het wijd-open raam in de verte aan de horizon hoe de roze-rode zoom van de reeds blauwe hemel rust op de toppen van de bergen rond ons Provencaals vakentiedorpje. Hoog boven dit onverwachte Zuiders ochtendplaatje hangt er nog één heldere ster... Ik dommel terug in.
    6:45 u a.m. - De opkomende Rode Bol heeft nu het licht van die laatste ster gedoofd en tekent een hel wit vierkant op de witte muur naast de donkere notelarendeur van de ingebouwde kast waarin veel te veel onzuiderse kleren hangen. Ik bedenk dat we het eindelijk eens moeten afleren om bij het inpakken te vergeten dat we op vakantie in het Zuiden geen dassen, hemden met lange mouwen, broeken met vers gestreken pijpenplooien e.a. nodig hebben. Zoals we destijds onze kids met dat vingerspelletje aan het lachen kregen, probeer ik met opgestoken duim en gewrongen vingers een huilende wolf in het zonnevlak te schaduwen; eerst met mijn rechterhand, dan met links en daarna ook met beide. Mijn duim beweegt wel, maar de wolf huilt niet en hij heeft ook geen oren. Ook een arm schaap lukt niet. In ontspannen situaties verdraag ik geen mislukking en wil ik dus per se toch iets doen met dat schaduwspel. Gelukkig is Annemieke die het schouwspel van 6:07 u heeft gemist, ondertussen ook wakker gefriemeld en is Zij na enig lief aandringen bereid om een paar seconden in profiel te poseren. Alleen het hoofd mag erop. Ik zal de schaduwfoto :"Rising sun and shadowwoman in the early morning in a village near Avignon in July 2005" noemen. Ik hou van kort-gehouden, bondige alleszeggende titels. In de komende minuten zal de bewegende schim op de muur langzaam naar beneden rechts over de muurkast glijden om zich uiteindelijk tegen het hoofdeinde van onze sponde dood te lopen. Onderwijl ben ik echter al in het met witte ligstoelen en met een lavendelkleurige afrastering omzoomde zwemkom gedoken, en hebben de mediterrane vloertegels al een blauwe kleur van de kou op mijn door de eerste zonnedagen gebronste kaken geschilderd. In de waterspiegel poog ik te lezen dat mijn markt-waarde vanwege die brons zeker is toegenomen. Driemaal per etmaal zal weliswaar niemand mijn sportieve spartelingen gadeslaan, doch zulks zal in genendele de vreugde om de overwinning op mijzelf kunnen temperen. Ik haat zwemmen namelijk; meer nog om het aan- en uitkleden dan om het water zelf. De afkeer van het zwemgenot wordt even later evenwel volkomen weggereden door een korte maar autocarrosserie-bedreigende verkenningsrit door de onbekende zwiegelende straatjes van het oude Casto. Tegenliggers maken er voor mij een processie van Echternach van en met het stuur van een Duitse wagen in de hand is dat als zoeken naar een speld in een hooimijt, en er met een mooie dame uitkomen. Als ik negen kilometer later en zonder bluts of schram opnieuw door de hoge groene ijzeren antidievenpoort binnenrijd, klinkt door het raam van de badkamer het geluid van de douche als zarzuela-muziek in de oren: vrouwlief heeft het bedpand verlaten, en over minder dan een derde van een uur zal de geur van het spekpannetje op de tafel van het ruime terras zich uitnodigend mengen met het aroma van de Douwe Egberts Dessert. Aan de ontbijttafel ligt Conny Palmen links van mij en neem ik rechts met Annemieke de agenda door van een weerom veelbelovende vakantiedag . Het is 9:15 u a.m.


    Avignon

    Niet omdat de pauw schreeuwt in het park van Avignon
    maar omdat ik aan u denk die, ver achter de Rhone,
    denkt aan mijn zwerven en omdat ik nergens kan wonen
    word ik weemoedig en zit ik te dromen
    op de rots in het park boven de stad en de Rhone
    die vloeit langs de wallen van Avignon.

    Omdat de onophoudelijk-stilfluisterende fontein
    in de grot achter mij van uw schoonheid verhaalt
    ben de dromer ik weer die de verte instaart
    van op de borstwering die een stad openbaart
    die ligt, langs de stroom waar een bark op vaart,
    als een kleurvol doch oud gobelijn.

    En omdat het hermetisch-gesloten paleis
    van de pausen, naast mij, is het trotse symbool
    van mijn eenzame hart, wil ik verder op dool
    - maar ik weet niet waarheen, want gij zijt de poort
    die toegang verleent tot de stad die schoort
    dit gesloten en witte paleis.

    (J.L. De Belder, 1912 Lier)

    _________________
    Age si quid agis
    Naar boven
    Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht  

    31-08-2005 om 11:21 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (29 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment uit "In Memoriam" van Werumeus Buning

    Een zekete Chris vroeg mij het gedicht (bundel)"In Memoriam" van Werumeus Buning. Nu dacht ik op Internet àlles te kunnen vinden, maar dat is erg tegengevallen. Ook in mijn poëzieboeken is dat gedicht niet opgenomen. Maar wij zoeken verder.
    Hieronder toch een kort fragment.



    In Memoriam


    Mijn lief, ik ben de droefenis gaan beminnen, / omdat geen andere meer uw oogen had. / Het was een duister, roekeloos beminnen; / Ik heb niet meer van haar dan u gehad. // En droefenis was, als gij waart in mijn leven; / om uwe oogen heb ik haar bemind. / Was zij van u niet liefde's eenigst kind? / Zij was als gij, zij is niet lang gebleven. // En droefenis, mijn lief, ging henen om het smeken / dat zij van u zou laten wat nog was: / de zachtheid die in mij gebleven was /als een oud nest, waarom de takken breken. // En droefenis, mijn lief, heeft mij verlaten / want ik was nimmer gansch met haar alleen / ik ben gelijk een boom, zonder een blad gelaten / gij waart de schaduw, anders was er geen. // En droefenis, mijn lief, heeft al het oude / gebroken uit de takken van het hart /......

    24-07-2005 om 12:22 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Excuses
    Goede zondagmorgen,

    Eerder bij toeval ontdekte ik gisteren niet alleen dat er ook een "gastenboek" bestaat, maar -en dat was erger-, dat er ook vriendelijke mense iets in hebben geschreven of iets hebben gevraagd. Ik heb dus niemand van deze mensen geantwoor en dat vind ik zonde. Senioren die mij iets willen vragen, zal ik graag antwoorden indien Ze mij in een mailtje hun mailadres bezorgen. Ondertussen probeer ik alsnog een antwoordje te vinden op een paar vragen.
    Nogmaals excuses en een leuke, ontspannen zondag.

    Talimlake

    24-07-2005 om 10:42 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GELUK (Jan Van Amelsfoort)
    De in 1923 in Boxtel in Nederland geboren en in Mei 1998 in Vught overleden Jan van Amelsfoort was een begenadigd kunstenaar in de edelmetalensmeedkunst, het familievak dat Ie van zijn vader had geleerd. Nadien zou hij nog meer kunde verwerven in de Academie voor Schone Kunsten in den Bosch en aan de Academie voor diezelfde Kunsten te Antwerpen onder baron Isodoor van Opsomer. Het verwerven -uiteraard mits nederige betaling- van een juweel van Jan van Amelsfoort was altijd een artistiek gebeuren, c.q. avontuur op zichzelf. Van bij de conceptie, de geboorte tot aan de naamgeving zat aan het juweel een vertelling vast van de Maker. Het omvangrijk oeuvre (sculpturen, chamotte en edelmetalen) van de Vughtse burger kreeg bekendheid door diverse tentoonstellingen in binnen- en buitenland. In een volgende faze van zijn leven ging onze man van deze week zich in sterke mate interesseren aan en bezighouden met het WOORD. De technisch prachtig uitgevoerde en inhoudelijk rijke gedichtenbundel die na zijn dood werd uitgegeven bevat een weelde aan korte verzen van mijmering en bespiegeling met als onder- en achtergrond een zeer bijzondere kijk op het leven, de mens, de natuur en de kleine dingen.

    GELUK

    Vandaag heb ik geluk gehad,
    niet veel,
    maar toch wel groot genoeg
    om het, met beide handen,
    vast te houden.
    Heb het eens goed bekeken,
    het was zo broos en breekbaar,
    dat ik het maar voorzichtig
    weer heb neergezet,
    hopend dat het morgen
    weer terug zal komen.
    _________________

    20-07-2005 om 18:35 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (104 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlinder
    Verdronken Vlinder

    Zo te sterven
    op het water met je vleugels van papier
    zo maar drijven
    na het vliegen in de wolken drijf je hier
    met je kleuren die vervagen
    zonder zoeken, zonder vragen
    eindelijk voor altijd rusten
    en de bloemen die je kuste
    geuren die je hebt geweten
    alles kan je nu vergeten
    op het water wieg je heen en weer
    zo te sterven
    op water met de vleugels van papier.

    Als een vlinder
    die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht
    als een vlinder
    altijd vrij en voor het leven op de vlucht
    wil ik sterven op het water
    maar dat is een zorg voor later
    ik wil nu als vlinder vliegen
    op de bloemen, blaren wiegen
    maar zo hoog kan ik niet komen
    dus ik vlieg maar in mijn dromen
    altijd ben ik voor het leven op de vlucht
    als een vlinder
    die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht.

    Om te leven
    dacht ik je zou een vlinder moeten zijn
    om te vliegen
    heel ver weg van alle leven, alle pijn
    maar ik heb niet langer hinder
    van jaloers zijn op een vlinder
    als zelfs vlinders moeten sterven
    laat ik niet mijn jeugd bederven
    ik kan zonder vliegen leven
    wat zal ik nog langer geven
    om een vlinder die verdronken is in mei
    om te leven
    hoef ik echt geen vlinder meer te zijn.

    20-07-2005 om 18:25 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (101 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voor haar alleen
    VOOR HAAR ALLEEN

    Dit is een lied voor haar alleen
    wier held’re liefde mij bescheen
    sinds het eerste tasten van mijn blik
    tot aan haar bitteren stervenssnik
    wier beeld sindsdien mijn leven kleurt
    met licht en schaduw, beurt om beurt.

    Want elk gevoel, elk beeld, elk ding
    vervluchtigt tot herinnering
    ik heb er vele, een bonte rij
    die wisselt met het levenstij
    maar nooit zolang dit hart mag slaan,
    zal het beeld van haar in mij vergaan.

    Noch van mijn jeugd, die zij geleid heeft
    heeft met haar warme tederheid
    zij was mijn toevlucht bij verdriet
    zij leerde mij het eerste lied
    en God, dat schoonste en wreedste woord,
    heb ik van haar lippen het eerst gehoord.

    10-07-2005 om 18:26 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (112 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De arme en rijke dagen (R. Minne)

     

    (Haikoe)

     

    Ieder avond

    laten mijn hondje en ik

    elkaar even uit.

     

     

    Het poëtisch aanbod van vandaag is van Minne, maar dat zegt voor de meesten van ons wellicht niet veel; er hebben zich tegen het einde van de 19e eeuw en tot in de jaren 1980 immers drie Minne’s verdienstelijk gemaakt op het artistieke vlak, nl. de Georges (1866-1941), den Richard (1891-1965) en ook de Joris (1897-1988). Slechts éne Minne heeft het met de pen gedaan; de twee anderen hadden wat robuuster materiaal nodig om hun ding te kunnen doen: Joris speelde een leidende rol in het artistieke leven in Antwerpen en is het best bekend als graficus. Georges is de man met de beitel en de "Fontein met vijf knielende jongelingen", een van zijn beste beelden bij het senaatsgebouw in Brussel, en ook erg bekend als tekenaar. Wie tegenwoordig een originele Minne in de leefkamer zou hebben hangen, mag zich gelukkig prijzen; en prijzen is hier zeker geen misplaatst woordgebruik. En ja, als het zo zit, blijft er nog enkel Richard over, en dat is hem. Met zijn "Van op de hoge brug" was hij trouwens in november 1988 een van de allereerste dichters in de toen pas gestarte wekelijkse literaire snoepjes die ik bijeen spaarde. Richard leerde eerst als landbouwer (1923-1930) alles over de boerenbuiten en stortte zich daarna op de journalistiek. Hij werd redacteur van de Gentse Vooruit en van het Nieuw Vlaams tijdschrift. Alhoewel hij slechts weinig produceerde, is Richard als dichter een van de markante figuren van zijn generatie. Na te hebben gedebuteerd met socialistische verzen en prozabijdragen in Gentse publicaties, ging hij in 1918 tot de hem eigen sceptische toonaard over. Hij maakte deel uit van de redactie van 't Fonteintje (1921–1924), waarin hij de sterkste persoonlijkheid was: de liefde tot het leven interpreteerde hij evenals zijn geestes-genoten op vaak speelse en ironische wijze, maar typisch is zijn non-conformistische houding, die hem baldadige en ruig populistische verzen vol dissonanten ingaf. Af en toe komt tussen ironie en barsheid een kwetsbaar gemoed tot uiting. Richard Minne maakte naam met zijn bundel In den Zoeten Inval.

     

     

    De arme en de rijke dagen

     

    De wereld is een fluit met zoveel duizend monden.

    En elkeen blaast zijn lied. En 't maakt een droef geluid

    waarin ik niets van eigen klank heb weergevonden.

    En gij'? Misschien hebt ge ook getikt aan meenge ruit

    en werdt ge als ik weer feestlijk wandelen gezonden.

     

    Nochtans : ik heb gedroomd, gehoopt; en ik droeg boete.

    'k Zag de Alpen, Vlaanderen en Straatsburg aan den Rijn.

    Ik heb bemind. Ik sloeg den trommel in veel stoeten.

    Ik pluisde in boeken die vol oude wijsheid ziin.

    Ik heb gezocht, zo 't kan, met handen en met voeten.

     

    En 't slot? Ik hield daaruit als onontvreemdbaar deel

    den troost van 't eigen lied, wanneer ik stil gezeten,

    des avonds, op den hogen berm een wijsje speel,

    niet voor 't heelal en de eeuwigheid, maar slechts voor 't heden.

    Dat maakt me een blijden dag te meer. En dat is veel.

     

    (bron: De gouden poort, deel 6, 1971)

     

    04-06-2005 om 15:38 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (96 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jante zag eens pruimen hangen. Hiëron. Van Alphen

    Na het mooie “Voor een dag van morgen” is het vandaag weer tijd voor een echte klassieker uit de oude doos (niet ouder trouwens dan we bijna allemaal zelf zijn) die zeker niet mag ontbreken in ons aanbod.

    In dit pareltje van Hiëronymus van Alphen wil de dichter ons op een gepassioneerde wijze diets maken dat iets niet fout, zeg maar "kwaad" is omdat het uitkomt of omdat anderen het weten of zien, en dat het uiteindelijk goed gezien is dat "eerlijkheid het langst duurt". De hoofdpersoon in onderhavig strak gebonden maar toch vertederend werk kan, maar wil niet en mag tenslotte wel. Vooral dat laatste grijpt rechtstreeks naar de keel: kunnen maar niet willen en dan toch mogen. Wie van Alphen is, vertellen we later nog eens een keertje.

     

    De Pruimeboom (nu: pruimeNboom)

     

    Jantje zag eens pruimen hangen,

    O ! als eieren zo groot.

    't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,

    Schoon zijn vader 't hem verbood.

     

    Hier is, zei hij, noch mijn vader,

    Noch de tuinman, die het ziet:

    Aan een boom, zo vol geladen,

    Mist men vijf, zes pruimen niet.

     

    Maar ik wil gehoorzaam wezen,

    En niet plukken: ik loop heen.

    Zou ik om een handvol pruimen,

    Ongehoorzaam wezen ? Neen.

     

    Voort ging Jantje: maar zijn vader,

    Die hem stil beluisterd had,

    Kwam hem in het lopen tegen,

    Voor aan op het middelpad.

    Kom mijn Jantje ! zei de vader,

    Kom mijn kleine pruimendief !

    Nu zal ik u pruimen plukken;

    Nu heeft vader Jantje lief.

    Daarop ging Papa aan 't schudden

    Jantje raapte schielijk op;

    Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,

    En liep heen op een galop.

    01-06-2005 om 12:39 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (21 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    28-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VOOR EEN DAG VAN MORGEN (Hans Andreus)

    Het gedicht "Voor een dag van morgen"  werd bij de Poëziedag 2001 door bijna 1/3 van de 2.576 Vlamingen uitverkozen als hun geprefereerd gedicht. De Amsterdamse dichter en prozaïst Hans Andreus is dus de auteur van Vlaanderens favoriete gedicht (1e in de top-100). Eigenlijk heette de man Johan Willem van der Zant, en hij was pas 51 toen hij in juni 1977 in Putten overleed. Liefde en dood, de verbinding ervan, met soms overheersende schuldgevoelens en angsten, zijn steeds terugkerende thema's. Ook de kinderboeken van Hans genoten veel bijval. Van zichzelf zei Andreus in 1963: "Ik ben romantisch en zeer praktisch. Ik ben nuchter, logisch, zakelijk en impulsief. Ik zit zeer ingewikkeld in elkaar. Misschien is dat een voorwaarde tot schrijven".

     

     

    Voor een dag van morgen

     

    Wanneer ik morgen doodga,

    vertel dan aan de bomen,

    hoeveel ik van je hield.

    Vertel het aan de wind,

    die in de bomen klimt

    of uit de takken valt,

    hoeveel ik van je hield.

     

    Vertel het aan een kind,

    dat jong genoeg is om het te begrijpen.

    Vertel het aan een dier,

    misschien alleen door het aan te kijken.

    Vertel het aan de huizen van steen,

    vertel het aan de stad,

    hoe lief ik je had.

     

    Maar zeg het aan geen mens.

    Ze zouden je niet geloven.

    Ze zouden niet willen geloven dat

    alleen maar een man, alleen maar een vrouw,

    dat een mens een mens zo lief had

    als ik jou.

    28-05-2005 om 22:12 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (133 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Louter droefheid " door Simon Carmiggelt

     

     

    Louter droefheid

     

    Ik voel mij somber. Ei, wat zal ik doen ?

    Een platte geest dronk nu een glaasje.

    Maar ik ben een poëtisch baasje

    en ga mijn weemoed in een versje doen.

    Dat is het voordeel van mijn gave.

    De burger kan zijn ei niet kwijt,

    terwijl ik, rustig, mijn neerslachtigheid

    gelijk een paardje voor mijn kar laat draven.

     

    Is het volbracht, dan ben ik opgelucht.

    'k Heb schoonheid uit mijn pijn gewrongen.

    Mijn lieve pen heeft mooi gezongen.

    Ik stap in bed. Ik geeuw en zucht.

     

    En staan mijn versjes later soms te kijk

    in "Gouden Aren" (*) of in "Dichterschat",

    dan zegt de leraar bij deez' pennespat:

    "kijk jongens, hier had hij het moejelijk."

     

     

    * Iets in de aard van "Zuid en Noord"

    24-05-2005 om 14:21 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (106 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nacht komt gauw genoeg (Johan Daisne)

    Wie Johan Daisne zegt en zijn humaniorastudies met enige vrucht heeft doorlopen, denkt onmiddellijk aan "De man die zijn haar kort liet knippen". Daisne werd op 2 september 1912 te Gent geboren als Herman Thiery en promoveerde in 1936 in de economie. Met dit diploma zou hij echter niet veel aanvangen want hij koos om verder te gaan als dichter, essayist, roman- en toneelschrijver én...als filmcriticus. Karakteristiek voor zijn poëzie, traditioneel van vorm en naar de geest verzoenend tegenover het leven van elke dag, is een bundel als "De nacht komt gauw genoeg" (1961). Johan Daisne introduceerde het magisch realisme in de Nederlandse literatuur. Hij overleed in zijn geboortestad op 9 augustus 1978

     

     

     

    De nacht komt gauw genoeg

     

    Lig niet des nachts in bed te denken

    aan al de dingen die ons krenken.

    De dag was vol genoeg.

     

    Probeer je niet te overtreffen

    om je erboven te verheffen.

    De dag was druk genoeg.

     

    Koester de liefde voor je nering

    niet tot een vuur van zielsvertering.

    De eer was groot genoeg.

     

    En denk ook zo nog morgenvroeg.

    De dag komt gauw genoeg.

     

    12-05-2005 om 09:27 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (119 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    05-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Avondliedeken (Alice Nahon)

    Uitgezonderd bij de echte poëzieliefhebbers, zal het aantal gedichten dat wij paraat in het koppeke hebben, wel niet zo groot zijn. Het zou ons ook niet verbazen dat wij per generatie allemaal voor een flink deel dezelfde gedichten kennen, ze ons heel goed herinneren of er tenminste het bestaan van af weten? De aanbieding van vandaag is geen wereldliteratuur, en de schepper ervan ook geen nobelprijswinnaar, maar het handwerkje hoort ontegenzeglijk in de hogergenoemde galleria thuis en komt trouwens ook voor in de lijst van de 100 meest geliefde gedichten in Vlaanderen.

     

    Alice Nahon was tussen 1896 en 1933 een Antwerpenes. Zij was verpleegster maar dat kon niet verhinderen dat zij van 1917 tot 1923 in een sanatorium verbleef als longpatiënte. 4 jaar later werd zij bibliothecaresse in de stad waar kardinaal Danneels nu woont. In haar eenvoudige verzen, die een gevoelige vrouwelijke toon weten te treffen, gaf zij uiting aan haar eenzaamheid, haar liefde zonder uitzicht, haar innig geloofsbeleven en haar verlangen naar geluk. Verscheidene van haar gedichten verwierven grote populariteit. Haar eerste bundeltjes (1920-21) trokken de aandacht door hun bekoorlijke eenvoud. Later echter, toen Alice meer aan literatuur deed, heeft zij de stille weemoed en de zacht-milde zuiverheid van haar eerste werk niet meer geëvenaard. Tussen 1896 en 1933 liggen helaas slechts 37 jaar.

     

    Avondliedeken.

     

    't Is goed in 't eigen hart te kijken

        Nog even voor het slapen gaan,

    Of ik van dageraad tot avond

        Geen enkel hert heb zeer gedaan;

     

    Of ik geen ogen heb doen schreien,

        Geen weemoed op een wezen lei;

    Of ik aan liefdeloze mensen

        Een woordeke van liefde zei.

     

    En vind ik, in het huis mijns herten,

        Dat ik één droefenis genas,

    Dat ik mijn armen heb gewonden

        Rondom een hoofd dat eenzaam was...;

     

    Dan voel ik, op mijn jonge lippen,

        Die goedheid lijk een avondzoen...

    't Is goed in 't eigen hert te kijken

        En z'n zijn ogen toe te doen.

    05-05-2005 om 17:40 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (129 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Tuinman en de Dood (Pieter van Eyck)

    Pieter Nicolaas van Eyck werd geboren in 1887 in Breukelen. In 1954 stierf  hij in Wassenaar. van Eyck studeerde Rechten en verdiende zijn boterhammeke achtereenvolgens als journalist en als hoogleraar te Leiden. van Eyck behoort  tot de generatie van 1910, de zgn Symbolisten. Als doorsnee poëzieliefhebbers kennen wij uit onze jeugd van Pieter vooral of misschien uitsluitend het mooie gedicht: "De tuinman en de dood" waarin de dichter ons minzaam aanbeveelt  niet teveel energie te verspillen aan het vluchten voor de dood.

     

     

    De Tuinman en de dood (1926)

     

    Een Perzisch Edelman:

     

    Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,

    Mijn woning in: "Heer, Heer, een oogenblik!

    Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,

    Toen keek ik achter mij.  Daar stond de dood.

    Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,

    Maar zag nog juist de dreiging van zjn hand.

    Meester, uw paard, en laat mij spoorslag gaan,

    Voor de avond nog bereik ik lspahaan !" -

     

    Van middag - lang reeds was bij heengespoed -

    Heb ik in ‘t cederpark de Dood ontmoet.

    'Waarom", zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt.

    "Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht bedreigd ?"

    Glimlachend antwoordt hij :"Geen dreiging was 't,

    Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,

    Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk vond staan,

    Die ‘k ’s avonds halen moest in Ispahaan.

    04-05-2005 om 14:33 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (22 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan Rika

    Een merkwaaridige schakel tussen de Romantiek van voor 1840 en het Realisme van daarna is in de literatuur de zogenaamde "humorcultus", waarin een romantische natuur zich met een weemoedige glimlach over de menselijke kleinheid heen zet. Onder het spottend uitbeelden van het absurde leven ligt bij een echt romanticus als François Haverschmidt vaak bittere weemoed verscholen. Het gedicht  "Aan Rika" verscheen destijds in "Snikken en Glimlachjes" (1867), een bundel satirische gedichtjes waarin Piet de sentimentaliteit parodieert met soms lugubere humor. Tussen haakjes, ook Nicolaas Beets vinden wij in zijn latere periode terug in de "humorcultus" François Haverschmidt stierf op 59 jarige leeftijd een niet natuurlijke dood in het Nederlandse Schiedam. Zijn depressies, gevoegd bij toenemende twijfel omtrent het geloof en nog verergerd door het overlijden van zijn vrouw, waren deze romanticus of eerder nog melancholicus teveel geworden. Zijn hele studententijd, van 1852 tot 1858, woonde deze Friese dichter-predikant boven een doodbidder in Leiden. Na zijn theologische studies werd dominee François predikant in verschillende gemeentes; in Schiedam bleef hij zelfs 30 jaar, maar daarvan is hij niet bekend. Wel als Piet Paaltjens, dichter van sentimenteel-satirische poëzie die hij merendeels in zijn bewogen studententijd schreef. Van Piet, vanwege zijn opvallend snel lopen de "haas" genoemd, is immers geweten dat hij 's middags met zijn vrienden meestal ging eten in de Leidse Breestraat, waarna ze al snel in een kroeg belandden. Daar bespeelde hij de Turkse trom of declameerde hij beurtelings vrolijke en droevige balladen (bron: NRC). Vele van zijn gedichten zijn uitingen van een romantische en tragische persoonlijkheid. O.a. zeer bekend is de bundel "Snikken en Grimlachjes" waarin ook een kostelijke tekening van de geest der 19de-eeuwse studentenwereld wordt gegeven. Zijn werk doet, door het levensgevoel dat eruit spreekt, nog steeds modern aan. Gedichten van Piet werd vertaald in het Frans, Duits en het Latijn.

     

    Aan Rika (149)

     

    Slechts eenmaal heb ik u gezien. Gij waart

    Gezeten in een sneltrein, die de trein

    Waar ik mee reed passeerde in volle vaart.

    De kennismaking kon niet korter zijn.

     

    En toch, zij duurde lang genoeg om mij

    Het eindloos levenspad met fletse lach

    Te doen vervolgen.  Ach! geen enkel blij

    Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.

     

    Waarom ook hebt gij van dat blonde haar,

    Daar de englen aan te kennen zijn?  En dan,

    Waarom blauwe ogen, wonderdiep en klaar?

    Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!

     

    En waarom mij dan zo voorbijgesneld,

    En niet, als 't weerlicht, 't rijtuig opgerukt,

    En om mijn hals uw armen vastgekneld

    En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?

     

    Gij vreesde mooglijk voor een spoorwegramp?

    Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,

    Dan, onder hels geratel en gestamp,

    Met u verplet te worden door één trein? 

     

     

     

    30-04-2005 om 14:30 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (139 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    18-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ballade van de dingen die niet overgaan

    Wie een beetje graag poëzie leest kan onmogelijk voorbij aan "De ballade van de dingen die niet overgaan." van Johan Willem Frederik Werumeus Buning. Tussen haakjes: wie zoals ik in een encyclopedie bij de B gaat zoeken naar W(erumeus) Buning zal geschoren uitkomen. De voornaam van de Velpenaar is immers niet Weremeus maar wel Johan Willem Frederik. Om niet geschoren uit te komen moet dus gezocht worden onder de eerste letter van zijn familienaam, nl. de W van Werumeus Buning. John werd geboren in Mei 1891 en stierf in Amsterdam een paar maanden nadat in Brussel de Expo van het Atomium was gesloten geworden. Zijn vader was een zee-officier geweest, die vele humoristische avontuurlijke verhalen schreef. Johan ging in de journalistiek en werd vooral als toneel- en danscriticus zeer gewaardeerd. Werumeus B. had verscheidene jaren zitting in de redactie van De Vrije Bladen. Als dichter vestigde hij zijn naam met de bundel In memoriam (1921), verzen gewijd aan een gestorven geliefde. Zijn latere dichtbundels hadden een meer populaire toon en speciaal de geestige ballade Mária Lécina (1932), geschreven na een reis in Spanje, verwierf grote bekendheid; Buning, die de balladevorm uitstekend beheerste, heeft in de Nederlandse literatuur opnieuw belangstelling voor dit genre gewekt. Met C.F.A. van Dam vertaalde hij Cervantes' Don Quichote (1950). In zijn proza deed hij zich kennen als specialist in culinaire aangelegenheden, vooral ook als kenner van wijn. Zijn reportages over landstreken, kastelen en reizen ter zee werden voor een groot deel in bundels herdrukt. Wegens zijn lidmaatschap van De Nederlandsche Kultuurkamer tijdens de bezetting werd hem na de Tweede Wereld-oorlog een publicatieverbod opgelegd (tot 1947). De ballade komt uit de bundel: "Negen ballades". Naast zijn omvangrijk poëziewerk waarbij de taalgevoelige dichter Leopold en de weidse Vondel zijn dichterschap hebben beïnvloed, schreef Buning ook aardig wat proza; zo o.a. Een ontmoeting met vreemde gevolgen (Hoe Maria Lécina geschreven werd) (1938); Een boekje van den wijn (1936); Culinaire tierelantijnen (1934); Twee eeuwen danskunst (1927); De witte wingerd van Frankrijk (1951).

    En dan hier dus mijn lievelingsballade: let vooral op het prachtige ritme

     

    Ballade van de dingen die niet overgaan

     

    De geur van diepe bossen na den regen,

    De geur van water en van roestbruin hout,

    De geur van 't paard dat men het liefst mag rijden,

    En van het donker haar waarvan men houdt,

    Duister en licht in 't witte bed gelegen,

    En, wat het beste is in dit bestaan,

    Te slapen met de liefste aan zijn zijde

    En dat dit zo zal zijn in alle tijden,

    Dit zijn de dingen die niet overgaan.

     

     

    De kracht van stieren in de voorjaarsweide,

    De glans van tranen en van witte zijde

    En parelen om een slanke hals gedaan,

    De macht van armen om een hals geslagen,

    De nacht van zoete antwoorden en vragen,

    De pijn der vrouwen die in't kraambed gaan,

    De pijn die men van zijn vriendin moet lijden

    En dat dit zo zal zijn in alle tijden,

    Dit zijn de dingen die niet overgaan.

     

    Geluid van water dat van rotsen stort

    En van een kerk waarin gezongen wordt,

    En van zwaar weer, dat niet wil overgaan,

    Van slagregens in slapeloze nacht

    Dat men verlaten ligt en niet meer wacht,

    Het leeg wit bed, beschenen door de maan,

    De liefde die verkeert in 't lange lijden,

    En dat dit zo zal zijn in alle tijden,

    Dit zijn de dingen die niet overgaan.

     

    Valsheden, van zijn vrienden ondergaan,

    Haat, afgunst, nijd, bedrog en eigenwaan,

    Spijt en berouw, en dat men 't meest moet lijden

    Om wat men door de liefde heeft misdaan,

    En dat dit alles niet was te vermijden

    Maar eeuwig zo zal zijn en voort zal gaan,

    En wolken die stil drijven langs de maan

    Terwijl men ligt en denkt aan beter tijden,

    Dit zijn de dingen die niet overgaan.

     

    De stank van drek, rot vlees en rottend graan,

    't Gezicht der liefste die is uit haar lijden,

    De aasvlieg die daarop te gast wil gaan,

    De huichelaars die uw geluk benijden,

    De straf, dat men gestraft wordt door zijn vrienden,

    Terwijl 's lands vijanden slechts straf verdienden,

    Het onrecht, in de naam van recht gedaan,

    En dat dit zo zal zijn in alle tijden,

    Dit zijn de dingen die niet overgaan.

     

    Prince:

     

    Princes Marie, Maria Magdalena,

    Mij meer vertrouwd, als bitter zondares

    Wier donker haar door Gods licht werd beschenen,

    Dan God en Jezus zelf, leer mij de les

    Om in het leed een beter weg te gaan.

    'Vervloekt en ongezegend is het lijden

    Totdat men leert onder het kruis te staan,

    En dat dit zo zal zijn in alle tijden:

    Dit zijn de dingen die niet overgaan."

     

    18-04-2005 om 12:33 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (54 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    14-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een droevig en hard gedicht
    Vandaag laat ik de eventuele lezer kennismaken met de bekende dichter Piet Paaltjes.


    François Haverschmidt stierf op 59 jarige leeftijd een niet natuurlijke dood in het Nederlandse Schiedam. Zijn depressies, gevoegd bij toenemende twijfel omtrent het geloof en nog verergerd door het overlijden van zijn vrouw, waren deze romanticus of eerder nog melancholicus teveel geworden. Zijn hele studententijd, van 1852 tot 1858 woonde deze Friese dichter-predikant boven een doodbidder in Leiden. Na zijn theologische studies werd François predikant in verschillende gemeentes; in Schiedam bleef hij zelfs 30 jaar maar daarvan is hij niet bekend. Wel als Piet Paaltjens, dichter van sentimenteel-satirische poëzie die hij merendeels in zijn bewogen studententijd schreef. Van Piet, vanwege zijn opvallend snel lopen de "haas" genoemd, is immers geweten dat hij 's middags met zijn vrienden meestal ging eten in de Leidse Breestraat, waarna ze al snel in een kroeg belandden. Daar bespeelde hij de Turkse trom of declameerde hij beurtelings vrolijke en droevige balladen (bron: NRC). Vele van zijn gedichten zijn uitingen van een romantische en tragische persoonlijkheid. O.a. zeer bekend is de bundel "Snikken en Grimlachjes" waarin ook een kostelijke tekening van de geest der 19de-eeuwse studentenwereld wordt gegeven. Zijn werk doet, door het levensgevoel dat eruit spreekt, nog steeds modern aan. Gedichten van Piet werd vertaald in het Frans, Duits en het Latijn.

     

    IMMORTELLE C

     

    Zooals ik eenmaal beminde,

    Zoo minde er op aarde nooit een,

    Maar 'k vond, tot wien ik mij wendde,

    Slechts harten van ijs en van steen.

     

    Toen stierf mijn geloof aan de vriendschap,

    Mijn hoop en mijn liefde verdween,

    En zooals mijn hart toen haatte,

    Zoo haatte er op aarde nooit een.

     

    En sombere, bittere liedren

    Zijn aan mijn lippen ontgeleen;

    Zoo somber en bitter als ik zong,

    Zoo zong er op aarde nooit een.

     

    Verveeld heeft mij eindlijk dat haten,

    Dat eeuwig gezang en geween.

    Ik zweeg, en zooals ik nu zwijg,

    Zoo zweeg er op aarde nooit een.

     

    14-04-2005 om 17:45 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (65 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gedicht van de dag : Willem Elsschot

    Elsschot was 28 jaar toen hij het gedicht schreef. Dat pleit niet voor de gedachten waarmee de jonge man toen rondliep maar het betekent wel dat het hier gaat om dichterlijke fantasieën en dat het niet echt gebeurd is...

    Wij geven dit gedicht omdat bijna iedereen soms gebruik maakt van twee verzen uit het gedicht zonder te weten dat deze verzen uit een gedicht komen (zie rode zinnen)


    Het Huwelijk

     

    Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd

    in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,

    haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven

    toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

     

    Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard

    en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeren,

    hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren

    en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

     

    Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond

    het merg uit haar gebeente, dat haar tóch bleef dragen.

    Zij dorst niet spreken meer, niet vragen en niet klagen,

    en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

     

    Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.

    Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen

    en rennen door het vuur en door het water plassen

    tot bij een ander lief in enig ander land.

     

    Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad

    staan wetten in de weg en praktische bezwaren,

    en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,

    en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

     

    Zo gingen jaren heen. De kinderen werden groot

    en zagen dat de man die zij hun vader heetten,

    bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,

    een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.

     

    12-04-2005 om 15:05 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op het toneelspel (poëzie)

    Op het toneelspel

     

    Wie 't menselijk leven in het klein wil na zien maken,

    Vermaak in leugens schept, en ongemeende zaken

    Wil horen uit de mond van een die, slechts in schijn,

    Een held, een vorst, een boer, en al te zaâm kan zijn;

    Wie zulk bedrog bemint, dat lachend ons doet wenen,

    En wenend heimlijk lacht, daar 't onheil ras verdwenen

    En heel vergeten is, wijl men 't niet meer gelooft;

    En voor een andre keer een nieuw bedrog belooft;

    Die zie 't toneelspel aan; daarin wordt ons gegeven

    Een duidelijk kopij van het verganklijk leven.

    Men lacht, men weent er, en men roemt er op zijn staat;

    Men toont er woede en drift, en jaloezij en haat,

    Gemengd met deugd en liefde, en trouw en brave zeden;

    De troon, het huis, de hut, met hun toevalligheden,

    De mens van oost en west, van zuiden en van noord,

    Door vrede vergenoegd, of door de krijg verstoord;

    Men ziet er voor zijn oog, wat ooit historie-blaren

    Van 't menselijke hart het mensdom openbaren;

    Men zingt, men danst er, en men werkt met list en kracht,

    Waar men een vijand vreest of zijn geweld veracht,

    Men ziet er wijsheid, deugd, verstand en zuivre zeden,

    En ondeugd, loos bedrog en bijgelovigheden -

    Steeds onderling in strijd; maar, eindlijk, tot besluit,

    Rolt men 't gordijn ter neêr, en blaast de lampen uit.

     

    10-04-2005 om 19:15 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Charles & Camille
    Charles & Camilla hebben wel een héél lange weg moeten afleggen om samen in één trouwboekje te komen. Nu vind ik dat een mens maar moet doen wat hem/haar goeddunkt, maar dat hoeft niet te betekenen dat ik het ook goed moet vinden. Zo kijk ik vanuit mijn opvoeding en overtuiging toch wel wat aan tegen hetgeen er allemaal is gebeurd om het eindstation van vandaag te bereiken. Maar daar gaat het mij nu niet om. Wat ik wel wil zeggen is dat het toch iets heeft dat twee mensen meer dan 30 jaar op elkaar wachten.
    Voor mij mogen ze het allebei nog lang heel goed hebben.

    09-04-2005 om 17:07 geschreven door Talimlake

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (2)


    Archief per week
  • 29/08-04/09 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005
  • 18/04-24/04 2005
  • 11/04-17/04 2005
  • 04/04-10/04 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!