Gevaren van extreemrechts (3) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Eerste fragment: pp. 427-434
Gevaren van extreemrechts (3)
Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld”
Eerste fragment: pp. 427-434:
Onder de dictatuur van Adolf Hitler gold de 'wetenschappelijke' theorie van het superras der Ariërs waarvoor ruimte - Lebensraum - moest worden vrijgemaakt door zogenaamde zuiveringsoperaties die in feite massamoorden waren op de bewoners van door de Duitsers in te palmen gebieden en zo zal de geschiedenis er nooit in slagen om voor de gruwel gepleegd door de nazi's in onder meer Wit-Rusland enige verantwoording te vinden.1
Ook het eigen land diende gezuiverd te worden van zekere categorieën van mensen die men eerst 'profiteurs' en 'ballast' en vervolgens 'rotte appels' en 'ratten' is gaan noemen om de misdaad als een weldaad aan de man te kunnen brengen en met dat doel voor ogen werden kampen gebouwd waarheen het zogenaamde 'levensonwaardige' volk diende versluisd te worden om daar op industriële wijze te kunnen worden omgebracht, meer bepaald met het gifgas Zyklon-B, een pesticide massaal geproduceerd door grote Duitse chemische bedrijven.
Aanvankelijk werd het gifgas in concentratiekampen aangewend voor ontluizing van kleren en tegen tyfus maar alras kwam men op het idee om er ook mensen mee te doden. De eerste experimenten vonden in Auschwitz plaats in september 1941 met gifgas zonder waarschuwende geurstof en deze manier om massaal niets vermoedende en weerloze mensen te 'vernietigen' werd meteen ook in andere kampen aangewend.
De massamoord met Zyklon-B door de Nationaal Socialisten werd gecamoufleerd door het code-woord 'euthanasie'. Pas na de bevrijding verschenen vele verschillende rapporten, fragmenten, over de concentratiekampen en het duurde heel lang vooraleer het tot de mensen doordrong wat er in feite gebeurd was en dat er gaskamers waren. In 1983 werd een speciaal historisch document gemaakt waarin de gruwelijke feiten eens en voorgoed werden vastgelegd, precies omdat herhaaldelijk gebleken is dat mensen vaak niet in staat zijn om zich in te denken dat deze wandaden daarwerkelijk hebben plaatsgevonden, zodat zij de historische verslagen overdrijvingen noemen ofwel gaan zij de feiten zelfs helemaal ontkennen, wat uiteraard het gevaar dat zo'n tragedie opnieuw gebeurt alleen maar kan doen toenemen.2
"Wie zou ooit in staat zijn om zich in te denken", zo leest men in het bewuste document, "dat zo'n verschrikkelijke daden konden worden uitgebroed in het Centraal Europa van de twintigste eeuw? Of dat een goed georganiseerde moderne staat daarvoor verantwoordelijk had kunnen zijn?"3Gaan wij er niet al te makkelijk vanuit dat Europa de beschaafde wereld is en dat ordentelijke staten in de twintigste en eenentwintigste eeuw onmogelijk van dergelijke beestachtigheden beschuldigd kunnen worden?
De moordenaars communiceerden over de moorden in onschuldig klinkende code-woorden, zodat verborgen bleef wat er eigenlijk gebeurde. "Sonderbehandlung" ("Speciale behandeling", in de correspondentie vaak afgekort als "SB" betekende bijvoorbeeld: executie) of "Endlösung der Jugendfrage" ("de uiteindelijke oplossing voor het jodenprobleem") stond voor (massa)moord. Het systeem was zo georganiseerd dat de werkelijke bedoelingen verborgen bleven.
Maar de goedgeorganiseerde moderne staat weet dus heel goed wat hij doet en dat wat hij doet, moord is en heel fout. Vandaar dat bij de bevrijding Hitler nog rap alle lijken wilde vernietigen door ze weer op te graven uit de massagraven en ze in ovens te verbranden.
Maar er is meer: Nazi-Duitsland is geen uniek geval inzake wandaden en de verdoezeling ervan door de staat. Neem bijvoorbeeld België. In 1955 werd in België een wet ingevoerd, de zogenaamde 'archiefwet', en die zegt dat de burger de archieven pas mag raadplegen na verloop van 100 jaar.4 Toen de Vlaamse historicus Maurice De Wilde onderzoek deed naar de collaboratie in WOII, werden hij en zijn medewerkers door de Staatsveiligheid prompt aan de deur gezet.5 Ze kregen de gezochte info wél van Duitsland.6 Het onderzoek betrof onder meer het Duitsvriendelijke fascistische Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal-Solidaristen) van van Severen waarin bekende namen zoals Léon Bekaert (industrieel), Pierre d'Ydewalle (West-Vlaams gouverneur), Hendrik De Man, Philip Van Isacker... Na 1934 kwam het VNV (Vlaams Nationaal Verbond) onder Staf De Clercq (en ook Rex van Léon Degrelle) en die werden financieel gesteund door de Duitsers. De zogenaamde Vlaamse idealisten gingen alras op Duitse financiële steun azen en laten we dit nu wat concreter maken.
Walther Reusch van het Verdinaso vroeg in april 1933 zo'n 20.000 Reichsmark per jaar, geld dat via Nederland gestord moest worden. Het VNV kreeg, zogezegd 'voor de kas van het blad Volk en Staat', in 1937 per maand 9600 BF, wat volgens de auteurs overkomt met 120.000 BF in 1982 en in 1939 werd dat bedrag vervijfvoudigd tot 4000 RM of 45.000 BF, wat overeenstemt met een bedrag van 580.000 BF in 1982. In juni 1939 ging het over een bedrag overeenkomend met 6 miljoen BF in 1982.
Dit om maar een idee te geven van de enorme geldbedragen die werden toegestopt aan collaborateurs met de nazi's hier ten lande: zij gaven zich uit voor helden maar zij bleken opportunistische politici zonder meer.7 In zijn onderzoek noemt Maurice De Wilde ook de namen van de betrokkenen die, zoals de feiten getuigen, voor hun activiteiten allerminst werden gestraft: sommigen van hen werden verheven in de adelstand, bekleedden hoge functies, kregen standbeelden en straten en pleinen naar hen genoemd.
Overigens ontkwamen ook de nazibeulen zelf na WOII aan hun straf en wel met de hulp van het Vaticaan via de zogenaamde Rattenlijn die voor hen de vlucht mogelijk maakte naar vooral Zuid-Amerika waar sommigen in de dictaturen aldaar nog jaren doorgingen met folteren. Moet men zich er nog over verwonderen dat, zoals in de nieuwsberichten bleek, paus Franciscus onlangs een CD ging kopen in een Romeinse platenzaak waarvan de zaakvoerster voor de camera verklapte dat de heilige vader een fan is van de muziek van Richard Wagner?8
Maar wat mogelijk was onder Hitler, is ook niet onmogelijk in ongeacht welke andere dictatuur. Daarenboven zegt een dictatuur ook niet over zichzelf dat hij een dictatuur is. Dictaturen kenmerken zich door zekere verordeningen en gebeurtenissen die burgers zelf dienen te ontdekken en zij moeten die ook durven te ontdekken. Macht werkt nu eenmaal verlammend en de grote meerderheid bezwijkt ervoor en kan zeer moeilijk tot andere gedachten worden gebracht. Wie daarentegen weerstand bieden, dragen daarvan ook de gevolgen; zij moeten roeien tegen de stroom in, wat betekent dat zij geen 'loon' ontvangen omdat dit de betekenis heeft van omkoopgeld, aanzien, jobs, relaties... als zij al niet gestraft worden. De zin van het verzet toont zich pas eerst als geschiedenis, als een voorbeeld dat men zich zal herinneren na de kentering, na het aan het licht komen van de misdaden. Want zo is macht, dat zij de meest verschrikkelijke misdaden het aanzien kan geven van weldaden en ook andersom.
Er zijn stoute tongen die beweren dat corona en de vaccinaties een hedendaagse versie zijn van Zyklon-B: met immer nieuwe varianten zou men dan proberen om stelselmatig de maatschappij te bevrijden van ouderlingen en zieken of kortom van alle mogelijke lastpakken. Zij beweren immers dat WOIII op til is, wat men ook kan opmaken uit de inflatie: het geld wordt aan het volk onttrokken voor bewapeningsdoeleinden, zoals dat telkenmale moet gebeuren voor de strijd aanvangt. Stoute tongen moeten echter worden genegeerd; zoals wij weten brengt alleen de officiële versie ons de waarheid.9
Niets nieuws onder de zon
Gisteren vertelde Omsk Van Togenbirger mij dat hij op straat werd aangesproken door een onbekende die kennelijk zijn jongste blogtekst had gelezen. Meneer, zo zei de lezer: waarom houdt u zich bezig met de nazi's, met de concentratiekampen en met die dingen? Dat is toch allemaal verleden tijd? Bovendien: de mensen zijn nu heel depressief geworden door de pandemie: waarom schrijf je niet wat dingen die een beetje kunnen opvrolijken? Dat behept zijn met die onfrisse praktijken uit het verleden waar geen mens nu nog aan denkt, heeft toch geen enkele zin? De vrede eist overigens amnestie, wij moeten immers vooruit!
Ik trachtte de man duidelijk te maken, zo vervolgde de heer Van Togenbirger zijn verhaal, dat het mij helemaal niet om die nazi's te doen was maar om wat er vandaag allemaal op tafel ligt in de naziwereld, of moet ik zeggen: in de internaziwereld, want het gaat niet om nationaal maar om internationaal socialisme, is het niet? En ik vertelde mijn lezer dus dat alles erop wijst wij vandaag te maken hebben met een wereldwijd totalitair systeem terwijl van zodra iemand ons met de neus op de feiten drukt, quasi iedereen het nog steeds over complotdenken heeft. De brave Europeanen van straks een eeuw geleden zullen wellicht ook gedacht hebben dat klokkenluiders die het over uitroeiingskampen hadden, aan paranoïa leden. Pas na de bevrijding en na de ontdekking van de massagraven, de gaskamers en de geheime staatsdocumenten vielen hen de schellen van de ogen. Er zijn overigens nog steeds mensen die er met hun verstand niet bij kunnen dat die gruwel echt heeft plaatsgevonden en zij blijven dat ook allemaal betwijfelen. Ik vertel mijn lezer dus dat het wél mogelijk is en zelfs heel waarschijnlijk dat wij opnieuw gebukt gaan onder een totalitair regime dat massaal mensen aan het uitmoorden is: het is mogelijk want het is al een keer gebeurd. Eén keer? In de afgelopen honderd jaar al talloze keren!
Omsk Van Togenbirger toonde mij daarop het boek in kwestie uit 1983 dat als een historisch document voor eens en voor altijd de welomschreven feiten samenvat om alle twijfels weg te nemen.
2"Only when the next generation came of age in the two countries - a generation that did not have to justify its behaviour during the period prior to 1945 - could one finally apprehend the horryfiing facts that came to light in the trial of Adolf Eichmann in Jerusalem (from April to December 1961), in the great Auschwitz trial in Frankfurt (from December 1963 toAugust 1965), and in other German judicial proceedings. The proof was so conclusive that during the trials not one of the accused or their lawyers contested the existence of the gas chambers." (Uit de inleiding tot het historisch document daarover uit 1983: Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poicon Gas, Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale University Press, New Haven and London, English-language edition 1993 by Yale University. Oorspr.: Nationalsozialistische Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983).
3"Who could imagine that such terrible acts could have been perpetrated in central Europe in the twentieth century? Or that a well-organised modern state could have been responsible for them?" (Ib.)
4Maurice De Wilde, De Nieuwe Orde (in: België in de Tweede Wereldoorlog, deel 3.) Uitgeverij De Nederlandse Boekhandel, Antwerpen/Amsterdam, 1982, p. 5.
7Men herinnere zich het verhaal van de jood die geplaagd werden door kinderen die bellekentrek deden: hij gaf aan de kinderen eerst tien frank, daarna nog negen, dan acht, en zo verder. Toen hij nog amper vijf frank schonk, dropen de kinderen het af omdat zij vonden dat zij het voor die prijs niet meer konden doen. Dezelfde truc gebruiken politici die invloed willen krijgen over groepen, in dit geval de nazi's over het VNV: ze beginnen hen te betalen zodat die lieden op den duur niet meer activeren voor hun eigen doel maar voor het geld dat ze krijgen. Op die manier kunnen wie betalen uiteindelijk de beloonden ook beginnen te sturen in de richting die zij willen.
8De componist was een notoir antisemiet en ook de muzikale held van Hitler.
Extreemrechts maar ook andere vormen van vlucht uit de werkelijkheid zoals het religieus fundamentalisme en de overgave aan verslavingen steken de kop op van zodra het leven tegenvalt, zoals bijvoorbeeld in tijden van economische achteruitgang. Als tekorten dreigen, wordt het territoriaal instinct gewekt omdat overleven ook een zaak is van fysiek territorium, jachtgebied, landbouwgebied. Voedselschaarste wakkert territorialiteitsgevoelens aan en het gemeenschappelijk bezit moet inboeten ten koste van het privaatbezit, de concurrentie wordt op de spits gedreven met de bedoeling dat er meer 'afvallers' zijn, wat uiteraard uiteindelijk ook aanleiding geeft tot fysieke strijd, incluis de fysieke uitschakeling van de zwakkeren.
Principieel lijkt er geen enkel bezwaar denkbaar tegen de wil van mensen om sterker te worden, in het bijzonder wanneer schaarste en verzwakking dreigen maar waar deze wil zich omzet in daden, zoals dat bijvoorbeeld het geval is met de aanwending van de geneeskunde en nu bij uitstek de eugenetica, verschuift zich het probleem in de richting van de vraag naar het al dan niet geoorloofd zijn van de middelen waarmee dat resultaat wordt beoogd. De zorg voor de zwakkeren is een bijzonder lastige en tijdrovende activiteit die haar kracht haalt bij de sterkeren: het zich beijveren in de studie van de geneeskunde en de inzet voor de zieken, lijken ten koste te gaan van de sterkte van de maatschappij omdat die zorg veel tijd en energie vergt vanwege de sterken die zichzelf aldus lijken te verzwakken omdat zij er hun beste krachten aan wijden. Edoch, dat te geloven, leidt tot catastrofen zoals deze die ons allen bekend zijn van het nazi-regime in Duitsland, waar men geloofde dat men de gezondheid van het volk als zodanig ten koste kon laten gaan van die van de enkelingen.
Het verwijderen van alle rotte appelen uit de mand lijkt de mand weliswaar gezonder te maken in die zin dat men dan minder rotte appelen overhoudt maar wie deze logica doortrekken, zullen op den duur helemaal géén appelen meer overhouden omdat aldus de appelen in de mand zichzelf helemaal kapot concurreren zoals ook bedrijven doen in de wedren naar monopolievorming. Evenals geluk is gezondheid uiteindelijk een kwestie van (sociale) vergelijking en na de veldslag tussen de gezonde mensen en de zieken, met als 'Endlösung' de 'Gnadentod' voor de zieken, zal zich de concurrentie verplaatsen en onder de sterkeren zal een andere veldslag ontstaan, namelijk die tussen de allersterksten en de minder sterken en op die manier wordt een trend in gang gezet die principieel niet zal eindigen totdat één finale 'winnaar' overschiet die alle anderen zal verslagen hebben. De maatschappij zal dan uiteraard niet langer een samenleving zijn welke zich in stand houdt dankzij samenwerking doch een dictatuur waarin alle elementen geslachtofferd werden aan één grote slokop - tenminste indien dan nog sprake kon zijn van een maatschappij.
Zo verkondigde ten tijde van de catastrofale aardverschuiving in Haïti alhier een “ethicus” dat men nu maar eens werk moest maken van de sterilisatie van de armen, wat er meteen zou voor zorgen, zo meende de geleerde, dat er aldus alleen nog rijken zouden overschieten. Het gegeven dat mensen hun hoge levensstandaard vooral te danken hebben aan de slavernij in allerlei vormen waarbij, concreet berekend, voor elke westerling zowat veertig werkenden in de derde en de vierde wereld moeten opdraaien, leek de uitvinder van de reddende maatregel helemaal te ontgaan. De welvaart is een eindige koek en vandaar eten wie te veel hebben, het stuk op van degenen die honger lijden, toch?
Maar vooral is het pertinent onjuist dat de inzet voor de zwakkeren de sterken minder sterk zou maken: het tegendeel is het geval. Een samenleving die zich niet verkijkt op de sterkte van de groep doch die zich het lot behartigt van de zwakkeren, versterkt zichzelf zodoende middels de inspanningen die haar sterkeren leveren en waardoor zij nog sterker worden dan voorheen. In de genezing van haar zieken, ontwikkelt zij de wetenschap van de geneeskunde en in het onderrichten van haar onwetenden, ontwikkelt zij een krachtige pedagogie; in het van voedsel voorzien van haar hongerigen, leert zij de vruchtbaarheid van de akkers en van de veestapel te maximaliseren, kortom: middels de hulp aan anderen helpt zij op de best mogelijke manier zichzelf.
Maar als het koesteren van de zwakkeren, de vreemdelingen en alle andere groepen die nood hebben aan vormen van bijstand een maatschappij niet verzwakt maar daarentegen sterker maakt, dan vormt inclusie de sleutel tot succes. En deze leefregel wordt dan ook sinds oudsher toegepast door de opperste elite, zeg maar de vorsten: zij rekruteren het gezamenlijke volk, aan de verstandigen en de helden kennen zij eretekens toe, de werkenden voorzien zij van spijs, onderdak en kledij en op ogenblikken dat zijzelf aan het feesten gaan, vergeten zij zelfs de criminelen niet en schenken zij aan de gevangenen gratie. Indien het volk al was het slechts een heel klein stukje van de sluwheid van zijn vorsten bezat, dan was inclusie even vanzelfsprekend als respect, mensenrechten en gastvrijheid, alleen gaat het vandaag met de genoemde waarden niet opperbest omdat economische stagnatie het populisme wind in de zeilen geeft en het kortetermijndenken en het kortzichtige egoïsme aanmoedigt.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 30 november 2023)
29-11-2023
Gevaren van extreemrechts (1)
Gevaren van extreemrechts (1)
Onmiddellijk na het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog stichtte de avonturier Adam Glauer die zich verrijkt had in de Balkanoorlogen van 1912-1913 en die zich naar zijn adoptievader Rudolf Freiherr von Sebottendorf liet noemen, in München een occult genootschap rond het geloof dat de Duitsers behoren tot een superieur ras, de Ariërs, afkomstig uit de Himalaya, meer bepaald uit Tibet, dat geassocieerd werd met Xanadu, een dertiende-eeuws zomerverblijf van een kleinkind van Dzjengis Khan, de in Karakorum residerende Mongoolse krijger en Chinese keizer Kublai Khan. In de schoot van het Thule-Gesellschaft, zoals zij zich noemden naar de Ultima Thule, wat wil zeggen het Uiterste Noorden (van de hyperboreaanse volkeren), werd de Deutsche Arbeiterpartei (DAP) gesticht waaruit Hitlers NSDAP (Nationalsozialistische DAP) ontsproot met als inspirerende krant de Völkische Beobachter.
De voorgeschiedenis van de genoemde loge die stamt uit de Germanenorden Walvater van de Heilige Graal, en met als embleem het hakenkruis of de swastika, (het 'geluksteken' dat zowel voorkomt in de Indusbeschaving als bij de Amerikaanse Indianen, de Vikingen, de Romeinen en de Grieken maar dat onder de nazi's een van de oorspronkelijke betekenis afwijkende en aan racisme en fascisme gelieerde betekenis kreeg), is ingewikkeld maar wat hen samenhield, was de volstrekt onwetenschappelijke overtuiging dat er mensenrassen bestaan (een waangedachte die mede aan de basis ligt van discriminatie, slavernij, apartheid, kolonialisme en meer van dat fraais) en dat het eigen ras, zeg maar de Germanen of de Duitsers, superieur is en derhalve het recht en zelfs de plicht heeft om de andere rassen te onderwerpen. De rassentheorie is afkomstig van figuren zoals de Franse politicus en diplomaat Arthur de Gobineau met zijn Essai sur l'inégalité des races humaines uit 1853-1855 waarin hij drie rassen onderscheidt: het superieure blanke ras (de Ariërs met hun Indo-Europese cultuur) en de inferieure negroïde en Mongoolse rassen (maar ook de Arabieren en de Joden) die bij vermenging de menselijke soort zouden doen degenereren. Raszuiverheid was de boodschap en men vond die zijns inziens ten Noorden van de rivier de Seine.
Het boek van Gobineau werd naar het Duits vertaald op verzoek van Cosima Wagner, dochter van Franz Lizst en echtgenote van de antisemiet Richard Wagner, de componist van onder meer Der Ring des Nibelungen, een muzikaal theaterwerk over de machtsstrijd van oppergod Wotan, verwijzend naar de Germaanse en Noordse oppergoden Wodan en Odin. Misschien het vermelden waard is dat Wagner aanving met zijn aan de Germaanse mythologie geïnspireerde opera nadat hij zijn plannen voor composities over de christelijke mythologie (namelijk over Barbarossa, keizer van het Heilig Roomse Rijk en over Jezus van Nazareth) had geschrapt: hij zal hierbij wellicht geïnspireerd zijn door een pleitbezorger van het genoemde occulte genootschap, Guido von List (1848-1919), die immers het Germaanse heidendom ging aanhangen nadat hij het Christendom vaarwel zegde. von List stichtte met onder meer de vader van de Orde van de Nieuwe Tempelieren, de Oostenrijkse racist Jörg Lanz von Liebenfels (1874-1954), de Völkische Bewegung en de ariosofie, een pseudowetenschappelijk allegaartje van esoterie, theosofie, antropologie, archeologie, poleontologie en eugenetica waarrond in 1926 de Ariosophische Sociëteit ontstond, in 1931 de Ariosophische Kulturzentrale genoemd.
Volgens de geschriften van von List waren enerzijds de godenmensen of de Germanen afstammelingen van Theozoa of interstellaire goden die zich zouden voortplanten middels elektriciteit (sic!) en anderzijds de lagere rassen, Anthropozoa, nakomelingen van Eva nadat zij door een demon was bezwangerd alsook kruisingen tussen mensen en aapmensen. Dit onderscheid gaat terug op de Geheime Leer uit 1888 van spiritiste Helena Blavatsky die (zoals aangetoond bedrieglijke) seances hield die toentertijd modieus waren en waarop ook figuren zoals de antroposoof Rudolf Steiner en Nobelprijswinnares voor de Natuurkunde Marie Curie aanwezig waren.
In het occultisme van de ariosofie is ook het runengeloof van de partij: runen zijn Germaanse tekens die een alfabet vormen dat in de Noordse mythologie ook in verband staat met waarzeggerij of met het oproepen van magische krachten. De nazi's gebruikten onder meer de sig-rune of dubbele bliksemschicht als teken voor de SS en ook neonazi's en skinheads gebruiken runetekens die daarom vaak bij wet verboden worden en de linguïst en fictie-auteur J.R.R. Tolkien speelt in zijn “In de ban van de ring” met naar hem genoemde 'Tolkienrunen'.
En daarmee is het woord 'spel' gevallen, wat hier van belang is omdat het geloof in magie terecht doet denken aan het kinderlijke spel waarbij de spelers zodanig opgaan in hun eigen werkelijkheid dat zij extatisch worden. Edoch, terwijl kinderen bijvoorbeeld bij etenstijd uit hun spel kunnen gewekt worden door volwassenen, kunnen volwassenen die in gelijkaardige spelvormen opgaan, dikwijls zelfs niet door rechters worden gewekt nadat hun 'spel' in moord of in genocide ontaardde.
Het gevaar dat principieel schuilt in elke denkbare religie die ruimte wil verschaffen aan zekere verzuchtingen binnen de primitieve mens die wij voor een groot stuk misschien wel altijd zullen blijven, bestaat in het al te ernstig nemen van aannamen gemaakt wars van het verlichte verstand alsook in het gevaar dat die 'overgave' (want dat is de betekenis van 'religie') ontaardt in het verlies van de controle over een realiteit die zich niet door wensen laat dicteren.
Godsdienstbeoefening kan verzanden in dat gevaar waar fundamentalisme de kop opsteekt maar evenzeer is dat het geval met allerlei geheimdoenerijen waartoe vooral die mensen hun toevlucht blijken te zoeken die in het moderne openbare leven niet aan hun trekken komen. Hoe harder het leven, bijvoorbeeld in gevolge economische recessie, hoe groter het gevaar voor depressie en des te groter ook de neiging om zich voor de realiteit af te schermen, wat dan kan gebeuren middels drankzucht of verslaving aan medicatie, middels godsdienstbeoefening (omdat godsdienst 'opium voor het volk' is) maar ook middels het zich ingraven in fantasiewerelden en clubs waarin de harde wetten van de (sociale) realiteit met veel aantrekkelijkere spelregels worden verdoezeld. Als het oorlog wordt, lopen de kerken weer vol maar dan gaan tevens occulte genootschappen floreren en ook de achterdocht neemt toe, samen met het zoeken naar zondebokken.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 29 november 2023)
27-11-2023
Volksgezondheidszorg versus gezondheidszorg - een bedenking
Volksgezondheidszorg versus gezondheidszorg - een bedenking
Het kan paradoxaal klinken maar er bestaat zoiets als gezondheid omdat niemand in staat is om de realiteit van ziekten te loochenen en dat men ziek is, weet men dikwijls omdat men pijn heeft: het bestaan van de werkelijkheid van de gezondheid treedt pas ons bewustzijn naar binnen na de ervaring van de afwezigheid daarvan en in dat verband spreekt men over “la présence de l' absent”, de voelbare afwezigheid van het pijnvrij zijn of van het gezond zijn. Wie gezond zijn, voelen namelijk helemaal niets en zij neigen er ook van uit het gaan dat deze toestand een natuurlijk gegeven is, als het ware iets neutraals. Hetzelfde kon men veronderstellen over het bestaan als zodanig en niet gering is het aantal filosofen die het 'zijn' als uitgangspunt nemen waarbij zij dan argumenteren dat het hemd nader is dan de rok: de bestaanservaring of het bestaansbewustzijn, zo zeggen zij, staat dichter bij mezelf dan het bestaan als zodanig, of het leven, en is derhalve meer fundamenteel. Bij uitstek in het idealisme van George Berkeley vindt men die neiging en zij zou weliswaar vergeeflijk zijn ware het niet dat zij ons opscheept met het vraagstuk van de pijn. Als wij de realiteit van het lijden en de dood ernstig nemen, dan moeten wij ook erkennen dat gezondheid niet vanzelfsprekend is en dat het leven geen abstract 'zijn' is maar een complexe toestand, samenhangend met een quasi ondoorgrondelijke ontstaansgeschiedenis, waaraan niets mag ontbreken, en waarbij een levend organisme tot op zekere hoogte vergelijkbaar is met een uurwerk of met een andere ingewikkelde machine die het immers begeeft van zodra één onderdeel kapot is. Het is de veelheid aan bestaande ziekten die het onmiddellijke bewijst levert van de complexiteit van het levende organisme. De studie van het levende organisme is dan ook de basis van de gezondheidszorg en omwille van de uiteindelijk ondoorgrondelijke ingewikkeldheid van wat of wie leven, is die studie dan ook principieel onvoltooibaar, onaf en altijd op zoek naar nieuwe en meer omvattende inzichten.
Gezondheid lijkt een term die verwant is aan volksgezondheid en weliswaar hebben de twee een en ander met elkaar gemeen maar wie het inzicht missen dat het hier om twee uiteindelijk totaal verschillende disciplines gaat, dreigen te verzanden in pure waanzin. Gezondheidszorg betreft immers de zorg voor levende organismen terwijl de instellingen die de volksgezondheid in het oog houden zorg moeten dragen voor een volk: een volk bestaat weliswaar uit mensen die vanuit een welbepaald perspectief levende organismen zijn maar een volk zelf is helemaal geen levend organisme doch een sociaal geheel waarvan de cellen levende wezens zijn. Ik schreef bijna dat een levend organisme zich verhoudt tot een volk zoals een cel zich verhoudt tot een levend organisme maar dit is pertinent een trompe l'oeil omdat het cement dat mensen tot een volk maakt niet organisch van aard is maar bestaat uit wetten, overeenkomsten of dus afspraken met een dwingend karakter, tot stand gekomen door verstandelijk overleg. Dat de genoemde verwarring tot foute oordelen kan leiden, mag bijvoorbeeld blijken uit het volgende.
Men zou kunnen geloven dat een gezond volk een volk is dat weinig zieken telt, en dit in analogie met een gezonde mens die men zou kunnen definiëren als iemand die zelden ziek is of die weinig of geen ziekten te verduren heeft. Edoch, mocht die vergelijking terecht zijn, dan volstond het om uit het volk alle 'ongezonde' mensen te verwijderen teneinde een gezonder volk te bekomen en dat was inderdaad wat bijvoorbeeld Adolf Hitler deed toen hij streefde naar de veredeling van zijn geliefkoosd, Germaanse 'ras' dat met geweld ontdaan werd van zieken en van mensen die naar zijn 'inzichten' ongezond waren en die in de terminologie van de nazi's werden bestempeld als “lebensunweres Leben”: gehandicapten, ouderen, joden, Roma-zigeuners, homo's, prostituées, gevangenen, mensen met besmettelijke ziekten en noem maar op. Voor de nazi's bestond de uitnemende remedie voor de optimalisatie van de volksgezondheid in het euthanaseren van alle mensen die de gezondheid van de gemiddelde burger naar beneden halen, waarbij in de eerste plaats dient opgemerkt te worden dat de gemiddelde burger uitsluitend bestaat als een wiskundige grootheid waaraan mogelijkerwijze geen enkele echt bestaande man of vrouw uit het volk beantwoordt. Maar bovendien bestaat er geen enkele echt levende man of vrouw in het volk wiens persoonlijke gezondheidstoestand ook maar enige baat ondervindt vanwege de volksgezondheid als zodanig, precies zoals geen enkele concrete man of vrouw ook maar één cent rijker wordt van een zogenaamd 'gezonde' economie. Het euvel dat hier speelt, is uiteraard dat van de middeldoelomkering waarbij via allerlei bedrieglijke kanalen de zaken zo voorgesteld worden als zou de mens in dienst of in functie staan van de economie in plaats van andersom en deze waanzin gaat dermate ver dat de neiging ontstaat om ermee in te stemmen dat mensen die niet langer economisch nuttig geacht worden, een economische last zijn en derhalve maar beter kunnen ophouden met bestaan. Zijn instrumenten zijn meester geworden over de mens die ze uitvond om zijn heerschappij te maximaliseren. Zijn overmeesteringswerktuigen hebben de mens overmeesterd. De mens is een werktuig van zijn werktuigen geworden, wat een vorm van suïcide is omdat onze werktuigen niets anders zijn dan verlengstukken van onze handen. Zo aanbidt men het werktuig geld, stelt men zichzelf in dienst daarvan en wordt men er uiteindelijk door omgebracht. Op precies dezelfde manier fnuikt de volksgezondheidszorg niet zelden de gezondheid van de mensen.
Economische vooruitgang heeft nooit geresulteerd in een toename van het aantal rijken en in een terugdringen van de armoede maar wel in het groter worden van de kloof tussen arm en rijk, precies zoals de uitvinding van de auto niet geresulteerd heeft in meer snelheid en derhalve in tijdswinst voor iedereen maar wel in het groter worden van de afstanden en in een toename van de opdeling van het mensdom in enerzijds wie baat hebben bij een auto en anderzijds wie er de slaaf van zijn, met andere woorden heeft die uitvinding, andermaal, geresulteerd in het groter worden van de kloof tussen arm en rijk. Het door elkaar haspelen van enerzijds de studie van de mens of van het menselijk organisme en anderzijds de studie van het volk of van een specifiek facet daarvan, resulteert in vormen van waanzin die de waanzinnige als zodanig in de waan laten dat hij goed bezig is, dat zijn redeneringen hout snijden en dat er helemaal niets aan de hand is met zijn theorieën. De bewering dat wat goed is voor de volksgezondheid ook de gezondheid van elke mens afzonderlijk ten goede komt, is een redenering die evenmin steekhoudend is als deze die zegt dat Socrates past in deze koffer omdat hij ook past in zijn pak dat op zijn beurt in deze koffer past.
Vulkanengeroffel IJsland hoorbaar op 24 november 2023 om 22 uur
Vulkanengeroffel IJsland hoorbaar op 24 november 2023 om 22 uur
Wie gisterenavond rond 22 uur 's avonds buiten was, kon het gehoord hebben: IJslands vulkanengeroffel dat amper enkele seconden of minuten aanhield. Een zeer onregelmatig geroffel dat misschien deed denken aan een kermis in de buurt of aan vrachtwagens maar de onregelmatige cadans hoort men op Tv in natuur-uitzendingen en de gelijkenis met het vulkanengebrul was uiteraard treffend. En de wind diende: Noord, Noord-West. Op de actuele IJslandse meteorologische seismografische dienst op het internet (zie het screenshot in de bijlage) ziet men een piek van de bevingen rond 21 uur Ijslandse tijd, dat is hier exact één uur later. Er zit dan nog een verschil op van enkele minuten maar dat is te wijten aan het feit dat het geluid zich verplaatst met een snelheid van 300 meter per seconde. Is dit dan zo ver hoorbaar? Wel, in 1883 is de Krakatau uitgebarsten, op Indonesië was dat, en toen bleek het lawaai hoorbaar tot in Australië, dus 5000 km verder. Welnu, Reykjavik ligt op ongeveer 2100 km van hier... Zie de screenshot van die IJslandse seismografische dienst hierbij: een piek gisteren rond 21 uur IJslandse tijd. Zie ook ons artikel over de uitbarsting van de Krakatau in 1886 op Tisallemaiet:
Een zesde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
Een zesde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
Althans volgens de joods-christelijke mythologie die samen met de Griekse mede aan de basis ligt van onze westerse cultuur was de mens oorspronkelijk een goddelijk want “naar Gods beeld en gelijkenis geschapen”1 wezen dat echter verleid werd door de duivel om tegen de Schepper in opstand te komen, waarna het viel, zijn goddelijkheid verloor en sterfelijk werd. Sinds dat ogenblik regeert de duivel over de mens en zijn wereld en een parabel uit het Nieuwe Testament verhaalt hoe naast de mens ook nog de Godmens door de duivel werd verleid: na een vastenperiode van veertig dagen en nachten bracht Lucifer Christus naar de woestijn: “Als u de Zoon van God bent, beveel dan die stenen in broden te veranderen.”, zo gebood hij Hem maar Jezus weigerde: “‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.”” Vervolgens nam de duivel Hem mee naar het hoogste punt van de tempel: “Als u de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal hij opdracht geven om u op hun handen te dragen, zodat u uw voet niet zult stoten aan een steen.”’ Maar Hij weerstond ook deze tweede verzoeking: “Er staat ook geschreven: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”’ Dan nam de duivel hem mee naar een hoge berg en toonde hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht: “Dit alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt.” Daarop zei Jezus tegen hem: “Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.””2
Later geeft Christus aan de apostel Petrus, samen met de macht om zonden te vergeven, de macht over de toegang tot het paradijs: “Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen (…) Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen (...).” (Mt. 16, 13-19)
Wanneer Fjodor Dostojevski in 1879-'80 in zijn parabel, “De grootinquisiteur van Sevilla”, een raamvertelling in zijn “De Gebroeders Karamazov”, Christus andermaal ten tonele laat verschijnen, herinnert hij aan deze teksten en voert aan dat de katholieke kerk het werk van Christus gelooft te hebben verbeterd vanuit de wetenschap dat misschien wel een kleine groep van uitverkorenen maar niet de hele mensheid waartoe zij zich richt, in staat is om in de voetsporen van de Heiland te treden: de kerk plooit voor de wil van Lucifer, geeft aan de mens zijn dagelijks brood, zegt wat hij moet doen en laten en regeert de wereld. En Christus heeft zich daarmee niet meer te bemoeien daar Hij aan de kerk zijn macht uit handen gegeven heeft; niemand kan derhalve wereldse macht verwerven zonder de knieval voor het kwaad. Het kwaad chanteert het mensdom.
Mythen zijn verhalen maar zoals de levenservaring ons diets maakt, overklast hun fictie vaker alle feiten omdat zij de genen van de geschiedenis zelf blijken te zijn: de kern, gevat in een schijnbaar sprookje, dat alleen maar ontplooien kan op de wijze zoals het werd geprogrammeerd, zoals ook elk levend wezen zijn genetisch programma uitvoert tegen wil en dank - “Ge kunt van een ezel geen koerspeerd maken”, aldus verantwoordt zich de vertegenwoordiger van de paus van Rome jegens de teruggekeerde Heiland die Hij vervolgens verjaagt onder de bedreiging Hem anders andermaal te zullen kruisigen.
“Het geluk van de bozen” is een realiteit, de wereld is aan de durvers, wie geen bloed aan de handen willen, zullen het aardse rijk niet beërven, de pikorde is een piramide met aan de top de massamoordenaars, aan de basis vindt men alleen maar de 'onnozelen' in de betekenis van 'onschuldigen', zij die niet (willen) weten of beamen dat het kwaad regeert in de 'civitas terenna'.
De katholieke theologen maken zich sterk met de woorden die Jezus richt tot Nicodemus:“Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft om ons te verlossen”3 maar zij lijken de verzen te vergeten die daar op volgen en die herinneren aan de proloog4 van het Johannesevangelie: “Het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht, omdat hun daden slecht waren (…) uit vrees dat (hun) werken openbaar gemaakt worden. (...)”5 En valt uit deze woorden dan niet af te leiden dat het kerkelijke devies tot het nastreven van aards geluk de mens opsluit in een grote duisternis en dat derhalve een leer van blind geloof en devotie een dwaalleer is?
Wat mensen missen is de moed van Sysiphus, in het oorlogsjaar 1942 zo treffend beschreven door Albert Camus6 - de moed om de steen telkens weer naar boven te rollen: het absurde of grondeloze karakter van het bestaan moet ons niet tot wanhoop drijven maar tot verzet.7 “Ce qui compte n'est pas de vivre le mieux, mais de vivre le plus”, aldus Camus. Sysiphus “(...) (n'a pas d'espoir mais) “il n'est pas de destin qui ne se surmonte par le mépris.” Sisyphus' overwinning schuilt in de aanvaarding van de absurditeit die hem niet langer verhindert nog iets te ondernemen. “La lutte elle-même vers les sommets suffit à remplir un cœur d'homme. Il faut imaginer Sisyphe heureux.” Het is waar dat alle menselijke ondernemingen tot mislukken zijn gedoemd maar als men de moed opbrengt om zich daarbij neer te leggen, kan men het geluk ervaren dat Sisyphus alsnog te beurt valt. Die grote wijsheid van een atheïst lijkt te raken aan de boodschap tot volharding en tot vertrouwensvolle berusting in het lot uit menige religieuze cultuur die roemt wie in staat zijn om te leven zonder ook maar enig tastbaar houvast, zoals bij uitstek Job.
4Zie: Joh. 1:1-18. Een fragment: “In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. (…) Het ware licht was er, dat elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet opgenomen. (...)” (Willibrord-vertaling, 1995 ).
6Albert Camus, Le Mythe de Sisyphe , 1942, ook reeds besproken in zijn L'étranger (1942) en verder uitgewerkt in zijn L'Homme révolté (1951).
7In Wikipedia wordt de kern van het probleem als volgt samengevat: “Prendre l'absurde au sérieux signifie reconnaître la contradiction entre le désir de la raison humaine et le monde déraisonnable. Le suicide, alors, doit également être rejeté: sans l'homme, l'absurde ne peut pas exister. La contradiction doit être vécue; la raison et ses limites doivent être reconnues, sans faux espoir. Cependant, l'absurde ne pourra jamais être accepté: il exige une confrontation et une révolte constantes.” Zie: https://fr.wikipedia.org/wiki/Le_Mythe_de_Sisyphe
22-11-2023
Een vijfde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
Een vijfde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
Op 14 november l.l. kon men in het VRT-nieuws lezen: “In Mexico is Jesús Ociel Baena, de eerste openlijk non-binaire magistraat in Latijns-Amerika, thuis dood teruggevonden. Baena was een belangrijke voorvechter van LGBTQ-rechten op het hele continent. De doodsoorzaak wordt nog onderzocht.”1 Het gebeurt steeds vaker, mensen die vermoord worden omdat zij opkomen voor hun rechten en de oorzaak is haat - in dit geval: homohaat en homofobie.
Het is een feit maar het wordt vaak uitsluitend door de slachtoffers ervaren: LGBTQ-mensen worden gepest en vervolgd. Al te vaak is homohaat een consequentie van fanatiek geloof: heel wat moreel in de steek gelaten burgers hebben nood aan een houvast en eenmaal zij die denken te hebben, is dat hun heilige zaak die derhalve tot elke prijs zal worden verdedigd. Godsdienstwaanzin biedt een zeker comfort aan de waanzinnigen zelf maar is tegelijk een gevaar voor alle 'ketters'.
“Er is een tijd van vrede en er is een tijd van oorlog”, aldus citeerde onlangs de Israëlische president Benjamin Netanyahu de Bijbel om het geweld jegens de Palestijnen te verantwoorden. En met Genesis 1:27 - “Man en vrouw schiep Hij hen” - worden homo's wereldwijd gedemoniseerd, wat dan homofobie en ook homohaat niet alleen mogelijk maar tevens noodzakelijk maakt want waar ruimte gegeven wordt aan homoseksuelen, zo gelooft men althans, geven zij een voorbeeld dat vloekt met het woord Gods, zouden deze 'handlangers van de duivel' wel eens navolging kunnen krijgen en worden derhalve de zielen van anderen in gevaar gebracht.
Dat een van de belangrijkste bronnen van homohaat de katholieke kerk is, leidt geen twijfel en al haar recente en zeer plaatselijke gebarenmakerij in het ijle om haar vel te redden ten spijt, blijkt haar genadeloosheid tegenover holebi's bijvoorbeeld al van zeven eeuwen geleden uit de verzen 24 tot en met 42 van de Veertiende Zang van de “Hel” (“Inferno”) van het allegorische epos van Dante Alleghieri (1265-1321): “De Goddelijke Komedie”2:
“Weer andren liepen zonder ooit te rusten. (…) En traagzaam dwarrelde over heel de vlakte/ een zee van vuur, in grote en dichte vlokken,/ (...) dat op de grond nog gloeide,/ (...) zo daalde hier deze eeuwge vlammenregen,/waardoor het zand als tonder onder vuurslag/ ontvlamde, om dus het lijden te verdubblen./ En nimmer was er rust voor 't razend dansen/ der arme handen, die nu hier, dan ginder/ het vuur dat nimmer uitdooft van zich sloegen.”3
De Florentijn Dante hield zich overigens ook in met de politiek in het Italië van zijn tijd, onder meer maakte hij daar deel uit van het bestuur van een volkspartij, de Capitano del Popolo. In 1302 werd hij door zijn politieke tegenstanders veroordeeld, “De Goddelijke Komedie” schreef hij in ballingschap (1307-1321). De weldoener werd verraden en verguisd omdat hij met kop en schouders boven de massa uit stak en zo deelde hij het lot van vele groten voor en na hem, van Socrates, die tot de gifbeker veroordeeld werd op beschuldiging van heiligschennis en jeugdbederf, tot de Gekruisigde van Nazareth, door zijn apostelen verraden, Nelson Mandela, Aleksej Navalny en noem maar op: “Nihil novi sub sole”...
Zoals Dante's werk getuigt, is de katholieke kerk hier sinds oudsher de motor achter de demonisering en de vervolging van homo's maar religies zijn niet de enige bron van homohaat: naast het geloof is er ook nog het bijgeloof en behalve de religies zijn er ook nog de niet te tellen ideologieën met hun belachelijke stereotypen die de complexe realiteit simplificeren met niet alleen lachwekkende maar vaak ook dramatische gevolgen voor zowel aanhangers als verwerpers van de theorieën in kwestie. Mensen neigen ertoe zich te wapenen tegen de realiteit door pogingen te ondernemen om die naar hun hand te zetten. Soms lukt dat wel tot op zekere hoogte en dan spreekt men over wetenschap en techniek maar waar men onwetenschappelijk te werk gaat, komt het magische denken ten tonele en gaat men vlotjes over tot het excommuniceren van zekere sociale categorieën, bij voorkeur minderheden, zondebokken voor zowat alles wat niet naar wens verloopt. Op die manier ontstond de nu exemplarische geschiedenis van de 'heksen van Salem' waarbij onschuldigen werden veroordeeld en gedood omdat een wat achterlijke, bijgelovige dorpsgemeenschap hen omwille van uiterlijke, fysieke kenmerken voor 'heksen' hield.
Wij leven weliswaar niet meer in de middeleeuwen maar (onder meer) op het internet bieden allerlei vormen van bijgeloof alsook velerlei ideologieën een houvast aan vooral jongeren wiens hunker daarnaar vaak door sociaal miserabele omstandigheden maar even vaak door een overmaat aan welvaart onbevredigd blijft. En in feite bestaan hier geen onschuldige vormen van bijgeloof en van magie omdat leugens sowieso altijd gevaarlijk zijn: toentertijd gingen armelui met hun zieke kinderen bij de eerwaarde om die door hem te laten 'belezen' en vandaag vraagt een vrouw met kanker raad aan een handlezer die haar vertelt dat zij in uitstekende gezondheid verkeert, waardoor zij een tijdig bezoek aan de dokter mist.
Nu de laatste getuigen van de holocaust dood zijn, verhindert de door de opsluiting van de ouderen in de hand gewerkte, vaak volstrekte afwezigheid van het langetermijngeheugen dat de alarmbel gaat rinkelen wanneer steeds grotere groepen mensen zich gaan vermeien in een mentaliteit die polarisering bevordert en het huldigen van stereotypen. Nog erger wordt het waar zij overgaat tot het opnieuw aanbidden van uitgerekend die demonen die luttele generaties geleden van de wereld een hel maakten door “de natuur een handje te helpen”, wat neerkwam op brute genocide op basis van pseudowetenschap en verkapt als 'zuivering'. De opmars van het neonazisme en het identitair denken is een vaak totaal onderschat kwaad met een doortastend werkelijkheidsgehalte waarvan in een wereld van vereenzaming en egoïsme behalve de daders, vaak enkel de slachtoffers weet hebben en daar ook moeten voor vrezen, vooral dan als zij tot zekere 'risicogroepen' behoren.
Het is een bekend gegeven uit de psychopathologie dat pesters er voor zorgen dat zij niet worden betrapt en dat hun slachtoffers worden beroofd van elke mogelijkheid om het geweld tegen hen (op een geloofwaardige manier) kenbaar te maken, waardoor zij tot een quasi volkomen hulpeloosheid veroordeeld zijn. Vaak weten de slachtoffers door wie ze gepest worden maar zij beschikken niet de mogelijkheid om daar bewijzen van te leveren; ze vertellen niet wat er aan de hand is uit angst niet geloofd te worden en hun angst is terecht omdat de pesters sowieso meer zelfzekerheid hebben dan hun slachtoffers en derhalve als geloofwaardiger overkomen in geval de zaak ter sprake zou komen.
Het behoort niet tot de leefwereld van buitenstaanders en daarom ook begrijpen zij niet wat het betekent om te moeten leven in de voortdurende angst voor pesterijen. Dat geldt echter in een nog veel grotere mate voor wie doodsbedreigingen ontvangen omdat de lafhartige daders zich daar sowieso verborgen houden: wie met de dood worden bedreigd moeten ongeacht wie beschouwen als hun mogelijke moordenaars en de uiteraard prioritaire bezigheid van de eigen beveiliging (vaak zonder hoop op hulp van derden) slorpt alle energie en aandacht op zodat het leven tot een louter overleven wordt herleid met als enige zekerheid het uitzicht op een gewisse totale uitputting, ogenschijnlijk al te dikwijls uitmondend in zware ziekte of zelfmoord.
2 Dante's naam wordt ook wel geschreven als Dante Alighieri.“La Commedia”, later ook “Divina Commedia” genoemd en in het Nederlands vertaald als “De Goddelijke Komedie”.
Quella che giva ’ntorno era più molta, e quella men che giacëa al tormento, ma più al duolo avea la lingua sciolta.
Sovra tutto ’l sabbion, d’un cader lento, piovean di foco dilatate falde, come di neve in alpe sanza vento.
Quali Alessandro in quelle parti calde d’Indïa vide sopra ’l süo stuolo fiamme cadere infino a terra salde,
per ch’ei provide a scalpitar lo suolo con le sue schiere, acciò che lo vapore mei si stingueva mentre ch’era solo:
tale scendeva l’etternale ardore; onde la rena s’accendea, com’ esca sotto focile, a doppiar lo dolore.
Sanza riposo mai era la tresca de le misere mani, or quindi or quinci escotendo da sé l’arsura fresca.”
20-11-2023
Een vierde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Non posse peccare”
Een vierde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Non posse peccare”
Het effect van het alziend oog op het gedrag van wie er door in de gaten worden gehouden is ons niet alleen welbekend uit George Orwells 1984 maar ook vanuit wetenschappelijk oogpunt: mensen neigen ertoe om hun gedrag aan te passen aan de wensen van degenen door wie zij gecontroleerd worden omdat controle en manipulatie een en hetzelfde zijn. Manipulatie is er niet zozeer in de verordening of in het opleggen van regels, wat in dat spel uiteraard een onmisbare factor is, maar veeleer in de controle uitgeoefend met het oog op de naleving van die regels alsook in het bestaan van afdoende sancties. Dit is zo omdat machthebbers helemaal niet geïnteresseerd zijn in wat mensen geloven maar wél in wat zij belijden. De geloofsbelijdenis maakt een katholiek tot wie hij is en uiteraard doet hij nooit wat hij zegt maar daartoe dient dan ook de biecht die hem uiteindelijk binnen de kerk houdt en die ervoor zorgt dat zij haar leden niet verliest. Machtig zijn degenen die in staat zijn om anderen ertoe te dwingen te belijden dat de leugens die zij hen vertellen, de waarheid zijn. Controleren is gebieden en zij die werkelijk gecontroleerd worden, gehoorzamen dan ook aan hun bevelhebbers. Tenzij zij revolteren.
Nu miskijkt menigeen zich alras op het plaatje want de controle die op Rousseau wordt uitgeoefend is niet zozeer die van de bodycams der flikken maar deze van wie de man met de dood bedreigen. Het is immers een heet hangijzer en een publiek geheim dat de straffen van de maffia deze van de wetten van het land waar die zich heeft genesteld, in hun schaduw stellen. Het slachtoffer gehoorzaamt met andere woorden aan de allerstrengste controleur, hierbij in de eerste plaats gehoor verlenend aan een wat andere vorm van de aloude spreuk dat men het woord spreekt van hem wiens brood men eet: iemand spreekt het woord van degene die zijn leven in de hand houdt want bedreigt. Aan deze waarheid geeft Rousseau al dan niet bewust uiting door de bodycams waarmee de wetsbewaarders hem te lijf gaan, te negeren. Er zijn nog een meute controleurs van een heel ander kaliber aan de slag, zo zou zijn gedrag hen duidelijk moeten maken maar zij hebben er geen oren naar, zij negeren het kwaad en zij beschuldigen veel liever het slachtoffer, wat in dit soort zaken altijd de tactiek is omdat dit de weg is van de geringste weerstand.
De controleurs van het andere kaliber werken niet met waarschuwingen en boetes, vraag dat maar eens aan Karel Van Noppen, of is die doodeerlijke man dan voor helemaal niets gesneuveld? Zo moeilijk is het om in het voetspoor van helden te treden, dat ook vandaag nog alle koeien in alle weiden van dit land aan bodybuilding lijken te doen. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen, zo zeggen sommigen maar waar haalt men dan het recht om een man te stenigen die er niet direct in slaagt om het summum van het heldendom te evenaren en die zich daar bovendien ook nog eens uitgebreid en herhaaldelijk voor excuseert? Want het gaat hier meer bepaald en ontegensprekelijk over een dreiging die ook in de jaren dertig van de voorbije eeuw aan de orde was en die nu weer gans Europa in de tang heeft en misschien wel de hele wereld, kijk maar naar de koers die Rusland vaart en Indië, weldra het meest bevolkte land op aarde.
Met de hete adem in de nek van neonazi's en kortstondig maar zeer zeker levensreddend vluchtend in een roes en zich de angst negerend alsnog begevend in de open wereld waar men door het allergrootste gevaar van heden vogelvrij verklaard werd en derhalve in de kijker loopt van een geweer dat onafwendbaar aan het lot van de genoemde, gewetensvolle vee-artskeurder herinnert, doet men allicht een kleine toegeving aan het adres van de belagers en zegt men, misschien alleen maar om zijn vel te redden, dronken in het duister van een nachtelijke kroeg: inderdaad, die en gene lieden zijn hier vreemd, zij moeten worden beteugeld want zij zien er schrikbarend bedreigend uit - en nog enkele van die uitlatingen die aan elkeen zullen duidelijk maken dat men het helemaal niet menen kan. Alleen zij hebben er geen oren naar: zij die allang zaten te azen op de kop van de man die hen op één been voorbij spurt in de wedloop die alras van wal zal steken om de strijd te beslechten die nu voor de deur staat: de strijd tussen de toekomst en de middeleeuwen.
(Jan Bauwens, 20 november 2023)
Een derde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Alles van waarde is weerloos”
Een derde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Alles van waarde is weerloos”
Achtenzestig jaar geleden overtrad in een toen nog onvrij werelddeel een zwarte vrouw de wet en met deze 'misdaad' veranderde zij de wereld: in 1955 pleegde Rosa Parks verzet door de weigering haar zitplaats op de bus aan een blanke af te staan en aldus herschiep zij mede een apartheidsstaat tot het Amerika van de gelijke rechten. Toentertijd schreven velen de authentieke politica een criminele inborst toe maar binnen de kortste keren werd zij geroemd om het revolterende karakter dat voor staatslui onontbeerlijk is. Vandaag is daarvan nog heel weinig te zien: het gros van de politiekers blijken ordinaire windhanen die zoals Pilatus de voor onze toekomst broodnodige uitzonderingen op de regel geheel onterecht doch prompt en gewetenloos veroordelen.
Wie een tekst schrijft, maakt eerst een kladwerk met potlood en gom en het papier wordt quasi onleesbaar van de vele doorhalingen en verbeteringen van taal- en andere fouten. En dat voorbereidend werk is een privézaak: een schilder verdraagt geen publiek totdat zijn doek helemaal af is, een auteur laakt lieden die azen op zijn recept en een chef-kok laat niet in zijn potten kijken. Hoe omvangrijker en belangrijker de te leveren prestatie, des te groter de ruimte vereist voor prospecties, probeersels en proeven. Vaklui schuwen pottenkijkers als de pest maar in hun blinde na-ijver vallen bemoeials vandaag de laboratoria van de meest creatieve mensen binnen, gewapend met domme camera's: veiligheid eerst, zo schreeuwen zij het als helden uit en de meest elementaire vrijheid, onontbeerlijk voor de scheppende geest, moet het bekopen; het genie wordt opgeofferd aan de middelmaat, “alles van waarde is weerloos”.
Dit eeuwig kersverse vers van Lucebert betekent vandaag dat de mens wordt omgebracht op het altaar van het gouden kalf. Straks herstart in het mondaine Parijs het megacircus van de Olympische Spelen waarbij alle kinderrechten ten spijt, een onschuldige jeugd andermaal massaal wordt geofferd aan de vlaggen van de naties: enkelingen schitteren op het schavot in de muziek der sferen waartoe hun volkslied door de gelegenheid wordt verheven maar een meerderheid belandt in diepe depressies, gegraven door een veeleisende doch inerte massa. Kind-atleten moeten de eerzucht van hun presidenten bevredigen en de economische belangen van hun natie - brood en spelen - zoals kindsoldaten, naar het front gedreven onder een bangelijk getrompetter en het vervloekte nationalisme van een slappe vlag. Een moedige doch veel te vroeg uit de zandbak weggerukte en tot krijgers herleide jeugd betekent dwangarbeid voor kinderen en doet denken de slachtoffers van pooiers, het hoofd op hol gebracht met drugs om te kunnen renderen. De oude krokodillen, belust op jong bloed, dat hun als masker moet dienen om stemmen te trekken en fortuin te maken: goudhaantjes, zo heten zij hun 'beschermelingen' met wiens leven zij spelen - hun geluk zal hen worst wezen.
Het weze herhaald: als Conner Rousseau een racist is, dan kunnen wij met zijn allen aanspraak maken op de titel van paus van Rome.
(Jan Bauwens, 20 november 2023)
19-11-2023
Een tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
Een tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
In Antisemitism (1948),het eerste deel van haar 'trilogie', getiteld: The Origins of Totalitarianism uit 19511, besteedt Hannah Arendt uitgebreid aandacht aan de zaak Dreyfus. Alfred Dreyfus was een Frans-joodse legerofficier die in 1894 valselijk beschuldigd werd van spionage voor de Duitsers en gestraft met degradatie en deportatie naar het Duivelseiland. Twee jaar later toonde luitenant-kolonel Picquart aan dat de bewijzen tegen Dreyfus vervalsingen waren en dat de echte spion een legercommandant was. Edoch, een antisemitische militaire overheid verwierp Dreyfus zijn onschuld. Mede onder invloed van “J'accuse” van Emile Zola die Dreyfus verdedigde, brak een schandaal uit dat de Fransen polariseerde. In een nieuw proces werd Dreyfus tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld en pas in 1906 werd de zaak als een gerechtelijke dwaling erkend. In 1908 werd nog een aanslag gepleegd op hem door een antisemiet die door de jury prompt werd vrijgesproken. Later noemde president Chirac het proces een poging tot het aanwakkeren van de Jodenhaat.
Joden, Roma en homoseksuelen zijn de meest in het oog springende voorbeelden van gehate en derhalve vervolgde en benadeelde minderheidsgroepen. Minderheden worden sowieso gediscrimineerd maar vanaf het ogenblik dat een hatende massa haar gelijkgestemde politici in het zadel heeft gehesen, verschijnt daar ineens ook nog het mandaat om het leven van de meest kwetsbaren ook met wettelijke middelen onmogelijk te maken: de massa hijst haar Führer in het zadel en de reeds middels demonisering ontmenselijkte mensen worden voortaan door de politie opgepakt en nu ook fysiek massaal omgebracht in zogenaamde concentratiekampen.
Het antisemitisme, de vreemdelingenhaat en de intolerantie tegenover holebi's is nu terug van 'weggeweest', wat hier uiteraard betekent “weg uit de wet” want met semi-legale en legale middelen worden heden opnieuw campagnes opgestart tegen de aloude zondebokken. Ook in de 'zaak' Conner Rousseau glipt de wapenstok het toneel naar binnen, hier in de gedaante van de verborgen camera, de bodycam van een gemeentelijk politiekorps dat een door het 'gewone volk' op handen gedragen politicus, uiteraard gevreesd door de gesettelde potentaten, op de hielen volgt zoals inderdaad gebeurt met opgejaagd wild: zij volgen hem tot net niet in de slaapkamer om dan te doen waarop het strengste verbod geldt: in de openbaarheid gooien wat privé is.
Toegegeven, het is niet helemaal privé wat men in zijn vrije tijd op café vertelt maar mocht men alle mensen in de nog resterende volkse communicatiegelegenheden die de kroegen tenslotte zijn, met camera's op de hielen zitten, dan kon de complete bevolking van dit land in gedwongen therapie en moesten alle openbare gebouwen herschapen worden tot Dossin-kazernes. Bovendien kan men niet gaan keuvelen in de kroeg zonder te consumeren; men kan daar ook water drinken, dat is waar, op smaak gebracht met chocoladerepen.
Tenslotte is alcohol een harddrug en dat het goedje alsnog door de wet kan worden toegelaten op café, is te danken aan een bijkomende wet die mensen alsnog tegen de drankduivel beschermt door de cafébazen te verplichten om er op toe te zien dat de klanten niet dronken worden, of tenminste: dat zij zich niet in die mate bezatten dat zij niet meer weten wat zij doen want dan vormen zij een gevaar voor zichzelf en ook voor anderen. Waar de waard zich kennelijk niet kwijt van deze plicht, zijn er gebeurlijk alsnog agenten van de politie aanwezig om dit vast te stellen en in het geval van de 'zaak' Conner Rousseau bewijzen zij middels de opnamen van hun eigen bodycam niet zozeer dat de politicus zatteklap vertelt maar in de eerste plaats dat zij het in weerwil van hun plicht hebben nagelaten om een dronken man in bescherming te nemen tegen het gevaar dat hij voor zichzelf is en mogelijkerwijze ook voor anderen.
De situatie herinnert aan de Dreyfus-affaire omdat zij exemplarisch is voor de hardnekkigheid waarmee een aan de macht zijnde overheid, hiertoe aangezet door haat, haar ongelijk verdedigt tegen beter weten in. Niet alleen de gemeentelijke politie is betrokken maar ook het gerecht, de politici, de media en de ganse bevolking, zelfs bijna in de mate waarin de hele wereld betrokken werd in de pandemie-affaire (ironisch genoeg zozeer verdedigd door de mentor van de hier besproken politicus) welke een hypocriete miljardenfraude verkapt waarvan het bedrieglijke karakter uiteraard pas binnen vele jaren het licht zal mogen zien.
(Wordt vervolgd)
(Jan Bauwens, 19 november 2023)
1 Hannah Arendt, The Origins of Totalitarianism (1951). Voor de zaak Dreyfus, zie de Nederlandse vertaling van het eerste deel Antisemitisme (2021) door Willem Visser, uitgeverij Boom, Amsterdam, 2021, pp. 149-190.
18-11-2023
Het Boek (J.B., 2007)
Het Boek (J.B., 2007)
16-11-2023
Wie brandmerkt wie en waarom? Een bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
Wie brandmerkt wie en waarom?
Een bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
Het brandmerken van een dier of een mens is het aanbrengen met een gloeiende staaf van een merkteken op de huid van het dier of de mens met de bedoeling dat het blijvend is en voor iedereen zichtbaar. Zo kan men een paard brandmerken om het dier te kunnen identificeren als eigendom van een zekere persoon. Slaven krijgen vaak een brandmerk en auto's krijgen voor hun registratie een onuitwisbaar nummer in het staal van het chassis. De identiteitskaart is in feite een brandmerk dat evenwel niet op iemands huid of aangezicht geplakt wordt maar dan toch op een afbeelding (een foto) van het aangezicht, waardoor de persoon geïdentificeerd wordt met een naam, een geboortedatum en -plaats, een adres, een geslacht, een rijksregisternummer en het burgerschap van een zeker land. Het doopsel in het katholicisme, dat volgens de kerkelijke leer een exorcisme is en dat, zoals de catechismus het zegt, “een onuitwisbaar merkteken nalaat in de ziel van de dopeling”, heeft de bedoeling iemand (en dan meestal nog buiten diens medeweten en wil) te brandmerken als lid van de katholieke kerk. De schandpaal identificeert publiekelijk en derhalve eveneens op een onuitwisbare manier een misdadiger met zijn misdaad.
Vaak mag het volk zijn woede kwijt op de geschandaliseerde die bijvoorbeeld in het geval van het vergrijp van homoseksualiteit de aanvallen dikwijls niet overleeft, wat per definitie gebeurt bij steniging of kruisiging waarbij men aldus voor eeuwig tot zijn misdaad wordt herleid en vandaag kent men de zogenaamde digitale schandpaal die kan leiden tot moord of zelfmoord van de gebrandmerkte.
In de bovenstaande gevallen is sprake van het brandmerken van individuen of personen en uiteraard is de impact daarvan onvergelijkbaar veel groter dan in het geval waar eerder grote groepen of volkeren een naam opgeplakt krijgen door een enkeling. Correcter uitgedrukt: een enkeling is helemaal niet in staat om een volk te brandmerken en zo hij dit ogenschijnlijk alsnog doet, is zijn opzet tot mislukken gedoemd, beseft hij dat ook heel goed en kan zijn uithaal alleen maar gelabeld worden als een vorm van gekscheren. Zo kunnen de Hollanders er glimlachend hun schouders bij ophalen wanneer zij er door bijvoorbeeld een cursiefjesschrijver spottend aan herinnerd worden dat zij gierigaards zijn, al zal men het voorzichtigheidshalve wel hebben over zuinigheid. Daarentegen: waar een welbepaald persoon, een enkeling, wordt opgezadeld met het stigma van vrek en aldus te kijk gezet wordt ten aanschouwe van de hele wereld, is uiteraard sprake van een misdaad van een heel andere orde.
In het eerste geval gaat het om een 'aanval' van een enkeling op een (grote) groep waartegen hij sowieso niet opgewassen is en waarbij die enkeling eerder als dapper dan als misdadig zal bestempeld worden terwijl in het laatste geval een hele groep de aanval richt op één persoon, die daardoor even weerloos wordt als de man aan de schandpaal. De massa die een enkeling aan de schandpaal ketent, straalt geen dapperheid uit maar veeleer lafheid.
De aanval van een enkeling op een groep krijgt echter een wat ander karakter wanneer die enkeling een politicus is die zich tot een grote menigte richt, zoals in het geval waar Adolf Hitler het Duitse volk toespreekt. In huiselijk verband hoeft de politicus dan weer niet meer zo voorzichtig te zijn als bij de uitoefening van zijn job omdat hij zich daar helemaal niet richt tot een menigte van burgers maar eerder tot familieleden, vrienden of collega's van wie overigens bekend is dat zij om zich te 'ontspannen' al eens grappen over zaken waar eigenlijk helemaal niet mee te lachen valt, zoals leraren, zorgverleners of toppolitici doen wanneer zij geconfronteerd worden met quasi hopeloze gevallen die alsnog remediëring vereisen: uitspraken in dat verband zijn uiteraard niet gemeend maar vrienden zullen elkaar nooit pakken op hun woorden en die gevallen zijn veeleer verwant met zelfspot dan met spot of stigmatisering.
Conner Rousseau verklapte eerder in een interview dat hij zich “opgejaagd wild” voelde en te oordelen naar de situatie waarin hij gemanoeuvreerd werd en geblokkeerd geraakte, is hij dat ontegensprekelijk: hij zit in een hoek gejaagd en moet de voor een politicus bijzonder pijnlijke vernederingen slikken van zowat iedereen, gaande van zijn 'slachtoffers' (de Roma), wat weliswaar begrijpelijk is (zolang geen sprake is van 'ziektegewin'), over zijn collega's (die hem veroordelen, maar dan vooral, zoals destijds Pilatus die zijn handen in onschuld waste, om zelf buiten schot te blijven), tot zijn rechters die hem andermaal vernederen met enerzijds de therapie die zij hem zelf opleggen - de confrontatie met de genocide van de Roma - en die een beetje doet denken aan de bestrijding van een mug met een canonbal en anderzijds de verplichting om in therapie te gaan bij misschien wel een psychiater waardoor zij hem nillens willens brandmerken als ziek of gestoord. De associatie van gestoordheid met een van de norm afwijkende seksualiteit is gauw gemaakt door een publiek dat het nog minder nauw neemt met de feiten dan de rechters doen.
Waarmee helemaal niet gezegd is dat het publiekelijk stigmatiseren van mensen geen misdaad zou zijn maar er is een verschil tussen het bewust en gepland toespreken van een publiek en het gekscheren onder vrienden dat publiek gemaakt wordt door met een verborgen camera gewapende lieden die iemands woorden uit de context rukken en die ze bovendien tegen diens wil op straat gaan uitbazuinen. Is het dan niet wettelijk verboden om in een publieke ruimte een mens herkenbaar te fotograferen en zijn foto dan publiek te maken? En geldt hetzelfde dan niet met betrekking tot wat iemand in eigen kring en niet voor het publiek bedoeld, zegt? Een kroeg is uiteraard geen slaapkamer maar het is nog veel minder een Tv-studio en wat men er ook van zegt: uitgerekend dat hebben zekere lieden daarvan gemaakt. Het is overigens duidelijk wie de daders zijn van deze wel bijzonder gemene en moordende list waarmee ze er alvast in geslaagd blijken om hun slachtoffer helemaal van streek te maken en het is ook duidelijk wat hun motivatie zijn mag, in acht genomen het feit dat sinds de opkomst van de politicus in kwestie bij het volk de overtuiging is gaan leven dat Conner Rousseau binnen de kortste keren wel eens onze jongste premier ooit zou kunnen zijn.
(Jan Bauwens, 16 november 2023)
15-11-2023
Over het jodendom - Aflevering 6: Der Judenstaat
Over het jodendom
Aflevering 6: Der Judenstaat
De oorspronkelijk titel van Herzls “Der Judenstaat” luidt: “Gericht aan de familie Rothschild” maar de Rothschilds verwierpen Herzls plan. Het pamflet is een basistekst van het Zionisme en betreft de stichting van een onafhankelijke joodse staat in de twintigste eeuw in Palestina waar de joden vandaan komen. Dit vanuit de noodzaak om aan de joden die dat wensen een thuisland te geven waar zij in vrijheid en vrede kunnen leven op hun eigen grond in plaats van in Europese ghetto's, wat niet anders kan in gevolge het antisemitisme. Maar Herzl voorzag dat het inplanten van een joodse kolonie weerstand zou oproepen bij de autochtone bevolking van Palestina en achtte het daarom noodzakelijk om deze onderneming te laten plaatsgrijpen onder Europees protectoraat teneinde de soevereiniteit van het joodse volk te kunnen verzekeren. De Engelsen wilden zich inzetten om de stichting van Israël te steunen, wat vastgelegd werd in de “Balfour Declaration” van 1926, waarin staatssecretaris Arthur Balfour zijn steun betuigt aan Lord Rothschild van de Brits-Joodse Gemeenschap. Nadat zich in de jaren dertig al joden waren gaan vestigen in Palestina met inderdaad de voorziene Arabische revolte van 1936-'39 tot gevolg, moesten de Britten de verdere instroom van joden afremmen. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1948 volgde de daadwerkelijke stichting van de staat Israël.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 15 november 2023)
14-11-2023
Over het jodendom - Aflevering 5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de “Protocollen van de wijzen van Sion”
Over het jodendom
Aflevering 5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de “Protocollen van de wijzen van Sion”1
In West-Europa werden de joden vervolgd en zij vluchtten naar Rusland waar zij (geregelde vervolgingen ten spijt) thuis waren van in de vroege middeleeuwen en wel in die mate dat in de elfde en twaalfde eeuw een wijk van Kiev de “joodse stad” werd genoemd. Edoch in 1881 werden zij valselijk beschuldigd van de moord op tsaar Alexander II waarna zij vervolgd werden: hun huizen werden platgebrand, zij werden vermoord, niet toegelaten tot scholen en hogere beroepen, in 1886 uit Kiev verbannen, in 1891 uit Moskou verbannen en in 1892 kregen zij ook nog verbod op verkiezingsdeelname. Toen de communistische revolutie broedde, gebruikte de geheime politie van de tsaren, de ochrana, met de bijstand van de Russisch-Orthodoxe kerk, het antisemitisme als wapen tegen de revolutionairen die zij ervan beschuldigden een complot te smeden tegen de christenen en dat trachtten ze te bewijzen middels een geschrift, de zogenaamde “Protocollen van de wijzen van Sion”.
Het gaat om een fictief verslag van een vergadering in Bazel in 1897 van complotterende zionisten die het christendom zouden willen vervangen door de joodse wereldheerschappij.
Het jaar voordien, in 1896 publiceerde de zionist Herzl inderdaad zijn essay “Der Judenstaat” en daar omtrent plande hij ook vergaderingen met gelijkgezinden maar dat handelde helemaal niet over een joodse wereldheerschappij doch over de zoektocht naar een joods thuisland teneinde eindelijk komaf te kunnen maken met de (in de voorgaande aflevering van deze reeks vermelde) lange geschiedenis van wereldwijde vervolging.
Dat de Protocollen een vervalsing waren, bleek vrijwel onmiddellijk: iedereen kan nagaan dat zij een quasi letterlijk plagiaat zijn van een oudere tekst gericht tegen Napoleon III waarin deze keizer werd vervangen door 'de joden' en Frankrijk door 'de wereld'. De vervalsing gebeurde door de ochrana, de geheime politie van de tsaren.
De hocus pocus of hoax zat, meer in detail, als volgt in elkaar. De oudere tekst waarvan zij geplagieerd werden, dateert van 1864 en is van de hand van Maurice Joly (1829-1878). Volgens Umberto Eco is die tekst op zijn beurt een afschrijfsel van een werk van Eugène Sue (1804-1857) dat tevens andermaal geplagieerd en aangepast werd, namelijk in 1868 door Herman Goedsche. Over de authenticiteit van deze ontmaskerende bronnen kan men overigens alle info vinden op het internet.
Niettemin ging deze tekst een eigen leven leiden en werd hij wijd en zijd vertaald en uitgegeven door antisemieten, vooral Islamieten en zo bijvoorbeeld wordt ernaar verwezen als naar een 'historisch document' in het handvest van de Palestijnse terreurbeweging Hamas. De Duitse uitgave van 1922 kwam Hitler en zijn NSDAP goed van pas en vanaf 1967 verspreidden onder meer antisemitische islamitische fundamentalisten zoals Faëz Ajjaz in Libanon, Syrië en Saoedi-Arabië de tekst om de Jodenhaat aan te wakkeren. Faëz Ajjaz zou ook banden hebben met extreemrechts in Vlaanderen, waar in 1941 Lannoo in Tielt de Protocollen uitgaf.
De vervalsing wordt tevens benut in de New Age-beweging door de fantast-evangelist Robin De Ruiter met onder meer zijn in 2017 verschenen trilogie “De 13 satanische bloedlijnen: de oorzaak van veel ellende en kwaad op aarde”, een fantasie over de Illuminati of de op wereldmacht beluste, complotterende joden en vrijmetselaars, veelvuldig vertaald in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Turks en Russisch. Zij worden vaker geïdentificeerd met de bankiersfamilie Rotschild die Hitler nog zou hebben geholpen met zijn Holocaust. Naar deze potentaten werd ook verwezen in de zogenaamde complottheorieën naar aanleiding van de politieke perikelen omtrent de coronapandemie.
Over het jodendom - Aflevering 4: “Der Judenstaat” (1896) van Theodor Herzl
Over het jodendom
Aflevering 4: “Der Judenstaat” (1896) van Theodor Herzl1
De ondertitel van Herzls opstel luidt: “Versuch einer modernen Lösung der Judenfrage” - in vertaling: “Poging tot een moderne oplossing voor het jodenprobleem.” Het was ongetwijfeld deze verzuchting die Hitler spottend parafraseerde met het gebruik van de term 'Endlösung' of 'Finale oplossing' waarmee hij niets minder bedoelde dan de 'Vernichtung' of de 'uitroeiing' van de joden.
Toen Herzl zijn essay schreef, was de Holocaust nog ver af maar de joden die toentertijd vooral in tsaristisch Rusland verbleven, waren (tussen 1881 en 1905) slachtoffer van de zogenaamde pogroms of een soort van vervolgingen of razzia waarbij bijvoorbeeld de huizen platgebrand werden, zoals ook gebeurde met de woningen van de zwarten, meer bepaald om hen te onderwerpen, ten tijde van het ivoor- en rubberschandaal in de Congo onder Leopold II.
In Rusland (vooral in Oekraïne) stierven duizenden joden en ook na de Oktoberrevolutie van 1917 werden in de Russische burgeroorlog honderdduizend joden vermoord door de anticommunisten - de 'Witten', namelijk de grootgrondbezitters en de adel die hun privileges niet wilden afstaan, precies zoals dat gebeurde in het verzet tegen de abolitionisten in de Amerikaanse burgeroorlog van 1861 tot 1865. Berucht is de pogrom van 1905 in Jekaterinoslav waarbij vele joodse kinderen werden omgebracht. Honderdduizenden joden emigreerden daarop naar de V.S.
De geschiedenis staat echter bol van de massamoorden op de joden: tijdens de Babylonische ballingschap vanaf 597 voor Christus werden de joden uitgemoord, in 1011 moorden de Moren hen uit in Córdoba, in 1033 en ook in 1276 in Fez in Marokko, in 1066 in Granada alsook tijdens de Kruistochten, in 1291 in Bagdad, in 1309 in het Nederlandse Born, tijdens de pestepidemie van 1348-'49 werden zij vals beschuldigd de pest te verspreiden met navenante vervolgingen in heel Europa (ook in Brussel), in 1465 werden àlle joden in Fez vermoord, in 1506 was er in Lissabon een pogrom tegen joden op bevel van Dominicanen met duizenden doden, in 1679 maakte een pogrom in Jemen tienduizend doden (de joden werden daar in de woestijn gedreven), in 1790 in Tétouan in Marokko, in 1819 in Duitsland, daarna in Odessa door Grieken en Russen, in 1834 in Safed in Palestina, in 1881-'84 in Rusland, in 1888 in Iran, in 1903 tot 1906 opnieuw in Rusland, onder meer in Odessa waarvan de latere Israëlische premier Golda Meïr als klein meisje een trauma opliep, in 1907 in Casablanca in Marokko, in 1910 in Iran, in 1912 in Fez, in 1919 in Catalonië en verder in Oekraïne (1919-1920), Palestina (1929), Turkije (1934), Duitsland (de Reichskristallnacht van 1938), de beruchte moordpartij op joden die met metalen staven de schedel werden ingeslagen in Litouwen (1941), Bagdad (1941), Polen (1946), talloze pogroms in de Arabische wereld na het uitroepen van de joodse staat van 1948 tot 1954. De verzuchting van Herzl, het verlangen naar een thuisland en een veilige haven, is meer dan begrijpelijk.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 13 november 2023)
1Voor de oorspronkelijke tekst, zie: THEODOR HERZL, DOCTOR DER RECHTE, DER JUDENSTAAT. VERSUCH EINER MODERNEN LÖSUNG DER JUDENFRAGE, LEIPZIG UND WIEN 1896, M. BREITENSTEIN’S VERLAGSBUCHHANDLUNG, WIEN, IX., WÄHRINGERSTRASSE 5: https://de.wikisource.org/wiki/Der_Judenstaat
12-11-2023
Over het jodendom - Aflevering 3: Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
Over het jodendom
Aflevering 3: Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
(Jeroen Bosch, De hooiwagen (middenpaneel), 1515, kopie: J.B.)
Men zou het joodse volk doorheen de geschiedenis kunnen vergelijken met een thuisloos kind dat gedoemd is om op straat te leven, rond te zwerven en te leven van allerlei klusjes her en der waardoor het weliswaar behendig en zelfredzaam werd en heel wat kennis verzamelde over de vele plekken waar het geweest is maar tegelijk bleef kampen met een diepe heimwee. Het werd uiteindelijk door een rechter toegewezen aan een pleeggezin dat het stiefmoederlijk behandelde, of eerder nog: een placebo-thuis waarmee het in de clinch ging toen de jaren van volwassenheid het naar onafhankelijkheid en vrijheid deed verlangen.
Er zijn volkeren die van nature nomaden zijn en die ook niet liever willen dan rond te trekken, zoals bijvoorbeeld de Roma, de 'bohemiens' (i.e.: van Bohemen) die eertijds 'zigeuners' werden genoemd, trekkers van dorp naar dorp, begaafde muzikanten met huizen op wielen die tot voor kort als foorkramers onze kermissen opluisterden - nu stilaan overgenomen door grote bedrijven. Interessant is hier dat het woord 'zigeuner' verwant blijkt met het Engelse 'gipsy' en het Spaanse 'gitano', verwijzend naar het woord 'Egyptisch', waaruit etymologen afleiden dat de Roma wellicht verwant zijn met de (zeshonderdduizend of volgens de Bijbel twee miljoen) joden die in 1313 voor Christus na hun Exodus of uittocht uit Egypte (waar ze gedurende vier eeuwen gevangen waren) veertig jaar lang ronddoolden in de woestijn, op zoek naar het hun door Jahweh 'beloofde land'. De twee vrouwen met de witte hoofddoek ('bern' genoemd) links onderaan op het middenpaneel van 'De hooiwagen' van Jeroen Bosch uit 1515 (die daarmee Jesaja 40:6-7 illustreert) zijn Roma-vrouwen. Links naast de hooiwagen, achter de hoogmoed symboliserende paus en de keizer te paard, zijn overigens ook joden afgebeeld met in hun midden de Antichrist: ofschoon hij vereenzelvigd werd met de Romeinse keizer Nero, die 'zwanger was van een worm', geloofde men dat hij een jood moest zijn. Samen met de joden werden de Roma die het transport naar Polen misten waar zij als slaven werden ingezet, door Hitler in concentratiekampen in Bełżec, Sobibór en Treblinkauitgemoord. Dat lot deelden allen die niet beantwoordden aan het racistische ideaalbeeld van een waanzinnige utopie die aan zes miljoen onschuldige mensen het leven kostte.
De daadwerkelijke verwezenlijking van een (politieke, religieuze of nog andersoortige) utopie blijkt overigens doorheen de hele geschiedenis het recept bij uitstek voor het welslagen van gigantische catastrofen met in hun zog onnoemelijk menselijk leed, oorlogen en genocides maar kennelijk kan de mens het in zijn hoogmoed niet laten om aan de werkelijkheid zoals zij is, zijn waanzin op te dringen. De katholieke kerk met haar 'heilige' missies die het kolonialisme moesten verkappen en de door megalomanie gedreven rooftochten in alle continenten, sinds haar bestaan doorheen de ganse geschiedenis met als voorbeeld uit de eigen historie de droom van de door grootheidswaan gedreven vorst Leopold II met een Afrikaans land waarvan hij de bevolking decimeerde om zich eerst met ivoor en vervolgens met rubber persoonlijk onnoemelijk te verrijken; de moordenaars van de autochtone bevolking van het Amerikaanse continent in het zog van Christoffel Columbus; de fundamentalistische islam met haar zending die de onderwerping wil van alle mensen...
Plato's Republiek of ideale staat was een aristocratie - de ganse werkelijkheid was in zijn opvatting een schaduw van volmaakte (na te volgen) ideaalbeelden, een onderneming die uiteraard tot mislukking is gedoemd. Bij Plato gaat het om de verwezenlijking van een verstandelijk gepland ideaal zoals onder meer het communistische. In de vierde eeuw beschreef Augustinus' de ideale aardse staat (civitas terrena) naar het model van de godsstaat (Civitas Dei). Thomas Morus' Utopia uit 1516 is een fantasie van een collectivistisch ideaal land in de verwezenlijking waarvan hij uiteindelijk zelf niet geloofde. De utopieën die de revue passeren zijn niet te tellen, de dystopieën daarentegen verwezenlijken zich kennelijk met een verbluffende voorspelbaarheid - het best gekende voorbeeld is uiteraard George Orwells 1984. Maar we moeten bij het onderwerp blijven: ook Israël is een poging tot verwezenlijking van een utopie, zoals geformuleerd door Theodor Herzl, eerst in zijn essay Der Jodenstaat van 1896 en vervolgens in zijn roman Altneuland van 1902, geschriften die in het licht van de huidige opflakkering van de Israëlische kwestie enige aandacht verdienen.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 13 november 2023)
09-11-2023
De gemeenschappelijke drijfveer van jodenhaters en IS-strijders — een speculatie (d.d. 16/11/2015, herhaling)
De gemeenschappelijke drijfveer van jodenhaters en IS-strijders — een speculatie (d.d. 16/11/2015, herhaling)
De gemeenschappelijke drijfveer van jodenhaters en IS-strijders — een speculatie
Geen volk werd in de loop van de geschiedenis zozeer gehaat als de joden. De joden werden beschouwd als een probleem — het jodenprobleem, de Judenfrage — en de eindoplossing, de Endlösung, bestond in geweld tegen de joden of in genocide, zoals in de pogroms en in de Holocaust.
Pogroms zijn belagingen door het volk van etnische groepen, in casu van joden, gepaard gaande met fysiek geweld en moord, om hen te dwingen zich aan te passen.
Reeds in de middeleeuwen, in 1096, moordden de boeren in Duitsland verschillende joodse gemeenschappen uit. In Nederland werden de joden uitgesloten uit de gilden en konden zij slechts 'lagere' beroepen uitoefenen zoals de diamantslijperij, de lenzenslijperij — lenzenslijper was overigens het beroep van de grote Nederlandse filosoof Spinoza (1632-'77) — en geldzaken die nu door het bankwezen worden verricht, waardoor men onterecht zegde dat joden belust zijn op geld.
Europa beschouwde de joden als vreemdelingen en zij werden achtergesteld. Op grond van de geschiedenis van de veroordeling van Jezus werden zij bovendien afgeschilderd als godsmoordenaars. In 1492 werden in Spanje alle joden die weigerden zich tot het christendom te bekeren, verbannen, vaak naar Portugal, en toen aldaar in 1536 de inquisitie van start ging, weken velen van hen uit naar Amsterdam dat in 1700 zo'n 10.000 joden telde. Luther in Duitsland spoorde er in zijn geschrift Von den Juden und ihren Lügen (1543)onder meer toe aan de synagogen in brand te steken teneinde de joden tot het christendom te bekeren.
Aan het eind van de 19de eeuw ontstond in Oostenrijk-Hongarije tesamen met het geloof in de Germaanse Übermensch, de zogenaamde ariosofie (gesticht door nazimysticus Guido von List) van de Oostenrijkse Jörg Lanz von Liebenfels (1874-1954) een xenofobie voor zogenaamde beestmensen of aapmensen, waartoe de joden werden gerekend, samen met de zwarten, de zigeuners en de Mongolen en von Liebenfels stichtte in 1900 in slot Werfenstein de Orde der Nieuwe Tempelieren.
In de Russische burgeroorlog (1917-'22) die aan 15 miljoen Russen het leven kostte, werden 100.000 joden vermoord. Reeds twee jaar na het aantreden van Hitler werden door de wetten van Neurenberg in 1935 aan de Duitse joden de burgerrechten ontnomen en dit antisemitisme breidde zich over Europa uit met de shoah tot gevolg: de uit het anti-joodse nationaalsocialisme van Hitler voortgekomen Holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog kostte het leven aan 6 miljoen joden.
Nog voor de aanvang van W.O.II zocht de grootmoefti bij Hitler steun voor zijn jodenhaat. Er waren pogroms in Safed (onder meer in 1834), Hebron (1929), Shiraz (Iran), Fez (Marokko) en Irak (1941). Tijdens het Eichmann-proces in 1961 prees een Palestijnse krant deze crimineel. De Iraanse president Ahmadinejat ontkende de Holocaust herhaaldelijk.
In de jongste jaren neemt de jodenhaat in het Westen weer toe en heeft één burger op vier antisemitische opvattingen. Ter vergelijking: in het Midden-Oosten en in Noord-Afrika is dat drie op vier.
Op de vraag naar het waarom van de jodenhaat bestaat geen eenduidig antwoord. Naast de fantasierijke horror zoals in de zogenaamde bloedsprookjes — geruchten waarin joden als kannibalen en meer bepaald als kindereters werden afgeschilderd — blijkt een vaak opduikende reden voor jodenhaat de angst dat dit 'uitverkoren volk' plannen zou hebben om de wereld te overheersen.
Zo wordt vaak verwezen naar de zogenaamde Protocollen van de wijzen van Sion, een geschrift dat zou dateren van omstreeks 1900, dat wordt toegeschreven aan een groep joden en waarin uitgelegd wordt hoe de joden de wereldheerschappij zullen verwerven. Ondanks het feit dat werd aangetoond dat het geschrift een vervalsing is, wordt het jammer genoeg nog steeds door velen als authentiek voorgesteld en vormt het aldus een uitvlucht voor jodenhaat.
Maar er bestaat ook een heel andere opvatting over de oorsprong van de jodenhaat, een opvatting die in het licht van de huidige ongelukkige ontwikkelingen in onder meer Syrië, aan waarschijnlijkheid lijkt te winnen, en dat is de overtuiging dat de grondslag voor jodenhaat ligt in de wens om terug te keren naar een onbeteugeld driftleven.
Zo bijvoorbeeld is er de Nederlands-joodse schrijver Abel Herzberg (1893-1989) die onder meer Bergen-Belsen overleefde waarover zijn Amor fati (1946) en wiens kampdagboek verscheen onder de titel Tweestromenland (1950) naast zijn Kroniek der jodenvervolging (1950). Herzberg schrijft dat het jodendom, dat Christus voortbracht en het christendom met zijn tien geboden, ons opzadelt met een lastige opdracht, vaker ervaren als een juk, waarvan sommigen zich willen bevrijden omdat zij wensen terug te keren naar het hedonisme.
In het verschijnsel van de Islamitische Staat lijkt het er hoe dan ook sterk op dat de aantrekkingskracht daarvan uitgaat van een in hoofde van de daders door god zelf toegestane en zelfs aangeprezen of bevolen barbarij. In de waanzin van systematische veroordelingen, verkrachtingen en moord op talloze mensen die als 'ongelovigen' worden bestempeld, proberen de daders het te doen uitschijnen alsof hun slachtoffers een door hen, 'gelovigen', uitgevoerde goddelijke straf ondergaan. Met andere woorden moet hier een dekmantel van religieuze plichtsvervulling een handelwijze legitimeren die de facto bestaat in het bewust crimineel botvieren van animale instincten.
Als die interpretatie hout snijdt, gaat het in het geval van IS niet alleen om misdadigers maar bovendien gaat het om criminelen die bovendien te laf zijn om de verantwoordelijkheid voor hun daden op te nemen. Die verantwoordelijkheid schuiven ze immer 'handig' van zich af door bloeddorst en moorddadige wellust voor te stellen als een (religieuze) plicht.
De perversie in kwestie blijkt danig onvoorstelbaar voor wie zich er niet schuldig aan maken: zij wordt niet doorgrond tot het ogenblik waarop men er deelachtig aan wordt, terwijl wie eraan participeren, ze uiteraard niet langer bevechten.