Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op bloggen.be op het volgende adres:

https://www.bloggen.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto

het-grote-interview-met-omsk-van-togenbirger-en-andere-teksten

Foto

Nieuwe uitgavePanopticum Corona:BESTELLEN

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
CAHIERS
  • blogtekst de verenigde staten van amerika en Het antwoord van Seattle
  • inbrekers en inbrekers e a
  • Smeren ze ons kanker aan e a
  • Water - een verhaal & Over de klimaatsverandering - een commentaar
  • Foto
    Foto
    Muziekpartituren
  • Daer zat een sneeuwwit vogeltje. Pianoconcerto n° 14
  • Juan de la Cruz' Canciones
  • PORTRETTEN
  • Tisallemaiet
    Deze blog beoogt een duplicaat en/of een voortzetting van de blog Tisallemaiet (https://www.bloggen.be/tisallemaiet) - © J. Bauwens, Serskamp
    Deze blog beoogt een duplicaat en/of een voortzetting van de blog Tisallemaiet (https://www.bloggen.be/tisallemaiet ) - © J. Bauwens, Serskamp
    11-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 20 (slot): Het verleden wordt uitgewist, de gruwel gaat door

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 20 (slot): Het verleden wordt uitgewist, de gruwel gaat door

    Het grote vergeten”, aldus luidt de titel van het slothoofdstuk uit Adam Hochschilds boek over de Congo van Leopold II. Het Moskouse Museum van de Revolutie toont honderden foto's en schilderijen van revolutionairen maar niet één prent van de 20 miljoen Sovjetburgers die stierven in executiekelders, kunstmatige hongersnoden en de goelag. Inzake het uitwissen van het verleden wordt Stalin alleen nog overtroffen door Leopold II van België: “(...) in geen van de twintig grote toonzalen van het (Tervurense) museum (voor Afrikaanse kunst) is er de minste of geringste aanwijzing dat miljoenen Congolezen op onnatuurlijke wijze aan hun einde zijn gekomen. Er zijn nergens in Brussel aanwijzingen hiervoor” (1), aldus Adam Hochschild. En men zou hier andermaal kunnen aan toevoegen dat de Congocommissie het een eeuw na de aanvang van de gruwel in alle ernst heeft over haar hoop op een 'eervol slotakkoord'. (2)

    Een deel van de skyline van de stad wordt gedomineerd door de meest grandioze met Congowinsten gefinancierde extravagantie van allemaal, de reusachtige Jubelboog, overladen met heroïsche beeldhouwwerken; hij ziet eruit als een opgeblazen combinatie van de Arc de Triomphe en de Branderburger Poort, met gebogen vleugels eraan toegevoegd. De compacte stenen en betonnen massa van de boog doet denken aan Conrads beschrijving van de niet nader genoemde Europese hoofdstad in Heart of Darkness als 'de grafstad'. Maar van de miljoenen Afrikanen wier inspanningen voor dit alles hebben betaald en die als gevolg daarvan in een graf van ongemarkeerde aarde zijn terechtgekomen, ontbreekt ieder spoor.” (3) Maar “Leopolds Congo is slechts één van die stiltes in de geschiedenis.” (4)

    In Brussel “brandden de ovens acht dagen na elkaar, zodat het grootste deel van de overheidsstukken van de Congo tot as en rook in de lucht boven Brussel werd veranderd.” (5) Leopold zei: “'Ze hebben niet het recht om te weten wat ik daar heb gedaan'?” (6) De koning beval om ook de stukken in de Congo ter plekke te vernietigen. Dat gebeurde naar het zeggen van Kolonel Strauch “omwille van overwegingen van een hogere orde.” (7)

    Hetzelfde soort opzettelijke vergeten vond plaats in de gedachten van de mannen die gestalte gaven aan het regime. Het vergeten van je eigen deelname aan massamoord is niet iets passiefs; het is een actieve daad.” (8) De daad van vergeten “is niet het moment waarop hij wordt uitgewist maar waarop de zaken op hun kop worden gezet, het merkwaardige omdraaien, waarbij degene die slachtoffers heeft gemaakt zichzelf geestelijk verandert in slachtoffer.” (9)

    In heel Afrika schreven de kolonialen de schoolboeken; gecombineerd met de wijd verspreide praktijk van het verbieden van boeken en van de perscensuur zorgde dit voor vergetelheid van het geschreven woord.” (10)

    Tientallen jaren na Leopolds dood dachten de zwarten dat de koning gereïncarneerd was in Jean de Hemptinne, de Belgische aartsbisschop van Elisabethville: hij was “een schimmige figuur achter de schermen, die de politie bevel gaf het vuur te openen op stakende mijnwerkers (…) of een rechter opdroeg streng te zijn (voor een aangeklaagde gevangene).” (11)

    De belangrijkste erfenis uit het koloniale tijdperk die Europa Afrika naliet, was niet democratie (…) het was autoritair bewind en roof.” (12)

    In 1959 kwamen in de Congo massabetogingen die bloedig onderdrukt werden door de Force Publique. “Koning Boudewijn van België kwam naar Leopoldville om de Congo, officieel en paternalistisch, zijn vrijheid te verlenen. Hij zei: 'Het is nu aan u, heren, te laten zien dat u ons vertrouwen waardig bent.'” (13) Er volgde een boze reactie door Lumumba die een maand eerder democratisch tot premier verkozen was. Lumumba wilde niet alleen politieke maar ook economische onafhankelijkheid maar Belgische, Britse en Amerikaanse bedrijven met grote investeringen in de Congolese industrieën (koper, kobalt,diamanten, goud, tin, mangaan, zink...) vreesden voor hun gigantische winsten en zij negeerden Lumumba, die dan maar aansluiting zocht bij de Sovjet-Unie.

    Minder dan twee maanden nadat hij was aangesteld als de eerste democratisch verkozen premier van de Congo gaf het subcomité voor geheime operaties van de Nationale Veiligheidsraad van de Verenigde Staten (…) toestemming voor een moordaanslag op Lumumba.” (14) De baas van de CIA zei later dat de president het liever anders had aangepakt. “Alternatieven (…) werden overwogen, waaronder vergif (waarvan een voorraadje naar het hoofd van de CIA-post in Leopoldville werd gestuurd), een lange afstandsgeweer en huurmoordenaars.” (15) Ze lieten de klus uiteindelijk klaren door Lumumba's politieke vijanden onder leiding van de toen jonge Mobutu, stafchef van het leger en oud gediende bij de Force Publique die de westerse belangen in de Congo zou behartigen.

    In januari 1961 werd Lumumba gearresteerd, mishandeld en in het geheim doodgeschoten in Elisabethville. “Uiteindelijk zou een CIA-agent door de stad rondrijden met het lichaam van Lumumba in zijn kofferbak, op zoek naar een plaats waar hij zich ervan kon ontdoen. (…) Net als miljoenen Congolezen voor hem eindigde hij gedumpt in een anoniem graf.” (16)

    Het westen zette haar dictatuur voort in de persoon van Mobutu die in 1963 van president Kennedy een privévliegtuig cadeau kreeg bemand door leden van de Amerikaanse luchtmacht. “Aangemoedigd door de Verenigde Staten voerde Mobutu in 1965 een staatsgreep uit waardoor hij de dictator van het land werd.” (17) Tot 1997. Van de V.S. alsook van Europese mogendheden ontving hij ruim een miljard dollar. In de media werd hij de gids en de messias genoemd. De presidenten Reagan en G. Bush ontvingen hem met eer. Zijn persoonlijk vermogen werd geschat op vier miljard dollar. Hij kreeg aandelen in elk westers bedrijf in de Congo en beschouwde het bezit van het land als het zijne.

    Adam Hochschild benadrukt twee wapenfeiten van de beweging ter hervorming van de Congo onder Morel, Casement en hun medestanders: de noodzaak om de waarheid vast te leggen en het vermogen tot verontwaardiging. Het hele verhaal gaat om mensenrechten als rechten waarop alle mensen van bij hun geboorte aanspraak kunnen maken. De slotzin van het boek luidt: “Ten tijde van de Congocontroverse honderd jaar geleden vormde het idee van volledige - politieke, sociale en economische - mensenrechten een ernstige bedreiging voor de gevestigde orde van de meeste landen op aarde. En dat is vandaag de dag nog steeds zo.” (18)

    (J.B., 10 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 294.

    (2) https://www.standaard.be/cnt/dmf20221122_97460252

    (3) O.c., pp. 294-295.

    (4) Ib., p. 295.

    (5) Ib., p. 295.

    (6) Ib., p. 295.

    (7) Ib., p. 295.

    (8) Ib., pp. 295-296.

    (9) Ib., p. 296.

    (10) Ib., p. 300.

    (11) Ib., p. 301.

    (12) Ib., p. 302.

    (13) Ib. p. 302.

    (14) Ib., p. 303.

    (15) Ib., p. 303.

    (16) Ib., p. 303.

    (17) Ib., pp. 303-304.

    (18) Ib., p. 307.


    10-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 19: Martelaarschap, het lot der helden

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 19: Martelaarschap, het lot der helden

    Leopold was dood maar zijn geest bleef bestaan, vooreerst waar hij dicteerde wat er met de rest van zijn fortuin, dat werd geschat op veertig miljard Belgische frank, moest gebeuren: het zou via de regering vooral geïnvesteerd worden in bouwwerken; zijn dochters ontvingen niets.

    De beweging voor de hervorming van de Congo wierp uiteindelijk maar weinig vruchten af. Het afhakken van handen leek te stoppen maar dat kwam enerzijds omdat nu met gecultiveerde rubber werd gewerkt en anderzijds omdat de dwangarbeid bleef, en zij nu enkel op een andere methode berustte: belastingheffing “dwong mensen te gaan werken op de plantages of te helpen bij het oogsten van katoen, palmolie en andere producten - en bleek eveneens een doelmatige manier om het verzamelen van de nodige wilde rubber voort te zetten.” (1) En tijdens de eerste wereldoorlog werd dwangarbeid met geweld ingevoerd door de Force Publique in Duits Oost-Afrika (nu: Tanzania). “Enorme aantallen Congolezen werden ingelijfd als soldaten en dragers (die) werden gedwongen zich dood te werken of stierven aan ziekte. Er heersten hongersnoden. (…) De jaren na de oorlog zagen een groei van de koper-, goud- en tinwinning. Als altijd vloeiden de winsten het gebied uit.” (2) Uit archieven blijkt dat in de eerste helft van 1920 aan de bovenloop van de Uele 26.579 zweepslagen werden uitgedeeld, dat is 9 per Afrikaan per dag. Het ronselen van mijnslaven gebeurde zoals ten tijde van Leopold: “Het opperhoofd (…) stuurde hen aan elkaar gebonden bij de nek naar de bestuurspost. Daarvandaan werden ze in ketenen naar het hoofdkantoor van het district gestuurd. (…) Opperhoofden kregen tien frank betaald voor iedere rekruut. Als een arbeider op de vlucht sloeg, kon een lid van zijn gezin gevangen genomen worden (...).” (3) In de kopermijnen en smelterijen in Kartanga kwamen duizenden slaven om het leven. Het aantal doden bij de heraanleg met dwangarbeid van de spoorwegen tussen 1921 en 1931 overtrof dat van de jaren 1890 en dat liep nog op in W.O.II. “Meer dan tachtig procent van het uranium in de bommen die werden uitgeworpen boven Hiroshima en Nagasaki kwam uit de zwaar bewaakte Congolese mijn in Shinkolobwe.” (4) Er was ook meer rubber nodig voor de militaire voertuigen.

    Met tien miljoenen doden lijkt de Congo de meest moorddadige plek in de Europese strijd om Afrika maar dit is “helaas niet erger dan wat zich in de buurlanden heeft afgespeeld.” (5) Quasi eenzelfde onmenselijke plundering met een bevolkingsverlies van telkens meer dan 50 percent speelde zich af in de kolonies van Frankrijk (ten noodwesten van de Congo), Portugal (Angola) en Duitsland (Kameroen), tot grote tevredenheid van de effectenmakelaars. Grafieken tonen hoe “in Salanga tussen 1904 en 1907 de maandelijkse stijging en daling van de rubberproductie bijna volkomen evenredig was aan de stijging en daling van het aantal kogels dat werd gebruikt door 'wachters' van het bedrijf - bijna vierhonderd in een drukke maand.” (6) Ook de Franse kolonialen bleken niet vies van gruweldaden en zij wisten even ijverig de sporen ervan uit. In het Duitse Zuidwest-Afrika (nu: Namibië) was sprake van regelrechte volkerenmoord door Lothar von Trotha op de Herero's die rebelleerden in 1904. “Van de (…) 80.000 Herero's (…) waren er in 1906 minder dan 20.000 (…) overgebleven. De overigen waren de woestijn ingejaagd om van dorst om te komen (de Duitsers hadden de waterpoelen vergiftigd), doodgeschoten of - om kogels te besparen - met bajonetten of geweerkolven afgemaakt.” (7) Daarover alleen internationale stilte. Leopold II bleek overigens een belangrijke aandeelhouder te zijn van de Franse Congo alsook van het Duitse Kameroen. Tegelijkertijd decimeerden de V.S. de Amerikaanse Indianen en voerden zij een bloedige contraguerrilla in de Filipijnen waarbij gemarteld werd en dorpen werden platgebrand (met 20.000 doden) en evenmin kregen de Engelsen kritiek voor het uitmoorden van de Aboriginals in Australië. (8) “Conrad zei het 't best: 'Alle Europeanen hebben bijgedragen aan het maken van Kurtz.'” (9)

    In 1913 nam mensenrechtenactivist Roger Casement ontslag als Brits consul, hij streed voortaan voor de vrijheid van zijn Ierland. Tijdens W.O.I leunde hij voor bewapening aan bij de Duitsers die Ierland's onafhankelijkheid voorstonden maar hij werd opgepakt, beschuldigd van hoogverraad en opgesloten. In zijn beroemde redevoering verklaarde hij: “'Zelfbestuur is ons recht. Iets wat bij onze geboorte in ons is geboren; iets wat evenmin aan ons kan worden toebedeeld of van ons afgenomen door andere mensen als het recht op leven zelf - als het recht de zon te voelen of de bloemen te ruiken, of van onze medemens te houden. (…) Wanneer mannen met ingehouden adem moeten smeken om het recht in hun eigen land te leven, hun eigen gedachten te denken, hun eigen liederen te zingen, de vruchten van hun eigen inspanningen te plukken (…) dan is het stellig een dapperder, verstandiger en waarachtiger iets om rebel te zijn. (...)” (10) Casement kreeg eenzame opsluiting in de Pentonvillegevangenis in Londen. Men vond zijn dagboeken met aantekeningen over zijn (toen verboden) homoseksualiteit en men maakte die openbaar zodat de kritiek achterwege bleef tot hij op 3 augustus 1916 werd opgeknoopt.

    Intussen voerde Morel een soort pacifistische verzetsstrijd tegen de waanzin van de oorlog (die achteneenhalf miljoen doden maakte) en hij werd afgeluisterd en belaagd. In 1917 werd hij gearresteerd “voor het overtreden van een obscure wet die het sturen van antioorlogsliteratuur naar neutrale landen verbood” (11) en veroordeeld tot zes maanden dwangarbeid. (12) Geheel ondervoed stortte hij na zijn vrijlating in, hij kreeg hartaanvallen, ging alsnog in de politiek maar stierf op 12 november 1924, eenenvijftig jaar oud. (13)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 10 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 279.

    (2) O.c., p. 279.

    (3) Ib., p. 280.

    (4) Ib., p. 280.

    (5) Ib., p. 281.

    (6) Ib., p. 281.

    (7) Ib., p. 283.

    (8) Ib., pp. 283-284.

    (9) Ib., p. 284.

    (10) Ib., p. 287.

    (11) Ib., p. 290.

    (12) Ib., p. 290.

    (13) Ib., pp. 291-292.


    09-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 18: De Commissie van Onderzoek en de dood van de koning

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 18: De Commissie van Onderzoek en de dood van de koning

    Omdat het werken met een commissie reeds bevredigend was gebleken voor Leopold, vormde hij een nieuwe commissie, de Commissie van Onderzoek, ter plekke in de Congo. Edoch, bedoeld als een schijnvertoning om zijn naam te zuiveren, draaide alles uit op een echt onderzoek waarin de aantijgingen zoals geformuleerd door Casement en Morel punt na punt werden herhaald. Om ook dit te camoufleren, “(...) kregen alle belangrijke kranten in Engeland een document met een begeleidende brief waarin werd uitgelegd dat dit een 'volledige en authentieke samenvatting van het rapport' betrof. Deze (…) werd geleverd door de West-Afrikaanse Missievereniging, wat zonder meer betrouwbaar klonk. (…) in het Engels.” (1) Weken na publicatie van de samenvatting in Engeland en in de V.S. “werd duidelijk dat de zogenaamde samenvatting weinig had uit te staan met het rapport. Telkens werden belangrijke punten in het rapport eruit gelicht en 'samengevat' tot er niets meer overbleef.” (2) En de West-Afrikaanse Missievereniging... bleek een “uit één vertrek bestaand kantoor (…) met een pas geverfd bord op de deur. De enige persoon daarin was een portier.” (3)

    De Commissie van onderzoek, die maakte dat een gouverneur-generaal zich met een scheermes de keel doorsneed en die een rechter in tranen deed uitbarsten, (4) stond bol van getuigenissen van de ergst denkbare gruweldaden “bij honderden (…) de stemmen van de Congolezen zelf”. (5) “Niemand las ze echter. Ondanks de kritische conclusies van het rapport, werden de verklaringen van de Afrikaanse getuigen nooit rechtstreeks geciteerd. Het rapport van de Commissie verwoordde algemeenheden. De verhalen werden niet afzonderlijk gepubliceerd en evenmin mochten ze door derden worden ingezien. Ze kwamen terecht in de gesloten afdeling van het staatsarchief in Brussel. Pas in de jaren tachtig van deze eeuw (i.e. de twintigste eeuw) mochten mensen ze uiteindelijk vrij lezen en kopiëren.” (6) Leopold zou de Congo nog tijdens zijn leven als kolonie aan België overlaten, of beter: verkopen, en voor veel geld. Geld dat uit de Congo zelf zou worden gehaald.

    Intussen echter stelden de zwarte Amerikaanse missionaris William Sheppard en de blanke dominee William Morrison de wreedheden in de Congo verder aan de kaak en er kwam rebellie maar de aanklagers werden in Leopoldville berecht voor smaad. Morel zorgde ervoor dat zij met brio verdedigd werden door de Belgische socialist Emile Vandervelde. Maar een spitsvondige rechterlijke uitspraak maakte “dat Sheppard onschuldig werd bevonden, zonder dat de Compagnie du Kasai (de geweldplegers in kwestie) schuldig werd bevonden.” (7)

    In december 1909, minder dan twee maanden na de rechtszaak tegen Sheppard, werd de vierenzeventigjarige koning ernstig ziek.” (8) Leopold huwde nog met zijn minnares en kort na een darmoperatie stierf hij, nadat hij zijn fortuin aan zijn Caroline had nagelaten en binnen het jaar hertrouwde zij met haar pooier van weleer. (9)

    Roger Casement vergeleek de onderdrukking van zijn Ierland door de Engelsen met deze in de Congo. Hij werd naar het Putumayogebied in Peru gestuurd waar hij een gelijkaardig onderzoek voerde naar de wreedheden tegen de Indianen door functionarissen van de Peruviaanse Amazone Rubbercompagnie. (10) Hij vernam dat hij geridderd zou worden “(...)maar toen de dag van de feitelijke ceremonie - die van hem zou hebben verlangd dat hij knielde voor de Britse koning - aanbrak, gaf hij voor ziek te zijn.” (11)

    Intussen ijverde Morel verder voor de zaak van de mensenrechten. “In 1909, tientallen jaren zijn tijd vooruit en in scherpe tegenstelling tot de zelfgenoegzame stemming om hem heen, schreef hij een scherpzinnige waarschuwing voor de 'verstrekkende gevolgen voor de algemene lotsbestemming, niet alleen van Zuid-Afrika maar van heel zwart Afrika' die zouden voortkomen uit het feit dat Groot-Brittannië de nieuwe, onafhankelijke Unie van Zuid-Afrika had opgezet met een uitsluitend uit blanken bestaande volksvertegenwoordiging.” (12)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 9 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 252.

    (2) O.c., p. 252.

    (3) Ib., p. 253.

    (4) Ib., p. 251.

    (5) Ib., pp. 254v.

    (6) Ib., p. 256.

    (7) Ib., p. 266.

    (8) Ib., p. 266.

    (9) Ib., pp. 266-267.

    (10) Ib., pp. 268-270.

    (11) Ib., p. 271.

    (12) Ib., p. 274.


    04-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 17: De koning-omkoper

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 17: De koning-omkoper

    De titel van het zestiende hoofdstuk in Hochschilds Congoboek, 'Journalisten geven u geen kwitanties', verwijst uiteraard naar het ontbreken van betalingsbewijzen voor ontvangen steekpenningen.

    (...) Stanley was ongelukkig over de gruwelkamer die de Congo was geworden” maar hij bleef Leopold verdedigen. Zijn gezondheid ging achteruit, waarschijnlijk verergerd door de drommen al te enthousiaste doktoren die hun beroemde patiënt maar al te graag de allernieuwste behandelingen lieten ondergaan: strychnine-injecties, ammonia, ether en elektrische schokken.” (1) Hij stierf in 1904 en werd drieënzestig. Leopold werd nu langs alle kanten aangevallen en hij beschouwde Morel, Casement en hun aanhangers als leden van een internationale samenzwering tegen hem. Daarop lanceerde hij “een geheime missie naar Brits Afrika om onderzoek te doen naar misstanden die overeenkwamen met degene die Casement in de Congo had ontdekt.” (2) Hij kocht kranten- en tijdschriftenredacteuren om: zij schreven stukken zoals “'De opium in Brits-India' (…), geselingen in Zuid-Afrika, mensenoffers in Nigeria (…).” (3) Hij chanteerde sir Alfred Jones om de Britse kritiek te temperen: deze stuurde twee reizigers voor 3000 £ naar de Congo die er dan positief over schreven: in 1906 schreef burggraaf William Mountmorres in zijn Congoboek over een goede en humane regering aldaar: “'Het is een bijzondere ervaring getuige te zijn van de oprechte ijver waarmee de ambtenaren (…) zich aan hun werk wijden. ” (4) De reisauteur Mary French Sheldon kreeg alleen het aantrekkelijke van het land te zien en zij schreef: “'Ik ben getuige geweest van meer wreedheden in de straten van London dan ik ooit in de Congo heb gezien'” (5) “De koning zette haar vervolgens bij hem op de loonlijst voor 1500 frank per maand (…) om te lobbyen onder parlementsleden.” (6) Hij maakte ook gebruik van “tussenpersonen om zijn sporen uit te wissen.” (7) “Leopolds public relations-campagne werd uitgevoerd door een uitgebreide staf.” (8) “Binnen een jaar of twee rolden er nieuwe pro-Leopoldboeken van de persen. Het persbureau (van Leopold (9)) subsidieerde in het geheim verscheidene Belgische kranten en een in Edingburgh verschijnend tijdschrift genaamd New Afrika - The Truth on the Congo Free State.” (10) Het persbureau werkte ondergronds met smeergeld. “De agenten ervan overhandigden in het geheim contanten aan redacteuren en verslaggevers in alle delen van Europa; rond 1907 ontvingen de correspondenten in Brussel van zowel de Times of London als de Duitse Kölnischer Zeitung steekpenningen. Twee redacteuren (…) ontvingen de tegenwaarde van wat nu (i.e.: in 1998) 140.000 gulden zou zijn” (11) “De krant Corriere della Sera weigerde een groot omkoopbedrag en stelde in plaats daarvan een onderzoek in.” (12) Een aanvankelijk kritische Duitse krant schetste een enthousiast portret van een welvarende Congo: “In 1907 werd de hoofdredacteur gedecoreerd door de koning”. (13) Maar: “Lezers merkten soortgelijke mysterieuze koerswijzigingen op in andere Duitse kranten.” (14)

    Morel wees nu ook de V.S. op hun verantwoordelijkheid daar ze de Congo als eerste hadden erkend. (15) en op uitnodiging van president Roosevelt sprak hij op een mensenrechtenconferentie in Boston wat leidde tot de oprichting van de Amerikaanse Vereniging voor de Hervorming van de Congo waarvan Mark Twain een van de voortrekkers was en die schreef aan Morel: “(...) dat de zaak van de Congohervorming in de Verenigde Staten een 'gigantische onderneming was (…) (die) een organisatie als U.S. Steel vereist.” (16) Zijn pamflet uit 1905, King Leopold's Soliloquy, is een denkbeeldige monoloog door Leopold waarin hij geërgerd zegt: “In deze twintig jaar heb ik miljoenen uitgegeven om de pers van de twee halfronden stil te houden en toch blijven er dingen uitlekken.” (17) Zijn “'kodak'”, zo klaagt hij, is “de enige getuige (…) die ik niet kon omkopen.” (18)

    Leopolds propagandamachine reageert met An Answer to Mark Twain. (19) Leopold engageerde sprekers tegen Morel en richtte zich tot onder meer “(...) senator Nelson W. Aldrich van Rhode Island, (…) een multimiljonair, kaartpartner van J. Pierpont Morgan, de schoonvader van John D. Rockefeller jr. (…) een grootmeester in machtsspelletjes.” (20) Aan allen beloofde hij een aandeel in de buit. (21) Zijn strategie blijkt uit een adviesbrief van en van zijn Amerikaanse agenten: “'Stel een strook land dwars door de Congo (…) open ten gunste van Amerikaans kapitaal. Grijp de huidige concessionairs zo nodig bij de keel en dwing hen hun privileges met de Amerikanen te delen. Op deze manier zult u een Amerikaans belang tot stand brengen in de Congo dat het gekef van de Engelse opruiers en de Belgische socialisten vergeefs zal maken.'” (22) Leopold deed een schenking van meer dan drieduizend kunstwerken aan het Amerikaans Museum voor Natuurlijke Historie waarvan J.P. Morgan bestuurslid was, wat de gewenste uitwerking had. (23) Leopold speelde ook de slachtofferrol van de (door protestanten) vervolgde katholiek en het Vaticaan steunde hem via kardinaal Gibbons die luidruchtig voor Leopold pleitte en dan van hem het Grootkruis van de Orde van de Kroon ontving. (24) Via zijn lobbyisten gelukte het de koning een nieuw Engelstalig tijdschrift over de Congo te stichten en Frederick Starr van de universiteit van Chicago, overtuigd van de minderwaardigheid van primitieve volkeren, schreef vijftien lovende artikelen over Congo in de Chicago Daily Tribune (ook verschenen als boek, getiteld Waarheid over de Congo Vrijstaat) in ruil voor talloze medailles en een door Leopold betaalde rondreis van een jaar in de Congo. (25) Ook Henry W. Wack, jurist bij een bedrijf in gepatenteerde geneesmiddelen, schreef een vleiend Congo-boek dat in alle bibliotheken te vinden was. “De instructies vanuit Brussel luidden dat Wack 'moest doen alsof hij niet in dienst van de Staat was, maar louter een onafhankelijke publicist'.” (26)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 4 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 236.

    (2) O.c., pp. 237-238.

    (3) Ib., p. 238.

    (4) Ib., p. 238.

    (5) Ib., pp. 238-239.

    (6) Ib., p. 239. Het bedrag komt overeen met 300.000 Belgische frank in 1998.

    (7) Ib., p. 239.

    (8) Ib., p. 239.

    (9) Ib., p. 239.

    (10) Ib., p. 240.

    (11) Ib., p. 240.

    (12) Ib., p. 240.

    (13) Ib., p. 241.

    (14) Ib., p. 241.

    (15) Ib., p. 242.

    (16) Ib., p. 242. U.S. Steel of de United States Steel Corporation werd opgericht in 1901 door John Pierpont Morgan.

    (17) Ib., p. 243.

    (18) Ib., p. 243.

    (19) Ib., p. 243.

    (20) Ib., p. 244.

    (21) Ib., p. 244.

    (22) Ib., p. 244.

    (23) Ib., pp. 244-245.

    (24) Ib., p. 245.

    (25) Ib., p. 245.

    (26) Ib., p. 245.


    02-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Einstein on the Beach' en het martelaarschap

    'Einstein on the Beach' en het martelaarschap

    De auteur van het interessante artikel over geneeskunde en Griekse mythologie (beginnende met de zin: Theologische beschouwingen leiden tot de opvatting dat de ziekte (en andere rampen die de mens overkomen) een straf is van de goden" (1)) laat iemand ergens in een van zijn andere teksten beweren dat gehuwden, indien zij op hun huwelijk zouden kunnen zien welke moeilijkheden hen ingevolge de trouwpartij te wachten staan, op staande voet weer naar huis zouden lopen. Edoch, hoe vanzelfsprekend de beide standpunten ook klinken: velen denken daar heel anders over.

    Of kan men zich dan niet voorstellen dat op een trouw de twee verloofden, wanneer ze elkaar voor het jawoord in de ogen kijken, in een flits hun toekomst zien passeren met al het lief maar ook met al het soms onnoemelijke leed? Men hoeft helemaal niet te beschikken over de fantasie van een romanschrijver om zich dat te kunnen voorstellen. Maar kan men zich ook voorstellen dat gedurende die flits het koppel zou ontkoppeld worden van de roes en van de romantiek van dat zo zalige moment van trouwen en dat elk van beiden heel bewust, rationeel en nuchter zou kunnen beslissen over het al dan niet voortzetten van de op til zijnde ceremonie?

    De vraag die zij dan elk voor zich te stellen hadden, luidt uiteraard: zie ik de ander graag genoeg om naast het zoete geluk ook al dat te verwachten leed erbij te nemen waarvan, krachtens die bliksemschicht van helderziendheid, de komst voortaan een feit is dat ons verhindert om te hopen dat het alsnog anders zal uitdraaien? Ja, stel nu eens dat zij op voorhand konden kiezen.

    On the Beach (in het Nederlands vertaald als De laatste oever) is een roman uit 1957 van de naar Australië uitgeweken Brit Nevil Shute, behorende tot de post-apocalyptische fictie en handelend over de mensheid die, ten prooi aan radioactieve straling, haar nakende einde tegemoet ziet na een vernietigende kernoorlog. De roman is wellicht geïnspireerd op het gedicht The Hollow Men van T.S. Elliot: In this last of meeting places/ We grope together/ And avoid speech/ Gathered on this beach of the tumid river… / This is the way the world ends/ This is the way the world ends/ This is the way the world ends / Not with a bang but a whimper. In Shute's verhaal stelt de regering zelfmoordpillen ter beschikking waarmee de laatste overlevenden zich euthanaseren om niet te hoeven lijden.

    De opera Einstein on the Beach van Philip Glass (met teksten van Christopher Knowles, Samuel M. Johnson en Lucinda Childs) lijkt naar deze roman te verwijzen maar vertelt dan toch weer een ander verhaal. Het zandstrand van de verliefden lijkt te verwijzen naar de woestijn waar de eerste kernproef plaatshad (met op de achtergrond Max Wildiers' bezinning Afscheid van Los Alamos) en zo zijn daar naast het romantische koppel ook aanwezig: het metafysische koppel van de liefde en de dood, maar nu elk in hun oneindigheidsdimensie want elkaar onophoudelijk versterkend.

    De opera van Philip Glass begint als volgt: "Two lovers sat on a park bench with their bodies touching each other, holding hands in the moonlight. There was silence between them. So profound was their love for each other, they needed no words to express it."

    Een van beiden verbreekt de stilte: ""Do you love me, John?" she asked. En hij antwoordt: "You know I love you, darling, I love you more than tongue can tell. You are the light of my life, my sun, moon and stars. You are my everything. Without you I have no reason for being.""

    Opnieuw valt een stilte en zij stelt de volgende vraag: "How much do you love me, John?" En het antwoord luidt: "How much do I love you? Count the stars in the sky. Measure the waters of the oceans with a teaspoon. Number the grains of sand on the seashore. Impossible, you say. Yes and it is just as impossible for me to say how much I love you. My love for you is higher than the heavens, deeper than Hades, and broader than the Earth. It has no limits, no bounds. Everything must have an ending except my love for you."

    Edoch, zowel het eerste als het tweede antwoord is er een van woorden: "Words, words, words." In het Bijbelse boek Job wordt om een antwoord van een heel ander kaliber gevraagd: de duivel eist daar dat de naar zijn smaak al te dure woorden worden gewogen middels daden en derhalve staat de Schepper toe dat de duivel de condities wegneemt die volgens zijn kwade trouw maken dat Job al te dure woorden spreekt. En Job wordt gemarteld.

    "Zou je met mij in het huwelijk getreden zijn indien je had geweten dat ik je ongewild ging laten lijden?" En dezelfde vraag stelt zich met betrekking tot het krijgen van kinderen, over wie men immers kan veronderstellen dat zij aan hun ouders ooit de vraag stellen: "Zou je mij gehouden hebben mocht je geweten hebben dat ik je ongewild ging laten lijden?" In een hedendaagse versie is dat uiteraard ook een door velen nog onontgonnen vraagstuk van de abortusproblematiek.

    Geliefden zweren in hun romantiek dat ze elkander meer beminnen dan dat er zandkorrels op het strand zijn of sterren aan het uitspansel. Dat klinkt heel poëtisch maar de werkelijke vraag luidt of de liefde inderdaad zo groot is dat zij ook het meest onnoemelijke leed in haar schaduw stelt: is de liefde groot genoeg om de dood te overwinnen? En is zij ueberhaupt nog liefde als zij dat niet kan?

    Het zal altijd vreemd blijven klinken in de oren van wie het wel horen doch niet vatten kunnen maar pas daar waar de proef op de som genomen wordt, manifesteert de liefde zich om te beamen: "Ja, jij bent het allemaal waard."

    (J.B., 2 januari 2022)

    Verwijzingen:

    (1) https://www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3307428


    31-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 16: 'Geen macht is groter dan de vrijheid om iemand anders het leven te benemen'.

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 16: 'Geen macht is groter dan de vrijheid om iemand anders het leven te benemen'.

    In het vijftiende hoofdstuk van zijn boek berekent Adam Hochschild hoeveel slachtoffers werden gemaakt in Leopolds Congo dat duurde van 1885 tot 1908. “In 1924 werd de bevolking vastgesteld op tien miljoen (…). Dit zou volgens de schattingen betekenen dat gedurende de periode-Leopold en in de directe nasleep ervan de bevolking van het gebied met ongeveer tien miljoen mensen was gedaald.” (1) Die decimering is vooral te wijten aan de rubberhausse die ook nog doorging nà Leopold maar er zijn vier grote oorzaken.

    Vooreerst is er de regelrechte moord waarover veel bericht wordt: “Wanneer een dorp of district er niet in slaagde zijn vereiste rubberquotum af te leveren of terugvocht tegen het regime, doodden soldaten van de Force Publique of 'schildwachten' van de rubbermaatschappijen vaak iedereen die ze tegenkwamen.” (2) Zo werden (volgens de Kölnische Zeitung, 1896) “op één enkele dag 1308 afgehakte handen afgeleverd bij de beruchte districtscommissaris Léon Fiévez. (…)” (3) Missionaris Ellsworth Faris tekent in 1899 op: “Iedere keer dat de korporaal rubber gaat halen, krijgt hij patronen uitgereikt. Hij moet alle ongebruikte mee terug nemen; en voor iedere gebruikte moet hij een rechterhand terugbrengen! (…) In zes maanden werden aan de Momboyorivier zesduizend patronen gebruikt, wat betekent dat zesduizend mensen werden gedood of verminkt. (...) Dat betekent meer dan zesduizend (…) want soldaten slaan ook kinderen dood met hun geweerkolven.” (4) “Tijdens de strafexpedities tegen de Budjarebellen werden meer dan dertienhonderd Budja's gedood. (Er waren nog) tientallen andere opstanden tegen het inzamelen van rubber. (Men moet in rekening brengen dat) soldaten streng gestraft werden voor het 'verspillen' van kogels op niet-menselijke doelwitten. (Volgens Morel) blijkt dat in het jaar 1903, één van de vijfendertig rubberinzamelpunten (…) een totaal van 159 vuurwapens en 40.355 kogels kreeg aangeleverd.” (5) Missionarissen hebben het over gebieden bedekt met lijken met afgehakte rechterhanden. “Veel officieren van de Force Publique hielden verbazingwekkend openhartige dagboeken bij over de dood en vernieling die ze achter zich lieten”. (6) Luitenant Knut Svensson noteert in Bikora 527 dood geschoten mensen in vierenhalve maand tijd. Officier Charles Lemaire schrijft dat Bokanga werd platgebrand, Bolébo platgebrand, Ikengo-dorpen aangevallen, Loliva aangevallen, Nkolé platgebrand, Ipéko platgebrand en de bananenbomen omgehakt, de Bomopodorpen aangevallen door luitenant Sarrazijn. Daarbij werden telkenmale vele dorpelingen gedood. En dat gaat zo maar door, dag na dag.

    Honger, uitputting en ontbering vormen een tweede doodsoorzaak, want als de dorpelingen vernemen dat de Force Publique in aantocht is met de rubber-terreur, slaan ze op de vlucht. “Als represaille namen de soldaten dikwijls hun dieren mee en verbrandden hun huizen en gewassen, zodat ze zonder voedsel kwamen te zitten.” Dertigduizend mensen vluchtten rond 1900 naar Frans grondgebied. (7) Missionaris William Sheppard tekent in 1899 op dat in een straal van 75 mijl van Luebo 40.000 mensen zonder onderdak in bossen slapen. Een Brits ontdekkingsreiziger, E.S. Grogan schrijft: “Ieder dorp is platgebrand (…) ik zag overal skeletten, skeletten; en die houdingen - welke gruweldaden vertelden die niet”. (8) Er trad hongersnood op. “Vele duizenden mensen, vrouwen, kinderen en bejaarden, stierven als gijzelaars. Soldaten hielden hen gevangen in stoffige kralen, dikwijls geketend, waar ze weinig of niets te eten kregen totdat de mannen van het dorp de verlangde hoeveelheid rubber brachten - wat soms weken kon duren. In één palissade bleken er in 1899 drie tot tien gevangenen per dag te overlijden.” (9)

    Een derde doodsoorzaak was ziekte. “Net als met de decimering van de Amerikaanse Indianen kwamen meer Congolezen om het leven door ziekte dan door kogels. Europeanen en Afro-Arabische slavenhandelaars brachten veel (daar onbekende) ziekten naar (…) de Congo.” (10) Pokken, slaapziekte, long- en darminfecties. Aan slaapziekte stierven alleen al in 1901 een half miljoen Congolezen en de verdedigers van Leopold geven dan ook alle schuld aan de slaapziekte. Edoch, “het verhaal is ingewikkelder, want de ziekte is niet de enige factor. Epidemieën eisen bijna altijd een veel hoger aantal slachtoffers en verlopen in een sneller tempo onder mensen die zijn ondervoed en getraumatiseerd (...).” (11) Van deze waarheid kan de hele wereldbevolking trouwens heden ten dage getuige zijn in het kader van het coronagebeuren: ook in eigen land vielen het grootste aantal doden bij de bejaarden die in voornamelijk OCMW-rusthuizen verbleven, waar men het voor de maaltijden immers moet zien te redden met twee euro per dag. En ook hier wordt de schuld op de epidemie geschoven en zwijgt men zedig over al de rest om aldus zijn verantwoordelijkheid te proberen ontlopen.

    Een vierde en laatste oorzaak van de terugloop van de Congolese bevolking is de daling van het geboortecijfer met zowat zestig percent in de bewuste periode tussen 1896 en 1903: “(...) gezinnen, geterroriseerd en uit elkaar gerukt door de rubbercampagne , stopten eenvoudigweg met het krijgen van kinderen.” (12) Edoch, de permanente commissie van het Nationale Koloniale Congres van België begon zich pas zorgen te maken over de terugloop van de bevolking op het ogenblik dat een tekort aan arbeiders dreigde...

    Waarom ging het moorden dan zolang door? Dezelfde irrationaliteit ligt ten grondslag aan veel andere massamoorden. In de Sovjet-Unie bijvoorbeeld (…) zelfs toen er geen zichtbare tegenstanders (van het regime) meer over waren, werden zeven miljoen mensen geëxecuteerd en stierven nog eens vele miljoenen in de afgelegen kampen van de goelag. (…) Net zoals in Rusland had de massamoord in de Congo zodra hij was begonnen geen impulsen meer nodig. Macht is verleidelijk, en in zekere zin is geen macht groter dan de vrijheid om iemand anders het leven te benemen. Eenmaal aan de gang is massamoord moeilijk te stoppen; het wordt een soort sport, net als jagen.” (13) Die bezetenheid werd ook in de Vietnamoorlog opgetekend: “(...) als we die mensen niet kunnen neerknallen, wat doen we godverdomme dan hier?” (14) Cineast Francis Coppola inspireerde zich voor zijn Apocalyps Now bij... Joseph Conrad.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 31 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 234.

    (2) O.c., p. 227.

    (3) Ib., p. 227.

    (4) Ib., p. 227.

    (5) Ib., p. 227-228. In alle aanleveringspunten samen zouden dat dan jaarlijks 40.355x35 of 1,4 miljoen doden zijn.

    (6) Ib., p. 228.

    (7) Ib., pp. 229-230.

    (8) Ib., p. 230.

    (9) Ib., p. 231.

    (10) Ib., p. 231.

    (11) Ib., p. 232.

    (12) Ib., p. 233.

    (13) Ib., p. 234.

    (14) Ib., p. 235.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Theologische beschouwingen leiden tot de opvatting dat de ziekte (en andere rampen die de mens overkomen) een straf is van de goden...” (Kris Vansteenbrugge)

    Om te lezen, klik:

    https://www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3307428


    30-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 15: De bestemming van de Congo-buit

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 15: De bestemming van de Congo-buit

    In het veertiende hoofdstuk van zijn boek verklapt Adam Hochschild waar het in de Congo buitgemaakte gigantische fortuin van de koning naartoe ging. Maar eerst wijst de auteur op enkele tekortkomingen van Morel, die de geschiedenis van de Congo weliswaar terecht aan de kaak stelde maar die ook blind was voor het imperialisme van de Britten. “Hij (Morel) zag de wreedheden in de Congo niet als een specifieke imperfectie die kon worden weggevaagd op dezelfde manier waarop men kinderarbeid of de doodstraf kon afschaffen, door een wet aan te nemen die het verbood, maar als onderdeel van een complex, diep verankerd systeem, zoals hij het noemde - dwangarbeid plus de grootschalige Europese overname van Afrikaans land.” (1) En “zijn toon was die van een evangelische predikant.” (2) Leopold en de zijnen waren voor Morel “de belichaming van de duivel” (3) en zijn edel doel was naar zijn eigen zeggen: “'de moderne slavenhandel in de binnenlanden van de Congo uitroeien.'” (4) “Bazuin zijn naam rond”, zo dichtte Morel over Leopold, “en laat het daglicht schijnen op zijn daden.” (5) Morel was een vlotte spreker voor het groot publiek alsook een verwoed briefschrijver en zo won hij ook vele hooggeplaatsten voor zijn zaak en maakte hij talloze volgelingen.

    Naarmate de aanvallen op Leopold toenamen, onderwierp het regime Morels bondgenoten in de Congo aan een steeds kritischer blik.” (6) Onder hen bevond zich ene Hezekiah Andrew Shanu, een Nigeriaanse onderwijzer die zakenman werd en die eerst voor Leopolds regime werkte en werd gerespecteerd als “'een treffend voorbeeld van de vervolmaakbaarheid van het negerras'.” (7) Totdat hij overliep naar het kamp van Leopolds vijanden en hij aan de mensenrechtenactivist Roger Casement informatie bezorgde over mishandelingen van West-Afrikaanse arbeiders in de Congo, wat hem in een lastig parket bracht. Om geen internationaal incident uit te lokken werd Shanu niet gearresteerd maar in plaats daarvan maakte de overheid hem het leven zuur, wat uiteindelijk resulteerde in zijn bankroet en in juli 1905 pleegde hij zelfmoord.

    Het grootste deel van Leopolds fortuin ging naar landerijen en naar bouwwerken. Een ander deel kreeg zijn bestemming toen de vijfenzestigjarige koning in Parijs een zestienjarige callgirl tot zijn nieuwe minnares nam. Hij werd nu “een onweerstaanbaar doelwit voor de wereldpers, opgejut door Morel.” (8) De echtgenote van de koning overleed. Leopold bracht zijn minnares onder in “een reusachtig landhuis, de villa Vanderborght, gelegen tegenover de koninklijke gebouwen in Laken, en bouwde een voetgangersbrug over de straat zodat hij op ieder willekeurig moment kon oversteken om haar een bezoek te brengen.” (9) “Zijn jonge minnares overlaadde hij met kastelen en landhuizen.” (10) Haar eerste zoon werd de hertog van Tervuren en zij de barones van Vaughan. Haar tweede zoon had een misvormde hand en de roddelpers maakte er een spotprent van waarop ook de afgehakte negerhanden waren afgebeeld. “Het onderschrift luidde: 'wraak uit hogere sferen'”. (11)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 30 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 214.

    (2) O.c., p. 215.

    (3) Ib., p. 215.

    (4) Ib., p. 215.

    (5) Ib., p. 216.

    (6) Ib., p. 219.

    (7) Ib., p. 219.

    (8) Ib., p. 223.

    (9) Ib., p. 223.

    (10) Ib., p. 224.

    (11) Ib., p. 225.


    29-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 14: Een gevecht tegen wreedaards

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 14: Een gevecht tegen wreedaards

    Wat volgt, doet onwillekeurig denken aan wat er zoal in de pers verschijnt over de Russische machthebbers van dit ogenblik.

    In mei 1903 werd Morels protestresolutie tegen de Congo aangenomen en de Britse consul in de Congo, de Ier Roger Casement, werd gevraagd verslagen te sturen. Casement, die al twintig jaar in Afrika gewerkt had, had er een week lang Stanley vergezeld. “Toen hem opviel dat Stanley's hond geen staart meer had, hoorde hij tot zijn afgrijzen dat Stanley de staart had afgesneden en deze de hond had laten opeten.” (1) In 1887 ontmoette hij ook officier van de Force Publique van Kerckhoven die hem “vrolijk uitlegde hoe hij zijn zwarte soldaten 'vijf koperen staafjes (2,5 pence) had betaald voor ieder mensenhoofd dat ze hem brachten (…). Hij zei dat dit was om hun dapperheid in het oog van de vijand te stimuleren.'” (2) In 1890 ontmoette Casement ook de schrijver Joseph Conrad. “(...) Casement had een voorraad verhalen die Conrads visie op het kolonialisme in Afrika verduisterden.” (3) In 1892 werkzaam in Nigeria protesteerde Casement in een brief “tegen de ophanging van zevenentwintig Afrikaanse rekruten en hun echtgenotes in de Duitse kolonie Kameroen; de mannen hadden gemuit nadat hun vrouwen waren gegeseld” (4), waarna hij in 1900 werd overgeplaatst naar de Congo. Onderweg in Brussel werd hij door Leopold uitgenodigd voor de lunch. De koning gaf de excessen toe maar voerde aan dat “'het onmogelijk was altijd de beste mannen in Afrika te hebben.'” (5) Casement was homoseksueel en “leefde in een tijd waarin de ontdekking hiervan schande zou betekenen, of erger. In 1895 werd zijn landgenoot Oscar Wilde tot twee jaar dwangarbeid veroordeeld vanwege 'het plegen van uitgesproken onbetamelijke daden met andere mannelijke personen'” (6) Er was ook “de zaak van generaal-majoor Hector Macdonald (…). Toen diens homoseksualiteit aan het licht was gekomen en hij voor de krijgsdraad moest verschijnen, pleegde hij zelfmoord in een hotelkamer in Parijs. (…)” (7) Casement was op zijn hoede maar tekende niettemin zijn afspraakjes op in zijn dagboek dat aldus een tijdbom was.

    Casements protestresolutie tegen de Congo werd unaniem aangenomen door het Britse Lagerhuis. Bij een nieuw onderzoek tekende hij alles nauwgezet op en protesteerde hij in brieven aan ambtenaren tegen de wreedheden die, zo schreef hij, slechts konden leiden tot “de universele veroordeling door de beschaafde mensheid.” (8) Casements bevindingen kwamen overeen met die van Morel en zijn verontwaardiging stak ook missionarissen aan die gingen protesteren. Uit zijn dagboeken: “25 juli: Ik liep dorpen binnen (…) maar drieënnegentig mensen over van vele honderden./ 6 augustus: (…) Ze worden wreed gegeseld./ 13 augustus: A. kwam me vertellen dat vijf mensen uit de omgeving van Bikoro met afgehakte handen helemaal naar Myanga waren gekomen om het me te laten zien./ 22 augustus: Bolongo vrijwel uitgestorven. (…) Ik zou moeten zeggen ongelukkige mensen die bitter klaagden over de rubberbelasting (…) 6.30 passeerde ik verlaten plaats Bokuta (…) Mouzede zegt dat de mensen allemaal onder dwang zijn meegenomen naar Mampoko. Arme ongelukkige zielen./ 29 augustus: Bongandanga (…) Rubber-'markt' gezien; niets dan geweren - ongeveer twintig gewapende mannen (…) De bevolk. 242 mannen met rubber allemaal bewaakt als gevangen. Dit 'handel' noemen is het toppunt van leugenachtigheid./ 30 augustus: Zestien mannen, vrouwen en kinderen vastgebonden uit een dorp Mboye dicht bij de stad. Schandelijk. De mannen zijn in de gevangenis gegooid, de kinderen vrijgelaten na mijn ingrijpen. Schandelijk. Schandelijk, verfoeilijk systeem./ 31 augustus: 's Avonds dans georganiseerd ter ere van mij. (…) Het speet me, van al het gedwongen vermaak dat ik heb gezien, slaat dit wel alles./ (…) 9 september: 11.10 weer Bolongo gepasseerd. De arme mensen stapten in kano's om mij om hulp te smeken.” (9)

    In 1903 is het rapport van Casement klaar maar “(...) Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat zich al zorgen maakte, begon dringende verzoeken om uitstel van publicatie te ontvangen van sir Constantine Phipps, de Britse minister te Brussel en een hartstochtelijk medestander van Leopold.” (10) Zo legde hij uit dat de 'schildwachten' (zoals hij de gewapende bewakers noemde) dienden om de rubberwerkers te beschermen: “'Voorkom alstublieft uitgave van rapport van Casement tot na de tiende dezer, de datum waarop ik een vaste afspraak heb met de koning der Belgen', telegrafeerde Phipps. 'De publicatie zal mij onvermijdelijk in een lastig parket brengen aan het hof'.” (11) Ook “sir Alfred Jones (…) bracht tweemaal een bezoek aan het ministerie (…) om te proberen het rapport af te zwakken, of tenminste een voorpublicatie voor de koning te bemachtigen.” (12) Maar Casement zweeg niet en gaf interviews aan de Londense pers, wat de verhindering van publicatie bemoeilijkte. Toen het rapport in 1904 gepubliceerd werd, was dat in telegramstijl met enkel de initialen van daders en in La Tribune Congolaise legde zakenlui uit de Congo uit “dat de mensen met ontbrekende handen die Casement had gezien 'onfortuinlijke individuen waren die leden aan handkanker, wier handen dus hadden moeten worden geamputeerd door middel van een eenvoudige chirurgische ingreep'”. (13) Casement schreef een protestbrief. Hij ontmoette Morel in wie hij iemand vond die zijn verontwaardiging deelde en zij bespraken een actieplan om de Britse bevolking te mobiliseren tegen de wandaden gepleegd op de zwarten in de Congo, zoals ook honderd jaar eerder de abolitionisten deden voor de afschaffing van de slavernij.

    Morel stichtte de Congo Reform Association en verwierf daarvoor steun bij hooggeplaatsten. Op hun eerste bijeenkomst op 23 maart 1904 in Liverpool waren meer dan duizend aanwezigen. Casement en Morel zouden voor hun idealisme echter een hoge prijs betalen. “(…) Beiden zouden als gevangene door de poort van de Londense Pentonvillegevangenis worden binnengeleid. Een van hen zou er nooit meer uit komen.” (14)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 29 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 198.

    (2) O.c., p. 198.

    (3) Ib., p. 198.

    (4) Ib., p. 199.

    (5) Ib., p. 200.

    (6) Ib., p. 201.

    (7) Ib., p. 201.

    (8) Ib., p. 203.

    (9) Ib., p. 204.

    (10) Ib., p. 205.

    (11) Ib., p. 205.

    (12) Ib., p. 205.

    (13) Ib., p. 206.

    (14) Ib., p. 209.


    27-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Casement

    Casement, Roger (1864-1916): Iers dichter, mensenrechtenactivist en Brits diplomaat. Casement stelde de misbruiken aan de kaak in de Congo, meer bepaald door baron Jules Jacques de Dixmude, commissaris van het district van het rubberwingebied aan het Leopold-II-meer (het zg. Congo Report) waarvoor hij in 1905 geridderd werd. In 1911 werd hij tevens geridderd voor zijn regeringsrapport over de uitroeiing van de Amazone-indianen van Putamayo in Peru. Hij richtte ook de Anti Slavery Society op. Nadat hij na de aanvang van W.O.I in Duitsland steun had gezocht voor de Paasopstand in Ierland in 1916, werd eerst karaktermoord op hem gepleegd door hem te beschuldigen van (toen nog verboden) homoseksualiteit en vervolgens werd hij, ondanks de inzet van G. B. Shaw en van C. A. Doyle (auteur van The Crime of the Congo) op beschuldiging van landverraad door de Engelsen opgeknoopt. De na zijn dood ontdekte dagboeken waaruit zijn homoseksualiteit moest blijken zijn volgens sommigen vervalsingen. Later kreeg hij een staatsbegrafenis in Ierland. In 2010 verscheen van de Peruviaanse schrijver Mario Vargas Llosa over hem de roman El sueño del Celta (in het Nederlands vertaald als De droom van de Ier).







    26-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geest van koning Leopold II (flap)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De geest van koning Leopold II (flap)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 13: Over kindsoldaten, mensenrechten en de persvrijheid

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 13: Over kindsoldaten, mensenrechten en de persvrijheid

    Over wat er in de Congo allemaal gebeurde, oordeelde de massa op grond van de leugenachtige geschriften en voordrachten van Stanley die samen met Leopold II het hele uitbuitingsapparaat bleef voorstellen als het meest edele beschavingswerk. Behalve de zwarte dominee G.W. Williams, was E.D. Morel na zijn ontdekking als klerk bij Elder Dempster in de Antwerpse haven zowat de enige die daaromtrent de waarheid kende. Toen deze zijn baas, sir Alfred Jones (die in Liverpool ook voorzitter was van de Kamer van Koophandel en honorair consul van de Congostaat) daarover informeerde, probeerde die hem middels promotie en overplaatsing het zwijgen op te leggen. Morel weigerde echter te zwijgen maar werd plotseling overal genekt. In 1901 diende hij zijn ontslag in en begon fulltime te schrijven. Eerst in een Britse krant die hem echter censureerde, vervolgens in eigen beheer met zijn West African Mail. Morel werd “de grootste Britse onderzoeksjournalist van zijn tijd.” (1) Deze mensenrechtenstrijder werd geflankeerd door sir Charles Dilke, door het Genootschap tegen de Slavernij en door het Genootschap voor de Bescherming van Inheemse Volken. Morel werd ook beïnvloed door de bevriende schrijfster Mary Kingsley met haar Travels in West Africa (1897) waarin zij Afrikanen nu eens niet neerzet als wilden maar als mensen. Ook leerde Kingsley ons dat voor de komst van Leopold, die alles inpalmde, de grond en de opbrengsten gemeenschappelijk bezit waren van de dorpsgemeenschap. (2) Morel kon niet naar Congo reizen omdat Leopold “onwelgezinde journalisten stelselmatig de toegang tot zijn bezit ontzegde.” (3)

    Terwijl 's konings opgepoetste versie van de Congo werd geëxposeerd op wereldtentoonstellingen, in plantenkassen en musea, kwam er een geheel andere Congo naar voren op de pagina's van de West African Mail.” (4) Zo waren er geheime instructies die “onder geen beding uit de archieven van de plaatselijke functionarissen mocht worden verwijderd”(5): deze instructies moesten mondeling worden overgebracht om geen sporen na te laten inzake het systeem van bonussen voor wie mannen inlijfde in de Force Publique: “'90 frank voor iedere sterke en gezonde man (…) wiens lichaamslengte groter is dan 155 cm; 65 frank voor iedere jongeling wiens lengte tenminste 135 cm bedraagt; 15 frank per mannelijk kind.'” (6) Morel kreeg zijn info over de misstanden van officieren uit de Force Publique en van missionarissen. Het paleis reageerde met pogingen tot omkoping van Morel middels zijn vroegere baas, Alfred Jones. (7) Er kwam opstand maar onder de dekmantel van een rubberbedrijf ging een contraguerilla, een strafexpeditie, onder Edgar Canisius terreur zaaien: zwarten werden vermoord, hun dorpen platgebrand. Al werd de koning zelf met rust gelaten, toch kon Morel rond 1903 de wantoestanden op de politieke agenda plaatsen in het Britse parlement dat een resolutie stemde waarin werd “aangedrongen dat in de Congo 'de inheemse bevolking menselijk dient te worden geregeerd'”. (8)

    Edoch, kennelijk heeft het werk van mensenrechtenactivisten zoals Morel uiteindelijk niet opgebracht wat het beoogde: vandaag werd in het Belgische parlement een Congocommissie geïnstalleerd die omtrent het Congoverleden naar verluidt tot een “eervol slotakkoord” wil komen, alsof het ging over een muziekstuk waarin de heldendaden van de monarch worden bezongen. Honderd jaar geleden verhinderde de Britse pers Morel om over de besproken wantoestanden te schrijven en probeerde de koning hem via zijn gewezen werkgever door omkoping het zwijgen op te leggen. Vandaag lijkt dat laaghartige gedrag gewoon gecontinueerd te worden: de koning wil van geen excuses weten en in de dagelijkse berichtgeving hier te lande valt geen woord van protest te lezen tegen deze dan toch wel surrealistische gang van zaken. Een democratie moet het van de meerderheid hebben, om niet te zeggen de massa. Blijkbaar is de onwetendheid van de massa andermaal de troefkaart die de dictatuur ook hier weer gretig uitspeelt. En op die manier blijven ook de meest corrupte regimes in het zadel: tegen de tijd dat de mensen weten hoe de vork aan de steel zit, zijn ze te oud geworden om nog te reageren en hun kinderen hebben het niet meegemaakt en laten zich inpakken door desinformatie en corruptie, welke dan doorgaan voor 'onderwijs'.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 26 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), pp. 187-189.

    (2) O.c., pp. 189-190.

    (3) Ib., p. 191.

    (4) Ib., p. 191.

    (5) Ib., p. 192.

    (6) Ib., p. 192.

    (7) Ib., pp. 191-194.

    (8) Ib., pp. 195-196.


    23-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 12: “Een geheim genootschap van moordenaars”

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 12: “Een geheim genootschap van moordenaars”

    Aldus luidt de titel van het elfde hoofdstuk van het onderhavige boek van Adam Hochschild over de Congo van Leopold II. Het hoofdstuk behandelt meer bepaald de ontdekking van de bewuste moordenaarsbende door een klerk die tewerkgesteld was in de Antwerpse haven in 1897-1898, namelijk Edmund Dene Morel. Hochschild verwees reeds in zijn inleiding naar de ontdekking die Morel deed (1) en bij het slot van het eerste deel van zijn tweedelig boek vormt die ontdekking het keerpunt van het hele verhaal. (2)

    Toen de wrede ontdekking gedaan werd, was Leopold zowat op het hoogtepunt van zijn roem. Met de opbrengsten van ivoor en rubber had de koning megalomane projecten opgestart. “Een reeks monumenten (…) werden overal in België gebouwd. In zijn lievelingsbadplaats Oostende stak Leopold miljoenen franken in een promenade, verscheidene parken en een tribune met een wirwar van torentjes (voor de opening versierd met vijfentachtigduizend geraniums) voor de racebaan die hij regelmatig bezocht. (…) een golfbaan in het nabijgelegen Klemskerke, een koninklijk chalet in Raversijde en eindeloze renovaties en uitbreidingen van het kasteel van Laken.” (3), welke hij schonk aan zijn land dat dan het onderhoud ervan betaalde terwijl hij er uiteraard bleef wonen. Hij investeerde ook in een spoorlijn in China, kocht daar grond en ruilde Chinese arbeiders voor de spoorlijn die hij bouwde in de Congo voor het snelle transport van zijn jaarlijkse oogst van “meer dan vijf miljoen kilogram rubber” (4) tegen Congolese soldaten voor China. Van de Chinese arbeiders bezweken de meesten onder het werk. “Een aantal van hen werd later meer dan zevenhonderdvijftig kilometer ver het binnenland in aangetroffen. Ze waren gewoon in de richting van de opgaande zon gelopen in een poging de oostkust van Afrika te bereiken om vandaar naar huis te reizen”. (5) Ook uit de Caraïben te werk gestelde arbeiders bezweken onder het werk. “Wanneer 's ochtends de jachthoorn klonk, legden meutes boze arbeiders de lichamen van hun makkers die in de nacht waren gestorven aan de voeten van Europese opzichters.” (6) Er waren pogingen tot opstanden en doodsverlangen klonk uit de liederen van de zwarte slaven opgetekend door een Zweedse missionaris: “We zijn het zat te leven onder deze tirannie/(...)/we weten dat we zullen sterven, maar we willen sterven/(...).” (7) In 1895 kwam Leopold in opspraak nadat de Ier Charles Stokes, concurrent-ivoorhandelaar van Leopold, onder beschuldiging van wapenverkoop aan Afro-Arabieren door de Force Publique van Leopold werd gezocht, aan de oostgrens van de staat werd gevonden en ter plekke werd opgehangen. (7) Leopold bekende de 'fout' en werd erom geprezen. Zijn roem nam nog toe. Op de wereldtentoonstelling van 1897 in Brussel, waar meer dan een miljoen bezoekers kwamen, werden naast Afrikaanse voorwerpen ook tweehonderdzevenenzestig zwarte mannen, vrouwen en kinderen tentoongesteld. Leopold, die nooit in de Congo was, ging zelf ook kijken en toen hem werd verteld dat sommigen spijsverteringsstoornissen hadden doordat het publiek hen snoep gaf, liet hij een plakkaat ophangen met de tekst: “DE ZWARTEN WORDEN GEVOERD DOOR HET ORGANISATIECOMITE”. (9)

    Toen was het dat Edmund Dene Morel zijn nare ontdekkingen deed als klerk bij de Elder Dempster, de scheepvaartmaatschappij waarvan de stoomboten afvoeren naar de westkust van Afrika. Vooreerst stelde hij vast dat enorme ladingen wapens naar de Congo werden gevoerd waarbij hij zich afvroeg waarvoor die dan mochten dienen. (10) Ten tweede viel het hem op dat de hoeveelheid rubber en ivoor die in Antwerpen binnenkwam (telkens ladingen ter waarde van tientallen miljoenen guldens) een veelvoud was van de door de regering van de Congo op papier aangegeven hoeveelheid, waarbij hij zich afvroeg wie dan die hoge winsten opstreek. Tenslotte: “'(...) van alle importen die naar de Congo gingen bestond zo'n tachtig procent uit artikelen die niets met handelsdoeleinden hadden uit te staan. Niettemin exporteerde de Congo steeds grotere hoeveelheden rubber en ivoor waarvoor de inheemse bevolking, uitgaande van de importstatistieken, niets of vrijwel niets ontving. Hoe werd dit rubber en ivoor dan verkregen? Zeker niet door middel van commerciële handel. Er kwam niets binnen om te betalen voor wat eruit kwam.' (…)” Adam Hochschild: “We weten nu dat de waarde van het rubber, het ivoor en de andere rijkdommen die (…) naar Europa kwamen (…) ongeveer vijf maal zo groot was als van de goederen die ten behoeve van de Afrikanen naar de Congo werden verscheept. (…) Ze kregen duidelijk niets betaald.” Morel concludeerde dat er slavernij in het spel moest zijn. “'Deze getallen vertelden hun eigen verhaal (…) Alleen dwangarbeid van een afschuwelijke en voortdurende soort kon zulke ongehoorde winsten verklaren. (…) Ik werd geconfronteerd met een geheim genootschap van moordenaars met een koning als deelgenoot.'” (11)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 23 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), pp. 7-8.

    (2) O.c., pp. 181-184.

    (3) Ib., p. 172.

    (4) Ib., p. 175.

    (5) Ib., p. 174.

    (6) Ib., p. 175.

    (7) Ib., p. 176.

    (8) Ib., pp. 177-178.

    (9) Ib., p. 180.

    (10) Ib., pp. 183-184.

    (11) Ib., p. 184.




    22-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De waarheid over de derde wereldoorlog - Aflevering 4: Het voorwendsel en het doel

    De waarheid over de derde wereldoorlog

    Aflevering 4: Het voorwendsel en het doel

    De in 1623 in Clermont-Ferrand geboren wis- en natuurkundige, filosoof en theoloog Blaise Pascal was niet de eerste de beste. Iedereen kent de natuurkundige Wet van Pascal die zegt dat een druk op een vloeistof in een vat zich in alle richtingen voortplant (1) maar Pascal was ook degene die samen met de met zijn stelling beroemd geworden Pierre de Fermat de basis legde voor de waarschijnlijkheidsrekening welke op zijn beurt het fundament is voor de kwantummechanica en over Pascal zegde Fermat dat er geen wiskundig probleem was dat deze man niet kon oplossen. Ook de integralen komen van Pascal, de pascaline is de naar zijn uitvinder genoemde eerste mechanische rekenmachine en de twintig jaar jongere Isaac Newton zegde veel aan Pascal te danken te hebben.

    In zijn Kritik verwijst Rudolf Boehm naar Pascal die de middeldoelomkering heeft besproken. Pascal zegt dat de mens zich gedraagt alsof hij niet moet sterven: hij vermaakt zich (met onder meer de filosofie) alsof het leven een spel was en zijn tijd onbeperkt. Door middel van dit vermaak ('divertissement') vlucht hij in illusies en dit middel is zijn doel. (2) Ook Fichte toont hoe in het tijdperk van het verderf de drift domineert en het leven een spel wordt. De mensen achten zichzelf goden en willen alles doch zij bereiken helemaal niets. Marx laat zien hoe de behoeftebevrediging een voorwendsel wordt om ongeremd te kunnen produceren, waarbij de zin uit de arbeid wegebt en de mens van zichzelf vervreemdt. Parkinson beschrijft de vervreemding in de bureaucratie als vorm van heerschappij: vergrijzende ambtenaren pogen hun eindigheid te verdoezelen door zich vast te klampen aan eindeloze en doelloze arbeid. En Boorstin legt uit hoe de massa haar dominerende levensdoelen (de moderne cultuur) vervult door zich uit te leven in een doelloze omgang met de middelen en dit onheil vloeit voort uit extravagante verwachtingen: de mens doet alsof hij onsterfelijk is en hij speelt zijn leven waardoor hij zijn menselijkheid verspeelt. Terwijl hij gelooft het menselijke te overstijgen, verliest hij het. Uitgerekend in de poging zelf om godgelijkheid te realiseren, komt de verkeerdheid daarvan aan het licht. (3)

    In zijn Kritik duidt Rudolf Boehm Pascal aan als de ontmaskeraar van de middeldoelomkering, met name in zijn Pensées. Het is de hoogmoed, het streven naar godgelijkheid, wat de mens doet vallen, zegt Pascal: de goddelijkheid van de ellendige mens bestaat alleen in zijn fantasie, in zijn gedachten. Tegen de ellende en de dood valt niets anders te bedenken dan er niet aan te denken. Vandaar zoeken mensen afleiding ('divertissement') om hun dodelijke levenseinde niet te moeten zien: in de filosofie, in de oorlog, in het spel, in de wetenschappelijke arbeid. (4)

    Daarbij is nu de middeldoelomkering bij uitstek zichtbaar in het spel: we nemen aan dat de gokker speelt (middel) voor geldwinst (doel) maar in feite is het omgekeerde waar: de geldwinst is slechts een voorwendsel (dus geen doel doch een middel) om te kunnen spelen, zodat het spel zelf het doel is. Het voorwendsel is onontbeerlijk maar het doel is het spel, het 'divertissement', de afleiding die ons ons trieste lot moet doen vergeten. Rudolf Boehm verwoordt de essentie van de middeldoelomkering bij Pascal als volgt: “De haas die men achterna rent - men zou hem niet moeten hebben, indien hij zo werd aangeboden ... Deze haas zou ons niet beschermen tegen de aanblik van de dood en van de ellende die er ons nog van afhouden, maar de jacht beschermt er ons tegen.’ De jacht schijnt een middel tot het doel: de haas neerschieten. De haas blijkt een voorwendsel te zijn, hoewel een onontbeerlijk voorwendsel. De jacht is geen louter middel; in de jacht zelf ligt de belangstelling. Hij leidt af.” (5)

    Karl Marx (1818-1883) bevestigt het vermoeden van Fichte: het tijdperk van het kapitalisme wordt gekenmerkt door productie ter wille van de productie. Men verkoopt niet (wat men kan missen) om te kopen (wat men nodig heeft) maar men begint nu ook (ongeacht wat) te kopen om het te verkopen (met winst), en dat is speculeren, dat is kapitalisme: het eindeloze, rusteloze opkopen en slijten van om het even wat met niet langer de behoeftebevrediging als doel maar wel de eindeloze zucht naar steeds meer winst. De wens om de natuurlijke behoeften te bevredigen is niet langer de motor van de arbeid maar het winstbejag en voor wie zich vermaken met de jacht op winst, speelt alleen de ruilwaarde van de waren nog een rol: hun gebruikswaarde is van geen tel meer, het is nog louter een voorwendsel. Hetzelfde geldt dan uiteraard ook voor de arbeid en voor de arbeiders en de consumenten: wie jagen op winst, interesseren zich niet langer aan mensen die het beste van zichzelf leggen in het voortbrengen van nuttige zaken: alleen de arbeidskracht belangt hen aan en arbeiders worden vervangbaar door nieuwe arbeidskrachten en door machines; het nut van de producten is bijzaak, hoofdzaak is dat zij kopers vinden want ook tot kopers worden de mensen in dit systeem herleid en zij zijn pas winstgevend als men hun zaken kan verkopen die hun geld niet waard zijn zodat bedrog de regel wordt. Nuttige en onvervangbare waren zoals (levensnoodzakelijk) voedsel en (eindige) grondstoffen worden vernietigd en mensen worden getaxeerd, tot hun economisch nut herleid en vervangbaar geacht terwijl, paradoxaal genoeg, aan het ruilmiddel geld een (bijna) intrinsieke waarde wordt toegekend: voedsel wordt vernietigd, kostbare grondstoffen weggegooid en mensen afgedankt om de koers van een munt te sturen; (vooralsnog) 'gratis' gezonde lucht en water worden evenmin gewaardeerd als gratuite arbeid en mensen zonder papieren worden massaal en straffeloos ingezet als slaven: zij moeten onderdoen voor rashonden die immers duur worden verkocht. Op die manier gaat uiteindelijk al het intrinsiek waardevolle eraan: de gezondheid wordt vernield van zodra zieken meer renderen en het ongeluk tout-court wordt gecreëerd door wie winst slaan uit het afkopen ervan. De handel in nutteloze en zelfs schadelijke zaken neemt toe als zij maar een hogere ruilwaarde hebben, wat bijvoorbeeld geldt voor drugs, die immers duurder zijn dan brood, ook al doden zij in plaats van te voeden. Op die manier zal het kapitalisme uiteindelijk alles vernietigen.(6)

    De huidige pandemie illustreert de genoemde wetten uitnemend. Van mondmaskers zeggen specialisten dat zij niet werkzaam zijn als zij niet voorradig zijn en komen zij eenmaal in productie, dan worden zij door diezelfde specialisten aangeprezen en door politici verplicht. Vaccins vermelden de bijwerking van hun onwerkzaamheid voor 5 tot 40 percent van de ingeënten terwijl zij bedoeld zijn om 0,2 percent van de bevolking te redden, een segment dat zich uiteraard situeert binnen de groep van de 5 tot 40 percent voor wie de vaccins onwerkzaam zullen blijven maar deze volstrekt nutteloze en zelfs schadelijk waren moeten en zullen worden verkocht omdat ermee wordt gespeculeerd: de geldwinst staat voorop en dat succes rechtvaardigt het moordende kwaad. Een toenemende door het kapitalisme afgestompte massa acht zich in het bezit van 'gezond verstand' waar zij oordeelt dat wie niet (langer) economisch nuttig zijn, het recht verliezen om te leven. God schept het leven maar het gouden kalf verspert de toegang ertoe en eist als tol het ware, het goede en het schone op maar eenmaal de ziel verdwenen, geeft alras ook het leven de geest. (7)

    Al het gezegde geldt nu ook voor de oorlog die immers het verlengstuk is van de economie. Hij is een vermaak, precies zoals de jacht waarover Pascal het heeft en het uiteindelijke doel ervan is het doden als zodanig, wat 'triomferen' wordt genoemd. De moordlust is het doel van de oorlog, het botvieren van de moordlust. Dat is eveneens het geval met het fascisme, het totalitarisme, het nazisme: de bedrijvigheid zelf van het doden, het massaal ombrengen van mensen, schenkt voldoening aan het stelletje sadisten dat aldus uit de bol gaat ten koste van straks de hele goddelijke schepping. Als men de kopstukken van ook deze oorlog goed bekijkt en beluistert, weerspiegelen ze alleen maar dezelfde mentaliteit, drift of beter 'duivelse ziekte' die ook Leopold II in de greep had. Met het fortuin buitgemaakt met de handel in ivoor en rubber ten koste van tien miljoen mensenlevens, bouwde de megalomane vorst de Brusselse triomfbogen, waarover Emile Vandervelde zegde dat men die weldra 'de Bogen van de Afgehakte Handen' (8) zou gaan noemen.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 22 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) De Wet van Pascal luidt: “Een druk die wordt uitgeoefend op een vloeistof die zich in een geheel gevuld en gesloten vat bevindt, zal zich onverminderd in alle richtingen voortplanten.”

    (2) Boehm, Rudolf. (1977). Kritiek der grondslagen van onze tijd, Het Wereldvenster, Baarn. (Oorspronkelijk: Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973)). Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres: https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm, ; J. Bauwens, Panopticum Corona, p. 960.

    (3) Boehm, Rudolf. (1977), par. 17; J. Bauwens, Panopticum Corona, p. 960.

    (4) J. Bauwens, Panopticum Corona, p. 961.

    (5) Boehm, Rudolf. (1977), par. 18, eerste deel; J. Bauwens, Panopticum Corona, p. 961.

    (6) Boehm, Rudolf. (1977), par. 19. J. Bauwens, Panopticum Corona, pp. 963-964.

    (7) Boehm, Rudolf. (1977), het eerste stuk van paragraaf 20. De (nog te vervolgen) theorie werd hier wat ingeperkt en vereenvoudigd, abstracte formules werden waar mogelijk door voorbeelden vervangen. J. Bauwens, Panopticum Corona, pp. 963-964.

    (8) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 169.




    21-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mededeling

    Mededeling:

    Een lezer wees ons er op dat de jongste tekst op deze blog gedeeltelijk onleesbaar was. Bij nazicht bleek de op de blog gepubliceerde tekst af te wijken van het oorspronkelijke document: woorden werden herhaald en stukken tekst waren weggelaten of verplaatst. De oorzaak van de wijzigingen is ons onbekend. Waarschijnlijk gaat het om een technische storing onder de verantwoordelijkheid van bloggen.be.

    J.B., 21.12.2022


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 11: Het afhakken van handen en hoofden

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 11: Het afhakken van handen en hoofden

    Ooit maakte Timur Leng piramides van afgehakte hoofden om volkeren te dwingen zich te onderwerpen en een gelijkaardige methode beval ook het Congo-bewind van Leopold aan in het Manuel du voyageur et du résident au Congo, handelend over het afdwingen van gehoorzaamheid, bijvoorbeeld door het nemen van gijzelaars: “In Afrika is het maken van gevangenen (…) gemakkelijk te doen (…). Als je het gevoel hebt dat je genoeg gevangen hebt, dien je uit hun midden een oude persoon te kiezen (…) stuur haar naar haar dorpshoofd om onderhandelingen te beginnen. Het dorpshoofd, dat zijn mensen vrij wil zien, zal gewoonlijk besluiten afgevaardigden te sturen.” (1) Adam Hochschild: “Zelden biedt de geschiedenis ons de gelegenheid zulke gedetailleerde instructies te zien voor het uitoefenen van een schrikbewind.” (2) Eén van de dertig redactieleden van het handboek was Léon Rom, de man die zijn tuin omzoomde met hoofden van ongehoorzame zwarten op palen gespiesd. (3) Waarom?

    Na Stanley met zijn schrikbewind trok in 1890 een voorname zwarte Amerikaanse missionaris naar de Congo: William Sheppard. Hij werd er naartoe gestuurd door de Amerikanen als bruggenhoofd om na de tijd van de slavernij de miljoenen Amerikaanse zwarten terug te kunnen zenden naar hun land van herkomst (van hun voorouders) en hijzelf zou daar twintig jaar werken, geliefd door zijn (kunstenaars)volk, de (Ba)Kuba. Maar acht jaar later plunderde Leopolds leger ook dit volk en wel met de bedoeling gijzelaars te maken... om aan rubber te komen.

    Vroeger al had Columbus (1451-1506) het rubber gezien in West-Indië en het kreeg zijn naam omdat men er potloodlijnen kon mee uitwissen ('rub out'). In Belfast vond John Dunlop de opblaasbare rubberband uit die de firma Dunlop begon te produceren in 1890, waarop een fietsrage volgde en niet veel later kwam dan de auto. Macintosh maakte er textiel waterdicht mee (voor de vervaardiging van een macintosh, een regenjas) en het kreeg nog talloze andere toepassingen in de industrie zodat er wereldwijd een grote vraag naar rubber kwam. Rubber werd geoogst uit rubberranken maar ook uit rubberbomen en de rubberkoorts verdrong de ivoorkoorts: “Tussen 1890 en 1904 groeiden de totale winsten van rubberwinning in de Congo met een factor zesennegentig. Rond de eeuwwisseling was de Etat Indépendant du Congo verreweg de meest winstgevende kolonie in Afrika geworden” (4) - vooral ook omdat de winning van rubber alleen fysieke arbeid vereiste.

    Om wild rubber te winnen moesten mensen zich wijduit verspreiden door het regenwoud en vaak in bomen klimmen. (…) Rubber is gestold sap; het Franse woord ervoor, caoutchouc, is afgeleid van een woord van de Zuid-Amerikaanse indianen dat betekent: 'het hout dat huilt'. (...)” (5) Het gaat om een rank waarin een snee moest worden gemaakt, waaruit langzaam het sap druppelde dat werd opgevangen in een emmer, een zwaar en gevaarlijk werk, hoog in de bomen. “Een (rubber)tapper moest het siroopachtige rubber drogen zodat het zou stollen; vaak lukte dat alleen door de substantie uit te smeren over zijn armen, dijen en borst” (6), begrijpelijkerwijze een pijnlijke zaak. “De inboorling houdt er niet van rubber te maken. Hij moet ertoe worden gedwongen.” (7) Die dwang gebeurde zoals gerapporteerd door onder meer een Britse vice-consul in 1899: soldaten plunderen een dorp en gijzelen de vrouwen “'totdat het stamhoofd van het district het verlangde aantal kilogrammen had binnengebracht. (Dan) werden de vrouwen terugverkocht aan hun eigenaars voor een paar geiten per stuk, en zo ging hij verder van dorp tot dorp totdat de verlangde hoeveelheid rubber was ingezameld.'”” (8) Bij weigering werden vrouwen gedood of verkracht. (9) De methode van de quota werd gebruikt zoals ook in het slavenarbeidssysteem van de sovjetgoelag in Siberië waar ertsen moesten worden binnengebracht. (10) Er werd gewerkt met de zweep en met bedrijfseigen milities en er was uiteraard ook de Force Publique “die vaak hun vuurkracht ter beschikking stelden van de contracterende bedrijven” (11), bijvoorbeeld wanneer er gijzelaars moesten worden gemaakt. (12) “Enorme aantallen Afrikanen werden geronseld (…): in 1906 vermeldden de boeken van de ABIR (Anglo-Belgian India Rubber and Exploration Company) alleen, verantwoordelijk voor slechts een klein deel van de rubberproductie in de Congostaat, zevenenveertigduizend rubbertappers.” (13) “Overal langs de rivieren liepen colonnes uitgeputte mannen met manden vol klonterige grijze rubber op hun hoofd soms dertig kilometer of meer om zich te verzamelen bij de woning van Europese agenten, die op hun veranda's zaten en de ladingen rubber wogen. Op één inzamelpunt telde een missionaris vierhonderd mannen met manden rubber. (Het werd) gekneed (en) in de zon te drogen gelegd. Vervolgens (…) vervoerd (…) naar Europa.” (14) Er werd betaald met “een stuk textiel, kralen, een paar lepels zout (…), zaken die allemaal vrijwel niets kosten (…). Bij minstens één gelegenheid werd (…) betaald in mensen. (Een in 1901 in de buurt van de Stanleywatervallen vastgelegde getuigenis:) 'Hij heeft me zes vrouwen en twee mannen gegeven./ Als betaling voor de rubber (…) waarbij hij me vertelde dat ik hen kon opeten, of hen kon doden, of hen kon gebruiken als slaven - wat ik maar wilde.'” (15) In 1899 vond Sheppard (in opdracht op zoek naar de oorzaak van verzetsopstanden) “met bloed doordrenkte grond, vernielde dorpen en veel lijken; de lucht was zwaar van de stank van rottend vlees. (Hij zag) grote hoeveelheden voorwerpen die werden gerookt (…) en daar waren ze, de rechterhanden, ik telde ze, eenentachtig bij elkaar'”. Zij vormden de bewijzen voor de gedode zwarten. “(...) Hij liet Sheppard trots enkele lichamen zien waar de handen van afkomstig waren. Het roken werd gedaan om de handen te verduurzamen (…). Het afhakken van handen was een opzettelijk beleid, zoals zelfs hoge ambtenaren later zouden toegeven. (Zo) vertelde Charles Lemaire na zijn pensionering: 'zodra het ging om rubber, schreef ik naar de regering: “Om rubber te verzamelen in het district (…) moet men handen, neuzen en oren afhakken”'. (16) Bij weerspannigheid tegen het rubberregime “schoten strijdkrachten van de overheid of de bedrijven soms iedereen dood die ze in het oog kregen, zodat de boodschap doordrong tot de nabijgelegen dorpen.” (17) “Het standaardbewijs (dat iemand inderdaad was doodgeschoten) was de rechterhand van het lijk. (…) 'Soms', zei een officier tegen een missionaris, gebeurde het dat soldaten 'een patroon afvuurden op een dier waarop ze joegen. Dan hakten ze een levende man de hand af.” (18) Een officier van de Force Publique vertelt wat hij deed om gehoorzaamheid af te dwingen: “Eén voorbeeld was genoeg: honderd afgehakte hoofden en sindsdien zijn er voldoende voorraden op de basis geweest. Mijn doel is uiteindelijk humanitair. Ik heb honderd mensen gedood (…) maar daardoor kregen vijfhonderd anderen de kans te blijven leven.'” (19) Zo “konden sadisten (…) hun lusten volop botvieren.” (20) Adam Hochschild beschrijft er een aantal in detail met naam en toenaam. (21)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 20 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 166.

    (2) O.c., p. 166.

    (3) Ib., p. 166.

    (4) Ib., p. 164.

    (5) Ib., p. 164.

    (6) Ib., p. 165.

    (7) Ib., p. 165.

    (8) Ib., p. 165.

    (9) Ib., pp. 165-166.

    (10) Ib., pp. 166-167.

    (11) Ib., p. 167.

    (12) Ib., p. 167.

    (13) Ib., p. 167.

    (14) Ib., p. 168.

    (15) Ib., p. 168.

    (16) Ib., pp. 168-169.

    (17) Ib., p. 169.

    (18) Ib., p. 169.

    (19) Ib., p. 170.

    (20) Ib., p. 170.

    (21) Ib., p. 170.




    20-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De waarheid over de derde wereldoorlog - Aflevering 3: Het dak

    De waarheid over de derde wereldoorlog

    Aflevering 3: Het dak

    In zijn boek uit 1998, getiteld: De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, vertelt de Amerikaanse historicus Adam Hochschild hoe bij de kolonisatie van de Congo onder de Belgische koning Leopold II in de laatste decennia van de negentiende en in de eerste decennia van de twintigste eeuw, beschavingswerk en bestrijding van de slavenhandel wordt voorgewend om de plundering van een vreemd territorium en een navenante genocide van de plaatselijke bevolking te kunnen verwezenlijken en meteen te verkappen. De gebruikte methode werd in een meer algemene en filosofische context uitvoerig beschreven door de Duits-Belgische wijsgeer Rudolf Boehm in diens Kritik der Grundlagen des Zeitalters uit 1973 als de zogenaamde middel-doelomkering. Om het met een voorbeeld van Blaise Pascal te omschrijven: onder het voorwendsel de honger te bestrijden komt de jager tegemoet aan zijn eigenlijke doel dat bestaat in het plezier van de jacht en op die manier wordt het voorgewende doel (het voedsel) het middel om het eigenlijke doel (de jacht), dat bedrieglijkerwijze als middel werd voorgesteld, te bekomen.

    Verwant aan de middeldoelomkering is de verwisseling van enerzijds drijfveren of motieven en anderzijds redenen, waarbij de motieven de werkelijke redenen zijn die echter worden verzwegen of worden verborgen onder de leugenachtig opgegeven redenen welke in feite argumenten zijn. Een bijzonder onderdeel van de argumentatieleer is de leer van de drogredenen en niet zomaar worden de argumentatieleer en de retorica of de welsprekendheid soms stoutweg benoemd als de bij uitstek door advocaten zo veelvuldig beoefende 'kunst van het liegen'. De discrepantie tussen redenen en drijfveren weerspiegelt zich tenslotte eveneens in de kloof die gaapt tussen de werkelijkheid en de kennis daarvan of beter: de theorieën daarover, want weliswaar is de werkelijkheid één maar haar beschrijving is alles behalve eenduidig, om niet te zeggen dat er zoveel verschillende en elkaar tegensprekende theorieën over de werkelijkheid bestaan of denkbaar zijn dat alleen al dit aantal kan gelden als een afdoend bewijs voor de stelling dat niet één ervan juist kan zijn. En dit bedrog bereikt zijn climax waar bijvoorbeeld in de politiek de beschrijvingen alsnog aanspraak maken op een hoger werkelijkheidsgehalte dan de beschreven dingen en feiten: quod non est in scriptis, non est in mundo. Mensen zonder papieren worden als onbestaande beschouwd terwijl louter papieren die geen enkele realiteit dekken, erkenning afdwingen voor wat niet bestaat doch enkel wordt voorgewend.

    En zo belanden we bij het bijzondere feit dat onze samenleving enkel bestaat in de opgesplitste vorm waarbij de maatschappij zoals zij over zichzelf spreekt, niet alleen grondig verschilt van de maatschappij zoals zij in werkelijkheid functioneert maar dat zij daar tevens lijnrecht tegenover staat.



    Dat vandaag een geleerde uitpakt met de idee dat senioren in zorginstellingen zich bijvoorbeeld inzake de tijdstippen van opstaan en slapengaan helemaal niet horen te schikken naar de regels van het huis maar dat zij daarover zelf moeten kunnen beslissen omdat zij daar in de eerste plaats wonen, maakt duidelijk dat de schending van elementaire mensenrechten een vanzelfsprekendheid kon worden in een samenleving die pretendeert deze te verdedigen doordat de voorstelling van zaken in feite prevaleert op de dingen zelf, met andere woorden: omdat de leugen er meer in de pap te brokken heeft dan de waarheid, wat vanzelfsprekend een consequentie is van het recht van de sterkste. Als de zwakkere liegt, wordt hij terechtgewezen en gestraft maar de sterkere zal a priori aan elke terechtwijzing ontsnappen zolang de waarheid een product is van de macht.

    Bejaardentehuizen dienen voor de verzorging van bejaarden maar tegelijk dienen zij ook voor de financiële verrijking van de betrokken investeerders. Mensen studeren voor arts ter verzorging van de zieken maar tegelijk doen zij dat gebeurlijk ook om zich een zekere sociale status te verwerven, al kan men nooit zeggen dat die status geen ongewilde bijwerking is, ook al blijkt bijvoorbeeld het aantal priesterroepingen recht evenredig af te nemen met het verlagen van de status van dit beroep. Mensen studeren om kennis op te doen maar omdat die dan weer in functie staat van beroepsuitoefening terwijl de job noodzakelijk kan zijn voor de zelfinstandhouding, staat studeren niet alleen in dienst van het weten maar evenzeer van het eten. Het is met andere woorden niet altijd even duidelijk hoe de vork aan de steel zit maar het bestaan van de dubbele boekhouding en de dubbele moraal kunnen niet worden ontkend.

    Of men in een zorginstelling überhaupt nog kan wonen is zeer de vraag omdat dit wonen onderworpen is aan condities die men niet altijd volledig in handen heeft zodat het uiteindelijk nimmer gegarandeerd kan worden. Dit terwijl het wonen een vanzelfsprekendheid zou moeten zijn precies zoals het hebben van een eigen lichaam waarover men het meesterschap heeft maar ook dit laatste is allang niet meer het geval. Het eigen lichaam is verbonden met de gezondheid welke voor een almaar toenemend deel wordt beheerd door derden die men voor deze dienst betaalt met een inkomen dat op zijn beurt zijn onzekerheid onder meer aan een gezondheidstoestand heeft te wijten. Zoals men voor de bestaanscondities van zijn woonst afhankelijk is van een inkomen en van gas, water, elektriciteit en zo meer, zo ook beheert men niet langer het eigen lichaam en de eigen geest, die men immers veeleer huurt tegen de prijs van hun tewerkstelling in projecten waarvan de uiteindelijke betekenis onbekend blijft alsook degene of degenen die ze uitvoeren. Er bestaat met andere woorden een slavernij welke te maken heeft met het lichaam maar er bestaat eveneens een slavernij welke de woonst betreft waarin het lichaam zijn onderdak heeft.

    Wonen heeft te maken met het ruimtelijke aspect van ons bestaan en met onze fysieke kwetsbaarheid maar in een kapitalistisch bestel wordt ook de territoriale factor steeds belangrijker in de betekenis van eigendom. Eigendom is geen vanzelfsprekendheid terwijl de persoonlijke integriteit en de privacy mensenrechten zijn die alleen maar gevrijwaard kunnen worden door middel van eigendom dat allerminst een recht is waarop iedereen zomaar aanspraak zou kunnen maken. Mensen en dan vooral ouderen in zorginstellingen moeten zich bezinnen over hun privacy omdat die een conditie is voor het menselijk bestaan. Iemand kan weliswaar overleven zonder privacy maar hij kan dat evenwel niet als mens omdat, om het simpel te houden, de mogelijkheid tot het hebben van geheimen een voorwaarde is voor het kunnen bestaan van de persoon die ze koestert. Het alziend oog van de camera die zogezegd onze veiligheid moet garanderen, fnuikt niet alleen onze vrijheid maar vernietigt reeds het eigen Zijn als zodanig door het openbaar te maken en voor principieel iedereen toegankelijk. Een mens is onderworpen aan het oog van wie hem gadeslaan van zodra hij niet ziet wie hem zien en dus van zodra hij naar het bestaan en de bedoelingen van wie hem volgen slechts het raden kan hebben. Terwijl hem gezegd wordt dat hij door de camera wordt beveiligd, weet hij zich slechts belaagd en vooral beroofd van de vrijheid om te handelen omdat hij niet langer handelt in een wereld die alleen van hem is en van niemand anders. Die vrijheid bezit men in zijn droom maar het kunnen meenemen van zijn droom naar het werkelijke leven is de voorwaarde voor een leven dat het volstrekt voorspelbare bestaan van de dode sterren en planeten overstijgt omdat een volwaardig menselijk bestaan samenvalt met de mogelijkheid van de realisatie van zijn dromen.

    De woonst is de plek waar men zich uit de openbaarheid terug kan trekken en waar men zich dus kan losmaken van de blik van derden. De wetenschap dat men de blik van vreemden van zich afgeworpen heeft doordat men bijvoorbeeld het licht heeft gedoofd en de vensters en de deuren heeft gesloten, is noodzakelijk voor de terugtrekking in de droom welke pas kan intreden van zodra men zich heeft overgegeven aan de slaap. De overgave aan de slaap vergt het loslaten van de controle over zichzelf en die vereist uiteraard dat het aan derden onmogelijk wordt gemaakt om controle te krijgen over de slapende. Dat de slapende zich overgeeft aan de slaap en aan zijn droom houdt in dat hij terecht komt in een wereld waarover hij en hij alleen het meesterschap bezit omdat het zijn wereld is en die van niemand anders. Ontbreekt deze privacy dan is sprake van indringers en die kunnen hun onrecht nooit verantwoorden door te verwijzen naar de veiligheid van wie zij aldus aan hun blik onderwerpen.

    Uiteraard staat in het donkere jaareinde het wonen centraal en het wordt uitgebeeld door de stal die zich nu tijdelijk binnenin elk huis ontpopt: de stal is het huis van het kerstekind dat in zijn latere leven geen steen zal vinden om het hoofd daarop te laten rusten. De woonst die een einde moet maken aan de rusteloosheid welke de daklozen door de straten jaagt, ontbreekt voor alsmaar meer mensen. De eigendom is voorbehouden aan de happy few maar ook de huurders dreigen hun tijdelijke nederzettingen te verliezen in gevolge de noodzaak welke de oorlog begeleidt en in de verte doemen reeds de kazernes op die al realiteit zijn voor de miljoenen oorlogsvluchtelingen die men in Turkije en op de Griekse eilanden heeft tot staan gebracht. Zij wachten in barakken waarvan iedereen intussen wel weet dat wie er wordt ondergebracht elk vooruitzicht moet missen om daar ooit nog weg te komen, wat uit het wachten de daaraan inherente hoop weg rooft. Handelen is een activiteit, wachten is een passiviteit maar wachten naar niets of naar niemand is nog iets heel anders dat maar moeilijk in woorden gevat kan worden.

    Edoch, zoals ook elders vaker het geval is, raken ook hier de uitersten elkaar en bespeurt men gebeurlijk een verwantschap tussen het wachten op niets en de rust welke het wonen schenkt want ook wonenden lijken te wachten zonder dat ook maar iets dit wachten nodig maakt. De daklozen lijken hier te gelijken op de superrijken zoals de compleet verzadigden gelijken op de niet meer levenden en zoals zij die het hoofd kunnen bieden aan quasi al hun behoeften, gelijken op degenen die quasi al hun behoeften hebben kunnen bevredigen. Als de heerlijkheid van de verrijzenis bestaat, dan vereist zij de gruwel van de kruisdood, zoals de christelijke theologen beweren. De donkere zes weken gaan noodzakelijk vooraf aan het licht van Pasen, de nacht aan de dag, het wroeten aan de rust, het zoeken aan het vinden.

    Heel binnenkort zal ook voor de gezeten burgers het dak geen bescherming meer bieden en zal men zijn toevlucht nemen tot de schuilkelders voor de eeuwigheid.

    (J.B., 20 december 2022)


    Verwijzingen:
    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998).
    (2) Boehm, Rudolf. (1977). Kritiek der grondslagen van onze tijd, Het Wereldvenster, Baarn. (Oorspronkelijk: Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973)). Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres: https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm . Voor een synthese, zie: Panopticum Corona (http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170161.pdf )


    18-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De waarheid over de derde wereldoorlog (Een interview met Omsk Van Togenbirger) - Aflevering 2: De oorlog en de rechtschapenheid

    De waarheid over de derde wereldoorlog

    (Een interview met Omsk Van Togenbirger)

    Aflevering 2: De oorlog en de rechtschapenheid

    OVT: De honger is het wapen van het gouden kalf, het verst geavanceerde biotechnologische wapen inderdaad, maar ook de vrieskou, de ziekten die ons kunnen treffen en uiteindelijk de dood, kortom: het leed dat inherent is aan ons fysieke bestaan, onze lichamelijkheid, die wij ook nodig hebben om te genieten of gewoon om ons bewust te zijn van het feit dat wij er zijn. De duivel kan ons in zijn greep houden doordat wij een lichaam hebben, hij is er meester over, hijzelf immers is een zuivere geest.

    Maar is dat geen lang voorbijgestreefde katholieke theologie, of fantasie?

    OVT: Zeer zeker. Alleen is het wel zo dat volstrekt parallel met die fantasie zich een, zo men wil, compleet areligieuze realiteit aftekent waaraan niet te tornen valt.

    Hoezo?

    OVT: Over het bestaan van de duivel kan men een lustig boompje opzetten maar over de werkelijkheid van het kwaad valt niet te palaveren: geen weldenkend mens ontkent het bestaan van lijden en dood, ook al doet men verwoede pogingen om het leed weg te nemen en om de dood als het ware onvoelbaar te maken voor de stervende door zijn lichaam in een coma te brengen en het gevoelloos te maken en onbewust.

    En slaagt men daar dan niet in?

    OVT: Wel, ook al zou dat een feit worden, dan blijft de dood, meer bepaald als de dood van onze medemensen, onverminderd bestaan voor wie in het leven achterblijven. En die achterblijvenden zijn alle mensen zonder ook maar een enkele uitzondering, ook al zou men erin slagen het eeuwig leven uit te vinden. Dit onherstelbare verlies is een noodlottigheid.

    Het ziet er naar uit dat dit zo is, ja...

    OVT: Nu zijn er die beweren dat dit enkel zo is voor wie niet geloven in de opstanding maar uiteraard is dat een verzinsel vanjewelste!

    Wat bedoelt u?

    OVT: Is het dan het geloof dat maakt dat je kan opstaan uit de dood? Het is een stelling die men zou kunnen proberen te verdedigen, weliswaar en het is niet verboden om pogingen te ondernemen om ongeacht welke stelling te verdedigen. Maar gelooft u dan dat het geloof iets aan de realiteit zou kunnen veranderen? Of het ongeloof?

    Waarom niet?

    OVT: Wel, stel eens dat er een opstanding bestaat, en meer bepaald een opstanding van het vlees, zoals de katholieke theologie dat voorhoudt: zou dat dan niet een realiteit zijn die zich voltrekt zowel voor gelovigen als voor ongelovigen? Ik wil zeggen: kan het feit dat jij gelooft dat de zon bestaat ook maar iets aan haar bestaan veranderen? Je schudt het hoofd want inderdaad kan de werkelijkheid niet worden beïnvloed door iemands geloof. Zou men het tegendeel aannemen, dan ware er immers geen werkelijkheid.

    Hoezo?

    OVT: Ha! Wel, stel eens dat je het tegendeel zou aannemen en dat je dus zou veronderstellen dat het geloof de werkelijkheid kon beïnvloeden: het bestaan van de zon zou dan afhankelijk zijn van uw geloof in het bestaan van de zon, nietwaar?

    Ja...

    OVT: Maar als jij gelooft dat de zon bestaat en ik geloof dat ze niet bestaat, dan zou zij dus tegelijk wel en niet moeten bestaan, nietwaar?

    Inderdaad, dat kan niet.

    OVT: De objectieve werkelijkheid is noodzakelijk voor iedereen dezelfde, van zodra zich daarin een contradictie voordoet, is zij inconsistent en dus onhoudbaar. En zij is dat uiteraard nog oneindig veel meer dan een loutere stelling over de werkelijkheid of over een enkele zaak daarin.

    En de subjectieve werkelijkheid?

    OVT: Er bestaan zoveel subjectieve werkelijkheden als er wezens bestaan die elk hun eigen werkelijkheid kunnen dromen. Maar indien die werkelijkheden allemaal in de waarheid bestonden, dan waren zij ook allemaal één en dezelfde realiteit. Of dan toch eenzelfde intersubjectieve realiteit want verder dan dat kan men uiteraard niet denken. Afgezien van het solipsisme uiteraard...

    Dat lijkt een noodzakelijk te trekken conclusie, ja, een consequentie van die aannames...

    OVT: “Het geluk van de ene is zoals het geluk van de andere maar elk ongeluk heeft zijn eigen karakter”.

    Is dat niet de openingszin van een grote roman?

    OVT: Zeer in tegenstelling tot de schijn welke die zin opwekt, verbergt hij een veelbelovende waarheid.

    Is dat zo?

    OVT: Hij onthult een veelbelovende waarheid. Maar het wegnemen van de sluier vraagt een kleine inspanning, mijn beste.

    Ik vermoed het, ja...

    OVT: Het realiseren van die ene werkelijkheid is danig verleidelijk dat mensen in hun onverstand geloven dat ze dat kunnen doen door de individuele vrijheid, en dus ook de vrijheid om te dromen, weg te nemen.

    Hebt u het over de vrije meningsuiting?

    OVT: Wie alle neuzen in eenzelfde richting dwingen, denken geheel verkeerdelijk dat op die manier eendracht kan tot stand gebracht worden... waarover men dan gelooft dat zij macht creëert.

    En dat is niet zo?

    OVT: Iedereen zal dan wel hetzelfde gaan belijden maar dat gebeurt dan uiteraard wel onder dwang. En waar mensen handelen onder dwang, handelen zij vanzelfsprekend niet langer zelf: zij voeren dan uit wat een ander hen opdraagt te doen, zij werden herleid tot instrumenten van een dictator.

    Kennelijk, ja. Maar wat heeft dat dan te maken met de oorlog?

    OVT: De waan dat het volstaat om de belijdenis van het geloof één te maken, is ontegensprekelijk de kostelijke illusie van het wereldcommunisme maar tevens die van ongeacht welk geloof of systeem dat zich aan ons poogt op te dringen.

    – “Der Wille zum System ist ein Mangel an Rechtschaffenheit ”?

    OVT: U zegt het!

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 18 december 2022)




    16-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adam Hochschild

    Adam Hochschild (° New York, 1942) Amerikaanse schrijver, journalist, historicus en docent. Schreef onder meer King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa (1998), vertaald naar het Nederlands door Jan Willem Bos: De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998, To End All Wars: A Story of Loyalty and Rebellion, 1914-1918 (2011), Bury the Chains (2005), The Mirror at Midnight (1990), The Unquiet Ghost (1994) en Spain in Our Hearts (2016).



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De waarheid over de derde wereldoorlog (Een interview met Omsk Van Togenbirger) - Aflevering 1: Het onfeilbaar biotechnologisch wapen

    De waarheid over de derde wereldoorlog

    (Een interview met Omsk Van Togenbirger)

    Aflevering 1: Het onfeilbaar biotechnologisch wapen

    OVT: Men mag niet vergeten, aldus begint de inmiddels hoogbejaarde man het verhaal dat ik haast niet durf na te vertellen, dat de ultieme drijfveren van de mens even onvoorstelbaar zijn als werkelijk. Begrijpt u dat?

    - Ik doe mijn best...

    OVT: De ultieme drijfveren van de mens, en ik bedoel natuurlijk niet alle mensen, maar wel een zekere groep van mensen, mensen die de tijd hebben en de middelen om zich daarmee bezig te houden, en ik zal dadelijk uitleggen met wat ze zich dan bezighouden... De filosoof Rudolf Boehm heeft die ultieme drijfveren beschreven in zijn Kritik der Grundlagen des Zeitalters uit 1973. (1) De mens is in het leven geworpen, hij is totaal onderworpen aan de natuur maar hij wil zich in feite wreken, hij wil de realiteit binnenstebuiten keren en de natuur aan zich onderwerpen, het schepsel wil dus worden zoals god zelf, het wil almachtig zijn en onsterfelijk.

    Is dat zo?

    OVT: God is mens geworden opdat de mens zoals god zou kunnen zijn: het is de grondslag van de alles overheersende religies. Vooral in het Griekse mythologische denken en in het Christendom staat de vlucht voor de dood centraal en de mens denkt de onsterfelijkheid te kunnen bereiken met zijn kennis: hij zoekt zijn heil in de zuiver theoretische kennis, die hem echter ongelukkig maakt met het aan het licht brengen van zijn sterfelijkheid. “Wie heeft u te kennen gegeven dat gij naakt zijt?”, zo vraagt Jahweh aan de mens die zich heeft omgord met een schort van vijgenbladen en die zo te kennen geeft dat hij, in weerwil van het goddelijke verbod, van de boom der kennis heeft gegeten.

    - De mens wil God zijn?

    OVT: Herinnert gij u nog Gods alziend oog dat alom prijkte in de driehoek “God ziet u, hier vloekt men niet”?

    Ja, er staat daarvan nog een illustratie in “De Witte” van Ernest Claes...

    OVT: Wel, ze hebben God dood verklaard, de driehoek met het oog is verdwenen, hij is nergens meer te bekennen, nietwaar?

    Inderdaad...

    OVT: Het alziend oog van God is weg en het alziend oog van de mens is in de plaats gekomen.

    U bedoelt de camera's?

    OVT: Onder meer de camera's. De alomtegenwoordige controle, van klantenkaarten tot identiteitsbewijzen... het totalitarisme.

    Daar lijkt het wel op...

    OVT: Maar het is niet langer de goede God die de mens gadeslaat, het is de dictator, het is de anonieme dictatuur: geen persoon, laat staan een goddelijke persoon, maar een onpersoon, de onpersoon bij uitstek. En weet jij wie dat dan zijn mag?

    Volgens de theologie is de niet-persoon bij uitstek de duivel.

    OVT: En dan het “hier vloekt men niet”: hoe mag de vloek vandaag dan wel luiden? Vloekt men dan niet als men het gezag van de dictator tart? Als men zaken vertelt die ingaan tegen de zuiver theoretische kennis? Als men uitvaart tegen de wetenschappen die zich almachtig wanen, zij het dat zij die almacht alleen maar beloven, ergens in de toekomst?

    Ja, men is een ketter als men niet gelooft in de wetenschap...

    OVT: Kijk dat eens aan. Een boete van hoeveel euro was het ook alweer voor wie geen masker dragen? De aanpassing van de feiten aan de volstrekt fictieve theorie? De mens zoals hij op papier bestaat? Immers, wie louter 'in het echt' bestaan, bestaan helemaal niet als zij geen papieren hebben! Het zijn de papieren die de mens van vlees en bloed leven inblazen en een ziel, nietwaar?

    Is dat echt zo?

    OVT: Probeer maar eens zonder papieren bij de administratie van de potentaat te gaan uitleggen dat ge ondanks de afwezigheid van die papieren wél bestaat! Dat lukt niet, zeg ik u! De potentaat met zijn papieren erkent uw bestaan of hij erkent het niet en als gij weerbarstig zijt, wachten u alleen nog de uitsluiting uit de maatschappij waarvan het bestaan niet langer steunt op levend graan maar wel op dood geld dat vanuit een diepe afgunst als het ware de functie van het levende graan wil overnemen: het geld heeft het graan onbereikbaar gemaakt voor wie niet aan de mammon gehoorzamen. Zonder papieren immers hebt gij geen geld en rest u alleen nog de hongerdood. Of de dood van de ziel, de slavernij.

    - Hoezo?

    OVT: Zonder geld geen brood maar wel honger. Uw honger wordt dan het quasi onfeilbare biotechnologische wapen van de dienaren van de mammon waarmee zij u kunnen reduceren tot een willoos werktuig dat gedwee al hun bevelen opvolgt.

    Mijn honger, het wapen van de mammon?

    OVT: Het labeur dat gij kunt waarnemen op de akkers, ook op feestdagen en tot een stuk in de nacht, wordt voltrokken door papierlozen die op de vlucht zijn, illegalen, geldlozen en dat zijn in feite: hongerigen! Het labeur op het veld en in de fabrieken waar uw groenten worden gekweekt of waar uw kleren worden gemaakt, of uw chips, mijn beste! De gigantische legers van de drugsverslaafden die zich met slavenwerk, met kinderarbeid en met allerlei andere misdaden recht proberen te houden: het zijn allemaal slachtoffers op het altaar van het gouden kalf.

    Maar wat heeft dat dan te maken met de oorlog?

    OVT: Het wereldcommunisme wendt voor dat het dit alles kan veranderen.

    Maar Poetin is een nationalist!?

    OVT: Words, words, words...

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 16 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Boehm, Rudolf. (1977). Kritiek der grondslagen van onze tijd, Het Wereldvenster, Baarn. (Oorspronkelijk: Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973)). Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres: https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.ht

    m . Voor een synthese, zie: Panopticum Corona (http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170161.pdf ),

    pp. 946v.






    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    kerststal 2021


    Inhoud blog
  • PANDAMNED - DOCUMENTAIRE (MARIJN POELS)-
  • (VOSTFR) Arrogance, Communication & Pandémi
  • Neoliberalisme, een miskleun vanjewelste
  • PANDAMNED - DOCUMENTAIRE (MARIJN POELS)
  • Verschijnt binnenkort:
  • s
  • geen woord hierover in het 'officiële nieuws':
  • https://www.mo.be/nieuws/7-op-de-10-milieujournalisten-aangevallen-vanwege-hun-werk
  • Krieg und Leichen Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • Martinu
  • Koningin Elisabethwedstrijd
  • Koningin Elisabethwedstrijd
  • JS Bach over de lente
  • Smeren ze ons kanker aan e a ()
  • Het nationalisme en de dood
  • Het nationalisme en de dood (deel 3)
  • Het nationalisme en de dood (deel 2)
  • Het nationalisme en de dood
  • De neuzen van Tsjernobyl
  • Extreemrechts en drogredeneringen
  • De lugubere sprookjes van extreemrechts
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (4 delen)
  • Waar komen al die tumoren toch vandaan? (prof. Pierre Capel)
  • Farid Sheek en Moshen Masoumi
  • Farid Sheek: "Free Spirit"
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 4)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 3)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 2)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom
  • De grote gijzeling Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid (10 afleveringen)
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 10: De afgrond
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 9: De slang die zichzelf in de staart bijt
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 8: De ballade van Arie Hop of de consumptie van het eigen lijf
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 7: Massa-suïcide
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 6: De droom van volmaaktheid
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 5-
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 4
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 3
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 2
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 1
  • -
  • Paternalisme
  • IJZEREN LOGICA MET OMSK VAN TOGENBIRGER
  • hitler
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 7: De uithangborden van de doodsangst
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 6: God en Mammon: twee handen op één buik
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 5: De shoa: het plan van een occulte sekte
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 4: Voortekenen van de genocide
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 3: De megalomanie van de junkie
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 2: Seksuele frustratie, machtswellust en oorlog
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 1: Frustratie, haat en waanzin
  • 9 juni 2024, extreemrechts en de tradities
  • Bomen - Het korte leven van witte abelen langs de Scheldedijk te Wetteren
  • Nosferatu
  • Pasen
  • 9 juni 2024 en de frontsoldaten
  • 9 juni 2024 en de stomme kinderen
  • 9 juni 2024 en Sint-Grobian
  • 9 juni 2024 en de 'vrije' mening
  • Het wrange wringen van de macht
  • congohistorie-
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen
  • congohistorie
  • Democratie en mensenrechten?
  • t5
  • teksten4
  • teksten3
  • teksten2
  • teksten1
  • De cultus van Mammon
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen
  • De cultus van Mammon (deel 5)
  • De cultus van Mammon (deel 4)
  • De cultus van Mammon (deel 3)
  • Van ruilmiddel tot god
  • De cultus van Mammon (deel 2)
  • Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
  • De cultus van Mammon (deel 1)
  • De cultus van Mammon (deel 1)
  • opmerking leesbaarheid blogteksten
  • Democratie en mensenrechten (deel 8)
  • Democratie en mensenrechten (deel 7)
  • Democratie en mensenrechten (deel 6)
  • Democratie en mensenrechten (deel 5)
  • Democratie en mensenrechten (deel 4)
  • Democratie en mensenrechten (deel 3)
  • Democratie en mensenrechten (deel 2)
  • Democratie en mensenrechten
  • Het wordt geregeld. Over abortus en euthanasie
  • Volstrekt gewetenloos
  • Misschien het laatste interview
  • joelia-navalnaja
  • Het licht en de duisternis (deel 5)
  • Het licht en de duisternis (deel 4)
  • Het licht en de duisternis (deel 3)
  • Het licht en de duisternis (deel 2)
  • Het licht en de duisternis (deel 1)
  • Over Navalny
  • Een gelaat van zand
  • Het kaf en het koren
  • Benjamin Britten's War Requiem | Full Concert in HD
  • Gorecki – Symphonia No 3, Beth Gibbons & Polish National Radio Symphony
  • Gorecki Symphony No. 3 "Sorrowful Songs" - Lento e Largo
  • Gustav Mahler: 2. Sinfonie, Auferstehung
  • Olivier Messiaen: Quatuor pour la fin du temps
  • Het Dorp
  • Oorlogsgeleerden
  • Die Todesfuge, Paul Celan
  • De held en het geld
  • Extreemrechts, symptoom van zwakte
  • Kannibalisme en Lebensraum. Een interview met Omsk Van Togenbirger
  • Dr. Erwin Annys
  • Aftroggelaars
  • Uw geld of uw leven!
  • 5G
  • Ondoorgrondelijke wegen
  • Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
  • De duistere kant van de democratie
  • Over voorwendsels en motieven
  • Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
  • Zo begint het
  • Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
  • Vreselijk lot
  • De toekomst wordt gewis nog zwarter
  • Jean Ziegler: Pourquoi il faut détruire le capitalisme ?
  • Voodoo
  • Het perverse van aanzien
  • Struisvogelpolitiek
  • Over het jodendom (herhaling)
  • Genocide in Gaza
  • Zes bedenkingen bij de 'zaak' Conner Rousseau
  • Extase en andere verhalen
  • Aan de ontbijttafel
  • Genosuïcide
  • klimaat (2007)
  • Water (d.d. 2007)
  • droog blijven
  • Een middel tegen onderlopende huizen
  • John Heartfield video
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 10
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 9
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 8
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 7
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 6
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 5
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 4
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 3
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces Aflevering 2
  • Kerst 2023
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces
  • hannah arendt
  • Eigen zak eerst: niets nieuws onder de zon!
  • fragment film
  • "Uninformed Consent"
  • Daarom is de waarheid een zaak van leven of dood
  • Gevaren van extreemrechts (8) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Zesde fragment: pp. 481-484
  • Gevaren van extreemrechts (7) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Vijfde fragment: pp. 460-481
  • Feiten en meningen omtrent de pandemie: een gesprek met een journalist
  • Gevaren van extreemrechts (6) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Vierde fragment: pp. 449-460
  • De verdwaalde mens
  • Gevaren van extreemrechts (5) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Derde fragment: pp. 443-449
  • Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld
  • Gevaren van extreemrechts (4) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Tweede fragment: pp. 435-442: Verdoken massamoord
  • Gevaren van extreemrechts (3) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Eerste fragment: pp. 427-434
  • Gevaren van extreemrechts (2)
  • Gevaren van extreemrechts (1)
  • Volksgezondheidszorg versus gezondheidszorg - een bedenking
  • Dead-line
  • Stof en as (2010)
  • cnn 25/11/2023: uitbarsting van de Etna
  • Vulkanengeroffel IJsland hoorbaar op 24 november 2023 om 22 uur
  • Een zesde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
  • Een vijfde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
  • Een vierde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Non posse peccare”
  • Een derde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Alles van waarde is weerloos”
  • Een tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
  • Het Boek (J.B., 2007)
  • Wie brandmerkt wie en waarom? Een bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
  • Over het jodendom - Aflevering 6: Der Judenstaat
  • Over het jodendom - Aflevering 5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de “Protocollen van de wijzen van Sion”
  • Over het jodendom - Aflevering 4: “Der Judenstaat” (1896) van Theodor Herzl
  • Over het jodendom - Aflevering 3: Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
  • De gemeenschappelijke drijfveer van jodenhaters en IS-strijders — een speculatie (d.d. 16/11/2015, herhaling)
  • Israël - een beknopte geschiedenis & De Syriëcrisis in een notedop (d.d. 2012, herhaling)
  • W.O. III, een ruzie om de Tempelberg? (d.d. 24/9/2012, herhaling)
  • Barbarij
  • Theodor Herzl
  • Over het jodendom - Aflevering 2: De atoombom, de nieuwe Ark des Verbonds
  • Over het jodendom - Aflevering 1: beknopte historiek
  • Over het misbruik van macht (J.B., 1-19 oktober 2019)
  • Extase en andere verhalen
  • Christendom, wraak en vergeving
  • Drie verhalen over vergankelijkheid
  • Is er leven na de dood? (J. Bauwens, 2006-2007-2014)
  • water
  • Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw
  • Wat met osteopathie? Aflevering 4
  • Wat met osteopathie? Aflevering 3


    Archief per jaar
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2010
  • 2001
  • 2000
  • 1990
  • 1984


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!