De eerste vermelding vinden we terug in de
huwelijksregisters. Een zekere Maria Thijs(sen) huwtte Putte in 1738 met Cornelius Verheyen. Zij
was daarvoor in Kalmthout gehuwd in 1730 met Wilhelmus van Doren, ontvanger der
Belastingen in Putte. Wilhelmus was niet katholiek (acatholicus) en speciale
dispensatie van de bisschop van Antwerpen was toen vereist. Hij stierf echter
al in 1737 en Maria bleef in Putte wonen en hertrouwde zoals gezegd in 1738.
Haar broer Joannes vinden we dan terug
als getuige. Hij vestigt zich ook in Putte na zijn huwelijk in 1741 met Joanna
van Aerde.Joanna schenkt hem 2 kinderen
voor zij in 1748 overlijdt. En dan hertrouwt Joannes in 1749 met Maria Mertens; de pastoor
vermeldt echter Petrus Thijs als bruidegom. Dit wordt bij het overlijden van
Joannes in 1770 in de marge van de akte rechtgezet.
Vanaf dan neemt zoon Cornelius (1756-1838) de fakkel over.
Eerst nog als Thijssen later als Teijsen breidt de familie uit en wordt een
vaste waarde in Putte.
Wanneer je over het kerkhof van Nederlands Putte dwaalt
kom je tot de vaststelling dat een aantal namen steeds terugkeren. Toen ik met mijn grootmoeder in de jaren vijftig van de vorige eeuw van Kalmthout naar Putte wandelde, vertelde zij me dat wel half Putte familie was. Nu ik de stamboom van de familie Teysen probeer te ontrafelen en de namen op de graven probeer te ontcijferen, besef ik pas hoeveel waarheid in die uitspraak zat.
Van Beeck, Van Put, Guns, De Noier, Jans(s)en(s), Van Tilburg, Cleiren of Cleeren, Verelst, Hoendervangers, van Linden en ga zo maar verder. Door al die namen loopt een rode draad die maakt dat de Putse gemeenschap in die tijd eigenlijk één grote familie was. En eigenlijk nog voor een deel is, alleen ... je moet het ontdekken. Niet iedereen bleef natuurlijk in Nederlands Putte wonen, soms trok men twintig meter verder en men woonde dan in Kapellen of Stabroek. Sommigen trokken verder het buitenland in en kwamen in Kalmthout of Antwerpen terecht.
Een analyse van de huwelijken in 1912 laat zien hoe het met de familiale verwevenheid van de Puttenaren gesteld was. Van de 12 huwelijken dat jaar kon ik er 8 genealogisch in verband brengen met mijn overgrootouders Van Tilburg-Teysen. En dat vindt allemaal zijn oorsprong in die relatief kleine dorpsgemeenschap die in 1830 slechts 533 inwoners telde, verdeeld over 109 gezinnen, 80 koppels en 29 alleenstaanden, waarvan het overgrote deel weduwen. Bij de kinderen waren de jongens in de meerderheid, 182 jongens en 168 meisjes.
Wie tussendoor al eens kennis wil maken met die Putse verbondenheid kan terecht op de website http://putsesite.nl waar je o.m. ook kennis maakt met de bijnamen van de Puttenaars (klik op "Is heel Putte familie??"). Wie interesse heeft in de geschiedenis van Moeder Kee (Anna Cornelia Teysen) en de Cambus op de Kamthoutse Heide moet de Kalmthoutse Broodjes van Jan Caluwaerts eens proeven. Zoek op http://blog.seniorennet.be/jancaluwaerts/