Mijn moeder zit nu al een tijdje in een rusthuis, dus daar kom ik nu vaak.
De populatie van een rusthuis verandert vaak, wat niet meer dan logisch is, want het gemiddelde verblijf in een rust- en verzorgingstehuis blijkt ongeveer drie jaar te zijn.
Daardoor moet er ook vaak geschoven worden, niet alleen moeten bewoners soms van kamer veranderen, bijvoorbeeld als partners samen een kamer hebben en een van de twee overlijdt. Dat is op zich al een zeer ontwrichtende situatie voor veel senioren, en als daarbij nog komt dat er moet verhuisd worden van kamer, moet daar uiteraard veel begrip voor opgebracht worden.
Maar niet alleen moet er soms van kamer veranderd worden. Ook in de eetzaal wordt vaak geschoven met de mensen, en inderdaad, het klinkt een beetje oneerbiedig, maar zo heb ik het ook ervaren. De rusthuizen zitten overvol, er is plaatstekort, bijgevolg zijn ook de bewoners in de eetzaal krap behuisd. Heel wat bewoners zitten in een rolstoel, en die kan groot uitvallen naargelang er een beveiliging aan vastzit of een eetbord aan bevestigd is.
Om de zoveel tijd zie je dan ook dat mensen van plaats veranderd zijn. Je denkt dat het met de bewoners wordt doorgesproken, en dat zij daar al dan niet kunnen mee instemmen. Want de maaltijd is voor veel senioren een moment van contact met anderen.
Helaas, dat blijkt niet het geval te zijn. Dat merk je op het moment dat je met je eigen moeder naar de eetzaal gaat en het naamplaatje op haar tafel verdwenen is. Bovendien is de tafel niet gedekt voor haar.
Je vraagt uitleg aan het personeel, maar niemand is op de hoogte. Je krijgt antwoorden als “Vraag het eens aan de mensen van de eetzaal” of “Ik weet niet waar ze nu zit”. Ondertussen is je moeder al totaal de kluts kwijt, want ze ziet en hoort niet goed en begrijpt niet wat er gebeurt.
Wat wil ik zeggen? Mensen in het rusthuis verdienen het om als volwaardige burgers behandeld te worden. Men “schuift” er niet mee naar believen, zonder hun mening te vragen. Het probleem is dat al die mensen afhankelijk van anderen zijn. Wie kinderen heeft of bezoek krijgt, kan nog vragen dat zij het voor hen opnemen. Maar mensen die helemaal alleen zijn, hebben niemand.
Wij hebben dan ook contact opgenomen met de verantwoordelijken om deze situatie onder de aandacht te brengen. Mensen die niemand hebben zwijgen en berusten in de situatie omdat zij, wellicht onterecht, vrezen voor gevolgen als zij zich weerbaar opstellen.
Sindsdien vraag ik me af hoe het zit met de inspraak van mensen in rust- en verzorgingstehuizen, en vooral, durven ze van die inspraak gebruikmaken als die er al is?
In het gedicht van Victor Hugo in een van mijn vorige blogposts komt het stadje Harfleur voor. Bij zijn jaarlijkse tocht naar de graftombe van zijn jong overleden dochter Leopoldine ziet Victor Hugo in de verte de zeilen van de boten die Harfleur binnenvaren. Harfleur ligt in de buurt van Le Havre, ten noorden van de monding van de Seine.
Wanneer we verder zuidwaarts rijden, de enorme en indrukwekkende Pont de Normandie nemen en de Seine oversteken, dan komen we in Honfleur, eveneens een havenstadje en een eldorado voor kunstliefhebbers en gourmands. Je kunt er inderdaad niet naast de talrijke galeries en restaurants kijken. Bovendien is het ook een heel leuk stadje om in te wandelen, gemoedelijk en charmant.
Onlangs brachten we enkele dagen door in Honfleur, het was winter, dus niet de ideale periode voor een weekendje aan zee. Niet zozeer omdat het weer niet echt meezat, want het was niet echt koud, maar vooral omdat er in de wintermaanden heel wat etablissementen gesloten zijn.
Zo konden we het museum van de schilder Eugène Boudin niet bezoeken omdat er restauratiewerkzaamheden aan de gang waren. Maar ook de meeste andere musea waren in de maand januari gesloten, zo ook het museum van Erik Satie, dat in zijn geboortehuis gevestigd is. Dan maar enkele andere uitdagingen gezocht.
Met de auto zijn we dan naar Trouville-sur-mer gereden, een badplaatsje waar de statige villa’s nog echt wel op het strand staan, en waar de bewoners slechts een minuscuul trapje moeten afdalen om het zand onder hun voeten te voelen. Wat ik een beetje jammer vond, is dat men er niet beter op gevonden heeft om op het brede strand enkele omheinde tennisbanen aan te leggen. Tijdens onze strandwandeling voelden we ons aan de rechterkant dus in de negentiende eeuw, maar aan de linkerkant in de eenentwintigste.
Aan de dijk kun je ook genieten van oesters met champagne aan een van de vele tentjes die de visverkopers hebben opgesteld voor hun viskramen waarin de verse vis, de oesters en de coquilles mooi uitgestald liggen.
Nog op ons lijstje staat de mondaine badstad Deauville, waar heel wat geklasseerde villa’s staan en die ook bekend is om de paardenrennen die er jaarlijks doorgaan.
Binnenkort is het weer Pasen en dus ook Goede Vrijdag.
Vroeger werd op Goede Vrijdag vis gegeten, maar in onze familie was het de gewoonte om op die dag, en ook op Aswoensdag, kneutels te eten.
Kneutels zijn deegballetjes met rozijnen, die in water gekookt worden. Ze worden gegeten met een zoete bechamelsaus, dus een witte saus zonder kruiden maar met bruine suiker bestrooid of waar cacao en suiker aan is toegevoegd.
Voor wie het eens wil proberen, geef ik hier het recept:
Ingrediënten voor vier personen:
- 500 gram bloem
- 1 liter melk
- 200 gram rozijnen
- bloem en boter
- bruine suiker of chocoladepoeder (of cacao en suiker)
- een pakje verse of gedroogde gist
Bereidingswijze:
Giet de bloem op het werkblad, doe er wat zout bij en meng de rozijnen eronder. Als je droge gist gebruikt, dan meng je die er ook onder. Als je verse gist gebruikt, dan laat je die oplossen in een groot glas met warm water.
Maak een putje in de bloem en giet het warme water (met of zonder verse gist) beetje bij beetje op de bloem en begin te kneden. Je doet er net zoveel water bij als nodig om een stevig deeg te verkrijgen. Bewerk en kneed het deeg tot het niet meer plakt en mooi homogeen is. Leg het in een kom en laat het minstens een uur rijzen op een warme plaats.
Maak ondertussen de bechamelsaus: verwarm 50 gram boter in een kookpot en doe er enkele lepels bloem bij. Meng goed en giet er beetje bij beetje de melk bij die je eventueel lichtjes verwarmd hebt. Stop met melk bijgieten wanneer de saus de goede dikte heeft. Doe er eventueel cacao en suiker bij of chocoladepoeder naar smaak. Je kunt de saus ook zo laten en de suiker later op het bord toevoegen.
Als het deeg goed gerezen is, schep je er met een lepel balletjes uit, die mogen tamelijk groot zijn, iets groter dan een ei ongeveer. Laat een stuk of acht balletjes in kokend water vallen en laat ze zes tot acht minuten koken, terwijl je ze een paar keer omdraait. Schep ze daarna uit het water in een vergiet. De binnenkant moet eruit zien als brood, dus goed gekookt, anders zijn ze taai.
Schep enkele kneutels in een bord, giet er witte bechamelsaus over en bedek met bruine suiker. Of overgiet met de chocoladesaus als je met chocoladepoeder gewerkt hebt.
Dit is de titel van een schitterend gedicht van Victor Hugo (1802-1885). Hoewel, titel mag ik niet zeggen, want in feite heeft het gedicht geen echte titel. Het wordt meestal met de eerste woorden aangeduid …
De meeste mensen kennen Victor Hugo vooral van zijn roman Les Misérables. Wie heeft niet de musical gezien met Jean Valjean, Cosette en Marius?
Maar het oeuvre van Victor Hugo bevat heel wat meer moois, waaronder talrijke gedichten. Dit gedicht is opgedragen aan zijn overleden dochter Léopoldine. Hij schreef het in 1847, vier jaar na haar dood. Elk jaar ging hij van Le Havre naar Villequier, waar zijn dochter samen met haar man verdronken was en waar ze ook begraven ligt.
In het gedicht spreekt de verteller tot een onbekende persoon. Eerst denkt de lezer dat het over een geliefde gaat, maar op het einde wordt duidelijk dat het gaat over een overleden persoon bij wie hij bloemen op het graf gaat leggen.
Het gedicht is een van de grote klassieke meesterwerken in de Franstalige poëzie en het staat in de bundel Les Contemplations (1856). De Nederlandse vertaling is van Koen Stassijns.
Veel leesgenot!
Demain, des l’aube …
Demain, dès l'aube, à l'heure où blanchit la campagne,
Je partirai. Vois-tu, je sais que tu m'attends.
J'irai par la forêt, j'irai par la montagne.
Je ne puis demeurer loin de toi plus longtemps.
Je marcherai les yeux fixés sur mes pensées,
Sans rien voir au dehors, sans entendre aucun bruit,
Seul, inconnu, le dos courbé, les mains croisées,
Triste, et le jour pour moi sera comme la nuit.
Je ne regarderai ni l'or du soir qui tombe,
Ni les voiles au loin descendant vers Harfleur,
Et, quand j'arriverai, je mettrai sur ta tombe
Un bouquet de houx vert et de bruyère en fleur.
Victor Hugo
Voor dag en dauw
Voor dag en dauw, als licht al aanbleekt op het lover, Ga ik op pad. Ik weet wel dat jij op mij wacht. Ik trek de bossen door en trek de bergen over, Ik heb te vaak ver van jou mijn dagen doorgebracht.
Ik ga, ik hoor geen geluiden, kijk niet om me heen En houd mijn ogen slechts gericht op mijn gedachten: Een onbekende, met gekruiste handen, krom, alleen, Verdrietig, en mijn dagen zullen zijn als nachten.
Ik kijk niet hoe het avondgoud wordt ingebed Noch naar de zeilen die Harfleur haast binnenglijden; En eenmaal bij je grafsteen leg ik een boeket Van groene hulst vermengd met bloesemende heide.
Deze week stond het in de krant: suiker is slechter voor onze gezondheid dan vet. Eindelijk hebben ze het begrepen. Ik ben geen fan van Sonja Kimpen, maar op dat gebied heeft ze toch maar weer eens gelijk. Sinds ik enkele maanden afgekickt ben van suiker, voel ik me inderdaad veel beter. Geen dipjes meer als ik na de lunch aan mijn computer zit te werken. Vroeger moest ik na de middag steevast een dutje doen, of ik viel met mijn hoofd in slaap op mijn toetsenbord. Dat is nu allemaal verleden tijd!
En nee, ik heb het niet allemaal vrijwillig gedaan, zo’n gezondheidsfreak ben ik nu ook weer niet. Mijn stukje chocolade bij de namiddagkoffie mis ik echt wel! Maar taarten en zoetigheden hoef ik niet in huis te hebben, ware het niet dat mijn man een echte zoetekauw is, het is hem vergeven …
Nee, vorige zomer kreeg ik een streng dieet voorgeschreven. Ik sukkelde al een jaar of zeven met een hardnekkig eczeem dat uit het niets was verschenen en mijn volledige lichaam inpalmde, inclusief mijn hoofdhuid waardoor mijn haren zelfs begonnen uit te vallen! En wat is er erger voor een vrouw? Nadat ik alle dermatologen in de omgeving had geraadpleegd kwam ik via via terecht bij een huisdokter die in allergie gespecialiseerd is. Toen hij mijn klachten hoorde, was het eerste wat hij zei: volledig stoppen met zuivelproducten en chocolade! En na nog een extra onderzoek kwamen daar ook suiker, eieren en alcohol bij … Toen moest ik toch even slikken!
Maar we zijn nu zes maanden later en mijn lichaam is nagenoeg eczeemvrij! En suiker mis ik nog het minste. Er zijn genoeg alternatieven zoals agavesiroop en honing. Wat ik wel mis is een lekker stukje kaas, een potje hüttenkäse of een warme chocolademelk, hmmmm…..
Maar als ik mijn best doe, mag dat straks misschien al een klein beetje, dokter?