Voor straf
Ik zal je wat vertellen van onze kleine Kee; Die was toch zoo verdrietig, ze huilde wel voor twee. Ze heeft ons arm mamaatje de ooren doof gezeurd, Omdat ze thee wou hebben; Maar dat is niet gebeurd!
Kee stampte met haar voetjes, En trok een lange lip; Aan 't neusje hing een traantje; O, foei, wat keek ze sip! Toen werd ze bij haar armpje De kamer uitgezet, En moest ze, wat een koopje, Om zes uur al naar bed.
|