Over de woeste baren Ver van overzee Daar kwam een schip gevaren Schatten bracht het mee Van binnen was het zilver Van buiten was het goud De zeilen zijn van zeildoek De masten zijn van hout
Vierentwintig muizen, Die werkten o zo vlug De kapitein, die dikzak Stond boven op de brug Het was een leuk verhaaltje Maar och, het was niet waar Een jongetje in z'n bedje Die droomde alles maar
30-01-2016
Ons landje
Ons landje
Er is een schamel, schamel landje Van water, gras en veen. Een landje met een randje Van grint en mergelsteen. Maar op dat need'rig plekjen Bloeit hooge schoonheidszin, Geen huisjen, ja geen hekjen, Of schoonheid schuilt er in.
Er is een schamel, schamel landje Van regen, wind en mist, Waarvan haast ieder zandje Uit zee is opgevischt. Maar is dat landje ook arrem, Toch bloeit de liefde er schoon, En klopt het hart er warrem Voor vaderland en troon.
Met luchten grijs en grauw Maar hier en daar een bandje Van vreugdenrijker blauw. Maar is dat landje ook poover, Toch bloeit er moed en trouw. En driemaal wee den roover, Die 't landje stelen wou.
28-01-2016
Hollandsch liedje
Hollandsch liedje
Holland ze zeggen; je grond is zoo dras Maar malsch zijn je weiden en puik is je gras En vet zijn je glanzende koeien. Frisch waait de wind door je wuivende riet; Groen zijn je dorpjes in 't neev'lig verschiet. Rijk staan je gaarden te bloeien. Blank is je water en geurig je hooi Holland, mijn holland ik vind je zoo mooi! Holland, mijn Holland, ik vind je zoo mooi!
Holland ze zeggen; je bent maar zoo klein Maar wijd is je zee en je lucht is zoo rein En breed zijn je krachtige stroomen. Goud is je graan op je zand en je klei. Purper het kleed van je golvende hei, Stoer zijn je ruischende boomen. Holland, ik min je om je heerlijken tooi Holland, mijn Holland ik vind je zoo mooi! Holland, mijn Holland, ik vind je zoo mooi!
06-01-2016
Sledevaart
Sledevaart
Rinkel tinkel, rinkel tinkel, Door de witte winterlaan, Onder dikbesneeuwde bomen Glijdt de arreslede aan.
Rinkel tinkel, rinkel tinkel, Zingt het fijntjes door de lucht, Enkel tinkeltonen klinken, Anders is er geen gerucht.
Nader schuift de ranke slede, Sneeuw stuift voor de hoeven op. En het dravend paard schudt heftig Met zijn roodbepluimde kop.
Mollig ploffen paardepoten, Bellen rink'len onder 't gaan; Rinkel tinkel, rinkel tinkel, Door de witte winterlaan.
03-01-2016
De vogels in de winter
De vogels in de winter.
Als de winter is gekomen En op 't veld, op dak en bomen 't Blinkend witte sneeuwdek ligt - Kijk, dat is een mooi gezicht. En de kinderen verblijen Zich, dat ze braaf kunnen glijen, Ballen gooien, sleetjerijen En eens vallen tussenbeiën; Maar de vogels - ja, zo waar, Voor die is de winter naar.
Mag de kou hen al niet deren, Zitten ze in hun dichte veren Warm, als wij in onze kleren, Toch - die hongerige maag Is voor hen een erge plaag, En zien zij de schoorsteen roken, Als de meid het vuur gaat stoken, Om de middagpot te koken, De arme stumperds treuzlen niet, Maar ze komen daadlijk kijken, Of niet bij de goede rijken Ook voor hen en hunsgelijken Een klein kruimeltje overschiet.
En lang niet hebben zij gewacht, Of daar komt buiten deur lief Antje, Die al zo vaak hun eten bracht, Met broertje en zus; en uit haar mandje Strooit zij op de bevrozen grond Met haar kleine handje Broodkruimels en wat boekweit rond.
O, o, wat nu de vogels blij zijn! Wat allen met een wip er bij zijn! Ze wroeten en pikken, Ze happen en slikken, En danken voor het gul onthaal De lieve kindren duizendmaal.
~J.J.A. Goeverneur~
01-01-2016
Nieuwe jaar
Nieuwe jaar
Ik wense u een jaar Dat zacht als zijde is Ik wense u een jaar Dat blank en blijde is Ik wense u een jaar Dat ver van krank is Een deugdelijk jaar Zo breed als 't lang is Ik wense u een jaar Dat als 't voorbij is Een zalig jaar Voor u en mij is!
Guido Gezelle
27-12-2015
Oude jaar
Oude jaar
Oude jaar! o, laat ons rusten, Omzien eer wij verder gaan; 't Nieuwe jaar word' niet begonnen Eer we hebben stilgestaan. Eer we in ernst ons zelven vroegen: Deed ik waarlijk, wat ik kon? Ben ik wijzer, beter, vromer, Dan toen 't jaar zijn loop begon?
God gaf ons Zijn zon en regen, Gaf ons vreugde, gaf ons smart; Maakten wij genot en lijden Tot een zegen voor ons hart? Oude jaar! de jaren vlieden, En zij keerden nimmer weer: Ieder jaar dan vind' ons verder, Vind' ons beter, meer en meer!
07-12-2015
Winter
Winter
Prettig glijden, Sleetje rijden Op de gladde baan, Schaatsen onder, Kijk, wat wonder: Vliegends kom ik er aan! Gauw geloopen, Schaatsen koopen, Heerlijk ijs is dat! Komt maar allen, Maar niet vallen, Heusch, de baan is glad! Dank je, winter, beste vent, Dat je ons zooveel pretjes zendt!
01-12-2015
Oud moedertje
Oud moedertje
Oud moedertje strompelt naar buiten en sprokkelt wat spaandertjes hout de wind blaast zo vinnig uit 't oosten het is in haar hutje zo koud de wind blaast zo vinnig uit 't oosten het is in haar hutje zo koud
De buurjongens zijn aan het spelen Koen, Willem, Johannes en Piet ze rijden elkaar in de sleden en weten van kou noch verdriet ze rijden elkaar in de sleden en weten van kou noch verdriet
Daar zien z'in de verte het oudje kom vlug op een drafje er heen dan helpen wij buurvrouw een handje zij is zo gebrekkig ter been dan helpen wij buurvrouw een handje zij is zo gebrekkig ter been
Gezegd en gedaan en zij zoeken en sjouwen en draven maar aan en brengen een mutsaert tezamen die het oudje niet wegdragen kan en brengen een mutsaert tezamen die het oudje niet wegdragen kan
Het dragen alleen dat behoeft niet de slede staat immers al klaar kom jongens nou ieder een handje voor één is dat vrachtje te zwaar kom jongens nou ieder een handje voor één is dat vrachtje te zwaar
Daar gaan ze al trekkend en schuivend 't oude vrouwtje volgt al hijgend de stoet bij 't hutje klinkt vriendelijk "Dank je" o jongens wat was je toch goed bij 't hutje klinkt vriendelijk "Dank je" o jongens wat was je toch goed
Ze mompelen wat aan en gaan verder "Wat dom van ons jongens", zegt Koen "Ze had op het hout kunnen zitten Wij hadden dat best kunnen doen" "Ze had op het hout kunnen zitten Wij hadden dat best kunnen doen"
26-11-2015
Helder in de kelder
Helder in de kelder
Helder in de kelder, Boter bij de vis.
Kaatje doe de deur eens open, kijk eens wie er is.
't Is een arm meisje, om een stukje brood.
Laat haar even binnenkomen, anders gaat ze dood.
23-11-2015
De winter begint
De winter begint
De tak die schudt haar blaadjes af Het egeltje gaat slapen De eekhoorn rent maar in het rond Om nootjes op te rapen
De ganzen vliegen samen weg De vlinders zijn verdwenen Een dikke grijze pissebed Kruipt weg onder de stenen
De mieren lopen naar hun hoop En blijven lekker binnen De eerste sneeuwvlok dwarrelt neer De winter kan beginnen
20-11-2015
Limburg
Limburg, mijn vaderland
Waar in 't bronsgroen eikenhout 't Nachtegaaltje zingt; Over 't malsche korenveld 't Lied des leeuwriks klinkt; Waar de hoorn des herders schalt Langs der beekjes boord: Daar is mijn Vaderland, Limburgs dierbaar oord! Daar is mijn Vaderland, Limburgs dierbaar oord!
Waar de breede stroom der Maas Statig zeewaarts vloeit; Weeld'rig, sappig veldgewas Kost'lijk groeit en bloeit; Bloemengaard en beemd en bosch Overheerlijk gloort: Daar is mijn Vaderland, Limburgs dierbaar oord! Daar is mijn Vaderland, Limburgs dierbaar oord!
Waar der Vaad'ren schoone taal Klinkt met held're kracht; Waar men kloek en flink van aard Vreemde praal veracht; Eigen zeden, eigen schoon 't Hart des volks bekoort: Daar is mijn Vaderland, Limburgs dierbaar oord! Daar is mijn Vaderland, Limburgs dierbaar oord!
Waar aan 't oud Oranjehuis 't Volk blijft hou en trouw, Met ons roemrijk Nederland Eén in vreugd en rouw; Trouw aan plicht en trouw aan God Heerscht van Zuid tot Noord: Daar is mijn Vaderland, Limburgs dierbaar oord! Daar is mijn Vaderland, Limburgs dierbaar oord!
18-11-2015
Hop hop hop
Hop! hop! hop!
Hop! hop! hop! paardje in galop, over hekken, sloten henen, maar voorzichtig, breek geen benen; Hop! hop! hop! paardje in galop.
Hop! hop! hop! paardje eet geen stro, 'k zal het paardje haver kopen dat het in galop kan lopen: Hop! hop! hop! paardje eet geen stro!
16-11-2015
Klompertje
Klompertje
Klompertje en zijn wijfje Die gingen vroeg opstaan, Om met hun boter en eiertjes Al naar de markt te gaan.
Ze waren halverwege, Halverwege den dijk, Toen braken al de eiertjes En 't botertje viel in 't slijk.
Het speet 'r niet om d'r eiertjes, Maar om d'r mooien doek, Dien ze gister pas gemaakt had Van Klompertje's beste broek.
14-11-2015
Leugenliedje
Leugenliedje
Toen 'k lest in Lombardije kwam, Hoor eens, wat ik daar vernam: 't Koetje zat bij 't vuur en spon, 't Kalfje lag in de wieg en zong, 't Katje karnde boter, 't Hondje waschte de schotels, De zwarte muis, die veegde 't huis, De zwaluw droeg de mot er uit Op zijn vergulde vleugeltjes; Zijn dat geen dikke leugentjes?
11-11-2015
Sint Maarten
Sint Maarten
Hier komen wij met lichtjes aan het is Sint Maartenfeest Toe laat ons hier zo lang niet staan dat is niet goed geweest. Ons kaarsje is haast afgebrand zeg nooit, we geven niets Sint Maarten ja die beste man die gaf ons altijd iets.
08-11-2015
Hoedje van papier
Hoedje van papier
Eén twee drie vier, hoedje van hoedje van Eén twee drie vier, hoedje van papier.
Als 't hoedje dan niet past, Zet 't in de glazenkast. Eén twee drie vier, hoedje van papier.
06-11-2015
Jantjes broekie
Jantjes broekie
Er was eens een haveloos ventje Die vroeg aan z'n moeder een broek Maar moeder verdiende geen centje En vader was wekenlang zoek. Ach moedertje, geef me geen standje Er zit in me broekie een scheur! De jongens op school roepen "Jantje, Jouw bille die zien we d'r deur".
De moeder werd ziek van de zorgen Lag stil en bedrukt in een hoek Geen mens die haar centen wou borgen En Jantje vroeg toch om z'n broek. Toen heeft ze haar rok uitgetrokken De enigste die ze bezat En ze maakte van stukken en brokken Een broek voor haar enigste schat.
Nou konden ze Jantje niet plagen Nou waren zijn billen niet bloot Maar voor die zijn broekie kon dragen Ging moeder van narigheid dood. Ze stierf van het sjouwen en slaven Vervloekt en verwenst door haar man Toen Jantje haar mee ging begraven Toen had ie z'n broekie pas an.
04-11-2015
De belhamel
De belhamel
Ied're avond trok bij buurman, een kwajongen aan de bel. Buurman werd daar o zoo boos om, maar hij dacht:"ik krijg hem wel". 's Avonds ging hij op de loer staan, eind'lijk wist hij wie het deed. Toen sprak buurman bij zichzelve: "morgen hebben wij den deugniet beet".
Toen de jongen d'and're avond, weer de bel te pakken had. Gooide buurman uit het venster, knaapjelief met water nat! Druipend van het koude water, is hij op de loop gegaan. En hij heeft het na dien avond, nooit bij buurman meer gedaan.
01-11-2015
In den regen
In den regen
Onder Moeders paraplu Liepen eens twee kindjes, Hanneke en Janneke, Dat waren dikke vrindjes. En de klompjes gingen klik, klak, klik, En de regen deed van tik,tak,tik, Op Moeders paraplu. En de klompjes gingen klik, klak, klik, En de regen deed van tik,tak,tik, Op Moeders paraplu. Op Moeders paraplu.
Toen kwam Jan-de-Wind er bij, Die joeg eerst heel zoetjes, Toen al hard en harder maar, De regen in hun snoetjes. En Jan-de-Wind, die rukte en trok, En op en neder ging de stok, Van Moeders paraplu. En Jan-de-Wind, die rukte en trok, En op en neder ging de stok, Van Moeders paraplu. Van Moeders paraplu.
Maar Hanneke en Janneke, Dat waren flinke klantjes, Die hielden stijf de paraplu, In allebei hun handjes. En ze lachten blij van hi, ha, hi, En ze riepen: Jan, jij krijgt hem ni, 't Is Moeders paraplu. En ze lachten blij van hi, ha, hi, En ze riepen: Jan, jij krijgt hem ni, 't Is Moeders paraplu. 't Is Moeders paraplu.