Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op bloggen.be op het volgende adres:

https://www.bloggen.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto

het-grote-interview-met-omsk-van-togenbirger-en-andere-teksten

Foto

Nieuwe uitgavePanopticum Corona:BESTELLEN

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
CAHIERS
  • blogtekst de verenigde staten van amerika en Het antwoord van Seattle
  • inbrekers en inbrekers e a
  • Smeren ze ons kanker aan e a
  • Water - een verhaal & Over de klimaatsverandering - een commentaar
  • Foto
    Foto
    Muziekpartituren
  • Daer zat een sneeuwwit vogeltje. Pianoconcerto n° 14
  • Juan de la Cruz' Canciones
  • PORTRETTEN
  • Tisallemaiet
    Deze blog beoogt een duplicaat en/of een voortzetting van de blog Tisallemaiet (https://www.bloggen.be/tisallemaiet) - © J. Bauwens, Serskamp
    Deze blog beoogt een duplicaat en/of een voortzetting van de blog Tisallemaiet (https://www.bloggen.be/tisallemaiet ) - © J. Bauwens, Serskamp
    19-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mevrouw X

    Mevrouw X

    Intussen enkele jaren geleden kreeg de tachtigjarige mevrouw X van de toenmalige huisarts te horen dat haar bloeddruk van 150/70 die zij al sinds haar kindertijd had, volgens de algemene normen te hoog was.

    Zij wierp tegen dat zij zich niet alleen perfect gezond voelde maar dat zij dat bovendien ook was, tenminste wanneer het klopt dat het fysieke prestatievermogen een goede parameter voor de gezondheid is: zij kon niet alleen moeiteloos al haar werk doen maar bovendien fietste zij vrijwel dagelijks enkele uren, tot vaak 70 km, louter voor het plezier.

    De behandelende arts waarschuwde echter dat men een hoge bloeddruk niet kan voelen en dat die precies daarom een 'stille doder' wordt genoemd: als mevrouw X medicatie weigerde, zou dit voor haar ernstige risico's meebrengen, zoals hartinfarct en hersenbloeding.

    Mevrouw X kreeg een medicijn voorgeschreven dat de kringspieren die rond de bloedvaten zitten, een beetje verlamt, wat begrijpelijkerwijze resulteert in een verlaging van de bloeddruk.

    De aanvankelijke hoeveelheid van het medicijn (10 mg Coversyl) diende al na enkele dagen gehalveerd te worden omdat die resulteerde in een veel te lage bloeddruk met als gevolg totale futloosheid.

    Het lichaam vecht tegen spierverlammers door de prikkeldrempel te verlagen en de spieren kweken een intensere bezenuwing in een poging om de verlamming te compenseren. Immers, na korte tijd had het middel geen enkel effect meer. De teruggekeerde bloeddrukwaarden 150/70 werden voortaan beschouwd als bevredigend.

    Maar kennelijk bleef het lichaam zich verzetten, het overreageerde en de bloeddruk klom boven de waarden 150/70.

    Daarop werden bijkomende medicijnen voorgesteld, zoals plaspillen en bètablokkers.

    Het lichaam reageert tegen de bètablokkers middels de aanmaak van meer receptoren. Die conclusie moet men immers trekken als men kan vaststellen dat mettertijd het effect van het medicijn verzwakt.

    De plaspillen verkleinen het bloedvolume en daardoor uiteraard ook de bloeddruk omdat het zoutbinders zijn: zij voeren de (vochtaantrekkende) zouten af die echter anderzijds noodzakelijk zijn voor de goede werking van de zenuwen want zij zijn de essentie van de zogenaamde natriumkaliumpomp. De prikkelgeleiding wordt verstoord, in de spieren en derhalve ook in de hartspier.

    De ganse 'aanpassing' wordt automatisch geregeld door de hersenen die spontaan reageren tegen het tekort aan zuurstof dat een gevolg is van de door de bewuste medicamenten geforceerde verlaging van de bloeddruk.

    (Het ten berde brengen van de steeds vaker geopperde kritiek van specialisten dat ouderen eigenlijk een wat hogere bloeddruk mogen hebben ter spontane, door de hersenen geregelde compensatie van de vaak wat minder doordringbare bloedvaten, wordt vaak niet geapprecieerd.)

    Spierverlammers, bètablokkers en plaspillen lijken te hebben geresulteerd in een paniekerige, plotse en dus ongeordende aanmaak van meer zenuwen in de spieren en in een verstoring van de prikkelgeleiding. Kweekt de hartspier ongecontroleerd zenuwen en slaat dan het hartritme op hol?

    Cardioversie, bloedverdunners, Cordarone: het wordt dan uiteraard een moeilijke puzzel en de vraag rijst of men zo nodig aan iemand die zich goed voelt en die ook goed presteert, medicamenten moet opdringen, louter en alleen omdat de bloeddruk van die persoon een beetje afwijkt van de bloeddruk van de doorsneemens. Wordt er in de behandeling wel voldoende rekening gehouden met de eigen aard van elk individu? En bloeddruk is weliswaar één zaak maar consumptiedruk is nog een andere.

    Mensen met een hogere bloeddruk hebben een groter risico op zekere aandoeningen maar misschien is niet de bloeddruk daarvoor verantwoordelijk doch een verborgen factor waarvan de bloeddruk slechts een symptoom is of, godbetert, een poging om die factor wat te milderen?

    De bloeddruk van mevrouw X is nu in orde maar de patiënte voelt zich moe en is tot niets meer in staat. Maar dat resultaat wordt nu bevredigend genoemd.

    Het lijkt er sterk op dat, in luttele jaren, zogenaamde preventieve therapieën gezonde mensen zoals mevrouw X doodziek maken. En farmareuzen steenrijk.

    (J.B., 2 november 2022)






    18-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meneer X

    Meneer X

    Meneer X is een krachtpatser, hij kan met gemak een zak cement van 50 kilogram boven zijn hoofd steken en dat kan hij zelfs verschillende keren naeen. Hij is ermee geboren en het brengt hem ook geluk want zijn uitzonderlijke fysieke kracht gekoppeld aan zijn hulpvaardigheid maakt hem overal tot een graag geziene gast. Maar een tijd geleden vernam ik van een vriend dat meneer X werd opgenomen in een ziekenhuis. Bij een routine-onderzoek zou zijn gebleken dat X een afwijking vertoonde, en op zijn zachtst gezegd geen kleine. De abnormaliteit is danig uitgesproken dat overleg gepleegd moest worden onder specialisten om een manier te bedenken die het mogelijk zou maken om de gevonden afwijking te reduceren tot normaal of dan toch tot een benadering van het normale. De geneeskunde is vandaag de dag tot heel veel in staat en de specialisten hebben zich dan ook bijzonder hoopgevend uitgesproken over het lot van meneer X. Een reeks van operaties gekoppeld aan een specifieke medicamenteuze behandeling zou alles alsnog in acceptabele banen kunnen leiden. De abnormaliteit zou weliswaar niet geheel gespeend van littekens en restverschijnselen alsnog tot zeer aanvaardbare proporties kunnen worden teruggebracht. Ik was bovendien zo vrij om te informeren naar de aard van de afwijking in kwestie die de opname en de behandeling van meneer X noodzakelijk maakte en men heeft mij gezegd dat het zou gaan om een zekere spierziekte: de skeletspieren van meneer X zouden zowat het drievoudige volume hebben van de spieren van een normaal of gezond persoon. Om er enigszins normaal uit te zien, werd gekozen voor een behandeling waarbij de grootte van meneer X zijn skeletspieren tot ongeveer de helft zou worden teruggebracht. Intussen zijn die operaties achter de rug en zij bleken zo succesvol dat de medikamenteuze behandeling beperkt zou kunnen gehouden worden. Dat is ook wenselijk omdat zich reeds een aantal overigens geheel onverwachte bijwerkingen hebben voorgedaan, waarvan de meest in het oog springende de afname is van de fysieke kracht van meneer X. Die bijwerking mag wel bijzonder vervelend heten in het licht van de wetenschap dat uitgerekend deze eigenschap van meneer X een alom graag geziene man maakte. De hulpvaardigheid van meneer X heeft weliswaar standgehouden maar zij levert hem nog weinig op nu het hem geheel ontbreekt aan de fysieke kracht van weleer. Zo kost het de heer X nu heel veel moeite om een halve emmer water van de grond te tillen. Al bij al concluderen de behandelende artsen dat het resultaat van hun chirurgische hoogstandjes zeer bevredigend mag heten aangezien het beoogde resultaat met brio werd bereikt: het volume van de skeletspieren van meneer X verschilt nu nog nauwelijks van dat van de gemiddelde man. Terecht is meneer X zijn geneesheren dankbaar en over de weldaad van de wetenschappen hoort men hem alleen maar spreken in superlatieven. Een goede bekende van mij die zelf in de paramedische sector werkzaam is, heeft mij overigens verteld dat men tegenwoordig niet alleen afwijkingen van de skeletspieren corrigeert: met hetzelfde succes laat men mensen met een afwijkend hersenvolume hun intrede doen in de wereld van de normaliteit. Mensen met een veel te scherp gehoor, mensen met een abnormaal sterk gezichtszintuig, mensen met een exuberante tastzin, al te gevoelige mensen, mensen met een afwijkende intelligentie en noem maar op: geen van hen allen hoeft voortaan nog onbehandeld te blijven. Ja, de toekomst van de geneeskundige wetenschappen is er kennelijk eentje om u tegen te zeggen. Dankzij de snelle evolutie van onze kennis verwachten wij reeds in de zeer nabije toekomst elke mogelijke abnormaliteit te zullen mogen beschouwen als behorend tot de voltooid verleden tijd. De gelijkheid onder alle mensen wordt een feit.

    (J.B., 18 januari 2023)






    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 24: Mensenrechten bedreigen de gevestigde orde

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 24: Mensenrechten bedreigen de gevestigde orde

    Verslag uitbrengen over wantoestanden in verre landen of in lang vervlogen tijden is weliswaar noodzakelijk maar het is tevens al te gemakkelijk om daar vrede mee te nemen: de uitdaging is het aanklagen van misbruik en slavernij bij de deur.

    Joseph Conrad klaagde de horror in de Congo aan, Roger Casement en Edmund Morel sloten zich samen met andere activisten bij hem aan, Conrad weigerde dan weer zich aan te sluiten bij de intellectuelen die voor de vrijlating van Casement ijverden toen die opgehangen zou worden omdat deze naar zijn mening niet uit grootsheid maar uit ijdelheid zou gehandeld hebben, (1) Jules Marchal was van 1948 tot 1960 koloniaal in Belgisch Congo en als districtscommissaris in Lisala bracht hij nog zelf zweepslagen toe aan de zwarten maar hij beweerde tot de jaren zeventig niet op de hoogte te zijn geweest van de misbruiken, waarna hij zelf de wantoestanden ging aanklagen in zijn geschriften. (2) Nog vele anderen spelen voor mensenrechtenactivist vanuit vet betaalde jobs bij staatsinstellingen die alleen al door te bestaan de wantoestanden camoufleren. En zo willen allen helden zijn daar waar zij helemaal niks te verliezen hebben doch er in tegendeel nog grof geld aan verdienen. De aangehaalde slotzin van Adam Hochschild in zijn Congoboek illustreert het probleem van het vrije woord: “Ten tijde van de Congocontroverse honderd jaar geleden vormde het idee van volledige - politieke, sociale en economische - mensenrechten een ernstige bedreiging voor de gevestigde orde van de meeste landen op aarde. En dat is vandaag de dag nog steeds zo.” (3)

    De gevestigde orde weet zich bedreigd door wie opkomen voor de mensenrechten en om die reden kunnen mensenrechtenactivisten de gevestigde orde niet anders opvatten dan als een bedreiging - die aan velen van hen het leven blijft kosten. Maar wat is de gevestigde orde?

    Het voorbeeld bij uitstek hier te lande is de moord op veearts-keurder Karel Van Noppen: omwille van het correct uitvoeren van zijn job werd de man op 20 februari 1995 nabij zijn woning in Wechelderzande met drie geweerschoten om het leven gebracht en op één na werden de vier verdachten intussen allemaal weer vrijgelaten. (4)

    De gevestigde orde of het establishment zijn degenen die de factum de macht hebben - over anderen uiteraard - en dat zijn in het hier gegeven voorbeeld zogenaamde maffiosi (de 'hormonenmaffia') of criminelen maar niet alleen in het hier gegeven voorbeeld is dat zo. Men moet immers opmerken dat met de gevestigde orde niet het staatsapparaat bedoeld wordt want het staatsapparaat trekt aan het kortste eind waar machtsmisbruik eerst mogelijk en vervolgens feitelijk is. Inzake de moord op Karel Van Noppen moet onder de gevestigde worden verstaan: de vier schurken die de veearts-keurder bedreigd hebben om hem daarna koelbloedig te vermoorden en die handelden als vertegenwoordigers van een niet te tellen aantal bandieten die in eigen kringen doorgaan voor eerbare lui die hun vermeende rechten en die van hun medestanders (degenen met wie zij samenzweren) verdedigen - rechten, die in feite gestolen voorrechten zijn waarmee zij op louche wijze anderen benadelen en beschadigen. Het gaat om een criminele orde die ondergronds gevestigd is en die haar vestiging bestendigt middels dreigementen en, als die niet helpen, door het voltrekken van moorden, waarbij zij de hele staat het zwijgen oplegt middels het doden van een of meer van haar agenten.

    Omdat het kwaad zich van het goede onderscheidt in zijn bijzondere eigenschap van lichtschuwheid, moet hierbij eerst opgemerkt worden dat daar waar de gevestigde orde gevreesd moet worden, zij zich per definitie ophoudt in de duisternis terwijl aan het werk van mensenrechtenactivisten geen enkel motief kan toebedacht worden om zich aan het daglicht te onttrekken, het voltrekt zich immers in het belang van ongeacht welke mens aan wie immers van nature uitgerekend die rechten toekomen waarvan het bezit door de bewuste activisten wordt verdedigd.

    In zijn Hart der Duisternis maakt Joseph Conrad duidelijk dat mensen gedreven worden door een irrationaliteit met een afgrijselijk gezicht welke ook maakt dat beschaving niet anders dan hypocriet kan zijn. De beschaving toont een orde die op de keper slechts een schijnorde is omdat zij in het verborgene gefnuikt wordt door een feitelijke macht die zich er echter voor hoedt in het voetlicht te treden. Hormonenhandelaars opereren ondergronds en nemen daar ook vrede mee omdat zij aldus alsnog hun wil doordrijven en hun profijt doen terwijl de in feite door hen beheerste politiek de andere kant op kijkt. Vooraleer het Derde Rijk zich in alle openbaarheid vestigde, traden de agenten ervan reeds op in den duik en gingen zij hun gangen, aldus de staat in feite ondermijnend, hetzij binnen de perken van de legaliteit, hetzij op andere ongeziene of niet te bestraffen manieren. Schurken zijn in de regel tevreden met de verborgenheid waarin zij hun handeltje kunnen voeren en daarom streven zij ook niet naar openbare politieke macht die sowieso de eigenlijke motieven van hun handelwijze aan het licht zou brengen (en die op de keper beschouwd ook nog een mogelijkheidsvoorwaarde vormt voor de criminaliteit en derhalve voor hun winsten). Edoch, onder de invloed van zekere omstandigheden gebeurt zulks alsnog, wat altijd catastrofaal zal uitdraaien voor een beschaving omdat dan, paradoxaal genoeg, de voordien verborgen want criminele ondergronds gevestigde orde als zodanig in de openbaarheid treedt daar het daarna niet langer onwettig is om er bepaalde ideeën en praktijken op na te houden. De voordien verborgen gevestigde orde gaat zich politiek manifesteren, wat wil zeggen dat zij in de openbaarheid treedt nadat een nieuwe ideologie haar praktijken heeft gewettigd. Zolang iedereen gelijk is voor de wet, worden de joden alleen maar gepest maar hypocrisie is niet langer nodig waar iedereen het er krachtens nieuwe ideeën en navenante wetten over eens geworden is dat de joden ratten zijn en dat zij dienen uitgeroeid te worden in het teken van het algemeen welzijn. Wettige bestraffing neemt de plaats in van de pesterijen van weleer en de pesters worden nu functionarissen van de staat die de massamoorden voltrekken met het gevoel van comfort dat het volbrengen van de burgerplicht begeleidt. En dat is uiteindelijk ook de betekenis van de immer aangehaalde beruchte uitvlucht welke de vlucht voor verantwoordelijkheid betekent: "Befehl ist Befehl!" Wij moorden net zoals voorheen maar dan met dat cruciale verschil dat we dat nu in alle openbaarheid (kunnen) doen: wij worden er niet langer scheef voor bekeken, laat staan gestraft; wij worden er voor geëerd en betaald. Allen willen helden zijn daar waar zij helemaal niks te verliezen hebben doch er in tegendeel nog grof geld aan verdienen en eer voor opstrijken maar ook andersom achten zij die carrière maken en eerbewijzen in de wacht slepen zichzelf helden, ook al is het moorden wat zij doen.

    Mensenrechtenactivisten bedreigen de verborgen gevestigde orde, die de feitelijke macht is, doordat ze het aan het licht komen van haar malafide praktijken forceren. Karel Van Noppen handelde in de legaliteit, zijn moordenaars handelden in de illegaliteit en dat doen zij vandaag nog steeds: zij oefenen macht uit over de legaliteit en die macht continueert zich quasi onverstoord, getuige het opgeblazen vee in het weiland alom. Veekeurders moeten dansen naar de pijpen van de hormonenmaffia zolang de dreiging van de laatst genoemden reëel is en die realiteit wordt geconstitueerd door het feit dat de bestraffingen die maffioso opleggen om hun willetje door te drijven, afschrikwekkender zijn dan deze die de wet hanteert om de misdaad in te perken - veekeurders en ook alle andere agenten wiens job het is ervoor te zorgen dat de wetten worden nageleefd. Bij uitstek mensenrechtenactivisten ijveren ervoor dat die wetten worden nageleefd waarvan elk weldenkend mens wenst dat zij door allen nageleefde wetten zijn of zouden worden.

    Mensen daarop attent maken dat zij de wetten dienen na te leven is sowieso mensen (bij uitstek op heterdaad) betrappen op wetsovertredingen of deze aan het licht brengen en criminelen weten dat zijn hun gangetje kunnen gaan zolang zij niet betrapt worden, zodat zij er een sport van maken om hen door wie zij vrezen betrapt te worden, uit te schakelen. En waar niet zomaar rechten doch mensenrechten in het geding zijn, jagen criminelen die immers vaak binnen de perken van de wet ageren doch niets ontziend de mensenrechten schenden, met des te meer furie op hun tegenstrevers.

    Dat mensenrechten de gevestigde orde bedreigen betekent tevens niets anders dan dat de mens een bedreiging vormt voor de mammon (en uiteraard ook omgekeerd). Mens en geld - die twee sluiten elkaar uit omdat zij gedoemd zijn om te vechten om de heerschappij: ofwel moet het geld in dienst staan van de mens - het is tenslotte bedoeld als werkmiddel - ofwel staat de mens in dienst van het geld. Is dat laatste het geval, dan moet hij maar verdwijnen waar hij de economie niet langer tot nut is. En dat is het lot van een wereld waarin het wilde kapitalisme heerst want zo'n wereld is de duisternis waarover meer dan honderd jaar geleden de Oekraïner Joseph Conrad schreef dat zij niet alleen de duisternis is die zich openbaart in de brousse maar tevens die welke zich verbergt in het hart van de beschaafde mens. En uitgerekend haar verborgenheid maakt van haar een ongeziene en niet in te schatten bedreiging.

    (J.B., 18 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) In Het Parool van 4 september 1998 schrijft Kees Tamboer: “Casement wilde de wereld wakker schudden en zocht (in 1896) voor zijn campagne (tegen de misbruiken in de Congo) steun bij Conrad. (…) Toen Casement in 1916 (...) opgehangen zou worden, weigerde Conrad een campagne van intellectuelen voor zijn vrijlating te ondersteunen. Een man die zich puur door emoties laat leiden, oordeelde hij, een tragische figuur, geen spoor van grootsheid, allemaal ijdelheid.” En Conrad brengt Casement onder bij de 'beschavingszeloten'. Zie: https://web.archive.org/web/20010311151142/http://www.parool.nl/boeken/100/34mooi.html

    (2) Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jules_Marchal

    (3) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 307.

    (4) https://nl.wikipedia.org/wiki/Moord_op_Karel_Van_Noppen




    16-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 Aflevering 23: Hart der Duisternis

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 23: Hart der Duisternis

    In zijn nawoord vat de vertaler de roman samen in één zin: Marlow, aan boord van de Nellie op de Theems, vertelt aan zijn gezelschap over zijn tocht per stoomboot op de Congo om de ontspoorde handelsagent Kurtz te vinden. Conrad schrijft in zijn dagboek, aldus Bas Heijne: “Het is ervaring die vergeleken bij de feitelijke gebeurtenis iets is aangedikt (en maar een klein beetje), met het naar mijn mening volledig gerechtvaardigde oogmerk het goed tot het hart en het hoofd van de lezer te laten doordringen.” (1) Het gaat om de duisternis van Afrika maar tevens om de duistere leegte van het hart, zegt Heijne, en die is afschrikwekkend omdat wij onszelf erin herkennen. (p. 154) Op het einde van de roman blijkt Kurtz een erudiet ambtenaar die naar de brousse werd gestuurd om voor de overheid een rapport te maken over de Onderdrukking van de Barbaarse Praktijken. Maar hij blijkt een ivoorverzamelaar, de meest succesrijke van allemaal, dankzij zijn onmenselijkheid. Volgt hier het verhaal.

    Varend in de avond op de monding van de Theems, die uitgeeft op “de grootste en voornaamste stad ter wereld” (2), zoals Conrad het Londen van 1899 typeert en waarover Marlow zegt: “ook dit is een van de duistere oorden op aarde geweest” (3), denkt hij aan de komst van de Romeinen in het barbaarse land van de wilden dat Engeland lang geleden was. Het gaat om “het veroveren van de aarde, wat meestal betekent dat ze wordt afgenomen van mensen met een andere huidskleur of met iets plattere neuzen dan wij.” (4) Marlow vertelt hoe hij als kind ontdekkingsreiziger wilde worden en vooral de Congo trok hem aan. Als jongeman stak hij dan het Kanaal over en arriveerde in “een stad die me altijd aan een gepleisterd graf doet denken.” (5) Hij begaf zich naar de kantoren van de Compagnie: “Ze gingen een overzees rijk bestieren en bergen geld verdienen aan handel.” (6) Marlow tekent een contract waarin hij zich akkoord verklaart geen handelsgeheimen te zullen prijsgeven, een arts neemt zijn pols en meet zijn schedel op. (7)

    Wat later vaart hij mee op een kleine zeestomer. Iemand heeft zich verhangen en mensen, naak en zwart, lopen af en aan als mieren wanneer ze arriveren bij een handelspost van de compagnie waar ze een spoorweg aan het aanleggen zijn. “Een licht gerinkel achter mij deed me omkijken. Zes zwarte mannen kwamen in een rij zwoegend het pad op. Ze liepen traag en rechtop, volle mandjes aarde op hun hoofd balancerend, en het gerinkel hield maat met hun tred. (…) Ik kon hun ribben tellen, hun gewrichten waren als knopen in een touw. Elk van hen droeg een ijzeren halsband om hun nek en ze zaten allemaal om elkaar vast met een ketting die ritmisch rinkelend tussen hen heen en weer zwaaide. (…) Ze liepen rakelings langs mij heen, zonder opzij te kijken, met die volslagen doodse onverschilligheid van ongelukkige wilden.” (8) Wat verderop:“Zwarte gedaanten kropen, lagen, zaten tussen de bomen (…) En hier was de plek waar een aantal knechten zich had teruggetrokken om te sterven. (...) Vanuit alle uithoeken (…) hier naartoe gebracht met alle wettigheid van een tijdelijk arbeidscontract, verloren in een wezensvreemde omgeving, gevoed met onbekende kost, waren zij ziek en onbruikbaar geworden en mochten zij vervolgens wegkruipen en rusten. Deze stervende schimmen waren zo vrij als lucht - en bijna zo dun.” (9) Aan de handelspost ontmoet Marlow de boekhouder, een elegante blanke heer. “Zeker, hij zag eruit als een pop in een kapperszaak, maar te midden van de algehele ontaarding in dit land bleef hij zijn uiterlijk verzorgen. Dat getuigt van ruggengraat. (…) Bovendien was hij vreselijk aan zijn boeken gehecht, die piekfijn in orde waren (…) Al het andere in de handelspost was ontregeld. (...) Een stroom fabrieksgoederen, voddige katoentjes, kralen en koperdraad verdween de diepste duisternis in en in ruil daarvoor sijpelde kostbaar ivoor binnen.” (10) “Op een dag zei hij zonder op te kijken: 'In het binnenland zult u ongetwijfeld meneer Kurtz ontmoeten - een voortreffelijk agent. (…) Stuurt hier evenveel ivoor naartoe als alle anderen bij elkaar.” (11) “O, hij zal het daar ver schoppen, heel ver. (…) Zij daarboven - de Raad van Beheer in Europa, weet u - hebben dat met hem voor.” (12)

    De volgende dag vertrekt Marlow voor een voettocht van tweehonderd mijl. Ze lopen door een verlatenheid, iedereen is op de loop voor de gewapende nikkers die zwarten oppakken om hen als dragers te laten werken. Ook de huizen zijn verdwenen. Marlow, met achter hem de karavaan: “Kamp opslaan, slapen, opbreken, lopen. Zo nu en dan een dode drager, gestorven in het harnas, te rusten gelegd in het hoge gras bij het pad, met naast hem een lege kalebas en zijn lange staf.” (13) Op zijn pad “het lichaam van een neger van middelbare leeftijd met een kogelgat in zijn hoofd.” (14)

    Op een gegeven ogenblik is er averij aan de stomer, Marlow ontmoet de administrateur. “Er gingen geruchten dat een heel belangrijke post gevaar liep, en dat het hoofd, meneer Kurtz, ziek was.” (15) Op die plek “zwierven ze rond met hun absurd lange stokken in hun hand als een stel ongelovige pelgrims, die door hekserij binnen een verrotte omheining werden gehouden. Het woord 'ivoor' hing in de lucht. (…) Alles daar was doortrokken van imbeciele hebzucht, als van een lijkenlucht.” (16) Een schuur met katoentjes en kralen brandde uit, er werd een neger afgetuigd, de stomer wordt gerepareerd in ruil voor enkele manden kralen. Een neef van de administrateur heeft de Expeditie ter Exploratie van Eldorado opgezet. (17)

    De stomer vaart weer de jungle in. “Het opvaren van de rivier was als een reis naar het vroegste begin van de wereld, toen planten de aarde overwoekerden en grote bomen koningen waren.” (18) Op de stomer werkt een neger waarover Marlow zegt: “Eigenlijk had hij op de oever moeten staan klappen met zijn handen en stampen met zijn voeten (zoals de wilde stammen die ze passeerden) maar in plaats daarvan was hij hard aan het werk, een slaaf van vreemde toverij, vervuld van verheffende kennis. Hij was nuttig omdat hij was onderwezen.” (19)

    Onderweg worden ze beschoten met pijlen. Marlow realiseert zich dat hij deze hele reis maakt, alleen om meneer Kurtz te vinden, die bergen ivoor verzamelt: “Alles behoorde hem toe (…) maar het ging erom te weten waartoe hij behoorde, hoeveel machten der duisternis hem opeisten als de hunne.” (20) Eenzaam in de wildernis is men alleen en moet men terugvallen op de eigen innerlijke kracht, op het eigen vermogen trouw te blijven aan zichzelf. Kurtz was een erudiet en Marlow vertelt: “Heel Europa had bijgedragen aan de wording van de heer Kurtz en na verloop van tijd kwam ik te weten dat, toepasselijk genoeg, het Internationale Genootschap ter Onderdrukking van Barbaarse Praktijken hem had opgedragen een rapport te schrijven als leidraad voor toekomstig beleid.” (21) “Het begon met de stelling dat wij blanken, gezien het peil dat onze ontwikkeling bereikt had, 'hun (de wilden) noodzakelijkerwijs wel moest voorkomen als waren wij bovennatuurlijke wezens (…). 'Door eenvoudig wilsvertoon kunnen wij een praktisch onbeperkte macht ten goede uitoefenen.' (…) Het slotbetoog was schitterend. (…) Dit was de onbegrensde macht der welsprekendheid. (…) aan het eind van dat ontroerende appel (…): 'Uitroeien die beesten!'” (22)

    De stomer arriveert bij de handelspost van Kurtz. “Vlakbij het huis stond nog een zestal dunne palen op een rij, ruw bewerkt en vanboven versierd met ronde, van houtsneewerk voorziene bollen.” (23) Een knecht van Kurtz wenkt en zegt dat hij daarboven is en dat hij er slecht aan toe is. Wanneer Marlow nogmaals met de verrekijker de hut in ogenschouw neemt, ziet hij dat op de palen geen houten bollen staan maar uitgedroogde mensenhoofden. Hoofden van rebellen. (24)

    Dan ontmoet Marlow meneer Kurz, hij ligt op een veldbed, ziek, quasi stervende. Marlow: “Ik zag het onvoorstelbare raadsel van een ziel die geen enkele beteugeling kende, geen geloof, en geen angst, en die niettemin blind met zichzelf worstelde.” (25) Kurtz laatste gedachten gaan uit naar zijn 'aanstaande', zijn handelspost, zijn carrière, zijn ideeën. “Hij verlangde bij zijn terugkomst uit een of ander afschuwelijk Niemandsland, waar hij grootse dingen zou verrichten, op het treinstation opgewacht te worden door koningen. 'Je toont hun dat je iets in je hebt dat hen werkelijks iets oplevert, en dan kent hun erkentelijkheid voor je capaciteiten geen grenzen meer', placht hij te zeggen.” (26) Kurtz sterft, kortstondig aanschouwt hij de waarheid en zijn laatste woorden zijn: “Afgrijselijk! Zo afgrijselijk!”

    Terug in de dodenstad ergert Marlow zich “aan de aanblik van de mensen die zich door de straten haastten om elkaar wat geld af te gaan troggelen, om hun afschuwelijk eten te verorberen, om hun ongezonde bier naar binnen te gieten, om hun onbeduidende en onnozele dromen te dromen.” (27) Marlow gaat bij de commissie het rapport indienen van meneer Kurz die daar door iedereen wordt geloofd maar hij herinnert zich alleen “een schaduw met een onvoorstelbare dorst naar schone schijn.” (28) Tenslotte ontmoet Marlow Kurtz' aanstaande, wiens familie haar toentertijd verhinderde met hem te huwen om financiële redenen, en als zij hem naar de laatste woorden van haar geliefde vraagt, ziet Marlow zich genoodzaakt haar in haar illusie te laten en hij antwoordt: “Het laatste woord dat hij uitbracht, was - uw naam.” (29)

    Ten slotte

    Nog niet zo heel lang geleden was het zo dat het oerwoud met zijn eigen wetten, de wetten van de natuur, de wetten van de jungle of kortom de wetteloosheid, zich uitstrekte over de hele aardbol. Alleen was er hier en daar een enclave, een nederzetting van mensen, een beschaving waarin wetten golden die tegen de wetten van de jungle in gingen omdat deze 'onmenselijk' werden geacht. Het wilde oerwoud van de wetteloosheid met daarin hier en daar een tamme of een door mensenwetten geregelde stad.

    De mens lijkt op zijn minst 'niet zonder meer natuurlijk', om niet te zeggen 'onnatuurlijk', 'tegennatuurlijk' of 'bovennatuurlijk': hij voert wetten in waar er voorheen geen waren. Hij legt zichzelf beperkingen op. Op de keper beschouwd doen ook meer ontwikkelde dieren dat. Men betreedt het territorium van een ander niet omdat men kan anticiperen op een reactie die het eigen leven in het gedrang brengt. Wetten hebben te maken met anticipatievermogen en anticipatievermogen is denkkracht. Wetten zijn producten van groepswezens die beschikken over denkkracht. En denkkracht heeft te maken met de grote hersenen. Zoals de grote hersenen de kleine overwoekerd hebben, zo overwoekerden de beschavingen het oerwoud van weleer.

    Vandaag wordt de hele aardbol overwoekerd met zogenaamd beschaafd volkeren en het oerwoud van weleer werd gereduceerd tot hier en daar nog een kleine enclave - een museum - middenin een volledig geciviliseerde wereld.

    Edoch, wij weten hoe die strijd meestal verloopt in oorlogen en veroveringen: het sterkere land onderwerpt het zwakkere maar al te vaak blijkt de cultuur van het zwakkere sterker en wordt zij door het land dat is gaan heersen, overgenomen. Kennelijk is precies hetzelfde gebeurd in de genoemde evolutie: het oerwoud heeft zijn plaats afgestaan aan de beschaafde stad maar die beschaafde stad wordt nu op haar beurt overheerst door de cultuur van de jungle. Wij zijn met andere woorden beland in een beschaving van wetteloosheid.

    De grote hersenen triomferen over de hersenstam waar het gemoed zich situeert en de instincten maar op de een of andere manier hebben de instincten op hun beurt de grote hersenen voor zich weten te winnen en stellen zij het denken in hun dienst. De beschaving heeft de aarde overwoekerd, zij heeft vrijwel alle plekken ingenomen die eertijds toebehoorden aan het oerwoud of de jungle maar in het hart van de beschaving heerst voortaan de wet van de jungle.

    De oerinstincten uit de hersenstam van weleer regeren over de rationaliteit van de overwoekerende grote hersenen. En dat zij dat doen, blijkt uit het ontstaan van een bijzondere discrepantie, met name de kloof tussen redenen en drijfveren. Dat onze beschaving hypocriet is, betekent dat zij zich voordoet als menselijk terwijl zij dat allerminst is: haar rationaliteit heeft volstrekt irrationele gronden. En de nieuwe jungle waarin wij heden beland zijn, blijkt afgrijselijker dan het oerwoud van weleer.

    Wellicht ligt daar de betekenis van de slotzin in het nawoord van Bas Heijne, de vertaler van Conrad's Heart of Darkness naar het Nederlands: “Als hij (Joseph Conrad) ons in Hart der Duisternis iets verteld heeft, is het dat ze diep in onszelf ligt.” (30)

    (J.B., 16 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Joseph Conrad, Hart der Duisternis, L.J. Veen Klassiek, Atlas Contact Amsterdam/Antwerpen (dertiende druk) 2021 (1994), p. 153-154. (Oorspronkelijk: Heart of Darkness, Blackwood's Magazine, London/Edinburgh 1899 (in drie delen verschenen) en in 1902 gepubliceerd in boekvorm.

    (2) O.c., p. 5.

    (3) O.c., p. 9.

    (4) O.c., p. 12.

    (5) O.c., pp. 17-18.

    (6) O.c., p. 18.

    (7) O.c., p. 25.

    (8) O.c., p. 29.

    (9) O.c., pp. 31-32.

    (10) O.c., pp. 33-34.

    (11) O.c., p. 35.

    (12) O.c., p. 36.

    (13) O.c., p. 37.

    (14) O.c., p. 38.

    (15) O.c., p. 42.

    (16) O.c., p. 44.

    (17) O.c., p. 58.

    (18) O.c., pp. 64-65.

    (19) O.c., p. 71.

    (20) O.c., p. 94.

    (21) O.c., p. 96.

    (22) O.c., p. 97.

    (23) O.c., p. 101.

    (24) O.c., p. 114.

    (25) O.c., pp. 129-130.

    (26) O.c., p. 133.

    (27) O.c., p. 138.

    (28) O.c., p. 142.

    (28) O.c., p. 150.

    (30) O.c., p. 157.




    15-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Joseph Conrad: Hart der Duisternis

    Joseph Conrad: Hart der Duisternis


    12-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Long History of Russian Brutality - by Adam Hochschild:

    The Long History of Russian Brutality

    by Adam Hochschild:

    https://ucbjschool.wpenginepowered.com/wp-content/uploads/2022/10/In-the-Ukraine-War-Russias-History-Casts-a-Long-Shadow.pdf

    (Om te lezen: kopieer en plak de link in het zoekvenster)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 22: Addendum 2: Zo brengt de nar de wereld in een stupor

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 22: Addendum 2: Zo brengt de nar de wereld in een stupor

    Wanneer een haas op de vlucht geen uitweg meer ziet, probeert hij alsnog zijn belagers te verschalken met zijn laatste redmiddel: hij brengt zichzelf in een toestand van 'stupor': hij laat zich vallen, trekt zijn rug krom en beweegt niet meer, zodat het eruitziet alsof hij dood is, waarvandaan de uitdrukking: 'zich van krommenaas gebaren'. Wie zich van krommenaas gebaren, doen alsof zij even niet bestaan; zij weigeren halsstarrig te zien of te horen wat er van de kwestie is, zij houden zich voor dood, zij willen er niet bij zijn, zij pogen zich aan hun verantwoordelijkheid te onttrekken. En dat kan heel ver gaan. Bij de publicatie van Frédéric Martels schandaalboek over het Vaticaan, getiteld: Sodoma. Het geheim van het Vaticaan, (1) publiceerde Kerk en Leven, alias het parochieblad, een bespreking van het boek en bovendien kon het werk van Martel aldaar worden besteld, zodat het leek alsof de kerk helemaal niets te maken had met haar schandalen. (2) Overigens typeert het moordenaars dat zij hun misdaad nooit bekennen. Nazi's volharden in het kwaad en houden het been stijf, zij houden voet bij stuk dat ze niets anders deden dan hun plicht, waar vandaan het beruchte gezegde: “Befehl ist Befehl”. Tijl Uylenspiegel liet een hele hofhouding applaudisseren voor een leeg doek en ook de nieuwe kleren van de keizer illustreren de kramp waarin de hypocrieten zichzelf brengen om te ontsnappen aan schuldbekentenis, spijtbetuiging, excuus, schadeloosstelling en straf.

    Met de gelijkluidende titel van het slothoofdstuk van zijn King Leopold's Ghost (3) merkt Adam Hochschild op dat “het grote vergeten” met betrekking tot het Belgische koloniale verleden de verdoezeling zijn genocidaal bewind door Stalin nog wordt overtroffen. De Belgische monarchie en het land België gebaren alsof er over haar vroegere kolonie die de Congo is, helemaal niets te vertellen valt dat haar in een kwaad daglicht kon plaatsen. Het Tervurense museum met zijn twintig zalen rept met geen woord over de massamoord op twaalf miljoen Congolezen in de periode van pakweg 1890 tot 1910.

    De gruwelijke geschiedenis wordt verteld door Joseph Conrad die daar op reis ging, die alle calamiteiten minutieus optekende en ze in 1899 in romanvorm publiceerde met zijn Heart of Darkness (4) alsof het over een fictief land ging. In feite is hij de hoofdfiguur van zijn roman en worden zijn werkelijke ervaringen nauwgezet beschreven. Op de zesde pagina van het eerste deel steekt hij het Kanaal over en komt in een niet nader genoemde stad die hem doet denken aan een witgekalkt graf. Witgekalkte graven, zo worden de farizeeën genoemd door Christus, die daarmee hun hypocrisie aan het licht wil brengen. Hij bezoekt daar de kantoren van de 'compagnie' waar men niet naast kan kijken omdat ze gigantische bouwwerken zijn, een compagnie die handel drijft met een overzees gebied dat leeggeroofd zal worden:

    I flew around like mad to get ready, and before forty-eight hours I was crossing the Channel to show myself to my employers, and sign the contract. In a very few hours I arrived in a city that always makes me think of a whited sepulchre. Prejudice no doubt. I had no difficulty in finding the Company’s offices. It was the biggest thing in the town, and everybody I met was full of it. They were going to run an over-sea empire, and make no end of coin by trade.” (Joseph Conrad, Heart Of Darkness, deel I, pag 6).

    Conrad is het Kanaal overgevaren, de stad die hem altijd doet denken aan een witgekalkt graf, is onmiskenbaar Brussel; de Compagnie waarvan sprake is de Congo-compagnie van Leopold II, waarvan de kantoren gehuisvest zijn in één van de gigantische bouwwerken van de megalomane koning; het niet nader genoemde overzeese rijk is uiteraard de Congo en de handel die gedreven wordt is, zoals E.D. Morel, toentertijd werkzaam als klerk in de Antwerpse haven, opmerkte, helemaal geen handel doch roof middels dwangarbeid, slavernij, gruwelijke martelingen en massamoord.

    Die 'handel' heeft uiteindelijk aan twaalf miljoen zwarten het leven gekost, Conrad trof hun vergane lijken aan langs zijn pad overgroeid met mos ofwel werden zij gedumpt in massagraven. Met de opbrengsten van die handel bouwde de grootheidswaanzinnige vorst onder meer het groteske Jubelpark in de Europese hoofdstad, met monumentale beeldhouwwerken, die Emile Vandervelde in 1905 aan de kaak stelde in het Belgische parlement:

    Monumentale bogen die men op een dag de Bogen van de Afgehakte Handen zal noemen.” (5)



    De geschiedenis gaat haar gang, wandaden worden in de doofpot gestopt maar 'al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel' en zij doet dat middels haar goede bondgenoot die de zotskap is of de artiest, de nar die onder goddelijke bescherming altijd onbestrafbaar blijven zal. Verwijzend naar het 'fictief land' van Joseph Conrad wordt bij de aanvang van de videoclip Fils de Joie van Stromae aangekondigd:

    Dans un pays imaginaire, l' état organise les funerailles d'une travailleuse de sexe défunte” (6)

    Want op uitgerekend die plek in de 'grafstad' laat Stromae, in zijn nummer, een 'fils de joie' zijn moeder begraven die, net zoals de minnares van Leopold, sekswerkster was. De kunstenaar zelf is de zoon van een Belgische moeder en een afwezige zwarte vader die omkwam in de Rwandese genocide en naar wie verwezen wordt in het nummer Papaoutai ('Papa ou t' es?'). Rwanda is een voormalige Duitse kolonie die evenwel in 1916 door de Force Publique van Belgisch-Congo werd gecontroleerd en waar de vorst ook aandelen had voor de winning van rubber. In 1994 vond in het deels door België gecontroleerde land een genocide plaats in een (volgens het principe divide et impera) opgezette strijd tussen Hutu's en Tutsi's. (7)

    Kennelijk werd ook deze nar, ja, zeg maar kunstenaar, geen strobreed in de weg gelegd om te onthullen wat niemand ooit wil zien en wat derhalve iedereen slaat met de blindheid eigen aan de hoger beschreven verkramping. De artiest kreeg alle faciliteiten van de Belgische overheden om zijn ding te doen en inderdaad niemand legde expliciet de link met het gruwelijke koloniale verleden van het land. De ontmenselijkte mens die zowat twaalf miljoen mensen met een gelijkaardig lot vertegenwoordigt, krijgt een eeuw na datum een staatsbegrafenis in het monumentale 'witgekalkte graf' - Christus' typering van de farizeeërs - dat overigens, cynisch genoeg, tegen heug en meug door henzelf werd bekostigd.

    Het westen gebaart zich unaniem van krommenaas, geen samenzwering onder misdadigers mag immers worden verklapt, daar immers geldt de strenge omerta, de zwijgplicht die het ondenkbare mogelijk maakt. Maar de nar spreekt, hij zingt, hij buldert het uit. En alle krommenaas ten spijt staan de raketten uit het oosten reeds klaar voor de kers op deze wansmakelijke taart, door de bakkers zelf te verorberen, zoals ooit de buitenechtelijke Henry Morton Stanley aan zijn hond de eigen staart van het beest te verslinden gaf.

    (J.B., 12 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Frédéric Martel, Sodoma. Het geheim van het Vaticaan, Balans 2019. (Oorspr.: Sodoma. Enquête au cœur du Vatican, Editions Robert Laffont, Paris 2019.)

    (2) https://www.kerknet.be/kerknet-shop/product/sodoma

    (3) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998).

    (4) Joseph Conrad, Heart of Darkness, Blackwood's Magazine, London/Edinburgh 1899 (in drie delen verschenen) en in 1902 gepubliceerd in boekvorm. Voor de oorspronkelijke tekst, zie: https://www.gutenberg.org/cache/epub/219/pg219-images.html#link2H_4_0001 ofwel: https://en.wikisource.org/wiki/Youth:_a_Narrative,_and_Two_Other_Stories/Heart_of_Darkness

    (5) Adam Hochschild, o.c., p. 169.

    (6) https://www.youtube.com/watch?v=M7Z2tgJo8Hg

    (7) Zie: Abram de Swaan, Compartimenten van vernietiging, in: Jan Bauwens, Verborgen massamoord, deel 3: 330786.pdf (bloggen.be) . In twee woorden: De massavernietiging van Tutsi's (T) (aristocraten) en verdachte Hutu's (H) (boeren) door de Hutu-Power-beweging in Rwanda in het voorjaar van 1994 (voorafgegaan door wederzijdse slachtingen in 1959 [door H op T] en in 1962 [door T op H]) gebeurde met machetes maar bleek zorgvuldig voorbereid. De VN onttrok zich aan haar beschermingsplicht. H en T werden door de kolonisten bestempeld als verschillende rassen – een puur verzinsel.(…) Dit leidde uiteindelijk tot de genocide van 1994 met als startsein de dood van de Rwandese president Habyarimana na de aanslag op het vliegtuig waarop ook de Burundese president zat. De T van het Rwandees Patriottisch Front (RPF) werden geholpen door de Fransen die vruchteloos probeerden het moorden te voorkomen. De T vielen Oost-Congo binnen en Mobutu werd er vervangen door Kabila, waarna burgertwisten 20 jaar lang miljoenen slachtoffers maakten terwijl de wereld toekeek. Zie ook: Abram de Swaan, o.c., 93v.


    11-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 21: Addendum: Over het goochelen met contexten. (In het kader van het tijdperk van de leugen).

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 21: Addendum: Over het goochelen met contexten. (In het kader van het tijdperk van de leugen).

    Zie : https://www.fantrippers.com/fr/fanspots/parc-du-cinquantenaire/




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 20 (slot): Het verleden wordt uitgewist, de gruwel gaat door

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 20 (slot): Het verleden wordt uitgewist, de gruwel gaat door

    Het grote vergeten”, aldus luidt de titel van het slothoofdstuk uit Adam Hochschilds boek over de Congo van Leopold II. Het Moskouse Museum van de Revolutie toont honderden foto's en schilderijen van revolutionairen maar niet één prent van de 20 miljoen Sovjetburgers die stierven in executiekelders, kunstmatige hongersnoden en de goelag. Inzake het uitwissen van het verleden wordt Stalin alleen nog overtroffen door Leopold II van België: “(...) in geen van de twintig grote toonzalen van het (Tervurense) museum (voor Afrikaanse kunst) is er de minste of geringste aanwijzing dat miljoenen Congolezen op onnatuurlijke wijze aan hun einde zijn gekomen. Er zijn nergens in Brussel aanwijzingen hiervoor” (1), aldus Adam Hochschild. En men zou hier andermaal kunnen aan toevoegen dat de Congocommissie het een eeuw na de aanvang van de gruwel in alle ernst heeft over haar hoop op een 'eervol slotakkoord'. (2)

    Een deel van de skyline van de stad wordt gedomineerd door de meest grandioze met Congowinsten gefinancierde extravagantie van allemaal, de reusachtige Jubelboog, overladen met heroïsche beeldhouwwerken; hij ziet eruit als een opgeblazen combinatie van de Arc de Triomphe en de Branderburger Poort, met gebogen vleugels eraan toegevoegd. De compacte stenen en betonnen massa van de boog doet denken aan Conrads beschrijving van de niet nader genoemde Europese hoofdstad in Heart of Darkness als 'de grafstad'. Maar van de miljoenen Afrikanen wier inspanningen voor dit alles hebben betaald en die als gevolg daarvan in een graf van ongemarkeerde aarde zijn terechtgekomen, ontbreekt ieder spoor.” (3) Maar “Leopolds Congo is slechts één van die stiltes in de geschiedenis.” (4)

    In Brussel “brandden de ovens acht dagen na elkaar, zodat het grootste deel van de overheidsstukken van de Congo tot as en rook in de lucht boven Brussel werd veranderd.” (5) Leopold zei: “'Ze hebben niet het recht om te weten wat ik daar heb gedaan'?” (6) De koning beval om ook de stukken in de Congo ter plekke te vernietigen. Dat gebeurde naar het zeggen van Kolonel Strauch “omwille van overwegingen van een hogere orde.” (7)

    Hetzelfde soort opzettelijke vergeten vond plaats in de gedachten van de mannen die gestalte gaven aan het regime. Het vergeten van je eigen deelname aan massamoord is niet iets passiefs; het is een actieve daad.” (8) De daad van vergeten “is niet het moment waarop hij wordt uitgewist maar waarop de zaken op hun kop worden gezet, het merkwaardige omdraaien, waarbij degene die slachtoffers heeft gemaakt zichzelf geestelijk verandert in slachtoffer.” (9)

    In heel Afrika schreven de kolonialen de schoolboeken; gecombineerd met de wijd verspreide praktijk van het verbieden van boeken en van de perscensuur zorgde dit voor vergetelheid van het geschreven woord.” (10)

    Tientallen jaren na Leopolds dood dachten de zwarten dat de koning gereïncarneerd was in Jean de Hemptinne, de Belgische aartsbisschop van Elisabethville: hij was “een schimmige figuur achter de schermen, die de politie bevel gaf het vuur te openen op stakende mijnwerkers (…) of een rechter opdroeg streng te zijn (voor een aangeklaagde gevangene).” (11)

    De belangrijkste erfenis uit het koloniale tijdperk die Europa Afrika naliet, was niet democratie (…) het was autoritair bewind en roof.” (12)

    In 1959 kwamen in de Congo massabetogingen die bloedig onderdrukt werden door de Force Publique. “Koning Boudewijn van België kwam naar Leopoldville om de Congo, officieel en paternalistisch, zijn vrijheid te verlenen. Hij zei: 'Het is nu aan u, heren, te laten zien dat u ons vertrouwen waardig bent.'” (13) Er volgde een boze reactie door Lumumba die een maand eerder democratisch tot premier verkozen was. Lumumba wilde niet alleen politieke maar ook economische onafhankelijkheid maar Belgische, Britse en Amerikaanse bedrijven met grote investeringen in de Congolese industrieën (koper, kobalt,diamanten, goud, tin, mangaan, zink...) vreesden voor hun gigantische winsten en zij negeerden Lumumba, die dan maar aansluiting zocht bij de Sovjet-Unie.

    Minder dan twee maanden nadat hij was aangesteld als de eerste democratisch verkozen premier van de Congo gaf het subcomité voor geheime operaties van de Nationale Veiligheidsraad van de Verenigde Staten (…) toestemming voor een moordaanslag op Lumumba.” (14) De baas van de CIA zei later dat de president het liever anders had aangepakt. “Alternatieven (…) werden overwogen, waaronder vergif (waarvan een voorraadje naar het hoofd van de CIA-post in Leopoldville werd gestuurd), een lange afstandsgeweer en huurmoordenaars.” (15) Ze lieten de klus uiteindelijk klaren door Lumumba's politieke vijanden onder leiding van de toen jonge Mobutu, stafchef van het leger en oud gediende bij de Force Publique die de westerse belangen in de Congo zou behartigen.

    In januari 1961 werd Lumumba gearresteerd, mishandeld en in het geheim doodgeschoten in Elisabethville. “Uiteindelijk zou een CIA-agent door de stad rondrijden met het lichaam van Lumumba in zijn kofferbak, op zoek naar een plaats waar hij zich ervan kon ontdoen. (…) Net als miljoenen Congolezen voor hem eindigde hij gedumpt in een anoniem graf.” (16)

    Het westen zette haar dictatuur voort in de persoon van Mobutu die in 1963 van president Kennedy een privévliegtuig cadeau kreeg bemand door leden van de Amerikaanse luchtmacht. “Aangemoedigd door de Verenigde Staten voerde Mobutu in 1965 een staatsgreep uit waardoor hij de dictator van het land werd.” (17) Tot 1997. Van de V.S. alsook van Europese mogendheden ontving hij ruim een miljard dollar. In de media werd hij de gids en de messias genoemd. De presidenten Reagan en G. Bush ontvingen hem met eer. Zijn persoonlijk vermogen werd geschat op vier miljard dollar. Hij kreeg aandelen in elk westers bedrijf in de Congo en beschouwde het bezit van het land als het zijne.

    Adam Hochschild benadrukt twee wapenfeiten van de beweging ter hervorming van de Congo onder Morel, Casement en hun medestanders: de noodzaak om de waarheid vast te leggen en het vermogen tot verontwaardiging. Het hele verhaal gaat om mensenrechten als rechten waarop alle mensen van bij hun geboorte aanspraak kunnen maken. De slotzin van het boek luidt: “Ten tijde van de Congocontroverse honderd jaar geleden vormde het idee van volledige - politieke, sociale en economische - mensenrechten een ernstige bedreiging voor de gevestigde orde van de meeste landen op aarde. En dat is vandaag de dag nog steeds zo.” (18)

    (J.B., 10 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 294.

    (2) https://www.standaard.be/cnt/dmf20221122_97460252

    (3) O.c., pp. 294-295.

    (4) Ib., p. 295.

    (5) Ib., p. 295.

    (6) Ib., p. 295.

    (7) Ib., p. 295.

    (8) Ib., pp. 295-296.

    (9) Ib., p. 296.

    (10) Ib., p. 300.

    (11) Ib., p. 301.

    (12) Ib., p. 302.

    (13) Ib. p. 302.

    (14) Ib., p. 303.

    (15) Ib., p. 303.

    (16) Ib., p. 303.

    (17) Ib., pp. 303-304.

    (18) Ib., p. 307.


    10-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 19: Martelaarschap, het lot der helden

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 19: Martelaarschap, het lot der helden

    Leopold was dood maar zijn geest bleef bestaan, vooreerst waar hij dicteerde wat er met de rest van zijn fortuin, dat werd geschat op veertig miljard Belgische frank, moest gebeuren: het zou via de regering vooral geïnvesteerd worden in bouwwerken; zijn dochters ontvingen niets.

    De beweging voor de hervorming van de Congo wierp uiteindelijk maar weinig vruchten af. Het afhakken van handen leek te stoppen maar dat kwam enerzijds omdat nu met gecultiveerde rubber werd gewerkt en anderzijds omdat de dwangarbeid bleef, en zij nu enkel op een andere methode berustte: belastingheffing “dwong mensen te gaan werken op de plantages of te helpen bij het oogsten van katoen, palmolie en andere producten - en bleek eveneens een doelmatige manier om het verzamelen van de nodige wilde rubber voort te zetten.” (1) En tijdens de eerste wereldoorlog werd dwangarbeid met geweld ingevoerd door de Force Publique in Duits Oost-Afrika (nu: Tanzania). “Enorme aantallen Congolezen werden ingelijfd als soldaten en dragers (die) werden gedwongen zich dood te werken of stierven aan ziekte. Er heersten hongersnoden. (…) De jaren na de oorlog zagen een groei van de koper-, goud- en tinwinning. Als altijd vloeiden de winsten het gebied uit.” (2) Uit archieven blijkt dat in de eerste helft van 1920 aan de bovenloop van de Uele 26.579 zweepslagen werden uitgedeeld, dat is 9 per Afrikaan per dag. Het ronselen van mijnslaven gebeurde zoals ten tijde van Leopold: “Het opperhoofd (…) stuurde hen aan elkaar gebonden bij de nek naar de bestuurspost. Daarvandaan werden ze in ketenen naar het hoofdkantoor van het district gestuurd. (…) Opperhoofden kregen tien frank betaald voor iedere rekruut. Als een arbeider op de vlucht sloeg, kon een lid van zijn gezin gevangen genomen worden (...).” (3) In de kopermijnen en smelterijen in Kartanga kwamen duizenden slaven om het leven. Het aantal doden bij de heraanleg met dwangarbeid van de spoorwegen tussen 1921 en 1931 overtrof dat van de jaren 1890 en dat liep nog op in W.O.II. “Meer dan tachtig procent van het uranium in de bommen die werden uitgeworpen boven Hiroshima en Nagasaki kwam uit de zwaar bewaakte Congolese mijn in Shinkolobwe.” (4) Er was ook meer rubber nodig voor de militaire voertuigen.

    Met tien miljoenen doden lijkt de Congo de meest moorddadige plek in de Europese strijd om Afrika maar dit is “helaas niet erger dan wat zich in de buurlanden heeft afgespeeld.” (5) Quasi eenzelfde onmenselijke plundering met een bevolkingsverlies van telkens meer dan 50 percent speelde zich af in de kolonies van Frankrijk (ten noodwesten van de Congo), Portugal (Angola) en Duitsland (Kameroen), tot grote tevredenheid van de effectenmakelaars. Grafieken tonen hoe “in Salanga tussen 1904 en 1907 de maandelijkse stijging en daling van de rubberproductie bijna volkomen evenredig was aan de stijging en daling van het aantal kogels dat werd gebruikt door 'wachters' van het bedrijf - bijna vierhonderd in een drukke maand.” (6) Ook de Franse kolonialen bleken niet vies van gruweldaden en zij wisten even ijverig de sporen ervan uit. In het Duitse Zuidwest-Afrika (nu: Namibië) was sprake van regelrechte volkerenmoord door Lothar von Trotha op de Herero's die rebelleerden in 1904. “Van de (…) 80.000 Herero's (…) waren er in 1906 minder dan 20.000 (…) overgebleven. De overigen waren de woestijn ingejaagd om van dorst om te komen (de Duitsers hadden de waterpoelen vergiftigd), doodgeschoten of - om kogels te besparen - met bajonetten of geweerkolven afgemaakt.” (7) Daarover alleen internationale stilte. Leopold II bleek overigens een belangrijke aandeelhouder te zijn van de Franse Congo alsook van het Duitse Kameroen. Tegelijkertijd decimeerden de V.S. de Amerikaanse Indianen en voerden zij een bloedige contraguerrilla in de Filipijnen waarbij gemarteld werd en dorpen werden platgebrand (met 20.000 doden) en evenmin kregen de Engelsen kritiek voor het uitmoorden van de Aboriginals in Australië. (8) “Conrad zei het 't best: 'Alle Europeanen hebben bijgedragen aan het maken van Kurtz.'” (9)

    In 1913 nam mensenrechtenactivist Roger Casement ontslag als Brits consul, hij streed voortaan voor de vrijheid van zijn Ierland. Tijdens W.O.I leunde hij voor bewapening aan bij de Duitsers die Ierland's onafhankelijkheid voorstonden maar hij werd opgepakt, beschuldigd van hoogverraad en opgesloten. In zijn beroemde redevoering verklaarde hij: “'Zelfbestuur is ons recht. Iets wat bij onze geboorte in ons is geboren; iets wat evenmin aan ons kan worden toebedeeld of van ons afgenomen door andere mensen als het recht op leven zelf - als het recht de zon te voelen of de bloemen te ruiken, of van onze medemens te houden. (…) Wanneer mannen met ingehouden adem moeten smeken om het recht in hun eigen land te leven, hun eigen gedachten te denken, hun eigen liederen te zingen, de vruchten van hun eigen inspanningen te plukken (…) dan is het stellig een dapperder, verstandiger en waarachtiger iets om rebel te zijn. (...)” (10) Casement kreeg eenzame opsluiting in de Pentonvillegevangenis in Londen. Men vond zijn dagboeken met aantekeningen over zijn (toen verboden) homoseksualiteit en men maakte die openbaar zodat de kritiek achterwege bleef tot hij op 3 augustus 1916 werd opgeknoopt.

    Intussen voerde Morel een soort pacifistische verzetsstrijd tegen de waanzin van de oorlog (die achteneenhalf miljoen doden maakte) en hij werd afgeluisterd en belaagd. In 1917 werd hij gearresteerd “voor het overtreden van een obscure wet die het sturen van antioorlogsliteratuur naar neutrale landen verbood” (11) en veroordeeld tot zes maanden dwangarbeid. (12) Geheel ondervoed stortte hij na zijn vrijlating in, hij kreeg hartaanvallen, ging alsnog in de politiek maar stierf op 12 november 1924, eenenvijftig jaar oud. (13)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 10 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 279.

    (2) O.c., p. 279.

    (3) Ib., p. 280.

    (4) Ib., p. 280.

    (5) Ib., p. 281.

    (6) Ib., p. 281.

    (7) Ib., p. 283.

    (8) Ib., pp. 283-284.

    (9) Ib., p. 284.

    (10) Ib., p. 287.

    (11) Ib., p. 290.

    (12) Ib., p. 290.

    (13) Ib., pp. 291-292.


    09-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 18: De Commissie van Onderzoek en de dood van de koning

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 18: De Commissie van Onderzoek en de dood van de koning

    Omdat het werken met een commissie reeds bevredigend was gebleken voor Leopold, vormde hij een nieuwe commissie, de Commissie van Onderzoek, ter plekke in de Congo. Edoch, bedoeld als een schijnvertoning om zijn naam te zuiveren, draaide alles uit op een echt onderzoek waarin de aantijgingen zoals geformuleerd door Casement en Morel punt na punt werden herhaald. Om ook dit te camoufleren, “(...) kregen alle belangrijke kranten in Engeland een document met een begeleidende brief waarin werd uitgelegd dat dit een 'volledige en authentieke samenvatting van het rapport' betrof. Deze (…) werd geleverd door de West-Afrikaanse Missievereniging, wat zonder meer betrouwbaar klonk. (…) in het Engels.” (1) Weken na publicatie van de samenvatting in Engeland en in de V.S. “werd duidelijk dat de zogenaamde samenvatting weinig had uit te staan met het rapport. Telkens werden belangrijke punten in het rapport eruit gelicht en 'samengevat' tot er niets meer overbleef.” (2) En de West-Afrikaanse Missievereniging... bleek een “uit één vertrek bestaand kantoor (…) met een pas geverfd bord op de deur. De enige persoon daarin was een portier.” (3)

    De Commissie van onderzoek, die maakte dat een gouverneur-generaal zich met een scheermes de keel doorsneed en die een rechter in tranen deed uitbarsten, (4) stond bol van getuigenissen van de ergst denkbare gruweldaden “bij honderden (…) de stemmen van de Congolezen zelf”. (5) “Niemand las ze echter. Ondanks de kritische conclusies van het rapport, werden de verklaringen van de Afrikaanse getuigen nooit rechtstreeks geciteerd. Het rapport van de Commissie verwoordde algemeenheden. De verhalen werden niet afzonderlijk gepubliceerd en evenmin mochten ze door derden worden ingezien. Ze kwamen terecht in de gesloten afdeling van het staatsarchief in Brussel. Pas in de jaren tachtig van deze eeuw (i.e. de twintigste eeuw) mochten mensen ze uiteindelijk vrij lezen en kopiëren.” (6) Leopold zou de Congo nog tijdens zijn leven als kolonie aan België overlaten, of beter: verkopen, en voor veel geld. Geld dat uit de Congo zelf zou worden gehaald.

    Intussen echter stelden de zwarte Amerikaanse missionaris William Sheppard en de blanke dominee William Morrison de wreedheden in de Congo verder aan de kaak en er kwam rebellie maar de aanklagers werden in Leopoldville berecht voor smaad. Morel zorgde ervoor dat zij met brio verdedigd werden door de Belgische socialist Emile Vandervelde. Maar een spitsvondige rechterlijke uitspraak maakte “dat Sheppard onschuldig werd bevonden, zonder dat de Compagnie du Kasai (de geweldplegers in kwestie) schuldig werd bevonden.” (7)

    In december 1909, minder dan twee maanden na de rechtszaak tegen Sheppard, werd de vierenzeventigjarige koning ernstig ziek.” (8) Leopold huwde nog met zijn minnares en kort na een darmoperatie stierf hij, nadat hij zijn fortuin aan zijn Caroline had nagelaten en binnen het jaar hertrouwde zij met haar pooier van weleer. (9)

    Roger Casement vergeleek de onderdrukking van zijn Ierland door de Engelsen met deze in de Congo. Hij werd naar het Putumayogebied in Peru gestuurd waar hij een gelijkaardig onderzoek voerde naar de wreedheden tegen de Indianen door functionarissen van de Peruviaanse Amazone Rubbercompagnie. (10) Hij vernam dat hij geridderd zou worden “(...)maar toen de dag van de feitelijke ceremonie - die van hem zou hebben verlangd dat hij knielde voor de Britse koning - aanbrak, gaf hij voor ziek te zijn.” (11)

    Intussen ijverde Morel verder voor de zaak van de mensenrechten. “In 1909, tientallen jaren zijn tijd vooruit en in scherpe tegenstelling tot de zelfgenoegzame stemming om hem heen, schreef hij een scherpzinnige waarschuwing voor de 'verstrekkende gevolgen voor de algemene lotsbestemming, niet alleen van Zuid-Afrika maar van heel zwart Afrika' die zouden voortkomen uit het feit dat Groot-Brittannië de nieuwe, onafhankelijke Unie van Zuid-Afrika had opgezet met een uitsluitend uit blanken bestaande volksvertegenwoordiging.” (12)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 9 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 252.

    (2) O.c., p. 252.

    (3) Ib., p. 253.

    (4) Ib., p. 251.

    (5) Ib., pp. 254v.

    (6) Ib., p. 256.

    (7) Ib., p. 266.

    (8) Ib., p. 266.

    (9) Ib., pp. 266-267.

    (10) Ib., pp. 268-270.

    (11) Ib., p. 271.

    (12) Ib., p. 274.


    04-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 17: De koning-omkoper

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 17: De koning-omkoper

    De titel van het zestiende hoofdstuk in Hochschilds Congoboek, 'Journalisten geven u geen kwitanties', verwijst uiteraard naar het ontbreken van betalingsbewijzen voor ontvangen steekpenningen.

    (...) Stanley was ongelukkig over de gruwelkamer die de Congo was geworden” maar hij bleef Leopold verdedigen. Zijn gezondheid ging achteruit, waarschijnlijk verergerd door de drommen al te enthousiaste doktoren die hun beroemde patiënt maar al te graag de allernieuwste behandelingen lieten ondergaan: strychnine-injecties, ammonia, ether en elektrische schokken.” (1) Hij stierf in 1904 en werd drieënzestig. Leopold werd nu langs alle kanten aangevallen en hij beschouwde Morel, Casement en hun aanhangers als leden van een internationale samenzwering tegen hem. Daarop lanceerde hij “een geheime missie naar Brits Afrika om onderzoek te doen naar misstanden die overeenkwamen met degene die Casement in de Congo had ontdekt.” (2) Hij kocht kranten- en tijdschriftenredacteuren om: zij schreven stukken zoals “'De opium in Brits-India' (…), geselingen in Zuid-Afrika, mensenoffers in Nigeria (…).” (3) Hij chanteerde sir Alfred Jones om de Britse kritiek te temperen: deze stuurde twee reizigers voor 3000 £ naar de Congo die er dan positief over schreven: in 1906 schreef burggraaf William Mountmorres in zijn Congoboek over een goede en humane regering aldaar: “'Het is een bijzondere ervaring getuige te zijn van de oprechte ijver waarmee de ambtenaren (…) zich aan hun werk wijden. ” (4) De reisauteur Mary French Sheldon kreeg alleen het aantrekkelijke van het land te zien en zij schreef: “'Ik ben getuige geweest van meer wreedheden in de straten van London dan ik ooit in de Congo heb gezien'” (5) “De koning zette haar vervolgens bij hem op de loonlijst voor 1500 frank per maand (…) om te lobbyen onder parlementsleden.” (6) Hij maakte ook gebruik van “tussenpersonen om zijn sporen uit te wissen.” (7) “Leopolds public relations-campagne werd uitgevoerd door een uitgebreide staf.” (8) “Binnen een jaar of twee rolden er nieuwe pro-Leopoldboeken van de persen. Het persbureau (van Leopold (9)) subsidieerde in het geheim verscheidene Belgische kranten en een in Edingburgh verschijnend tijdschrift genaamd New Afrika - The Truth on the Congo Free State.” (10) Het persbureau werkte ondergronds met smeergeld. “De agenten ervan overhandigden in het geheim contanten aan redacteuren en verslaggevers in alle delen van Europa; rond 1907 ontvingen de correspondenten in Brussel van zowel de Times of London als de Duitse Kölnischer Zeitung steekpenningen. Twee redacteuren (…) ontvingen de tegenwaarde van wat nu (i.e.: in 1998) 140.000 gulden zou zijn” (11) “De krant Corriere della Sera weigerde een groot omkoopbedrag en stelde in plaats daarvan een onderzoek in.” (12) Een aanvankelijk kritische Duitse krant schetste een enthousiast portret van een welvarende Congo: “In 1907 werd de hoofdredacteur gedecoreerd door de koning”. (13) Maar: “Lezers merkten soortgelijke mysterieuze koerswijzigingen op in andere Duitse kranten.” (14)

    Morel wees nu ook de V.S. op hun verantwoordelijkheid daar ze de Congo als eerste hadden erkend. (15) en op uitnodiging van president Roosevelt sprak hij op een mensenrechtenconferentie in Boston wat leidde tot de oprichting van de Amerikaanse Vereniging voor de Hervorming van de Congo waarvan Mark Twain een van de voortrekkers was en die schreef aan Morel: “(...) dat de zaak van de Congohervorming in de Verenigde Staten een 'gigantische onderneming was (…) (die) een organisatie als U.S. Steel vereist.” (16) Zijn pamflet uit 1905, King Leopold's Soliloquy, is een denkbeeldige monoloog door Leopold waarin hij geërgerd zegt: “In deze twintig jaar heb ik miljoenen uitgegeven om de pers van de twee halfronden stil te houden en toch blijven er dingen uitlekken.” (17) Zijn “'kodak'”, zo klaagt hij, is “de enige getuige (…) die ik niet kon omkopen.” (18)

    Leopolds propagandamachine reageert met An Answer to Mark Twain. (19) Leopold engageerde sprekers tegen Morel en richtte zich tot onder meer “(...) senator Nelson W. Aldrich van Rhode Island, (…) een multimiljonair, kaartpartner van J. Pierpont Morgan, de schoonvader van John D. Rockefeller jr. (…) een grootmeester in machtsspelletjes.” (20) Aan allen beloofde hij een aandeel in de buit. (21) Zijn strategie blijkt uit een adviesbrief van en van zijn Amerikaanse agenten: “'Stel een strook land dwars door de Congo (…) open ten gunste van Amerikaans kapitaal. Grijp de huidige concessionairs zo nodig bij de keel en dwing hen hun privileges met de Amerikanen te delen. Op deze manier zult u een Amerikaans belang tot stand brengen in de Congo dat het gekef van de Engelse opruiers en de Belgische socialisten vergeefs zal maken.'” (22) Leopold deed een schenking van meer dan drieduizend kunstwerken aan het Amerikaans Museum voor Natuurlijke Historie waarvan J.P. Morgan bestuurslid was, wat de gewenste uitwerking had. (23) Leopold speelde ook de slachtofferrol van de (door protestanten) vervolgde katholiek en het Vaticaan steunde hem via kardinaal Gibbons die luidruchtig voor Leopold pleitte en dan van hem het Grootkruis van de Orde van de Kroon ontving. (24) Via zijn lobbyisten gelukte het de koning een nieuw Engelstalig tijdschrift over de Congo te stichten en Frederick Starr van de universiteit van Chicago, overtuigd van de minderwaardigheid van primitieve volkeren, schreef vijftien lovende artikelen over Congo in de Chicago Daily Tribune (ook verschenen als boek, getiteld Waarheid over de Congo Vrijstaat) in ruil voor talloze medailles en een door Leopold betaalde rondreis van een jaar in de Congo. (25) Ook Henry W. Wack, jurist bij een bedrijf in gepatenteerde geneesmiddelen, schreef een vleiend Congo-boek dat in alle bibliotheken te vinden was. “De instructies vanuit Brussel luidden dat Wack 'moest doen alsof hij niet in dienst van de Staat was, maar louter een onafhankelijke publicist'.” (26)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 4 januari 2023)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 236.

    (2) O.c., pp. 237-238.

    (3) Ib., p. 238.

    (4) Ib., p. 238.

    (5) Ib., pp. 238-239.

    (6) Ib., p. 239. Het bedrag komt overeen met 300.000 Belgische frank in 1998.

    (7) Ib., p. 239.

    (8) Ib., p. 239.

    (9) Ib., p. 239.

    (10) Ib., p. 240.

    (11) Ib., p. 240.

    (12) Ib., p. 240.

    (13) Ib., p. 241.

    (14) Ib., p. 241.

    (15) Ib., p. 242.

    (16) Ib., p. 242. U.S. Steel of de United States Steel Corporation werd opgericht in 1901 door John Pierpont Morgan.

    (17) Ib., p. 243.

    (18) Ib., p. 243.

    (19) Ib., p. 243.

    (20) Ib., p. 244.

    (21) Ib., p. 244.

    (22) Ib., p. 244.

    (23) Ib., pp. 244-245.

    (24) Ib., p. 245.

    (25) Ib., p. 245.

    (26) Ib., p. 245.


    02-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Einstein on the Beach' en het martelaarschap

    'Einstein on the Beach' en het martelaarschap

    De auteur van het interessante artikel over geneeskunde en Griekse mythologie (beginnende met de zin: Theologische beschouwingen leiden tot de opvatting dat de ziekte (en andere rampen die de mens overkomen) een straf is van de goden" (1)) laat iemand ergens in een van zijn andere teksten beweren dat gehuwden, indien zij op hun huwelijk zouden kunnen zien welke moeilijkheden hen ingevolge de trouwpartij te wachten staan, op staande voet weer naar huis zouden lopen. Edoch, hoe vanzelfsprekend de beide standpunten ook klinken: velen denken daar heel anders over.

    Of kan men zich dan niet voorstellen dat op een trouw de twee verloofden, wanneer ze elkaar voor het jawoord in de ogen kijken, in een flits hun toekomst zien passeren met al het lief maar ook met al het soms onnoemelijke leed? Men hoeft helemaal niet te beschikken over de fantasie van een romanschrijver om zich dat te kunnen voorstellen. Maar kan men zich ook voorstellen dat gedurende die flits het koppel zou ontkoppeld worden van de roes en van de romantiek van dat zo zalige moment van trouwen en dat elk van beiden heel bewust, rationeel en nuchter zou kunnen beslissen over het al dan niet voortzetten van de op til zijnde ceremonie?

    De vraag die zij dan elk voor zich te stellen hadden, luidt uiteraard: zie ik de ander graag genoeg om naast het zoete geluk ook al dat te verwachten leed erbij te nemen waarvan, krachtens die bliksemschicht van helderziendheid, de komst voortaan een feit is dat ons verhindert om te hopen dat het alsnog anders zal uitdraaien? Ja, stel nu eens dat zij op voorhand konden kiezen.

    On the Beach (in het Nederlands vertaald als De laatste oever) is een roman uit 1957 van de naar Australië uitgeweken Brit Nevil Shute, behorende tot de post-apocalyptische fictie en handelend over de mensheid die, ten prooi aan radioactieve straling, haar nakende einde tegemoet ziet na een vernietigende kernoorlog. De roman is wellicht geïnspireerd op het gedicht The Hollow Men van T.S. Elliot: In this last of meeting places/ We grope together/ And avoid speech/ Gathered on this beach of the tumid river… / This is the way the world ends/ This is the way the world ends/ This is the way the world ends / Not with a bang but a whimper. In Shute's verhaal stelt de regering zelfmoordpillen ter beschikking waarmee de laatste overlevenden zich euthanaseren om niet te hoeven lijden.

    De opera Einstein on the Beach van Philip Glass (met teksten van Christopher Knowles, Samuel M. Johnson en Lucinda Childs) lijkt naar deze roman te verwijzen maar vertelt dan toch weer een ander verhaal. Het zandstrand van de verliefden lijkt te verwijzen naar de woestijn waar de eerste kernproef plaatshad (met op de achtergrond Max Wildiers' bezinning Afscheid van Los Alamos) en zo zijn daar naast het romantische koppel ook aanwezig: het metafysische koppel van de liefde en de dood, maar nu elk in hun oneindigheidsdimensie want elkaar onophoudelijk versterkend.

    De opera van Philip Glass begint als volgt: "Two lovers sat on a park bench with their bodies touching each other, holding hands in the moonlight. There was silence between them. So profound was their love for each other, they needed no words to express it."

    Een van beiden verbreekt de stilte: ""Do you love me, John?" she asked. En hij antwoordt: "You know I love you, darling, I love you more than tongue can tell. You are the light of my life, my sun, moon and stars. You are my everything. Without you I have no reason for being.""

    Opnieuw valt een stilte en zij stelt de volgende vraag: "How much do you love me, John?" En het antwoord luidt: "How much do I love you? Count the stars in the sky. Measure the waters of the oceans with a teaspoon. Number the grains of sand on the seashore. Impossible, you say. Yes and it is just as impossible for me to say how much I love you. My love for you is higher than the heavens, deeper than Hades, and broader than the Earth. It has no limits, no bounds. Everything must have an ending except my love for you."

    Edoch, zowel het eerste als het tweede antwoord is er een van woorden: "Words, words, words." In het Bijbelse boek Job wordt om een antwoord van een heel ander kaliber gevraagd: de duivel eist daar dat de naar zijn smaak al te dure woorden worden gewogen middels daden en derhalve staat de Schepper toe dat de duivel de condities wegneemt die volgens zijn kwade trouw maken dat Job al te dure woorden spreekt. En Job wordt gemarteld.

    "Zou je met mij in het huwelijk getreden zijn indien je had geweten dat ik je ongewild ging laten lijden?" En dezelfde vraag stelt zich met betrekking tot het krijgen van kinderen, over wie men immers kan veronderstellen dat zij aan hun ouders ooit de vraag stellen: "Zou je mij gehouden hebben mocht je geweten hebben dat ik je ongewild ging laten lijden?" In een hedendaagse versie is dat uiteraard ook een door velen nog onontgonnen vraagstuk van de abortusproblematiek.

    Geliefden zweren in hun romantiek dat ze elkander meer beminnen dan dat er zandkorrels op het strand zijn of sterren aan het uitspansel. Dat klinkt heel poëtisch maar de werkelijke vraag luidt of de liefde inderdaad zo groot is dat zij ook het meest onnoemelijke leed in haar schaduw stelt: is de liefde groot genoeg om de dood te overwinnen? En is zij ueberhaupt nog liefde als zij dat niet kan?

    Het zal altijd vreemd blijven klinken in de oren van wie het wel horen doch niet vatten kunnen maar pas daar waar de proef op de som genomen wordt, manifesteert de liefde zich om te beamen: "Ja, jij bent het allemaal waard."

    (J.B., 2 januari 2022)

    Verwijzingen:

    (1) https://www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3307428


    31-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 16: 'Geen macht is groter dan de vrijheid om iemand anders het leven te benemen'.

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 16: 'Geen macht is groter dan de vrijheid om iemand anders het leven te benemen'.

    In het vijftiende hoofdstuk van zijn boek berekent Adam Hochschild hoeveel slachtoffers werden gemaakt in Leopolds Congo dat duurde van 1885 tot 1908. “In 1924 werd de bevolking vastgesteld op tien miljoen (…). Dit zou volgens de schattingen betekenen dat gedurende de periode-Leopold en in de directe nasleep ervan de bevolking van het gebied met ongeveer tien miljoen mensen was gedaald.” (1) Die decimering is vooral te wijten aan de rubberhausse die ook nog doorging nà Leopold maar er zijn vier grote oorzaken.

    Vooreerst is er de regelrechte moord waarover veel bericht wordt: “Wanneer een dorp of district er niet in slaagde zijn vereiste rubberquotum af te leveren of terugvocht tegen het regime, doodden soldaten van de Force Publique of 'schildwachten' van de rubbermaatschappijen vaak iedereen die ze tegenkwamen.” (2) Zo werden (volgens de Kölnische Zeitung, 1896) “op één enkele dag 1308 afgehakte handen afgeleverd bij de beruchte districtscommissaris Léon Fiévez. (…)” (3) Missionaris Ellsworth Faris tekent in 1899 op: “Iedere keer dat de korporaal rubber gaat halen, krijgt hij patronen uitgereikt. Hij moet alle ongebruikte mee terug nemen; en voor iedere gebruikte moet hij een rechterhand terugbrengen! (…) In zes maanden werden aan de Momboyorivier zesduizend patronen gebruikt, wat betekent dat zesduizend mensen werden gedood of verminkt. (...) Dat betekent meer dan zesduizend (…) want soldaten slaan ook kinderen dood met hun geweerkolven.” (4) “Tijdens de strafexpedities tegen de Budjarebellen werden meer dan dertienhonderd Budja's gedood. (Er waren nog) tientallen andere opstanden tegen het inzamelen van rubber. (Men moet in rekening brengen dat) soldaten streng gestraft werden voor het 'verspillen' van kogels op niet-menselijke doelwitten. (Volgens Morel) blijkt dat in het jaar 1903, één van de vijfendertig rubberinzamelpunten (…) een totaal van 159 vuurwapens en 40.355 kogels kreeg aangeleverd.” (5) Missionarissen hebben het over gebieden bedekt met lijken met afgehakte rechterhanden. “Veel officieren van de Force Publique hielden verbazingwekkend openhartige dagboeken bij over de dood en vernieling die ze achter zich lieten”. (6) Luitenant Knut Svensson noteert in Bikora 527 dood geschoten mensen in vierenhalve maand tijd. Officier Charles Lemaire schrijft dat Bokanga werd platgebrand, Bolébo platgebrand, Ikengo-dorpen aangevallen, Loliva aangevallen, Nkolé platgebrand, Ipéko platgebrand en de bananenbomen omgehakt, de Bomopodorpen aangevallen door luitenant Sarrazijn. Daarbij werden telkenmale vele dorpelingen gedood. En dat gaat zo maar door, dag na dag.

    Honger, uitputting en ontbering vormen een tweede doodsoorzaak, want als de dorpelingen vernemen dat de Force Publique in aantocht is met de rubber-terreur, slaan ze op de vlucht. “Als represaille namen de soldaten dikwijls hun dieren mee en verbrandden hun huizen en gewassen, zodat ze zonder voedsel kwamen te zitten.” Dertigduizend mensen vluchtten rond 1900 naar Frans grondgebied. (7) Missionaris William Sheppard tekent in 1899 op dat in een straal van 75 mijl van Luebo 40.000 mensen zonder onderdak in bossen slapen. Een Brits ontdekkingsreiziger, E.S. Grogan schrijft: “Ieder dorp is platgebrand (…) ik zag overal skeletten, skeletten; en die houdingen - welke gruweldaden vertelden die niet”. (8) Er trad hongersnood op. “Vele duizenden mensen, vrouwen, kinderen en bejaarden, stierven als gijzelaars. Soldaten hielden hen gevangen in stoffige kralen, dikwijls geketend, waar ze weinig of niets te eten kregen totdat de mannen van het dorp de verlangde hoeveelheid rubber brachten - wat soms weken kon duren. In één palissade bleken er in 1899 drie tot tien gevangenen per dag te overlijden.” (9)

    Een derde doodsoorzaak was ziekte. “Net als met de decimering van de Amerikaanse Indianen kwamen meer Congolezen om het leven door ziekte dan door kogels. Europeanen en Afro-Arabische slavenhandelaars brachten veel (daar onbekende) ziekten naar (…) de Congo.” (10) Pokken, slaapziekte, long- en darminfecties. Aan slaapziekte stierven alleen al in 1901 een half miljoen Congolezen en de verdedigers van Leopold geven dan ook alle schuld aan de slaapziekte. Edoch, “het verhaal is ingewikkelder, want de ziekte is niet de enige factor. Epidemieën eisen bijna altijd een veel hoger aantal slachtoffers en verlopen in een sneller tempo onder mensen die zijn ondervoed en getraumatiseerd (...).” (11) Van deze waarheid kan de hele wereldbevolking trouwens heden ten dage getuige zijn in het kader van het coronagebeuren: ook in eigen land vielen het grootste aantal doden bij de bejaarden die in voornamelijk OCMW-rusthuizen verbleven, waar men het voor de maaltijden immers moet zien te redden met twee euro per dag. En ook hier wordt de schuld op de epidemie geschoven en zwijgt men zedig over al de rest om aldus zijn verantwoordelijkheid te proberen ontlopen.

    Een vierde en laatste oorzaak van de terugloop van de Congolese bevolking is de daling van het geboortecijfer met zowat zestig percent in de bewuste periode tussen 1896 en 1903: “(...) gezinnen, geterroriseerd en uit elkaar gerukt door de rubbercampagne , stopten eenvoudigweg met het krijgen van kinderen.” (12) Edoch, de permanente commissie van het Nationale Koloniale Congres van België begon zich pas zorgen te maken over de terugloop van de bevolking op het ogenblik dat een tekort aan arbeiders dreigde...

    Waarom ging het moorden dan zolang door? Dezelfde irrationaliteit ligt ten grondslag aan veel andere massamoorden. In de Sovjet-Unie bijvoorbeeld (…) zelfs toen er geen zichtbare tegenstanders (van het regime) meer over waren, werden zeven miljoen mensen geëxecuteerd en stierven nog eens vele miljoenen in de afgelegen kampen van de goelag. (…) Net zoals in Rusland had de massamoord in de Congo zodra hij was begonnen geen impulsen meer nodig. Macht is verleidelijk, en in zekere zin is geen macht groter dan de vrijheid om iemand anders het leven te benemen. Eenmaal aan de gang is massamoord moeilijk te stoppen; het wordt een soort sport, net als jagen.” (13) Die bezetenheid werd ook in de Vietnamoorlog opgetekend: “(...) als we die mensen niet kunnen neerknallen, wat doen we godverdomme dan hier?” (14) Cineast Francis Coppola inspireerde zich voor zijn Apocalyps Now bij... Joseph Conrad.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 31 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 234.

    (2) O.c., p. 227.

    (3) Ib., p. 227.

    (4) Ib., p. 227.

    (5) Ib., p. 227-228. In alle aanleveringspunten samen zouden dat dan jaarlijks 40.355x35 of 1,4 miljoen doden zijn.

    (6) Ib., p. 228.

    (7) Ib., pp. 229-230.

    (8) Ib., p. 230.

    (9) Ib., p. 231.

    (10) Ib., p. 231.

    (11) Ib., p. 232.

    (12) Ib., p. 233.

    (13) Ib., p. 234.

    (14) Ib., p. 235.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Theologische beschouwingen leiden tot de opvatting dat de ziekte (en andere rampen die de mens overkomen) een straf is van de goden...” (Kris Vansteenbrugge)

    Om te lezen, klik:

    https://www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3307428


    30-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 15: De bestemming van de Congo-buit

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 15: De bestemming van de Congo-buit

    In het veertiende hoofdstuk van zijn boek verklapt Adam Hochschild waar het in de Congo buitgemaakte gigantische fortuin van de koning naartoe ging. Maar eerst wijst de auteur op enkele tekortkomingen van Morel, die de geschiedenis van de Congo weliswaar terecht aan de kaak stelde maar die ook blind was voor het imperialisme van de Britten. “Hij (Morel) zag de wreedheden in de Congo niet als een specifieke imperfectie die kon worden weggevaagd op dezelfde manier waarop men kinderarbeid of de doodstraf kon afschaffen, door een wet aan te nemen die het verbood, maar als onderdeel van een complex, diep verankerd systeem, zoals hij het noemde - dwangarbeid plus de grootschalige Europese overname van Afrikaans land.” (1) En “zijn toon was die van een evangelische predikant.” (2) Leopold en de zijnen waren voor Morel “de belichaming van de duivel” (3) en zijn edel doel was naar zijn eigen zeggen: “'de moderne slavenhandel in de binnenlanden van de Congo uitroeien.'” (4) “Bazuin zijn naam rond”, zo dichtte Morel over Leopold, “en laat het daglicht schijnen op zijn daden.” (5) Morel was een vlotte spreker voor het groot publiek alsook een verwoed briefschrijver en zo won hij ook vele hooggeplaatsten voor zijn zaak en maakte hij talloze volgelingen.

    Naarmate de aanvallen op Leopold toenamen, onderwierp het regime Morels bondgenoten in de Congo aan een steeds kritischer blik.” (6) Onder hen bevond zich ene Hezekiah Andrew Shanu, een Nigeriaanse onderwijzer die zakenman werd en die eerst voor Leopolds regime werkte en werd gerespecteerd als “'een treffend voorbeeld van de vervolmaakbaarheid van het negerras'.” (7) Totdat hij overliep naar het kamp van Leopolds vijanden en hij aan de mensenrechtenactivist Roger Casement informatie bezorgde over mishandelingen van West-Afrikaanse arbeiders in de Congo, wat hem in een lastig parket bracht. Om geen internationaal incident uit te lokken werd Shanu niet gearresteerd maar in plaats daarvan maakte de overheid hem het leven zuur, wat uiteindelijk resulteerde in zijn bankroet en in juli 1905 pleegde hij zelfmoord.

    Het grootste deel van Leopolds fortuin ging naar landerijen en naar bouwwerken. Een ander deel kreeg zijn bestemming toen de vijfenzestigjarige koning in Parijs een zestienjarige callgirl tot zijn nieuwe minnares nam. Hij werd nu “een onweerstaanbaar doelwit voor de wereldpers, opgejut door Morel.” (8) De echtgenote van de koning overleed. Leopold bracht zijn minnares onder in “een reusachtig landhuis, de villa Vanderborght, gelegen tegenover de koninklijke gebouwen in Laken, en bouwde een voetgangersbrug over de straat zodat hij op ieder willekeurig moment kon oversteken om haar een bezoek te brengen.” (9) “Zijn jonge minnares overlaadde hij met kastelen en landhuizen.” (10) Haar eerste zoon werd de hertog van Tervuren en zij de barones van Vaughan. Haar tweede zoon had een misvormde hand en de roddelpers maakte er een spotprent van waarop ook de afgehakte negerhanden waren afgebeeld. “Het onderschrift luidde: 'wraak uit hogere sferen'”. (11)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 30 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 214.

    (2) O.c., p. 215.

    (3) Ib., p. 215.

    (4) Ib., p. 215.

    (5) Ib., p. 216.

    (6) Ib., p. 219.

    (7) Ib., p. 219.

    (8) Ib., p. 223.

    (9) Ib., p. 223.

    (10) Ib., p. 224.

    (11) Ib., p. 225.


    29-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 14: Een gevecht tegen wreedaards

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 14: Een gevecht tegen wreedaards

    Wat volgt, doet onwillekeurig denken aan wat er zoal in de pers verschijnt over de Russische machthebbers van dit ogenblik.

    In mei 1903 werd Morels protestresolutie tegen de Congo aangenomen en de Britse consul in de Congo, de Ier Roger Casement, werd gevraagd verslagen te sturen. Casement, die al twintig jaar in Afrika gewerkt had, had er een week lang Stanley vergezeld. “Toen hem opviel dat Stanley's hond geen staart meer had, hoorde hij tot zijn afgrijzen dat Stanley de staart had afgesneden en deze de hond had laten opeten.” (1) In 1887 ontmoette hij ook officier van de Force Publique van Kerckhoven die hem “vrolijk uitlegde hoe hij zijn zwarte soldaten 'vijf koperen staafjes (2,5 pence) had betaald voor ieder mensenhoofd dat ze hem brachten (…). Hij zei dat dit was om hun dapperheid in het oog van de vijand te stimuleren.'” (2) In 1890 ontmoette Casement ook de schrijver Joseph Conrad. “(...) Casement had een voorraad verhalen die Conrads visie op het kolonialisme in Afrika verduisterden.” (3) In 1892 werkzaam in Nigeria protesteerde Casement in een brief “tegen de ophanging van zevenentwintig Afrikaanse rekruten en hun echtgenotes in de Duitse kolonie Kameroen; de mannen hadden gemuit nadat hun vrouwen waren gegeseld” (4), waarna hij in 1900 werd overgeplaatst naar de Congo. Onderweg in Brussel werd hij door Leopold uitgenodigd voor de lunch. De koning gaf de excessen toe maar voerde aan dat “'het onmogelijk was altijd de beste mannen in Afrika te hebben.'” (5) Casement was homoseksueel en “leefde in een tijd waarin de ontdekking hiervan schande zou betekenen, of erger. In 1895 werd zijn landgenoot Oscar Wilde tot twee jaar dwangarbeid veroordeeld vanwege 'het plegen van uitgesproken onbetamelijke daden met andere mannelijke personen'” (6) Er was ook “de zaak van generaal-majoor Hector Macdonald (…). Toen diens homoseksualiteit aan het licht was gekomen en hij voor de krijgsdraad moest verschijnen, pleegde hij zelfmoord in een hotelkamer in Parijs. (…)” (7) Casement was op zijn hoede maar tekende niettemin zijn afspraakjes op in zijn dagboek dat aldus een tijdbom was.

    Casements protestresolutie tegen de Congo werd unaniem aangenomen door het Britse Lagerhuis. Bij een nieuw onderzoek tekende hij alles nauwgezet op en protesteerde hij in brieven aan ambtenaren tegen de wreedheden die, zo schreef hij, slechts konden leiden tot “de universele veroordeling door de beschaafde mensheid.” (8) Casements bevindingen kwamen overeen met die van Morel en zijn verontwaardiging stak ook missionarissen aan die gingen protesteren. Uit zijn dagboeken: “25 juli: Ik liep dorpen binnen (…) maar drieënnegentig mensen over van vele honderden./ 6 augustus: (…) Ze worden wreed gegeseld./ 13 augustus: A. kwam me vertellen dat vijf mensen uit de omgeving van Bikoro met afgehakte handen helemaal naar Myanga waren gekomen om het me te laten zien./ 22 augustus: Bolongo vrijwel uitgestorven. (…) Ik zou moeten zeggen ongelukkige mensen die bitter klaagden over de rubberbelasting (…) 6.30 passeerde ik verlaten plaats Bokuta (…) Mouzede zegt dat de mensen allemaal onder dwang zijn meegenomen naar Mampoko. Arme ongelukkige zielen./ 29 augustus: Bongandanga (…) Rubber-'markt' gezien; niets dan geweren - ongeveer twintig gewapende mannen (…) De bevolk. 242 mannen met rubber allemaal bewaakt als gevangen. Dit 'handel' noemen is het toppunt van leugenachtigheid./ 30 augustus: Zestien mannen, vrouwen en kinderen vastgebonden uit een dorp Mboye dicht bij de stad. Schandelijk. De mannen zijn in de gevangenis gegooid, de kinderen vrijgelaten na mijn ingrijpen. Schandelijk. Schandelijk, verfoeilijk systeem./ 31 augustus: 's Avonds dans georganiseerd ter ere van mij. (…) Het speet me, van al het gedwongen vermaak dat ik heb gezien, slaat dit wel alles./ (…) 9 september: 11.10 weer Bolongo gepasseerd. De arme mensen stapten in kano's om mij om hulp te smeken.” (9)

    In 1903 is het rapport van Casement klaar maar “(...) Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat zich al zorgen maakte, begon dringende verzoeken om uitstel van publicatie te ontvangen van sir Constantine Phipps, de Britse minister te Brussel en een hartstochtelijk medestander van Leopold.” (10) Zo legde hij uit dat de 'schildwachten' (zoals hij de gewapende bewakers noemde) dienden om de rubberwerkers te beschermen: “'Voorkom alstublieft uitgave van rapport van Casement tot na de tiende dezer, de datum waarop ik een vaste afspraak heb met de koning der Belgen', telegrafeerde Phipps. 'De publicatie zal mij onvermijdelijk in een lastig parket brengen aan het hof'.” (11) Ook “sir Alfred Jones (…) bracht tweemaal een bezoek aan het ministerie (…) om te proberen het rapport af te zwakken, of tenminste een voorpublicatie voor de koning te bemachtigen.” (12) Maar Casement zweeg niet en gaf interviews aan de Londense pers, wat de verhindering van publicatie bemoeilijkte. Toen het rapport in 1904 gepubliceerd werd, was dat in telegramstijl met enkel de initialen van daders en in La Tribune Congolaise legde zakenlui uit de Congo uit “dat de mensen met ontbrekende handen die Casement had gezien 'onfortuinlijke individuen waren die leden aan handkanker, wier handen dus hadden moeten worden geamputeerd door middel van een eenvoudige chirurgische ingreep'”. (13) Casement schreef een protestbrief. Hij ontmoette Morel in wie hij iemand vond die zijn verontwaardiging deelde en zij bespraken een actieplan om de Britse bevolking te mobiliseren tegen de wandaden gepleegd op de zwarten in de Congo, zoals ook honderd jaar eerder de abolitionisten deden voor de afschaffing van de slavernij.

    Morel stichtte de Congo Reform Association en verwierf daarvoor steun bij hooggeplaatsten. Op hun eerste bijeenkomst op 23 maart 1904 in Liverpool waren meer dan duizend aanwezigen. Casement en Morel zouden voor hun idealisme echter een hoge prijs betalen. “(…) Beiden zouden als gevangene door de poort van de Londense Pentonvillegevangenis worden binnengeleid. Een van hen zou er nooit meer uit komen.” (14)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 29 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 198.

    (2) O.c., p. 198.

    (3) Ib., p. 198.

    (4) Ib., p. 199.

    (5) Ib., p. 200.

    (6) Ib., p. 201.

    (7) Ib., p. 201.

    (8) Ib., p. 203.

    (9) Ib., p. 204.

    (10) Ib., p. 205.

    (11) Ib., p. 205.

    (12) Ib., p. 205.

    (13) Ib., p. 206.

    (14) Ib., p. 209.


    27-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Casement

    Casement, Roger (1864-1916): Iers dichter, mensenrechtenactivist en Brits diplomaat. Casement stelde de misbruiken aan de kaak in de Congo, meer bepaald door baron Jules Jacques de Dixmude, commissaris van het district van het rubberwingebied aan het Leopold-II-meer (het zg. Congo Report) waarvoor hij in 1905 geridderd werd. In 1911 werd hij tevens geridderd voor zijn regeringsrapport over de uitroeiing van de Amazone-indianen van Putamayo in Peru. Hij richtte ook de Anti Slavery Society op. Nadat hij na de aanvang van W.O.I in Duitsland steun had gezocht voor de Paasopstand in Ierland in 1916, werd eerst karaktermoord op hem gepleegd door hem te beschuldigen van (toen nog verboden) homoseksualiteit en vervolgens werd hij, ondanks de inzet van G. B. Shaw en van C. A. Doyle (auteur van The Crime of the Congo) op beschuldiging van landverraad door de Engelsen opgeknoopt. De na zijn dood ontdekte dagboeken waaruit zijn homoseksualiteit moest blijken zijn volgens sommigen vervalsingen. Later kreeg hij een staatsbegrafenis in Ierland. In 2010 verscheen van de Peruviaanse schrijver Mario Vargas Llosa over hem de roman El sueño del Celta (in het Nederlands vertaald als De droom van de Ier).







    26-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geest van koning Leopold II (flap)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De geest van koning Leopold II (flap)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 13: Over kindsoldaten, mensenrechten en de persvrijheid

    De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910

    Aflevering 13: Over kindsoldaten, mensenrechten en de persvrijheid

    Over wat er in de Congo allemaal gebeurde, oordeelde de massa op grond van de leugenachtige geschriften en voordrachten van Stanley die samen met Leopold II het hele uitbuitingsapparaat bleef voorstellen als het meest edele beschavingswerk. Behalve de zwarte dominee G.W. Williams, was E.D. Morel na zijn ontdekking als klerk bij Elder Dempster in de Antwerpse haven zowat de enige die daaromtrent de waarheid kende. Toen deze zijn baas, sir Alfred Jones (die in Liverpool ook voorzitter was van de Kamer van Koophandel en honorair consul van de Congostaat) daarover informeerde, probeerde die hem middels promotie en overplaatsing het zwijgen op te leggen. Morel weigerde echter te zwijgen maar werd plotseling overal genekt. In 1901 diende hij zijn ontslag in en begon fulltime te schrijven. Eerst in een Britse krant die hem echter censureerde, vervolgens in eigen beheer met zijn West African Mail. Morel werd “de grootste Britse onderzoeksjournalist van zijn tijd.” (1) Deze mensenrechtenstrijder werd geflankeerd door sir Charles Dilke, door het Genootschap tegen de Slavernij en door het Genootschap voor de Bescherming van Inheemse Volken. Morel werd ook beïnvloed door de bevriende schrijfster Mary Kingsley met haar Travels in West Africa (1897) waarin zij Afrikanen nu eens niet neerzet als wilden maar als mensen. Ook leerde Kingsley ons dat voor de komst van Leopold, die alles inpalmde, de grond en de opbrengsten gemeenschappelijk bezit waren van de dorpsgemeenschap. (2) Morel kon niet naar Congo reizen omdat Leopold “onwelgezinde journalisten stelselmatig de toegang tot zijn bezit ontzegde.” (3)

    Terwijl 's konings opgepoetste versie van de Congo werd geëxposeerd op wereldtentoonstellingen, in plantenkassen en musea, kwam er een geheel andere Congo naar voren op de pagina's van de West African Mail.” (4) Zo waren er geheime instructies die “onder geen beding uit de archieven van de plaatselijke functionarissen mocht worden verwijderd”(5): deze instructies moesten mondeling worden overgebracht om geen sporen na te laten inzake het systeem van bonussen voor wie mannen inlijfde in de Force Publique: “'90 frank voor iedere sterke en gezonde man (…) wiens lichaamslengte groter is dan 155 cm; 65 frank voor iedere jongeling wiens lengte tenminste 135 cm bedraagt; 15 frank per mannelijk kind.'” (6) Morel kreeg zijn info over de misstanden van officieren uit de Force Publique en van missionarissen. Het paleis reageerde met pogingen tot omkoping van Morel middels zijn vroegere baas, Alfred Jones. (7) Er kwam opstand maar onder de dekmantel van een rubberbedrijf ging een contraguerilla, een strafexpeditie, onder Edgar Canisius terreur zaaien: zwarten werden vermoord, hun dorpen platgebrand. Al werd de koning zelf met rust gelaten, toch kon Morel rond 1903 de wantoestanden op de politieke agenda plaatsen in het Britse parlement dat een resolutie stemde waarin werd “aangedrongen dat in de Congo 'de inheemse bevolking menselijk dient te worden geregeerd'”. (8)

    Edoch, kennelijk heeft het werk van mensenrechtenactivisten zoals Morel uiteindelijk niet opgebracht wat het beoogde: vandaag werd in het Belgische parlement een Congocommissie geïnstalleerd die omtrent het Congoverleden naar verluidt tot een “eervol slotakkoord” wil komen, alsof het ging over een muziekstuk waarin de heldendaden van de monarch worden bezongen. Honderd jaar geleden verhinderde de Britse pers Morel om over de besproken wantoestanden te schrijven en probeerde de koning hem via zijn gewezen werkgever door omkoping het zwijgen op te leggen. Vandaag lijkt dat laaghartige gedrag gewoon gecontinueerd te worden: de koning wil van geen excuses weten en in de dagelijkse berichtgeving hier te lande valt geen woord van protest te lezen tegen deze dan toch wel surrealistische gang van zaken. Een democratie moet het van de meerderheid hebben, om niet te zeggen de massa. Blijkbaar is de onwetendheid van de massa andermaal de troefkaart die de dictatuur ook hier weer gretig uitspeelt. En op die manier blijven ook de meest corrupte regimes in het zadel: tegen de tijd dat de mensen weten hoe de vork aan de steel zit, zijn ze te oud geworden om nog te reageren en hun kinderen hebben het niet meegemaakt en laten zich inpakken door desinformatie en corruptie, welke dan doorgaan voor 'onderwijs'.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 26 december 2022)

    Verwijzingen:

    (1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), pp. 187-189.

    (2) O.c., pp. 189-190.

    (3) Ib., p. 191.

    (4) Ib., p. 191.

    (5) Ib., p. 192.

    (6) Ib., p. 192.

    (7) Ib., pp. 191-194.

    (8) Ib., pp. 195-196.




    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    kerststal 2021


    Inhoud blog
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 2)
  • Het lezen waard: Ludo Noens' nieuwste boek: "Het ingebeelde universum"
  • Het gewicht van verwachtingen
  • Het gevaar van militanten
  • Prokofief Oorlog en vrede
  • Gounod Faust Le veau d'or MM
  • Gounod, Faust, Walpurgisnacht
  • Gounod, Faust, Le veau d' or -
  • Goethe Faust opera Gounod tro
  • Faust opera Gounod Paris
  • Gounod, Faust, Le veau d' or versie 2
  • Gounod, Faust, Le veau d' or
  • Ten strijd!
  • Uw toekomst!
  • Extreemrechts: van de regen in den drup
  • Het mysterie van de kloosters ontrafeld Een interview met Omsk Van Togenbirger
  • Nosferatu (video) Een korte meditatie bij 'Nosferatu' van Werner Herzog e.a.
  • Besparingen en het incommensurabiliteitsprobleem
  • De nabije toekomst
  • De luis in de pels
  • Overbevolking (Portretten)
  • De stok achter de deur
  • Waltzing Matilda
  • Passacaille d'Armide de J.B. Lully
  • Jan Matejko, “The Battle of Grunwald”
  • John Singer Sargent – Gassed (1919)
  • Benjamin West, Death on the pale horse (1817)
  • Albrecht Dürer, De vier ruiters van de Apocalyps (1498)
  • Lili Marleen
  • Ursula
  • Die Moorsoldaten
  • Offenbach: Hoffmanns vertellingen
  • Faust soldats
  • Kenmerken van een nieuwe dictatuur (deel 2)
  • Faust opera Gounod
  • Kenmerken van een nieuwe dictatuur
  • Het nationalisme en de dood
  • 9 juni 2024
  • Structurele immoraliteit: de combinatie stemplicht en spreekverbod
  • De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 4: Omsk Van Togenbirger en de influencers
  • De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 3: Oorlogspropaganda
  • 1984 in Rusland
  • Speech by Eugene V. Debs, June 16, 1918
  • Debs 1918
  • De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 2: Geen water bij de wijn maar olie op het vuur
  • De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 1: Oorlog, het verlengstuk van de economie
  • Eeuwige regen
  • “Luister alleen naar het officiële nieuws”: “pre-bunking”, de nieuwste zet in “the war on information”
  • Bericht een de lezer: libricide-
  • 9 juni 2024 en gemene geheimen (deel 2)
  • 9 juni 2024 en gemene geheimen
  • Nosferatu (video) Een korte meditatie bij 'Nosferatu' van Werner Herzog e.a.
  • Aldus verslindt de dood het leven
  • 9 juni en de tirannie van de meerderheid
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid (10 afleveringen)
  • Over inbeelding
  • Hitler en extreemrechts
  • 9 juni en de verkapte verknechting van de massa
  • The Primordial Code [ Documentary ] Marijn Poels
  • Verschijnt binnenkort:
  • PANDAMNED - DOCUMENTAIRE (MARIJN POELS)-
  • (VOSTFR) Arrogance, Communication & Pandémi
  • Neoliberalisme, een miskleun vanjewelste
  • PANDAMNED - DOCUMENTAIRE (MARIJN POELS)
  • s
  • geen woord hierover in het 'officiële nieuws':
  • https://www.mo.be/nieuws/7-op-de-10-milieujournalisten-aangevallen-vanwege-hun-werk
  • Krieg und Leichen Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • Martinu
  • Koningin Elisabethwedstrijd
  • Koningin Elisabethwedstrijd
  • JS Bach over de lente
  • Smeren ze ons kanker aan e a ()
  • Het nationalisme en de dood
  • Het nationalisme en de dood (deel 3)
  • Het nationalisme en de dood (deel 2)
  • Het nationalisme en de dood
  • De neuzen van Tsjernobyl
  • Extreemrechts en drogredeneringen
  • De lugubere sprookjes van extreemrechts
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (4 delen)
  • Waar komen al die tumoren toch vandaan? (prof. Pierre Capel)
  • Farid Sheek en Moshen Masoumi
  • Farid Sheek: "Free Spirit"
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 4)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 3)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 2)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom
  • De grote gijzeling Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid (10 afleveringen)
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 10: De afgrond
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 9: De slang die zichzelf in de staart bijt
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 8: De ballade van Arie Hop of de consumptie van het eigen lijf
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 7: Massa-suïcide
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 6: De droom van volmaaktheid
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 5-
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 4
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 3
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 2
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 1
  • -
  • Paternalisme
  • IJZEREN LOGICA MET OMSK VAN TOGENBIRGER
  • hitler
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 7: De uithangborden van de doodsangst
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 6: God en Mammon: twee handen op één buik
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 5: De shoa: het plan van een occulte sekte
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 4: Voortekenen van de genocide
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 3: De megalomanie van de junkie
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 2: Seksuele frustratie, machtswellust en oorlog
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 1: Frustratie, haat en waanzin
  • 9 juni 2024, extreemrechts en de tradities
  • Bomen - Het korte leven van witte abelen langs de Scheldedijk te Wetteren
  • Nosferatu
  • Pasen
  • 9 juni 2024 en de frontsoldaten
  • 9 juni 2024 en de stomme kinderen
  • 9 juni 2024 en Sint-Grobian
  • 9 juni 2024 en de 'vrije' mening
  • Het wrange wringen van de macht
  • congohistorie-
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen
  • congohistorie
  • Democratie en mensenrechten?
  • t5
  • teksten4
  • teksten3
  • teksten2
  • teksten1
  • De cultus van Mammon
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen
  • De cultus van Mammon (deel 5)
  • De cultus van Mammon (deel 4)
  • De cultus van Mammon (deel 3)
  • Van ruilmiddel tot god
  • De cultus van Mammon (deel 2)
  • Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
  • De cultus van Mammon (deel 1)
  • De cultus van Mammon (deel 1)
  • opmerking leesbaarheid blogteksten
  • Democratie en mensenrechten (deel 8)
  • Democratie en mensenrechten (deel 7)
  • Democratie en mensenrechten (deel 6)
  • Democratie en mensenrechten (deel 5)
  • Democratie en mensenrechten (deel 4)
  • Democratie en mensenrechten (deel 3)
  • Democratie en mensenrechten (deel 2)
  • Democratie en mensenrechten
  • Het wordt geregeld. Over abortus en euthanasie
  • Volstrekt gewetenloos
  • Misschien het laatste interview
  • joelia-navalnaja
  • Het licht en de duisternis (deel 5)
  • Het licht en de duisternis (deel 4)
  • Het licht en de duisternis (deel 3)
  • Het licht en de duisternis (deel 2)
  • Het licht en de duisternis (deel 1)
  • Over Navalny
  • Een gelaat van zand
  • Het kaf en het koren
  • Benjamin Britten's War Requiem | Full Concert in HD
  • Gorecki – Symphonia No 3, Beth Gibbons & Polish National Radio Symphony
  • Gorecki Symphony No. 3 "Sorrowful Songs" - Lento e Largo
  • Gustav Mahler: 2. Sinfonie, Auferstehung
  • Olivier Messiaen: Quatuor pour la fin du temps
  • Het Dorp
  • Oorlogsgeleerden
  • Die Todesfuge, Paul Celan
  • De held en het geld
  • Extreemrechts, symptoom van zwakte
  • Kannibalisme en Lebensraum. Een interview met Omsk Van Togenbirger
  • Dr. Erwin Annys
  • Aftroggelaars
  • Uw geld of uw leven!
  • 5G
  • Ondoorgrondelijke wegen
  • Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
  • De duistere kant van de democratie
  • Over voorwendsels en motieven
  • Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
  • Zo begint het
  • Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
  • Vreselijk lot
  • De toekomst wordt gewis nog zwarter
  • Jean Ziegler: Pourquoi il faut détruire le capitalisme ?
  • Voodoo
  • Het perverse van aanzien
  • Struisvogelpolitiek
  • Over het jodendom (herhaling)
  • Genocide in Gaza
  • Zes bedenkingen bij de 'zaak' Conner Rousseau
  • Extase en andere verhalen
  • Aan de ontbijttafel
  • Genosuïcide
  • klimaat (2007)
  • Water (d.d. 2007)
  • droog blijven
  • Een middel tegen onderlopende huizen
  • John Heartfield video


    Archief per jaar
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2010
  • 2001
  • 2000
  • 1990
  • 1984


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!