Dit is de titel van een schitterend gedicht van Victor Hugo (1802-1885). Hoewel, titel mag ik niet zeggen, want in feite heeft het gedicht geen echte titel. Het wordt meestal met de eerste woorden aangeduid …
De meeste mensen kennen Victor Hugo vooral van zijn roman Les Misérables. Wie heeft niet de musical gezien met Jean Valjean, Cosette en Marius?
Maar het oeuvre van Victor Hugo bevat heel wat meer moois, waaronder talrijke gedichten. Dit gedicht is opgedragen aan zijn overleden dochter Léopoldine. Hij schreef het in 1847, vier jaar na haar dood. Elk jaar ging hij van Le Havre naar Villequier, waar zijn dochter samen met haar man verdronken was en waar ze ook begraven ligt.
In het gedicht spreekt de verteller tot een onbekende persoon. Eerst denkt de lezer dat het over een geliefde gaat, maar op het einde wordt duidelijk dat het gaat over een overleden persoon bij wie hij bloemen op het graf gaat leggen.
Het gedicht is een van de grote klassieke meesterwerken in de Franstalige poëzie en het staat in de bundel Les Contemplations (1856). De Nederlandse vertaling is van Koen Stassijns.
Veel leesgenot!
Demain, des l’aube …
Demain, dès l'aube, à l'heure où blanchit la campagne,
Je partirai. Vois-tu, je sais que tu m'attends.
J'irai par la forêt, j'irai par la montagne.
Je ne puis demeurer loin de toi plus longtemps.
Je marcherai les yeux fixés sur mes pensées,
Sans rien voir au dehors, sans entendre aucun bruit,
Seul, inconnu, le dos courbé, les mains croisées,
Triste, et le jour pour moi sera comme la nuit.
Je ne regarderai ni l'or du soir qui tombe,
Ni les voiles au loin descendant vers Harfleur,
Et, quand j'arriverai, je mettrai sur ta tombe
Un bouquet de houx vert et de bruyère en fleur.
Victor Hugo
Voor dag en dauw
Voor dag en dauw, als licht al aanbleekt op het lover, Ga ik op pad. Ik weet wel dat jij op mij wacht. Ik trek de bossen door en trek de bergen over, Ik heb te vaak ver van jou mijn dagen doorgebracht.
Ik ga, ik hoor geen geluiden, kijk niet om me heen En houd mijn ogen slechts gericht op mijn gedachten: Een onbekende, met gekruiste handen, krom, alleen, Verdrietig, en mijn dagen zullen zijn als nachten.
Ik kijk niet hoe het avondgoud wordt ingebed Noch naar de zeilen die Harfleur haast binnenglijden; En eenmaal bij je grafsteen leg ik een boeket Van groene hulst vermengd met bloesemende heide.