'PATATI PATATA
Een ontroerend verhaal over een liefdevolle relatie tussen dochter en haar dementerende moeder

The Breast Cancer Site
Klik deze site elke dag aan en help borstonderzoek betaalbaar houden

Archief per maand
  • 04-2010
  • 12-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 02-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008


    Feel good in TITI's elektronisch kletscafé waar het leven gezien wordt door een Oiljsterse vrouwenbril...en feel je niet good, dan retour à domicile!

    01-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zomaar

    1

    april

    2010

    Dag

    Allemaal!

     

     

     

     

    Anders gezegd: hallo drie à vier brave zielen, die zich de moeite blijven getroosten om in mailtjes te vragen wat er met Titipoes aan de hand is (chapeau voor jullie eindeloos geduld) want dit blogje wordt nog nauwelijks bijgewerkt.

     

    Wel Titipoes maakt het goed, ergo uitstekend maar ze….vergrijst. Met 65 en oneffen, sta ik, volgens bepaalde statistieken, in de herfst van mijn leven. Het is te zeggen statistieken gepubliceerd door dames- en lifestylemagazines tonen aan dat ik volop in het walhalla van mijn bestaan zit. Medische statistieken maken dat ik haast de deur niet meer uitdurf. Niet dat ik last van mijn seniorendom heb, integendeel: energie zat!

    Nou ja,  “zat” is lichtjes overdreven. Kon ik een tweetal jaartjes terug qua  werklust en –ijver, als een onstuimige merrie in een Waregem Koerse of een G.P. wedijveren, dan zit er nu nog slechts een ere-prijsje in bij de lichting vrolijke dravers-veteranen. Soit!

    Met een flinke dosis luck raak ik er wel door en met wat in Aalst “ een” hoerenchance” wordt genoemd voeg ik er nog een stuk “winter “ bij. And that’s it!

     

    Ondertussen komt die halve zool met zijn zeis op gezette tijden maaien onder mijn generatiegenoten. Het doet toch wel wat eens je ervaart dat die kerel jouw lichting benadert. Het zet de ene mens misschien aan om af en toe een en ander te overwegen en mij om een bilan op te maken: eerst marche en arrière en dan traction avant. Kwestie richting te geven aan mijn –hopelijk- halflangetermijnplanning; Jawel. In dit stadium beveelt de ratio mij niet langer met een 10 jarenplan te werken, eerder alles halveren en daarbij vijf plus vijf maakt ook tien.

     

    Op de keper beschouwd is al dat achterom kijken onnodig. Het Nahon geleuter dat het goed is in eigen hert te kijken voor het slapengaan of bij het krieken van de dag, maakt in se niks uit. De steken die je om 9 uur liet vallen, zijn rond 22 uur nog moeilijk op te rapen. Het leven is wat meer dan een proeflapje breien of haken, toch? Met 65 lijkt het eerder op sletige dweil met halfslachtige pogingen tot reparatie-aanzet.

     

    In feite, zo’n massa flagrante stommiteiten heb ik niet begaan. Allen die menen dat ik met deze zaligmakende gedachte echt over de schreef ga, niet aarzelen hoor maak Titi’s billetjes gerust bloot. Serieus nu, mocht ik gelovig zijn dan kwamen overwegend pekelzonden in aanmerkingen. En gelukkig maar. Trouwens pekel heeft een beschermende en bewarende werking. Een flinke snuif zout  geeft pit en smaak aan het bestaan vandaar dat die pekelzonden van mij niet op de vingers van honderd handen te tellen zijn.

    Traction avant dus en wat houdt dat in. Vergroening! Jep! Komt door het gezinnetje van mijn darling-daughter. Kleinzoon gaat weldra puberen en kleindochter peuteren. Zit daar als senior maar tussen: links testosteron-opstoten en rechts liters kwijl door het kiezen krijgen.

     

    Al dit gezwets doodeenvoudig om te zeggen dat ik echt geen idee heb waarover en waarom ik nog op dit blogje een woord zou moeten schrijven. Er gaat de voorbije maanden haast geen dag voorbij of ik val omver van stomme verbazing door de wereld rondom mij. Die wereld raast met ongekende snelheid  echt aan mij voorbij.

     

    Lees ik gisteren of eergisteren in mijn krant “ Aalst lust Antwerpenaren niet!”. Goed het ging om een artikel op de prullaria pagina’s van De Standaard maar toch. Aalstenaars zijn gek op Antwerpen, kan je zo in de shoppingbuurten en vooral bij de horeca natrekken. Wie vertelde die onzin dan? Een oud-burgemeester nota bene! Eigenlijk een niet-Aalstenaar want, geboren en getogen “boerendochter” uit een van onze deelgemeenten. Volgens het mens zou de modale Aalstenaar vertoornd zijn, want zelfs niet gepakt in zijn kruis, doch erger in zijn  “wij-gevoel”. Zij weet uit ervaring dat wanneer iemand aan dat wij-gevoel een vinger uitsteekt, hij gegarandeert heel Aalst op zijn dak krijgt. Komt allemaal door dat sterrenkokende wonder uit West-Vlaanderen en dat superbe VTM-programma: Mijn Restaurant.  

     

    Naar verluid (dixit de gazet) zou er zelfs sprake zijn van een protestactie tegen die kok en VTM., want Alost schuimt!  Onze huidige burgemeesteres weigert de aanvankelijk beloofde Aalsterse bijdrage van 50.000 euro aan het programma omdat die Westfluter de twee geselecteerde Aalsterse vriendinnen-uitbaatsters-in-spe, aan de deur heeft gezet. Teveel geruzie en gestook. Normaal toch, twee vrouwen, beiden met beperkte restaurantervaring (zoniet valt er voor VTM geen lol aan te beleven) van zes uur ’s morgens tot een half stuk in de nacht samen in eenzelfde schabouwlijk en al maanden leegstaande krocht, nogal wiedes dat de pannen in het rond vliegen! Aalst kampt al jaren met de grootste werkloosheid in Oost-Vlaanderen, loop gebukt als een toverkol onder de miljoenenpoef en dan 50.000 euro belastingsgeld voor een marketing stunt van het achterste knoopsgat; Komaan zeg! Maar ja, de VTMshow must go on dus werden die kibbelende kraaien en vitesse vervangen door….twee kokende Antwerpenaren, die nu al verzekerd zijn dat ze er asap uit vliegen want…no Money = no Show!

     

    Daarom zou, nog steeds volgens de gazetten, mijn stad op springen staan. Toeval wou dat ik gisteren twee, ondanks het barre weer, niet te annuleren afspraken had in het stadscentrum. Anders gezegd, ik zou de laaiende woede van dichterbij meemaken, want in mijn buurt ( amper 10 minuten stappen van het stadscentrum) was er geen zuchtje van de woede te ervaren, ergo wij wisten van toeten noch blazen.

     

    In de wachtzaal van de gemeenschappelijke tandartsenpraktijd een zevental Aalstenaars, allen verdiept in Story of Dag Allemaal. Niks vlammende woede, alles heel rustig.  In de bibliotheek, tegenover het pand in kwestie, af en toe wat gekuch, niks woede. Tevreden die baliebediende dat de helse wind nog een lap waterzooi naar binnen dreef. Op de Grote markt in afwachting van mijn tweede afspraak, kopje koffie gedronken en plasje gemaakt. Niks woede, geen woord gehoord, slechts de “merci bedankt” van de ober. Gans Vlaanderen weet dat mijn stad kolkt van woede; een dezer dagen staat het hier op springen, het stond zwart op wit in de gazet- en niet zo maar een gazet- en geen kat die er alhier iets van merkt. Waarover moet een mens dan nog iets zinnigs schrijven?


     

    Reageer (4)

    25-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liefst van hetzelfde laken een broek !
      

    25

    December

    2009

    Zekerheden

    2010!!

     

     

    Krek hetzelfde als de voorbije twaalf maanden - kleinzoon leren witloof en spruiten eten - zeven maal daags mijn kater binnen en buiten laten – wekelijks bezoek aan de markt – vitten op de troep die slordige voorbijgangers achterlaten – dezelfde kranten en magazines lezen – voetpad iets minder schrobben dan voorheen – grote schoonmaak beginnen in april om te eindigen god weet wanneer – wekelijks boodschappenbezoek aan mijn drie favoriete oudjes - mijn een-uur-journaal lachkwartiertje met Lynn Wesenbeek – trachten een toneelopvoering mee te pikken en die dan blijven uitzitten – de krampen krijgen door de leeuwenvlaggen in de Tour de France – lievelingsgebak van mio marito tien keer per jaar – foeteren op de onkunde van onze politici maar beseffen dat ik het waarschijnlijk niet beter zou doen – vier keer daags een van mijn brillen kwijtraken – vergeten wat ik in mijn slaapkamer diende te zoeken – de helft van mijn living buiten het bereik van Axelle zetten als ze langs komt – matrassen om de veertien dagen omkeren – zeker geen nieuwe producten uitproberen – zo weinig mogelijk hulp vragen aan de kinderen – vieruurtje elke schooldag klaarzetten voor mijn prins – Klara blijven verdragen – Pauw en Witteman volgen - me niet bemoeien met de levenswijze van de kinderen – elke dag ons minstens vijf keer te pletter lachen nog een jaar luiers wisselen en sporen van vingertjes wegwissen – mijn reportorium kinderliedjes bijschaven – cholesterol van hem en mij in de gaten houden – jaarlijkse onderzoeken van bloed, hart, ogen, botten,  darmen, aders en blazen- een nieuw lente-ensemble voor mij en nieuw hemd en das voor hem -  elke week vier broden bakken – Latijnse naamvallen samen met kleinzoon blijven instuderen –vrijwilligerswerk Nederlands en Frans terug brengen tot vijf i.p.v. 10  kastaars – met de vader van Farid blijven in de clinch gaan over zijn Mohammed – nu en dan op het systeem van mio marito werken door mijn kuiswoede en doen alsof ik dat niet besef – misschien nog minder bloggen dan de voorbije maanden - nog heel wat dagen bakkeleien of de living nu aan herbehangen toe is of niet – dezelfde producten in dezelfde winkel ophalen – met zorg wekelijks de overhemden van manlief, schoonzoon en Yannick strijken – tweemaal daags de lange haren van Titi van de tapijten halen – proberen verdraagzaam en vriendelijk te blijven voor mijn buren al werken een tweetal me soms vierkant op de zenuwen – blijven neen zeggen  tegen elke vraag die overbelasting uitmaakt en ons leventje in de war kan sturen en voor de rest, blijven dankbaar zijn voor elke dag met hem en hem telkens weer weten de plukken…de dag wel te verstaan.

    Voor de enkele lezers die hier nog langskomen: dat het ook jullie in 2010 goed moge gaan!

    Reageer (3)

    19-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen of beestjes?

    19 augustus 2009

     

    Het mensdom

     

     

     

     

     

    Ze keurde de bananen. Haar dochtertje jengelde, stak haar handje uit naar die ene banaan.

    “Nog even wachten, zoetje en dan krijg je die banaan”. Een beschaafde zachte stem. Mooie jonge vrouw trouwens. Rijzig, slank, taille mannequin.

    Dochter ging nu aan het brullen: “Mama banna, mama banna”. De jonge vrouw  deponeerde de banaan in het netje aan de buggy , duwde het vrij  versleten kinderwagentje haastig verder en kwam ei na in botsing met de overvolle winkelkarren van twee pratende dames.

    “Kunde gij nie zien waar dagge rijdt mischien?”

    De jonge vrouw excuseerde zich uitdrukkelijk, kreeg prompt nog wat verwensingen naar het hoofd en liep haastig door naar de zuivelafdeling. Ik volgde haar met mijn caddy, sedert mijn melkman met pensioen ging ben ik verplicht die afschuwelijke plastic flessen aan te schaffen. Ze nam een half liter flesje van Campina in de hand. Keek naar de prijs en zette het flesje terug in het rek. Nam uiteindelijk twee flesjes van de Carrefour discount producten. Op dat moment ontmoeten onze blikken elkaar. Ze kreeg een blosje op haar wangen en ik zag prachtige ogen die op het punt stonden uit te barsten in tranen. Ik zag een afgedragen neplederen jasje. Ik zag blote voeten in versleten ballerina’s. Ik zag  schaamte, verdriet en …armoede.

     

    “Mama banna, mama banna” het ukje hield niet op.

    “Ze begrijpt niet dat ik eerst moet afrekenen”zei ze zachtjes verontschuldigend ”en ik ben nog op zoek naar een en ander”.

    “Ga toch naar de kassa, reken af en keer terug, de kassiersters begrijpen dat wel, hoor” moedigde ik haar aan. De blos op haar wangen werd groter. Ze aarzelde. Tijd om de koe bij de horens te vatten. Ik  vroeg, neen beval haar mijn caddy over te nemen en vooraleer ze kon reageren was ik met de buggy, de krijsende dochter en die ene banaan op weg naar de kassa en rekende af.

    “Gebeurt hier haast elke dag, mevrouw, geen probleem hoor!” lachte de kassierster. Dochter had haar zin en sabbelde op haar banaantje. Toen de jonge vrouw meteen haar geldbeugel bovenhaalde om de “schuld” te vereffenen was ik al met het kleintje onderweg naar de zuivelrekken.

     

    “Wil jij mij nu even helpen en uit het bovenste rek 10 halve literflessen melk aangeven, met jouw lengte is dat toch geen probleem?” vroeg ik.

    “Tien flessen, mevrouw?”

    “Ja, kind, tien, geef maar op!”

     

     

     

    Ze gaf met de eerste drie flesjes aan, ik stopte ze in mijn caddy. Toen volgenden de andere drie, en nog drie…ik stopte ze in het netje achteraan de buggy. Ze stopte met het aanreiken, keek mij vertwijfeld aan.

    “Mevrouw, sorry; maar ik kan…echt waar hoor, ik…” opnieuw die blos op de wangen

    Ik heb haar niet laten uitspreken. Wel twee biljetten in  het borstzakje van haar jasje gestopt en toen vliegensvlug er vandoor gegaan.

     

    Een kwartier later, twee huizen vóór mijn deur, stapt mijn buurman met zijn hond buiten. Hij bemerkt me en roept in de hal iets van de duivels die erop zaten  want ik kwam eraan. José, de altijd vrolijke lady of the house steekt haar goedgekapt hoofdje even buiten. Kreetjes van verrukking: “Kon binnen, kom binnen; ik stond juist op het punt om bij jou aan te bellen!”

    “En wat gebeurt er?” vroeg ik. Op dat zelfde moment komen twee goed gevulde dames met veel dure blingbling mijn buurvrouw aan de voordeur vervoegen. Drie paar schitterende ogen kijk me verwachtingsvol aan. José stelde me de dames voor, nooit voorheen gezien of gehoord; en begon te ratelen over de goede werken van de dames: geld rondhalen om blikjes voer te kopen voor verdwaalde katten in het buurtparkje en om ze eventueel te laten steriliseren.

    Ik moet de drie dames onbegrijpend, stomverbaasd, misschien vernietigend  aangekeken hebben want José wist me meteen te vertellen dat ook zij 10 euro had gegeven en zo’n dierenvriend als ik, allez, wat is nu 10 euro voor een goed werk, die arme beestjes…

     

    Een half uur later ging de bel. José. Waarom ik zonder boe noch baa was doorgegaan was ze van mij echt niet gewend. Ik vertelde haar van de jonge moeder met haar kind en indien die dames die dieren zo genegen waren hoefden ze slechts een collier te laten smelten om een gans jaar kattenvoer te hebben en dertig poezen te laten steriliseren.

    Conclusie van José: “ Tja, jij altijd met je kinderen, mijn hart gaat meer naar die arme beestjes!”

    Ga met zo iemand naar de oorlog, zou mijn grootmoeder zeggen.

     

    Reageer (7)

    03-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De duivel zit erop!

    3

    september

    2009

    Geen

    twee

    zonder

    ...

     

     

     

     

    drie. Jep!. Geloof het of niet, beste lezer, we hebben het opnieuw zitten. Eerst onze bakker, begin zomer onze slager en nu… onze melkboer. Ook hij stopt ermee. Huisleverancier bovendien. Voortaan zal het flessen sjouwen worden. Soit, melk in glazen flessen vindt een mens hier en daar nog. Ik hoop het want ik heb de afgelopen achtendertig jaar geen drop melk elders aangeschaft. Die scheutjes melk zijn het minste van mijn zorgen, wel die heerlijke kakelverse eitjes, de schandalig lekkere ouderwetse melkerijboter, de meest natuurlijke plattekaas en de dan die verse boerenkarnemelk die hij nog steeds met metalen pinten overgiet in ons kannetje. Er over schrijven en het water stroomt uit de mond. Schluss damit Vergangener Zeit, fini, over and out, t’ is gedaan!

     

    Twee maanden geleden had hij ons ingelicht op z’n Amedé’s met een mop:

    Hij: “Heb ik u al verteld over die fameuze melkman, madame?”

    Ik: ‘Ik zou het niet weten, Amedé, laat horen!”

    Normaal krijg ik dan iets aangenaams te horen: over kinderkolder, over dieren, over madammen in hun autootje, kortom iets leuks en deftigs, een mopje dat er zelfs bij kleinzoon goed ingaat. Opent mio marito de voordeur dan tapt hij uit een ander kraantje, zijn vettig kraantje.

    Hij: “Wel hij zwaait af. Il donne la pipe à Martin en is schampavie (*)”

    Ik , niets vermoedend want nog half slapend onze melkman komt steeds iets na 7 uur ‘s morgens : “En dan?”

    Hij: “ En dan? Niks meer. De taak zit er voor mij op, madame. Het zal gaan na achtenveertig jaar zeker? Het zijn die zware bakken en de rug die begint te krakken. En ook de fiscus en al die eisen die nu gesteld worden. Ik moet mijn camionette vervangen maar het kost me een hoop poen. Liever met mijn mistess (**) bruinen aan de Costa del Sol.”

    Ik: "En je zoon dan?”

    Hij:”Wat gij nu denkt, madame, en ze staan allebei in het onderwijs met meer dan vier maanden congé per jaar. Ik kan die mannen eigenlijk geen ongelijk geven. Maar allez, ge moet nog niet wanhopen met wat geluk heb ik een overnemer.”

     

    Wel het geluk ging aan zijn en bijgevolg ook mijn voordeur voorbij. Ze hebben afgehaakt, de potentiële overnemers. Vier in totaal. Na een dagje meerijden. De gemakkelijkste tournée dan nog. De overnameprijs leek helemaal geen probleem, de opbrengst al helemaal niet…maar djeezes het waren toch lange dagen en steeds sleuren met die bakken, wat een corvée! Hoe Amedé dat al die jaren heeft kunnen uithouden! Daarbij hun trainingen kwamen in gedrang, heel sportieve gasten dat wel: voetbal, motorralley en  bowling. Zo’n venten moeten gaan fitnessen, kwestie van in conditie te blijven De vierde zat in een carnavalgroep en wie daar inzit heeft geen uren, heeft wekenlange voorbereidingen, heeft tombola’s en eetfestijnen te organiseren. en komt eigenlijk handen te kort.


    Laatst las ik dat Vlaanderen hoogdringend jonge zelfstandigen nodig had. Hoezo, Unizo!!


     

     

     

    (*) il donne la pipe a Martin: letterlijke vertaling van de pijp aan Maarten geven. Schampavie: Aalsters voor “met de noorderzon verdwijnen”.

    (**) mijn mistess: verbastering van mistress, wordt door de oudere garde in mijn stad nog gebruikt om over hun echtgenote te spreken

    Reageer (3)

    28-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nakomelingen van Boer Bavo



    28

    augustus

    2009

    Goeie Vlamingen

    zijn eveneens

    goeie hoerenlopers!

     

     

     

     

    Jawel, een flamingant in hart en nieren  is een  schuinmarcheerder, nu  internationaal (h)erkend. Zegt, Titi niet, wel Louis Ide en Bart De Wever. En waarom zeggen ze dat ? Omdat aan enkele  Belgische ambassades hun teergeliefde leeuwenvlag niet uithangt, terwijl de Waalse en Brussels vlag lustig mogen wapperen. Nu de Vlaamse toerist braafjes huiswaarts keert regent het van klachten bij NV-A. In mijn naïeviteit denk ik dat een mens die enkele honderden kilometers veil heeft om een flink stuk hogerop dan Oostenrijk te reizen, naar de Baltische landen bijvoorbeeld, er vooral heen trekt om aan zijn geografische,  natuurschoon, culturele en culinaire honger te voldoen. Tarara!

     

     De opmerkelijkste klachten bij het NV-A komen van toeristen die Riga aandeden. Riga is niet alleen gekend als de hoofdstad van Letland, doch sedert de BBC reportage in Panorama vorig jaar en volgens gespecialiseerde reisagentschappen, ook gereputeerd als de hoofdstad van de hoerderij. De Reeperbahn en de Walletjes in kwadraat en Thailand in Europa, zeg maar. Kneep boer Bavo ooit de katjes in het donker, de klachten bewijzen dat ook hij op korte tijd evolueerde, vereuropeaniseerde dus. Wat doet dat soort Vlaming als toeristische nevenactiviteit? Op zoek gaan naar de Belgische ambassade, zegt senator Ide, en kijken of de leeuwenvlag uithangt. In Riga hing dat vaan op 11 juli nota bene NIET uit!  Shame on you, Belgische ambassade, in dat  godverloren neukgat!

     

    Daarom dat de NV-A de kersverse minister van Buitenlandse Zaken Leterme om uitleg zal vragen. Om de vraag wat op te schonen voegde dhr. De Wever er haastig aan toe: “Niet toevallig is de Belgische diplomatie nog altijd sterk traditioneel en sterk francofoon”. Nu nog een parlementaire commissie om de stand van zaken in de “diepte” na te gaan. Na Fortis-, Justitie-en Lange Wappergate, thans Riga-gate. Het moeten niet altijd dezelfden zijn.

    Reageer (4)

    17-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NJET

    17

    augustus

    2009

    N

    J

    E

    T

     

     

     

    Ze zegt dat ik een averechts mens ben. Ze zegt dat het moeilijk is om voor zo iemand goed te doen. Daarom dat iedereen na een poos  afhaakt. Geduld is een schone deugd doch ik ben om de muren op te lopen. Soms. Neen, niet soms, eerder dikwijls.  Eigenlijk meestal. Daarom dat zij nu reeds voorspelt dat ik ooit heel alleen zal eindigen als hij er niet meer is. Want HIJ is te braaf met mij, zegt ze, té verdraagzaam, té alles en nog wat. Ze zegt dat ik dan niet moet afkomen om te klagen. Ze weet trouwens dat ik nog liever crepeer dan te klagen, maar het moet haar van het hart. Iemand moet het mij vertellen. Moest ik weten hoeveel mensen er net zoals zij over dachten ik zou achterover vallen. Ze zegt dat ze weet dat ik nu heel lastig op haar zal zijn, maar het kan haar geen moer schelen.

     

    Trouwens ze kent me al meer dan een halve eeuw. Een normaal mens verandert, verzacht met de jaren. Ik, ik blijf echter tegendraads. Ergo, tegendraads de pijp aan Maarten geven zit er beslist voor mij in, weet ze zeker. Komt natuurlijk omdat ik averechts geboren ben, een andere logische verklaring vindt ze niet. En toch ben ik en blijf ik haar beste vriendin, hoewel dat niet altijd even makkelijk is met mijn apart karakter. Haar enige vriendin. Haar zusterziel. En ja, haar grootste steun in tijden van miserie. Zelfs van miserie heb ik, lucky me, nog maar zelden pap gegeten, zegt ze! Als er iemand weet wat miserie is, zij dan. Haar leven draait vierkant, al jaren. Bij mij valt alles steeds in de plooi. Heb ik een echtgenoot die op gezette tijden buiten de pot pist? Neen! Heb in een zoon van vijfendertig die nog steeds“hotel mama” verkiest en rotzooit met een drietal onnozele wichten? Neen. Heb ik een dochter die twee huwelijken achter de rug heeft? En drie kinderen heeft bij twee verschillende vaders? Die zo stom is zich te laten bezwangeren van een knaap die 13 jonger is zodat ze nu met de gebakken peren zit? Neen!.


    Miserie! Aan mijn deur wordt voorbijgegaan, maar haar, haar weten ze wonen. Misschien zou een ietsiepitsie van mijn averecht zijn haar van pas kunnen komen, zegt ze. Nu en dan even NEEN durven zeggen zoals ik. Maar ja, dat ligt niet in haar natuur. De mensen zouden zoiets van haar helemaal niet accepteren. Zij is er steeds voor iedereen en alles, zelfs voor een hond met een hoedje op. Té goed is half zot, maar toch. Neen, neen zeggen lukt haar nooit.

     

    Al dat gezanik, beste lezer, gewoon omdat ik vorige week NJET heb gezegd op haar uitnodiging om wat te doen, denkt u….te ballonvaren! Haar zoon wou perse zijn verjaardag op een meer originele wijze vieren maar… pa lijdt aan hoogtevrees, zus is zwanger en kotst zich te pletter, dus waarom vroeg mama haar boezemvriendin niet mee? Het zou iets enigs worden.
    Tarara, ik zie ons daar al hangen.  
    Sjampieteren op zo'n honderdvijftig meter boven de begane grond is niet voor Jan en alleman weggelegd.
    Best mogelijk, doch ik denk er niet aan!

    Wie laat nu zo’n kans liggen om eigen streek, eigen stad, eigen tuin, eigen dak vanuit de hoogte te zien?
    Ikke!

    Anderen betalen zich blauw voor zo’n luchttrip. Er waren geen vreemden bij. Na de landing was er een verfijnde bbq voorzien in een nabijgelegen restaurant. Haar hoogtevrezende echtgenoot zou mijn  man thuis gaan ophalen.
    Sorry! Wij zijn trouwens niet zo tuk op bbq’s. Hoe verfijnd ook het blijft cowboyvreten.

    “Al aan gedacht wat er kan gebeuren bij plotse windwijziging?” vroeg ik “ ‘k zie je daar al zwieren in zo'n mand aan een of andere klokkentoren”.
    Typisch voor mij. Tegendraads en pessimist. Haar zoon ging niet zomaar de lucht in met de eerste de beste hoor. De ballonvaarder had een internationale reputatie en was bovendien een ernstige zakenrelatie. Meer nog zijn vriendin en broer volgen met hun SUV om eventueel in te grijpen. Zo safe als wat dat luchttochtje. Piece of cake. Tja, dat heb je met vrouwen zoals ik, zei ze, altijd grote bek opzetten doch als puntje bij paaltje komt om ietwat lef te tonen geven ze direct forfait. Op deze woorden heb ik  haar vorige week uitgeleide gedaan, kusje  gegeven en het gezelschap een goeie vaart toegewenst.

     

    Vanmorgen belde haar man. Zijn vrouw kon woensdag, zoals afgesproken, niet mee naar de kliniek op ziekenbezoek. Het scheelde niet veel of ik had haar daar eveneens kunnen bezoeken.
    Hoezo?

    Wel ja, die landing gisteren, er was geen abnormale wind maar het is niet al te best verlopen. De mand ging heftig aan het waggelen en zij kreeg drie man over zich heen .
    Toch geen erge verwondingen?
    Al bij al valt dat nog best mee slechts een viertal gekneusde ribben. Een geluk dat je er niet bij was. Heeft mijn zoon daar “zijne père”( *) gezien met mijn vrouw en dat in het bijzijn van zijn vrienden!
    Ah bon?
    Na het tweede of derde glas champagne begon ze te kotsen en dood van de schrik heeft ze toen …
    Toen wat?
    Wel, toen heeft ze… op de koop toe nog in haar broek gedaan. Dat komt ervan nooit willen luisteren naar goede raad. Op van de zenuwen en stijf van schrik van ’s morgens vroeg en darmen die aan het rotelen slaan, tja wat wil je, nietwaar?

     

     

    (*) met iemand zijne père zien (dialect) : met iemand heel wat last hebben.

     

    Reageer (4)

    25-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontmoetingen na bijna een halve eeuw

     

    23

    Juli 2009

    Oude

    Liefdes

    Roesten

    Wel!

     

     



    Las ik deze ochtend volgende opmerkelijke vraag:  “Wilt u die lijven die u ooit eens hebt liefgehad nog eens een keertje voelen, al is er ondertussen twintig kilogram vlees, een bril, een vals gebit en misschien zelfs een hoorapparaat bijgekomen?” wist ik veel dat ik er nauwelijks twee uur later een tweetal, neen niet zou voelen, wel tegen het lijf lopen.

     

    Op een uitvaart nog wel. Begrafenissen en bejaardenhomes daar kom je mekaar na ruim vijfenveertig jaar nog eens tegen. Ik had hen aanvankelijk niet opgemerkt, zelfs niet herkend tot ik op een driehonderd meter van de kerk een bulderende stem met een verschrikkelijke  huig”R” hoorde:

    .“ ’t Is niet waar!  Daar zie, ons groot lawaai zie! Wel, wel!”

     

    Er waren geen twintig kilo’s vlees wel een veertigtal bijgekomen en een bril, ook de tanden waren té schitterend wit, zeer opvallend zijn  haardos, vroeger te weinig nu teveel, verdacht veel, hairweave-achtig veel: Etienne ofte den Tienne. Flamboyant als vijfenveertig jaar geleden, charmeur van jewelste, een zwaar vat zelfvoldaanheid. Naast hem, Paul, de stilste, de zachtste, niet moeders mooiste maar wel steeds het slimste jongentje van de klas. De begroeting was hartelijk en vochtig. De vreselijk vlezige lippen van den Tienne op mijn wangen. Had ik er vroeger de pest aan, nu nog meer. Typisch voor die gast, een vrouw in zijn nabijheid en hij ging aan het kwijlen, een vetgemeste Franse bull dat zijn favoriete snoepje ruikt gelijk.

     

    Ook Paul was in zijn attitudes nog geen haar veranderd: dat typische  bangelijke slappe handje, het rood aanlopend gelaat en natuurlijk dat ellendige stamelen. De nabijheid van een vrouw en Paul verging nog steeds van angst, zelfs met mij niet op z’n gemak. Twee mannen, zo totaal verschillend en toch zo’n boezemvrienden. Zij bewijzen dat tegenpolen elkaar aantrekken al meer dan vijftig jaar.

     

    Even ons eerbetoon aan de stoffelijke resten , dan gedrieën naar een nabijgelegen  leuk cafeetje. Na bijna dan een halve eeuw valt er wel wat bij te praten: over voorbije carrières, over onze overleden ouders,  over onze niet verwezenlijkte want te onrealistische dromen van weleer; over euthanasie en de problemen van de vergrijzing, over onze opkomende ouderdomskwaaltjes en uiteraard over onze gezinnen. Den Tienne, de geobsedeerde idioot, had er al twee vechtscheidingen opzitten en nog altijd niet geleerd. Met zijn  huidig “Finneke” moest het loslopen, kost wat kost. De vijfenzestig voorbij vond hij een ideale leeftijd om zich definitief te settlen. De “speleman” geraakte immers nog met moeite op het dak en  zijn dertig jaar jongere “Finneke” was zo dankbaar voor het luxueuze onderdak dat hij kon bieden aan haar en….haar vier kinderen! Groot was mijn verbazing echter toen Paul blozend en zuchtend bekende dat hij reeds vader werd twee maanden na het huwelijk en er nadien nog zes stuks zijn gevolgd, op één na allen des accidents de parcours.

     

    Ik luisterde geamuseerd toe. Daar zaten dan de lijven die ik ooit heb liefgehad: een opscheppende veelwijver en een gefrusteerde kinderfabrikant. Lijven liefgehad, nou ja bij wijze van spreken, eerder hun brains. Ze waren stuk voor stuk keien in de schoolvakken waar ik geen moer van begreep, lees te lui om in te studeren. Nutsvoorzieningen eigenlijk. Van onschatbare waarde tijdens de proefwerken, te paaien met enkele kusjes en wreefjes op niet vitale plaatsen zelfs. Rijden en omzien, ook toen mijn motto. Sex heette toen sexualiteit. Een woord dat ons de daver op het lijf joeg, want vaak zwangerschapgebonden in de pre-piltijd. Spreek het woord volledig uit en alle goesting is weg. Toen té lang en te biologisch ingekleurd, nu te kort en té goedkoop.

     

    Hoewel niet katholiek zijnde een zedig meisje, ik, toen toch. Wel een tikkeltje ondeugend (nog steeds trouwens) maar ik wist deksels goed in welke vijvers de juiste vissen zaten. Profitariaat zeg maar. Een eigenschap die met de jaren gelukkig kwijt ben geraakt, enfin, dat denk ik toch. Even navraag doen.  Bij wie? Bij mio marito, tiens, als er iemand met verstand van zaken en jarenlange ervaring kan over oordelen dan hij toch?

    Reageer (2)

    23-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Olala

     

    23

    Juli 2009

    Guitig

    besje

     

     

     

     

    …tantetje. Droegen haar preutse nichtjes enkele draden en een  toef tule op hun  veredelde hoofden, zij niet. Fabiola, nieuwe flagshipstore van Laken. Een en al Spaanse armada in fel paars. Het ging haar verdraaid goed af. Hebben jullie die olijke, licht spottende blik in de kleine kraaienoogjes gezien toen zij een Granny Smith uit haar tas haalde? Hoe haar frêle armpje appeltje draaide ter hoogte van haar paarse gigantische hoed (goede wetende dat de flikken de vermoedelijke idioot voor vierentwintig uur achter slot en grendel hadden gedraaid). Wat dacht dat stukje kruisboogschutter wel?. Een Fabiola Fernanda María de las Victorias Antonia Adelaida, uit het geslacht de Mora y Aragón krijg je niet zomaar klein. Wie familiair omging met Franco en het drieëndertig jaar aan de zijde van en koning-priester, bezeten door de rituelen opgelegd door zijn Opus Deikliek kan uithouden; is imuun aan dergelijke  stoten.

    Volgens de schrijvende pers keek Mathilde lichtjes geamuseerd toe hoe tantetje alle camera’s naar zich haalde. Lichtjes geamuseerd? Nou ja, op z’n Lakens, even de mondhoeken verbreden. Filip stond er bij en keek ernaar, zoals gewoonlijk, niets begrijpend.

     

    Wat is er met de oude queen aan de hand? Hoe zij de voorbije jaren uitde hoek komt! Met de heup wiegend op de tonen van een rockformatie tijdens een jongerenfeest in de Koninklijke serres. Laaiend enthousiast met het ontvangen van een MINT cd-tje. Hippe halssnoeren en fel gekleurde ensembles. Haar “volière royale”  bij het huwelijk van Filip. Eergisteren schaterend onder het baldakijn. Extravaganza quoi! Zelfs de tabloidpers snapt het niet. Ik wel. Vorig jaar deze tijd had ik het met jullie over een buurvrouw, madame Antoinette, beschouwde zichzelf als moeder Theresa van de parochie terwijl ze jarenlang haar man als slaaf en sloofje nam. Twee na-missen heeft ze gehad. Uit erkentelijkheid. Voor bewezen diensten vanwege meneer pastoor en een of ander comité. Rouw en tristesse heb ik bij haar vier kinderen niet gezien. Gust, haar weduwenaar, veertig jaar lang stilzwijgende, grijze muis, gelaten drager van het echtelijk kruis schafte zich naar haar vertrek prompt een wagen aan. Nam rijlessen. Hing de hoed aan de kapstok.Wisselde zijn sombere pakken voor bermuda’s, jeans en fel gekleurde t-shirts. Trok eind mei heel alleen met de wagen naar het zonnige Zuiden en keerde terug met dezelfde wagen en….met Alida erbij. Een pronte dame, goed voorzien van “oren en poten” en vooral een en al hartelijke lach. “Nooit te laat om te leven” zegt Gust. Na jaren regen komt ooit eens zonneschijn. Voor Fabiola zit er, gezien de leeftijd, afkomst en mogelijk verlies van weduwenpensioen geen nieuwe relatie meer in. Van een voormalig kwezelke dat nog kan dansen gesproken, go Fabi, go!



     

    Reageer (0)

    20-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op de vooravond van 21 juli...

     

    20

    juli

    2009.

     

    Albert spreekt!

     

     

    want morgen is het tararaboemboem onder de koninklijke baldakijnen. Of die speech me interesseert? Helemaal niet steeds dezelfde tralala en zo onpersoonlijk. De koning hoeft enkel een vooraf twintig keer luidop gelezen voorgeschreven tekst te debiteren en daarmee is zijn kous af. In het middagjournaal wel enkele flarden opgevangen en bijna een beroerte gekregen. Dat Jacques van Ypersele de Strihou, kabinetchef van de koning ofte de onderkoning van dit land, die hautaine, oerconservatieve Opus Dei kwispel, die na zijn opleiding bij Martens de zoveelste al jaren in Laken dwaalt, niet beseft hoe hilarisch en wraakroepend Alberts speech in deze tijden van crisis wel is, valt  te begrijpen, de man is zo onwerelds als wat. Dat de premier er echter zijn zegen over geeft, zegt alles over zijn ...ja wat eigenlijk? Zijn angst, zijn onmacht plus de retour van Leterme? Het misprijzen door de club van Didier? De gesel van de media? Het te verwachten geklungel van zijn  B-team met papa Daerden, de Mon Chéri uit Luik,  op kop?

     

     Enfin, Albert heeft het voornamelijk over de financiële crisis en ik citeer: “"De crisis is grotendeels toe te schrijven aan het gebrek aan ethiek.In de financiële sector zijn talrijke verantwoordelijken onder druk van de markten bezweken om op korte termijn almaar grotere winstmarges te verwezenlijken, meestal onrealistisch, en zonder verband met de reële economie."

     

    Zoiets laat onze premier de man; onder wiens jarenlange intimi de fine fleur van de financiële melkers Lippens, Davignon, Mertens en Frère gerekend wordt en enkelen voor de bewezen diensten aan het vaderland op de koop toe in de adelstand verheven werden, voor het oog van de camera verkondigen. De internetfora gaan een drukke nacht beleven. Alsof dit nog niet volstaat laat hij Albert palaveren over de bonussen van de CEO’s.:  "De druk van de markten werd verder nog versterkt door aanvullende beloningssystemen voor beleidsmensen: de bonussen. Zij waren gebonden aan het halen van die doelstellingen."  Best mogelijk Sire dat u het er moeilijk mee hebt, de meeste CEO’s hebben voor hun zo begeerde postje ooit eens moeten werken, meestal met de ellebogen maar toch. Velen onder ons zitten met buitensporige dotaties dankzij de bloedlijn Saksen-Coburg echter al heel wat langer in de maag!

     

    En als finishing touch, den boekee van het verbale vuurwerk: het belang van degelijk onderwijs, ’s majesteits bezorgheid omtrent het toenemende materialisme in onze maatschappij en de uiteindelijke vraag of we er niet beter zouden aan doen meer belang te hechten aan "familiale waarden, aan solidariteit, aan gemoedelijkheid en aan respect voor de andere."

     

    "Familiale waarden en respect voor de andere"  en zo'n woorden komen uit de mond van een man die zijn buitenechtelijk liefdeskind  (het evenbeeld van zijn eigen moeder)en haar twee kleintjes straal negeert. Wiens zonen elkaar het bloed van onder de nagels krabben en samen nog geen half A3 diploma hebben behaald. Hoe laat Van Rompuy zo’n idiote uitspraken toe? Paola zwemt al vijftig jaar in alle mogelijke taalbaden Nederlands en staat amper op het niveau van een tweede basisjaartje. Dochter Astrid vroeg zich twee jaar geleden, ter gelegenheid van een internationaal gezondheidssymposium ergens in Zuid-Amerka af of AIDS niet homeopatisch behandeld kon worden. Uitgerekend de patriarch van zo'n familie komt een vermanend vingertje opsteken.

    "Se ficher de la tête des braves gens" zegt men in het Zuiden des lands. In mijn stad spreekt men van "er zwierig mee rammelen". 
     Hoelang nog deze vaudeville? L’union fait - misschien- la force, mais le Roi fait la farce!

     

    Raad eens onder welke rubriek “De Morgen” de 21 juli speech van Albert II deze namiddag  on-line had geplaatst: SHOWBIZZ!!! Goed gezien van de redactie. Go on, boys.

    Reageer (3)

    19-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20-07-2009

     

     

    20

    juli

    2009.

     

    Even lachen

     

     

    Vincent Van Quickenborne, Mister Q voor de gewone man en vrouw, de knaap die bekend werd door het kefferke en de dichtslaande voordeur van LouisTobback, zit na veel heen en weer geloop zowel links als rechts sedert 2003 in de Federale regering om wat te doen? Te ondernemen en te vereenvoudigen. Administratieve lastenvermindering ondermeer. Zodat ambtenaren het gemakkelijker krijgen en de burger de bomen door het administratieve bos kan zien. Een win-win situatie heet dat. En….alles moet quicker gaan. Ondermeer het kopen en verkopen van huizen.  De hieraan verbonden rompslomp duurt ellendig lang vergeleken bij andere landen, vindt Mister Q. Tja, wat u en ik al jaren weten, daar heeft de Q precies zes jaar over gedaan. Kan het anders dan lang duren in een landje met vier of is het vijf soorten regeringen en een zeventigtal diverse bestuurders? Dat de Q nu plots op zijn poot speelt heeft meer dan waarschijnlijk alles te maken met een internationaal vergelijkende studie over vastgoedtransacties: België deelt er de 168ste plaats samen met… de Salomonseilanden en Oeganda en daar kan Mister Q echt niet om lachen.

     

    Wie momenteel nog minder lacht is onze Frank De Winne. Hij en zijn crew zitten in de sh..t, diepe sh..t: een van de twee toiletten is verstopt. Een verstopt wc is altijd miserie geblazen. Met 150 euro aan een depanneur zijn we er gewoonlijk vanaf, hier op aarde  in onze huisjes doch hierboven in de ruimte, geen zottigheid. Uitgerekend op de dag dat hij Amerikaans bezoek verwacht. Maar Frank will fix it.

    Je zal dan maar ingenieur-wetenschaper zijn, de allereerste Europeaan als boordcommandant, leider van een prestigieuze opdracht en vooral de man die onze jeugd ertoe moet aanzetten om wetenschappen te studeren en dan verstopte wc’s moeten repareren.

    Het kan verkeren, nietwaar, ook in de ruimte.

    Reageer (0)

    23-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'t Bakkerietje

    De zomer in met pech…

     

    Dikke pech.  Pech heet nu wel shit maar wij verkiezen miserie of penarie. Want daar zitten we in, mijn buurt en ik . Onze slager heeft zijn “schup” afgekuist. Zaak opgedoekt. Geen erfopvolging en een vrouw met gezondheidsproblemen. De sukkel,  zit vol artritis en zoon  zit met zijn liefje in de horeca. Ook een hondenstiel maar met meer opbrengst naar het schijnt. Overnemers? Weinig interesse, zware labeur en even zware investeringen. Het winkeltje was Meneer Proper op maximale kracht maar oogde antiek. Op vijftien minuten stappen huist er nog een maar die zint me niet. Te veel van die zogenaamde  delicatessen met de meest onmogelijke namen en te weinig degelijke marchandise.  Alles voorgesneden, voorgehakt, industrieel voorgekookt, voorgepeperd, voorgesausd  verdeeld over zes meter frigo-toog, plus twee meter salad-bar. Kaloriequeen zo te zien. Keuze zat, maar niet wat ik wens. Bovendien drie vendeuses die geen bal van vlees afweten. Weeg- en ontvangstpoesjes met mutsje op, handschoentjes aan en overdreven maquillage. Merci-bedankjes, lage loonkostsloren, een zegen voor de uitbater maar wat bent je daarmee als klant. De schapen schrikken zich verrot als je na je bestelling twee aardige woordjes tot hen richt, laat staan een mopje tapt.

     

    Onze slager die was alles. Kwaliteitswaren troef en beroepstrots. Hij kende iedereen bij naam zelfs bij toenaam, hij kende onze kinderen en kleinkinderen, hij kende natuurlijk onze honden en katten. Hij kende onze smaakpapillen en mogelijke opgelegde diëten. Wist wie het niet te breed had  en legde er en stoemelings gauw twee “scheltjes”  bij. Vijftig grammetjes cervelat of anderhalve kilo Chateaubriand maakte niets uit. Hij en ook zij bedienden iedereen met dezelfde flair, ze luisterden  onder het hakken van de koteletjes geduldig naar onze levensverhalen, zeg maar gezaag, getetter en gezwets. Hoe hij met die grote carrés sjouwde, ze trots op zijn kraakheldere doorschrobde kapblok deponeerde en ons met schitterende ogen op zijn “skuune marshandieze” wees: “Kik ne kiere wa dat k’ikke ver ulder emme!” Zo’n kastaars maken ze heden ten dagen niet meer. Uitgestorven ras. Bij mijn weten is er nog eentje in mijn stad die weet hoe hespen gerookt en gekookt moeten worden. Ach, mijn schat van een slager, heeft die man en zijn echtgenote ons verwend, mensen. Maar ja, aan alle mooie liedjes komt uiteindelijk een eind, zelfs na vijfentwintig jaar. Het zal wennen worden en zoeken geblazen. 

     

    Vijf jaar geleden doofde onze bakker zijn oven. Vierenzeventig was hij en geveld door een beroerte. Een ouderwets bakkerijtje maar ze kwamen van overal, zijn klanten.  Het dagelijkse brood  op steen gebakken werd steevast gereserveerd voor de habitués, wie rond twaalf uur opdaagde was gezien voor de moeite. Brioches, croissants en muffins had hij niet maar zijn rozijnenkoeken, zijn  sandwiches en pistolets, zijn krieken- en rijsttaarten,  zijn vlaaien, zijn glacés en vooral zijn sjoekens (éclairs) brachten een halve dode weer op de been.  

    Zijn zaak werd wel overgenomen. Volledig vernieuwd, uitgebreid, met automatische deuren, verwelkomsbloembakken. Luxe à volonté. Alles design, tot de paraplubak en voetmat toe voorzien van design-logo.  Ook design de enorme variëteit aan piepkleine gebakjes tegen schandalig hoge prijs. Tien kubieke centimeter gevuld biscuitdeeg, goed voor amper twee profijtige beten. In Wiskunde bestaat zoiets als recht evenredig, wel zijn gebakjes zijn het tegenovergestelde en zijn brood is niet te vreten. Gebakken lucht. Letterlijk gebakken lucht.  Je moet op z’n minst zes tot zeven van de flinterdunne goedgeboterde  sneetjes, of een viertal dik belegd met toespijs of rijkelijk besmeerd met huisbereide confituur naar binnen werken, om ’s morgen op de poten te staan. Hoe mensen zo’n niets smakende flauwe troep naar binnen weten te werken, dag na dag na dag ik kan daar niet bij. Of het nu brood is met twee of zestig granen in, het resultaat is gelijk: een kleverige boel tijdens het kauwen, chewing gum gelijk, nefast voor tandprothesen. Daarom dat ik nu al jaren mijn dagelijks broodje zelf bak. We gaan er zo aan beginnen, zie, bij het krieken van de dag.    

    Reageer (6)

    23-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hilarische realiteit

    Kijk….lach…en herken jezelf misschien!




    http://www.youtube.com/watch?v=age9ijyoEk0

    Reageer (2)

    21-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jammeren

    Onzjierheimelvoort…

     

    Zo spreken ze in mijn stad  deze  destijds gebenedijde dag uit. Die “ze”  is overwegend de generatie van “voor den oorlog”, de zeventig- tachtig- negentigplussers en  enkele niet dementerende honderjarigen. Paps bestempelde steeds deze religieus geïnspireerde “congé payé”  als “de dag van de illusionisten” maar

    vertelde me wel, vijftig jaar geleden, over die ene paus die eind achtienhonderd en oneffen de moed had  neer te pennen dat de honderdduizenden maatschappelijk zwakkeren – fabriekarbeiders, de zich suf barende vrouwen, hongerende en analfabete kinderen- recht hadden op solidariteit, op degelijke behuizing, op een rechtvaardige loon.

     

    Dat er destijds veel bisschoppen, kerk- en regeringsleiders aan de woorden van het vaticaan vierkant hun pingpongballen veegden, bewijst de geschiedenis. O ja, er zal beslist ergens te velde  een of ander goedmenend en gewetensvol pastoortje hebben geleefd die een aarzelend stapje in die richting wou zetten om meteen de muilkorf van de stads- en dorpsnotabelen te ervaren.

     

    Een uitzondering: een Aalstenaar, die van bij ons “ Paster Donsj”, trachtte de elite een geweten te schoppen. Hij maakte van de hoofdlijnen van de pauselijke brief meteen de blauwdruk voor de oprichting van zijn eigen partij “ Christene Volkspartij’. Stampte dusdoende tegen de schenen van de overwegend katholieke regeringsleiders en industriëlen en werkte serieus op de koordekens van iemand minder dan  Leopold II. Daens’  verbale parlementaire duels met Charles Woeste zijn legendarisch. Zijn vergruizing, zijn verbanning door de kerkelijke leiders  alom gekend dankzij onder meer het werk van Boontje en filmmaker Coninckx.   

     

    Gelukkig behoort thans de term “onzjierheimelvoort” daar waar het hoort: in fabeltjeskrant. De christelijke arbeidersbeweging viert vandaag haar eigen 1 Mei: Rerum Novarum. Ik wens dan ook van harte aan alle aanhangers een bezielende feestdag toe. Alleen jammer dat we dit niet samen kunnen vieren. Er zou volk op afkomen, zeker weten. De Wetstraat en omliggende  straten laten daveren. We kunnen dat: SAMEN. Gewoon ons kruis gevormd door bedrog, onkunde en particratie afwerpen en één grote gebalde vuist maken.

    Zien jullie het al gebeuren?  Eerlijk gezegd, hoe geweldig het mag lijken, ik niet.  

    Reageer (1)

    16-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A final curtain


     Ons laatste…

     

      

    …schoolfeest samen. Straks rond halftwee. “Zorg dat je op tijd bent, kwestie een goeie plaats te vinden en laat dat oude fototoestel maar thuis, papa neemt zijn camera mee” zei hij voor ik hem in bed stopte.

     

    Natuurlijk ben ik present. Mijn negende schoolfeest met hem. Wil ik voor geen geld missen. Om dertien uur sta ik in de feestzaal met mijn oude Canon. Met twee koekjes en zijn lievelingsdrankje,  een vochtig washandje in plastic zakje om zijn bezwete gezicht op te frissen in mijn handtas. In alle staten is hij. Straks mag hij zijn skatekunsten tonen en hiphoppen op zelfgekozen muziek. En ja, ik  zal applaudisseren  en joelen, mijn tranen zal hij niet zien, mijn afscheidspijn mag hij niet aanvoelen. Volgend schooljaar wacht de humaniora. Gedaan de schoolfeestjes, geen grootoudersdagen meer. It’s over  en definitief.

     

    Een knalgeel schooltasje met kabouter in zijn ene handje, Dat kleine warme  knuistje in mijn hand. Zijn enthoesiasme bij het zien van de fietsjes op de speelplaats. Zijn haastige kusjes, zijn wachtende kleine vriendjes, zijn zandgevulde schoentjes, dat ene natte onderbroekje…gisteren of negen jaar geleden?

    Kabouter, clown, elfenkoning, paddestoeltje, kikvors, oude opa, bruidegom en giraffe hij kroop in hun huid op de schoolfeesten en straks gaat hij skaten, straks gaat hij zich te pletter dansen, straks is mijn lieve, lieve jongen voor het eerst zichzelf.   



     

    Reageer (4)

    12-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kamwielpaniek

    Psy van hier en psy van daar…

     

    Zes minuten. Precies zes  minuten spendeerde het Canvas nieuws gisteren aan één wielrenner. Journaalopener nog aan toe. De ellende van de Pakistaanse vluchtelingen, de dodelijke week-endongevallen, kamperende ouders voor een schoolpoort, de niet-schorsing Koekelberg, de  moord en brand schreeuwende Wetstraat wegens uitgelekte inkomens kon allemaal wachten. Somers en de LDD-intelligentia twee dagen geleden hotter dan hot nu voorlaatste schuif.

     

    Eigenlijk toch een merkwaardig landje België. Een coureur snuift een lijntje coke en ’t land staat op zijn kop. De tergende onrust bij Opel moet wachten. Eerst zien wat de haarwortels van Boonen te vertellen hebben. Daar kan zelfs  een Sarkozy niet tegen op. Verhofstadt moet China aandoen om 30 seconden zendtijd te verwerven. Dehaene  als watermeloen in een pretpark, goed voor amper een flits.  Maar ja, Tommeke  is een winner and the winner takes it all! Dedecker bijt nu op zijn sjiek. Zeggen dat zijn memorabel dossier twee jaar geleden over de getuigenis van een drugsverslaafde oud-wielrenner – bajesklant wegens moordpoging bovendien- het lang niet haalde bij dat lijntje coke van Tom op een zomers terrasje.

     

    Al die heisa omdat de jongeman in kwestie een voorbeeldfunctie zou hebben. Pardon? Een ventje dat de belastingsdiensten van zijn land ontweek door naar Monaco uit te wijken, een voorbeeldfunctie? Schandalig dure auto’s in prak rijden aan overdreven snelheid een voorbeeldfunctie?Als  Boonen een wel omschreven functie heeft dan is het krantenpapier doen verkopen. Papier, kliklaminaat en Vlamingen massaal als lemmingen naar start- en eindmeten van koersen drijven. En Tommeke is daar dankzij de steun van wielerbobo’s en zijn entourage meesterlijk in. Om de financiële zaken van al degenen die in Tommeke een flink stuk van hun broodbeleg zien draaiende te houden komt er nu een begeleidingsplan aan te pas. De ploegartsen zullen hem heel intensief volgen in overleg met een gespecialiseerd centrum, zeg maar afkickcentrum of de A.A. uit de Kempen.  Decompressietechnieken aanleren na te grote inspanningen en maandenlang leven als een pater heet dat. Concreet een resem uitgelezen psychologen en therapeuten, à la limite het sermoen van een ervaringsdeskundige jezuïet  voor het haantjesgedrag van één enkeling. Goudhaantje weliswaar. Vandaar.

     

    Wanneer kleinzoon over enkele jaren me de vraag stelt welke studierichting hij het best uitgaat, een raad: eender wat als er maar PSY aan voorafgaat. Problemen met relaties, problemen met de BBQ van de buren, problemen met je hond of kat of koters, problemen met je sociaal- en rijgedrag of dat van anderen, problemen omdat je niet kunt uitmaken of er een probleem is, problemen omdat je overal problemen ziet? Geen nood, de psy weet raad zolang je betaalt.



     

    Reageer (4)

    10-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moederdagen


     

    Voor mijn darling-daughter…

     

     

     

    Je hoeft me niet te vieren, kind. Geef toe zo’n lieve, oergezellige moeder ben ik  niet. Trouwens wanneer moeders diep in eigen boezem kijken, durven kijken, wedden dat ze met rode kaakjes voor de spiegel staan. Daarom dat moeders zo’n hekel hebben aan een stukje introspectie wanneer het om hun relatie met  hun dochters gaat. Ik weet het ik maak je soms knettergek met mijn opmerkingen. Wanneer ik je voor de zoveelste keer zie slikken, zie denken “ My God, daar gaat ze weer” bij mijn zoveelste opmerking dat die fijne hemdjes van je zoon beter op 30 graden met Dreft worden gewassen dan met dat vloeibaar spul dat je gebruikt of dat je  jouw dure meubels hongeren naar een flinke beurt  met een oerdegelijke vaste boenwas dan met die rotzooi van sprays.

     

    Om horendol te worden die commentaar van mij. Moet je mij niet vertellen hoor heb ik eveneens ervaren met jouw grootmoeder. Kind toch, heb ik mijn make vaak een betweterige zaag gevonden. En nu, zou ik er alles voor veil hebben nog een keer onder mijn voeten te krijgen omdat de schoudernaden van de overhemden niet naar haar zin zijn gestreken. Ons make, jouw liefste memeke, zij beheerst nog steeds een stuk van ons leven, nietwaar?

     

    Je hebt natuurlijk van die moeders die zelden opmerkingen maken, die altijd een brok gezellige warmte zijn  wanneer de kinderen  eens per week of om de veertien dagen langs komen op de koffie of zo. Wij zitten zo niet in mekaar. Jij komt nooit langs op bezoek, jij komt altijd naar huis haast elke dag. Dat oude vertrouwde nest blijven we delen, jij en ik. Ons huis ademt naar jou, jouw geur raakt er nooit meer uit. Kan niet, zesentwintig jaar onder eenzelfde dak laat sporen na. Overal. Je babyschoentjes, je fopspeentje, je glazen papfles, een tetraluier met twee spelden, je kindercouvert, je poppenhuis, je Barbies, al je melktanden, al je schoolrapporten, je 45-toerenplaatjes, je nieuwjaarsbrieven, heel wat opstellen, je diploma’s,  tapes vol zelfgezongen en soms zelfbedachte schlagers toen je de Abba en Olivia Newton-Jones toer opging, zelfs je eerste cognackleurig behaatje alles heb ik gehouden. De liefdesbrieven van je man liggen onaangeroerd  in de lade van je nachtkastje. Met rood lint er rond. Jawel onaangeroerd. Oké, ik heb ze gelezen, twaalf of dertien jaar geleden, sedertdien nooit meer, mijn erewoord. Hoeveel van je tekeningen, jouw attenties voor mij hangen er hier wel niet in huis? En je slakkenhuisje in klei in ons toilet.

     

    Ach, liefje, ik hoef geen bloemen, parfum of wat ook. De klank van je stem, je “ mamma, ik ben hier”, die tedere blik in je mooie grote ogen en je lippen op mijn wang van geschenken gesproken! En die, die krijg ik elke dag. 

    Reageer (2)

    07-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Impossible mais vrai!

    Politieke hoerderij of doorgestoken kaart!!??

     

    Denkt een mens dat  met kerels zoals Lippens en zijn acolieten, met de Moermanssaga, met Koekelbergsoap, met de erotische dreiging van Tensamani, met de frauduleuze Van Cau, met lallende zuipschuiten genre Daerden, met in hun gat gebeten, verbitterde en Blackberrygekke geitenhoeders, met archi-slechtscorende en totaal onkundige parlementariërs, die liever lummelen in “The Butterfly” dan één enkel dossiertje door te nemen, de beerputten van de haute finance en politiek na jaren zichtbaar werden, wel dan is er nog de bende van LDD en in Mechelen ruikt babyface Bart, bloed enfin dacht bloed te kunnen ruiken.

     

    Demagogie als coporate governance, als cultus. Surrealisme, onvermogen, loodgieters van de onderbuik,  kotsspuwers. Is het Fellini of platvloerse vaudeville , daar in Oostende- cfr. Camps “Palermo aan  de Noodzee”- en in ’t blauw fabriekje aan de Melsenstraat? De uitgelekte overstapregeling van kamerlid Vijnck slaat alle records. Dat Somers niet aarzelt om de botte bijl te hanteren om DeeDee financieel en moreel knock-out te slaan, niet te verwonderen gelet op zijn antecedenten. Dat een  doorgewinterde advocaat als Kris Luyckx dit prul mede ondertekent dit is pas werkelijk onbegrijpelijk. Scripta manent. Moet zo’n gehaaide rot toch weten! Dat met een DeeDee als tegenpartij! Infantiel, wat zeg ik: debiel. Uitgerekend met de man waarvan iedereen weet dat hij kampioen is in het moddergooien en  garen spint met schandalen en lekken. In diens val trappen? Ca stinke en nog geen beetje. Dit is je reinste opgezet spel daar in Oostende. Bloedwraak. De miskleun rond het gerechtsgebouw in Veurne en de detective van het zevende knopsgat rechtgezet en de media-aandacht rond de vermoedens van fraude door zijn beste (!!??) parlementaire kracht afgenomen.   

     

    Verwonderlijk? Komaan, mensen, als een man 5000 euro  inzet  om eventueel  een pluchen zitje te kopen, goed wetende dat hij ter plaatse als vetbetaalde pispaal en risee van het halfrond zal fungeren, waarom zou hij dan aarzelen om in deze vunzige combine niet op te treden door schijnbaar te willen rollen van cheque naar cheque? Wij verdienen toch beter? Politiek is met de dag meer toebrengen van leed aan de burger, gisteren mijn aangifte formulier ontvangen, nu de hetze met dat stel klootzakken.  Wat volgt nog? Verraad van de burger. Ik ben gedegoutteerd.

     

    Vorige donderdag minister Kathleen Van Bremt in de l mei stoet zien lopen? De zotte mus, pruimrode jersey over zwarte caleçon, vond ooit Liekens een “straffe madam, iemand om eerste minister te worden”, kan het populistischer ja? Loopt ook over naar Europa, Vlaanderen kan ze kussen. Opnieuw speelt de uitspraak van mijn oud-directeur door het hoofd – bestuurslid in een gekende multinational: “De politieke wereld, kind, dat is het containerpark van de industrie!”

    Anderzijds wat te verlangen van een bende kleine garnalen indien de academische wereld eveneens forfait geeft? Zwijg me voortaan over economen.  De rekken in de bibliotheken bezwijken onder de economische theorieën. Hebben al die geleerde koppen en Nobelprijswinnaars de huidige crisis zien aankomen?  Een beschrijving ervan geven, tot in het kleinste detail dat wel, kolommen lang maar  vorspellen, laat staan remediëren?  

     Enkel het mea culpa van twee professoren heb ik gelezen:

     

    “Economie bleek –niet voor het eerst- vooral de wetenschap van de verklaring achteraf, in plaats van de voorspelling vooraf ( prof. Marc De Vos U-Gent)

     

    “Wat we over de wereldwijde financiële crisis weten, is dat we er heel weinig over weten” (Paul A. Samuelson, MIT Nobelprijs 1970)

     

    En daarmee is de kous af!

    Reageer (1)

    04-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zaterdagochtend


    Buurtcomités…


    Zet drie ex-scouts en vijf oud-akela’s rond een tafel en ze smeden plannen. Samenhorigheidsplannen. Zelfs gehuwd, het blijven padvinders: altijd geplaagd door padendrang. Ze hoeven geen bossen, enkele straten volstaan, die van mij onder andere. Wat blijkt? Onze straten liggen er blijkbaar niet gezellig bij. Geen X-factor. Geen sociale blingbling. Geen uitstraling. Change is the word! Samen is nummer twee. En zij gaan er voor.  Verenigen wat gescheiden is, herstellen wat gebroken lijkt, in ’ t kort gezegd “ wat grijs is wordt gekleurd”.

     

    Wat grijs is wordt gekleurd! Het zal wel! Overkomt me om de twee maanden à 60 euro per beurt. Denkende aan hun recent gerenoveerde woningen in alle tonen van grijs, heb ik de woorden “ dat gaat jullie een noot kosten kinderen” tijdig ingeslikt. Ze schoten immers prachtvonken. Zo’n  enthousiasme die drie jonge meiden zo'nveertien dagen geleden om halfnegen aan mijn deur. Cecile, sedert de geboorte van haar tweede baby herdoopt in Cil, droeg haar zoontje in een buidel, stelde haar stapgenoten voor: Brie, zoals de kaas, graatmager en eindeloos lang. Van de derde ben ik de eenlettergreep-naam al kwijt. Het kind stond op het punt te bevallen. De navel stulpte haast door de T-shirt uit. Haar lief snoetje een groot zwangerschapsmasker. Zo’n kind gaat op een vroege zondagochtend op huis-aan-huisvisite. Foei,  blijf toch  in je bed liggen, meisje, over een of twee dagen moet je er wellicht  drie keer per nacht uit. Omwille van haar heb ik het trio in mijn woonkamer gelaten, kon ze tenminste wat rusten in mijn zetel.

     

    Brie stak direct met haar betoog van wal. Zij en haar man hadden samen het plan opgevat want “ Als ik iets in mijn kop heb zit het niet in mijn gat, madam! “. Haar moeder wist dit van in haar babyjaren en Brie wist dat ze sedertdien nog geen haar veranderd was. “Proficiat!” dacht ik en slikte opnieuw mijn woorden in. Indien er voldoende interesse was – en Brie wist zo al  dat die er was- hoefden ze enkel nog een drietal actieve bestuursleden aan te zoeken en de zaak kon opgestart worden om aan te vangen begin juli: en vernieuwd buurtcomité. Voilà!

    Geen  duister,muf en indommelend geval zoals het huidige dat slechts en met moeite een tweetal manifestaties per jaar voorziet. Animo was het kernwoord. Een “Animo” zo zou het comité voortaan heten. Animo zat in Brie d’er kop , en als het in haar kop zit dan….

     

    Brie en haar man wisten uit ervaring wat een buurt - oud, stokoud, iets jonger, heel jong en piepjong, nodig had. Uit ervaring!? Een stel dat samen amper een halve eeuw is!

    “Ja, madam, uit ervaring. We zitten beiden in de sociale sector. Hij op ’t ministerie en ik in ’t stad.”

    “En haar ventje da’s geen kak” kwam Cil tussenbeide “hij staat op de lijst voor ’t Vlaams Parlement. Als het meezit krijgen wij een volksvertegenwoordiger in onze straat!”

    Brief wuifde iets te hautain, doch zichtbaar geflatteerd, de lofzang op haar ventje weg. Vertelde langs de neus weg dat er een wonder zou moeten gebeuren om een zetel te bemachtigen. Maar ja hij stond pas aan het begin van zijn politieke carrière. Het zat hem in het bloed van “jongsaf aan”: eerst de jeugdbeweging, dan de studentenactiviteiten, tijdens het verlof vrijwilligerswerk bij een advokaat-mandataris en door zijn functie op ’t ministerie liep hij ook al iemand van belang een keertje tegen het lijf.

     

    “Zo is van het een het andere gekomen, verstaat ge madam? Toen het kartel uiteenspatte heeft hij zich, tot verdriet van zijn ouders, van die oude garde losgerukt en voor Vlaanderen gekozen. De kansen liggen daar beter op termijn. Allez mijn ventje vindt dat toch.

    “Of haar ventje dan niet wist dat “Animo” de naam was van de socialistische jongerenbeweging. Een politieker-in-spe  wordt toch verondersteld weet te hebben van de concurrentie?” vroeg ik langs mijn neus weg..

     

    Brie keek me ongelovig en verbaasd  aan, dacht hoogstwaarschijnlijk dat ik met haar een loopje nam. Wat dacht dat mens nu wel? Haar ventje wist toch alles zeker?

    Cil heeft me gisteren bekend dat de plannen voor onbepaalde tijd opgeschort werden: te weinig buurtinteresse en de campagne van Brie’s ventje heeft nu alle prioriteit.

     


    Reageer (3)

    18-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Omtrent Sarah en DeeDee.


     

    Hoe zou het nog met Sarah zijn?

     

    Sarah Palin. De poolster uit Alaska. Het mens dat ’s morgens haar bovenraam openzette om te zien wat Poetin en de zijnen uitspookten. Drill-baby-drill econome en side-kick van Mac Cain. Amper geïntroduceerd als runningmate en ze holde hem tien mijlen voorbij. Halfjaar lang  meest populaire, meest favoriete oertype monogame huismoeder voor godvrezend dus goedgelovig, vaak laaggeschoold Amerika. Voor Europa een en al glunderende onnozelheid. Een resem hilarische tv-interviews- voer voor ferm gesmaakte parodieën-en de kers op de taart: een telefonisch gesprek met een nep-Sarkozy.  Cremmy, onze “verlichte” krullebol uit Aalter zou er nog niet intuimelen. La Palin wel. Ze hebben trouwens heel wat gemeen die twee, afgezien van het genderverschil. Zitten al jaren in de politiek, weten er weinig van af, blaffen er op los en  geven de meest uit te context gerukte antwoorden.

    Bevlogen creationiste, die Sarah.  Wist zeker dat mensen ooit paardje reden op dino’s, kent nauwelijks het verschil tussen Darwin en een koekoeksjong.  Voor Europeanen oerdom rechts, voor de neo-cons  en Dallas boys aanbeden als Gods gift.

     

    Sarah Palin met peperdure mantelpakjes, oorbellen, kralen, kapsel en design bril, je kon geen krant of magazine openslaan, there she was, full color blingbling. En nu,  geen kat spreekt nog over het mens.  Een tijdje terug  slechts een fait-divers over het afgesprongen huwelijk van haar tienerdochter-met-baby.

     

    Maar nog liever tien Palins of Eddy Wally’s in de Wetstraat – volgens mio marito zitten die er overigens al- dan de volkstribuun van de onderbuik JMDD. Denk niet langer dat  amokstoker De Winter, in de Belgische politiek zijn gelijke niet heeft want overtroefd door OO7, de man die zijn stad als  Palermo aan de Noordzee uitriep! Een poos geleden omschreef hij zichzelf al libertair en ethisch-progressief. Ik herhaal ethisch-progressief. Ethisch blijkt opnieuw door  zijn laatste stunt:via enkele omwegen en onder het mom van onderzoek naar de sell-and-leaseback taktieken van de overheid, het reilen en zeilen van zijn meest gehate politieke tegenstander, diens vrouw en zoon te laten uitvlooien door een privédedective. Progressief want blijkbaar lukt zoiets via wetenschappelijk onderzoek naar patenten op ecologische dakramen. Wetenschap om financieel goor op te sporen. Eigenlijk niets nieuws onder de zon. De dot.com- en pharmasector bewezen het al, bij deze de alom geprezen zonnepanelen en haar industrie. Belastingsinspectie van Reynders, mochten jullie de mankracht, knowhow hebben en…fiat krijgen niet wachten!

     

    Een poos geleden verklaarde hij, DeeDee dus, met veel poeha in “De Zevende Dag” dat hij vlak voor de verkiezingen in juni meer dan een ippon zou binnenrijven met een groots schandaal rond openbare gebouwen. Hij had zoals gewoonlijk de nodige informatie vanuit de juiste bronnen. Wist hij veel dat uitgerekend die LDD- bronnen in Hasselt aan het muiten zouden slaan!  Komt daarbij dat eerstdaags DeeDee’s boekje geopend wordt, in boekvorm nota bene. Onder meer over VLAS, het vzweetje van 250.000 euro  dat Johan Sauwens, in een vorig leven minister van Sport, toevertrouwde aan de succesvolle bondscoach en debuterend politieker DeeDee.  Kon hierdoor een politiek gansje ala Ulla enigermate gepaaid worden, met in het vooruitzicht een parlementair zitje naar rato van 5510 euro netto per maand? Doch welke baardige duivel kwam roet in het eten gooien door het vzweetje te ontbinden na slechts één blik op de bilan? Guy Van Hengel, de opvolger van Sauwens en….vader van het liefje van zoon De Gucht. Les choses s’expliquent. DeeDee zal de eerstvolgende weken meer dan 10 tv-stations mogen platlopen om zijn onschuld te bewijzen. Een rol die hem op het dikke lijf is geschreven: vermoorde onschuld en verbaal tekeer gaan. De marktkramer van de onderbruik, schreef Camps. Uitgerekend nu Phara nog een week lang hors service is. De schurftvisser heeft dit keer geen chance!

    Reageer (2)

    13-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met de E van evolutie


    Wie nu nog aan Darwin twijfelt…

     

    Een homp vlees presenteren om mij te paaien, doet hij niet. Mijn lievelingsfruit aanhalen wel, soms verpakt in een mandje met een strikje, samen met enkele lieve woordjes in zijn typisch haast onleesbaar, krullerig handschrift. Zich op de borst kloppen valt nu en dan een keertje voor. Het bijhorende brullen is sterk afgenomen of vervangen door de stem van Sardou en Brel, kwestie de buren niet op stang te jagen beweert hij,  mijn adorabele leugenaar.  Wat ik al jaren weet is nu wetenschappelijk bewezen. Mio marito heeft het niet van vreemden. Het zit in de genen, is eigen aan ons soort want ook bij apen is seks te koop!

    “Chimpanseemannetjes kunnen maar beter een stuk vlees meebrengen wanneer ze seks willen. Vrouwelijke chimpansees paren namelijk vaker met soortgenoten die op regelmatige basis hun buit met hen delen, dan met soortgenoten die dat niet doen.” Om tot die conclusie te komen hebben twee primatenwatchers van het Max Planck Instituut in Leipzig zo maar eventjes 3000 uren in een nationaal park in Ivoorkust chimpansees bestudeerd.

    Mannetjes die bereid zijn hun buit te delen hebben dubbel zoveel partners dan hun soortgenoten die het vertikken te doen. Vrouwtjes die niet hoeven te jagen raken hun calorietjes niet kwijt  en behouden alle energie nodig voor de eisen van het uitverkoren aapje. Op dit vlak wijk ik eventjes van mijn primaatzussen af. Ik wil moridicus mijn colorietjes wel kwijt. Vandaar dat ik blijf jagen. Verwoed jagen. Meestal op  huisvuil en de komende maanden op alle soorten vliegende insecten die me het leven zuur maken.  Duurt mijn huisvuiljacht naar zijn zin té lang, dan stopt hij, opnieuw om me te paaien, een “Mon Chérie” in de mond.  Daar waar Schotse onderzoekers in het West-Afrikaanse Guinea hebben  waargenomen dat wilde chimpansees begeerde vruchten uit velden en tuinen stelen om ze als geschenk te geven aan vrouwtjes. Dit alles met het ultieme doel voor ogen: zich zelfs meer voortplanten dan de leider van de groep.

    Van voortplanten gesproken…ja, het gebeurt nog. Hier en daar een wintervast plantje als aanvulling van de perkjes in onze tuin. Ook voor primaten komt de levensklok ooit stil te staan. Alhoewel heel uitzonderlijk en gewoonlijk in een godvergeten streek vernemen wij soms iets over een barende oma van goed 60-plus. In dit verband kan men wel spreken van de wegen Gods die ondoorgrondelijk en wonderbaarlijk zijn, doch zoals Ernst me ooit schreef “ voor het merendeel op onze leeftijd echter slecht geplaveid!”

     

    Reageer (4)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de nasleep van WO-lessen...


    “Democratie, hoe steekt dat feitelijk in mekaar, memeke?”

    Begin maar op het niveau van een elfjarige uit te leggen hoe iets principieel redelijk deugdelijks vaak een rotzooi blijkt. Bij kleinzoon volstaat het niet langer holle slogans uit de Wikipedia voor te leggen. Kleinzoon wil meer: facts and figures bij wijze van spreken, materiaal ontvankelijk voor zijn jonge geest dus …voorbeelden.

     

    Op school wordt er in het kader van de WO- lessen ( werkelijkheidsonderricht maw geschiedenis, aardrijkskunde en de beginselen van natuurkunde vallen onder de gemeenschappelijke noemer WO) over democratie gepraat. Hij heeft de USA-verkiezingen op afstand gevolgd en beseft plus minus wat Obama voor de zwarte Amerikaan betekent. Opa heeft er hem, achter mijn rug, op gewezen dat in Frankrijk de president o.m. pronkt met een zangeres-naaktmodel en  ik heb hem verteld dat in  Duitsland een vrouw letterlijk en figuurlijk de broek draagt.

    Bovendien ziet hij in de journaals hoe steeds diezelfde mensen de hoofden bij elkaar steken wanneer het om ernstige zaken gaat.

     

    Maar hij ziet ook andere dingen. Hij ziet ook hoe grote groepen “gewone” mensen luidkeels protesteren, auto’s in de fik steken, ruiten aan diggelen slaan en met de gezagvoerders kat-en-muis spelen. Hij heeft onze tafelgesprekken gevolgd en meegemaakt hoe je democratisch verkozen met liefst 800.000 voorkeurstemmen eerst op een tafel danst om enkele maanden later de laan te worden uitgestuurd, met enkel nog een Black Berry in de hand.

     

    Democratie! Krijg dat aan zo’n jochie maar eens uitgelegd! U en ik, volwassenen, weten dat als een volk tevreden is over zijn regering er iets grondig mis is met dat volk. Anderzijds weten we ook dat als een regering tevreden is met haar volk, er iets grondig mis is met die regering. Bovendien moet in een democratie de regering niet doen wat het volk wenst. Mag niet. Het volk wenst gewoonlijk onzinnige en vaak tegengestelde dingen. Stel dat een regering die dingen zou gaan doen, wedden dat het volk toch ontevreden zou zijn, want het verwacht dat een regering geen onzinnige en tegengestelde dingen doet. Trouwens een regering die haar ganse ambtstermijn doet wat de meerderheid van het volk wenst, dat is een regering van slapjanussen van dommeriken. Als een regering slim is,vraagt die regering niet wat het volk wenst, de regering meent het immers beter te weten.

     

    Komt daarbij dat wij alhier een ouderwetse vorm van democratie aan ons been hebben. We zitten hier met een resem aan partijen, in het Noorden de helft meer dan in het Zuiden en een ding is zeker, zelfs in regionale verkiezingen zal nooit één partij de meerderheid halen. Vandaar dat er telkens na elke verkiezing een democratisch gekozen regering uit de bus komt, die weinig te maken heeft met de verkiezingsuitslag, maar alles met compromissen van partijleiders. Hoe slapper zo’n leider is (Leterme) of hoe onbetrouwbaarder en leugenachtiger (Reynders) hoe meer kans hij maakt op het premierschap of portefeuille van Financiën. Leeghoofden maar stemmentrekkers worden gedeponeerd op Landsverdediging , kopen er niet te gebruiken materiaal aan en huilebakken krijgen cultuur en sport. Idem dito in Holland  waar een katholieke minister op Jusititie wordt geplant en zo dom is om te eisen dat het beledigen van de Roomse God dient bestraft te worden, dit in een land waar al jaren een scheiding staat tussen Kerk en Staat..

     

    Democratie,  in essentie “ het volkt dat regeert”  via haar vertegenwoordigers, terwijl de kranten  bulken van overlopers, malcontenten, ruziemakers en -stokers en carrièreplanners,  hoe leg ik dat aan ons ventje uit?  Nog enkele nachtjes over slapen zeker?



     

     

     

     

    Reageer (1)

    12-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn gedacht

     

    OPSCHUDDING!!!

     

    Feiten: een baby’tje lijdt aan valse kroep, mag niet naar de crèche, ouders moeten uit werken gaan, vragen oppas aan huis bij hun mutualiteit, krijgen een gediplomeerde kinderverzorgster van 22 over de vloer en s’ avonds overlijdt het wichtje.

     

    Doodsoorzaak: vermoedelijk een geval van shaken-baby-syndroom, het zoveelste weet de geblondeerde VTM-nieuwsanker zichtbaar geëmotioneerd te vertellen om amper twintig seconden later met een professionele smile van hier tot ginder  een prul van een fait-divers aan te kondigen.

    Voer voor de gazetten de dag daarop. Verontwaardiging alom! Foto’s van lamgeslagen ouders -het zal je maar gebeuren- en de gebruikelijke commentaren en analyses van specialisten.

     

    Twee jaar geleden heb ik zo’n pseudokroep bij een ukje van amper vijf maanden meegemaakt. Wie onwetend is over dit ziektebeeld, en ik was in het geval, die schrikt zich te pletter. Het baby’tje  huilde, kreeg het zichtbaar benauwd en kwam daar op de koop toe  die  door merg en beende gierende merkwaardige hoest bij. Gelukkig hield de grootmoeder het hoofd koel en volgde stipt de stoom-instructies van de arts op. De dag daarop was het probleem grotendeels voorbij en lag het ventje te slapen als een marmotje. Naar het schijnt duren de aanvallen hooguit een tweetal dagen.

     

    Kijk, beste lezer, hier wringt nu voor mij het schoentje. Ik kan niet begrijpen dat ouders, waarvan ik mag aannemen dat zij goed ingelicht werden door een arts, het aandurven om dit kindje toe te vertrouwen aan de eerste beste wildvreemde. Twee dagen, uitzonderlijk  drie duurt een valse kroep, is hun job zo belangrijk dat zij elk om beurt geen een dagje spoedverlof kunnen nemen?

     

    Ik kan me best voorstellen dat een 22- jarige kinderverzorgster, hoe gediplomeerd ze ook mag zijn, wellicht zelden zo’n pseudokroep van dichtbij  heeft meegemaakt. Theoretisch heeft het meisje er misschien ooit iets over gelezen, doch dat het kind de pedalen verliest uit onwetendheid, gebrek aan ervaring en hoogstwaarschijnlijk ontoereikende informatie over het ziektebeeld, ik dan daar inkomen. En neen, dat is geen reden om het baby’tje doorheen te schudden. Maar het kan wel aanleiding geven tot ondoordachte handelingen uit radeloosheid en onmacht. Trouwens statistieken bewijzen dat het shaken-baby-syndroom  heel wat vaker voorkomt bij kleintjes die toevertrouwd worden aan of onder de hoede vallen van jonge mensen.

     

     

    Bedenkingen heb ik ook ten overstaan van de opvangorganisatie. Werden er geen specifieke vragen gesteld  aan de ouders? Krijgt de uitzendkracht geen telefoonnummer mee waar zij in noodgevallen terecht kan? Ging er geen belletje rinkelen bij de organisatie tijdens  de registratie van de ouderlijke aanvraag, iets van “ Oei, valse kroep” opletten geblazen wie er heen kan gaan? Hoogstwaarschijnlijk niet. Een prompte en verzekerde “ dépannage” daar ging het hem om en dat een baby’tje daar het leven bij inschiet….

     

    Afschuwelijke dagen en maanden staan de ouders en grootouders te wachten, niet te stelpen verdriet en al die onbeantwoorde vragen met mogelijk een resem aan zelfverwijten: “Hadden we maar…..” Ik zou de eerstvolgende jaren hun leven niet graag delen.

     

     

     

     

     

     

    Reageer (2)

    08-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voor en spellen!


     

    "Avevo provisto il terremoto in Abbruzo!”

     


    zei Giampaolo Guiliani gisteren. De heer Giampaolo is seismoloog en deed zijn voorspelling op basis van  lichte, opeenvolgende  schokken in de maand februari. Ze geloofden hem niet, de bestuurders in l’Aquila. Tja, voorspellingen kloppen dikwijls pas  achteraf.

     

    In augustus 2007 voorspelde mijn huisastroloog dat Leterme zijn fameuze “vijf minuten en goed bestuur”  zou moeten inslikken en deemoedig  met de staart tussen de benen terug  naar zijn geit zou gaan. 1 tegen 800.000! Op Unibet  staan met zo’n resultaat mijn schaapjes meer dan op het droge. Voorspellingen! Hoeveel jaren al voorspellen die gehypnotiseeerde  zondagse deur-aan-deur bellers, de getuigen van Dingens de naam schiet me niet meteen te binnen, dat de wereld  op die en die dag beslist zal vergaan? Niet te vergeten, dé ziener aller tijden Nostradamus, voorspelde in de 16de eeuw dat het cordon sanitaire een blok aan het been van het Vlaams Belang zou blijven. Zijn believers halen dit uit  kwatrijnen genre:

     

    Op de plaats waar Leie en Schelde samenvloeien,
    zullen de huwelijken lange tijd gearrangeerd worden.
    Maar in Antwerpen waar men het kaf vervoert,
    blijven jonge oude dochters maagdelijk.(*)

     

    waarin de jonge oude dochter, maagdelijk want ze raakt maar  niet verkocht, voor het VB zou staan. Terwijl de huwelijken aan de samenvloeiing van Leie en Schelde, Gent dus, duiden op de traditionele jarenlange alternerende  rood-blauw-geel coalities, dus  niet direct op Wilfried en Miet. Zo’n voorspellingen, geef toe, beste lezer, si non è vero, è ben trovato.

     

    En ondertussen blijft midden Italië schudden. Blijven de inwoners van de geteisterde gebieden sidderen en beven en blijft de heer Giampaolo voet bij stuk houden en in het door hem ontwikkelde meetinstrument geloven. Tweehonderd lichamen zijn reeds geborgen, een duizendtal mensen wordt verzorgd  en honderden woningen kompleet vernield. Sua Emittenza belooft afdoende hulp en rekent op de steun van het Europese Calamiteitenfonds en dan is er nog….Benedictus! Hij belooft de bidden voor de slachtoffers. Vurig zelfs, vooral voor de kinderen. Ter aanmoediging voorziet hij geen giften wel een speciale apostolische zegen  want naar verluid is zijn ziel met ontsteltenis vervuld. Wiens ziel en gemoed verdorie  niet als je de intrieste journaalbeelden ziet?



    (*) vertaald in hedendaags Nederlands

    Reageer (1)

    07-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smoelentrekkers


    Mensen stop er aub mee!

     

     

    Neen, ik wil niet. Ik word jullie vriend of vriendin niet en daarmee amen en uit. Vriendschappen online, moi j’en ai plein le dos. Bespaar me  in hemelsnaam jullie mailtjes voor diverse smoelenboeken, ze vliegen trouwens recto de prullenmand in. Met het verkeerde been uit bed gestapt of zit Titipoes op een “wier”? Bijlange niet. Integendeel zelfs. Ik zit wel midden in mijn grote schoonmaak, doch dit heeft niets te maken met mijn norsheid. Ja, ik ben nors. Vandaag. En gisteren. En eergisteren.

     

    Haast om de twee, drie dagen  steeds dezelfde stereotype onnozelheid in mijn mailbox, met al de Chinezen maar niet met La Poes hoor.  Lui wier naam me niets zegt, laat staan hun “face”, om het woord tronie niet te gebruiken zijn plots gebrand op mijn vriendschap.

    Kleinzoon zit ook in zo’n virtueel vriendschappennetwerk. Te begrijpen, hij zweeft tussen kindertijd en puberteit. Gekke toeren en zotte dromen horen er bij, doch volwassenen en vooral zestigplussers!!? Volstaat het aanbod van seniorennet plots niet langer? Hoe eenzaam moeten velen onder jullie wel zijn om mordicus te willen meedraaien in zo’n commercieel opgefokte mallemolen? Anderzijds slopend toch om zo’n netwerksite te onderhouden? Relatief gezonde senioren, die uren doorbrengen voor een schermpje mankeert daar niets aan?

     

    Opgelet, in smoelenboeken van handelaars, studenten en vooral van politiekers, daar kan ik nog inkomen. Alle baten helpen en ieder vleugje reclame is in deze crisis- enverkiezingstijd handig meegenomen. Daarom dat ik er meer en meer van overtuigd raak dat al die plotse genereuze vriendschapsaanbiedingen een partijgeurtje dragen. Het zou ook kunnen dat het enkel en alleen om een soort spelletje gaat. Smoelenboekenfananten die elkaar de loef afsteken: “ Kijk eens hoeveel vrienden ik al  bijeengezwansd heb?”

     

    Daarbij ik geloof niet in online vriendschappen. Vriendschap is voor mij een heel precieus iets. Je biedt dit niet zomaar aan de eerste de beste aan. Vriendschap moet verdiend worden dag na dag en niet via een klik op een knop. Een kater heb ik er aan overgehouden aan die virtuele vriendschappen. Ja, ooit ben ik er ingelopen. Niet via een smoelenboek, wel een sleutelblogje. Een uiterst beperkt groepje mensen die geweldig op mekaar ingespeeld raakten  Fijne, pittige mensen stuk voor stuk alleen Titi paste er niet echt in. Na verloop van tijd wordt je wat losser, doe je in het volste vertrouwen een confidentie en pats…Een keertje onbewust op een eksteroog van een medelid getrapt en meteen niet een maar heel wat  deksels  op de neus gekregen. Té grote smoel allicht. Klinkt het niet dan botst het. Kortom voor jullie smoelenboek is iemand zoals Titi echt niet geschikt. Wil hiermee aub voortaan rekening houden. Ik herhaal het elk aanbod gaat so wie so de afvalbak ik.

    Reageer (3)

    24-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Titi is boos!

    Scholieren mogen niet spijbelen maar….scholen wel!!!!!









    Ten huize Titi geldt de wet “Iedereen baas in eigen kot”. Komt kleinzoon jengelen dat hij sedert de geboorte van zus de indruk krijgt dat hij bij zijn ouders in de tweede schuif ligt, dan tracht ik hem een aanvaardbare uitleg te geven en reken op zijn begrip, ofschoon ons ventje soms wel een tikkeltje gelijk heeft. Zie ik mijn dochter het haar “poppemieke” doende, dan…dan enfin soit, zand erover.

     

    Idem dito wanneer er naar zijn mening een en ander fout loop in de klas. Per definitie heeft de juf altijd gelijk, hoe ridicuul in mijn ogen haar handelswijze af en toe ook mag zijn. Een voorbeeld: in het begin van het schooljaar komt hij naar huis met een “Takenplanning”. Elke maand dient een welomschreven taak afgegeven te worden. Het staat de kinderen vrij deze maandelijkse taak naar hun eigen zin en wensen invulling te geven. De taak mag eender welke dag afgeleverd worden doch ten laatste de 26te van de betrokken maand, een dag later betekent NUL. Vandaar dat deze takenlijst zowel bij mijn dochter als bij ons duidelijk zichtbaar aan het prikbord hangt. Kleinzoon wordt dan gestimuleerd om niet te talmen met zijn verplichte taak want “ Gedaan is gedaan!”.

     

    Tot eind november geen vuiltje aan de lucht:

    September: vakantiebeschrijving

    Oktober: horrorverhaal

    November: drie limericks

    So far so good.

     

    Opdracht december: schrijf eindejaarskaart in het Frans! Medio december geeft hij zijn franse tekst aan de juf. Het hoefde in feite niet want het kaartje zou uitzonderlijk klassikaal worden opgesteld en daarbij de nieuwjaarsbrieven waren prioritair, opdr&cht december verviel!

     

    Opdracht januari: schrijf een brief. Kleinzoon geeft meer dan tijdig zijn briefje af. Brief door juf geweigerd want er diende gewacht op de instructies. De 26ste gaat voorbij nog geen instructies: geen tijd gehad. Begin februari vernemen de kinderen dat zij  aan de januari-opdracht niet zo zwaar hoeven te tillen, de brief zal geschreven worden tijdens hun verblijf in Zuid-Tirol in februari.

     

    Opdracht februari: een gedichtje, de richtlijnen worden ten gepaste tijde” doorgegeven. Tot op heden noppes richtlijnen. Met andere woorden het “gedicht” zal in het water vallen, want na het krokusverlof volgt de opdracht voor maart: een eenakter schrijven!

     

    Ben ik nu hopeloos ouderwets dat ik hieraan zwaar til? Op elke pagina van de klasagenda staan verwijzingen om regelmatig te studeren en stipt de taken af te werken.  Mag ik dan van de leerkracht eenzelfde inzet eisen?

     

    De laatste huistaken in de agenda dateren van 4 februari. Op 5 februari werd de volledige dag gespendeerd aan bespreken van de sneeuwklassen, met vervolg op 6 februari en in de namiddag was het playtime geblazen. Op zondag 9 februari vertrek naar Zuid-Tirol, retour op 15 februari. Door de vijftien uur durende busreis, begonnen de lessen op maandag 16 februari uitzonderlijk om 11 uur. Logisch gevolg: bijna de helft van de kinderen afwezig wegens hondsmoe zoniet snip verkouden. Woensdag 18 februari 20 van de 34 leerlingen aanwezig en halve dag verlof. Donderdagnamiddag (19/02) kleuterklasjes en basisonderwijs te gast op de Winterfoor ( een initiatief van het Stedelijk feestcomité en foorkramers, inbreng kinderen 3 euro). Vrijdag 20/2 hebben wij bewust en uitzonderlijk kleinzoon laten spijbelen wegens zware opkomende verkoudheid en…in de namiddag geen les: bezoek aan de carnavalhallen. Dan liever zelf onze jongen bijwerken. Morgen namiddag en zaterdag komen drie van zijn klasgenootjes langs om een deel van de verloren studietijd in te halen. Kwestie van à jour te blijven. Trouwens vanaf maart zullen de kinderen niet een doch vier tandjes mogen bijsteken om het schoolprogramma te kunnen afwerken

     

    Dan zit Minister Vandenbroecke te jammeren dat zijn maatregelen om het spijbelen tegen te gaan geen vruchten afwerpen. Neen, kinderen mogen niet spijbelen, scholen daarentegen wel en geen haan die daarover kraait! Titi wel en nog niet weinig!

     


    Reageer (4)

    21-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. 't Groot Zot

    Zes huissleutels in bewaring gekregen. Hij en ik, we zijn van dienst tot volgende week zaterdag:gepromoveerd tot dierenvoeders, huistoezichters en brievenbusleegmakers. Twee poezen, een collie, een kanarie en een acquarium met siervissen. Hun eigenaars muizen er vanonder want mijn stad viert karnaval. Al wie niet gebeten is door het lof der zotheid zoekt rustiger oorden op. En geloof me dat zijn er heel, maar heel wat meer dan de media laten geloven.

     

    Het centrum van Aalst is sedert gisteren te vergelijken met midden-Amerikaans stadje dat zich opmaakt voor een tsunami: alle etalages en winkelingangen afgesloten met houten platen, alle bloemenbakken zijn weggehaald, rond de aangelegde beplanting zijn houten karkassen geplaats en de betere horeca zaken worden drie dagen gewoon gesloten. De drankgelegenheden die openblijven stapelen vanaf deze avond banken, tafels, stoelen, overgordijnen, muurverlichtingen, glazen kortom al wat waardevol is in containers op. En woensdagmorgen is het puin ruimen geblazen. De ene stadscamion na de andere moet tonnen rotzooi ophalen, timmerlui breken de beschuttingen af en het winkelpersoneel maar braaksel schrobben en met hogedrukreinigers de sporen en stank van urine te lijf gaan.

     

    Akkoord de optocht  is wel het bekijken waard, doch eens de stoet voorbij begint de miserie, liefst drie dagen en twee nachten. Karnaval een volksfeest? Laat me niet lachen!

    Reageer (2)

    17-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik zie, ik zie...

    Kinder- en grote mensenspelen!!







    “ Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik zie het hier” een kinderspelletje waar kleinzoon  al jaren tuk op is en  waarbij wij dan minutenlang de  idioot en slechtziende uithangen tot jolijt van onze pipo. Grootouders, die hier sporadisch nog komen lezen, kennen dit beslist. Het maakt deel uit van de kinderwereld

     

    Ten huize Titi ziet niet enkel kleinzoon dingen, opa evenzeer! Gaat het gezichtsvermogen achteruit, de geestelijke scherpziendheid neemt met de dag toe. Niet direct in onze huiskamer wel via tv. De dingen die mio marito meent te zien hebben niets te maken met onnozele spelletjes van al even onnozele bv’s maar alles met de politieke klasse. Zaken die normaliter het daglicht schuwen maar in de spots van de wandelgangen uitvergroot worden op het scherm: love hangt in the air van de Wetstraat en opa ziet wat ik in de verste verte niet zie.

     

    Zo ziet hij vb. hoe een klein vinnig anderhalve meter hoog VRT-popje vlakbij de ingangsdeur van de Kamer met verlangen uitkijkt naar die ene. Hij ziet ook hoe die ene vaak ongeduldig staat te drempelen als een jong broekje terwijl het meisje toevallig bij een van zijn collega’s de wormen uit de neus haalt. Hij ziet haar oogjes glinsteren, de zware micro in haar handje trillen, hoort ook hoe vaak ze haar vooraf ingestudeerde woordjes kwijtraakt waneer hij met zijn poep, op haar verzoek, op een of andere tafel plaatsneemt en zijn knie enkele keren terloops haar heupje of dijtje aanraakt.

     

    “Haast je toch!” roept hij “ kijk hoe die twee elkaar het wit uit de ogen kijken! Blue eyes weet niet waar hij het heeft. Meer last met zijn klieren dan met zijn commissie zo te zien.”

    Tegen de tijd dat ik mijn keuken uit ben, mijn handen droog wrijf en mijn bril opzet, heeft de Villa Politica regisseur Vadderke in beeld gebracht. Die jongen probeert dan een geleerde uitleg te geven aan de platte verwijten van de oppositie, met vijf minuten blablabla in plaats van een one-liner: Reynders salut en de kost!

     

    Over amourettes gesproken, recent publiceerde een of ander gezaghebbend orgaan de resultaten van een uitgebreide studie, hieruit bleek dat een op de vier amourettes op de werkvloer ontstaan. Een op de vier!! Chapeau voor al die buitenhuiswerkende dames en heren van nu! In mijn tijd ging het er anders aan toe: drie op de vier gegarandeerd. Natuurlijk dat was de generatie pré-IT verankerde stresskonijnen, de niet crèchetijden gebonden ouders. Een mens kon nog effen uitblazen, rustig een of meerdere tongen draaien en soms vlug van bil gaan achter een gesloten kantoordeur, tussen twee metalen klasseerkasten, op het veldbedje in de infirmerie mits het meebrengen van fruit, groenten  of een flesje elixir voor de verpleegster en voor de carrièristen was het hoogpolige kamerbreed tapijt  een draaiende zetels in directielokalen een zegen.

     

    Maar ja, in mijn tijd was er nog geen sprake van weeweewee jachtvelden dot com. Terwijl al wie nu op vrijersvoeten loopt en een internetaansluiting heeft, via datingstekken gemakkelijker aan zijn of haar trekken komt zonder het huis uit te gaan. Als je dan tussen al het kaf efficiënt de liegbeesten kunt filteren, ontdekt je hier een daar een korenhalm. Als het dan na een tijdje heen en weer gemail of gechat meezit, heb je een touche en zo geraakt een mens heden ten dage misschien ook van ‘t straat.

    Wisten jullie dat er in dit landje liefst anderhalf miljoen singles rondlopen? Anderhalf miljoen op elf miljoen inwoners, ’t is wat! Daarvan prijzen er meer dan honderdduizend hun kwaliteiten en marchandise aan op weeweeweedotrendezvousdotbe ee, lees ik in mijn krant. Vandaar de nood aan sociale woningen.

     

    Liaisons op de werkvloer hebben een groot voordeel: je weet ongeveer direct wat voor vlees je in je kuip  wenst en krijgt, terwijl met zo’n klein fotootje en wat opgeblazen woorden op een scherm…

    Ja ja, Titi heeft ervaring met datingsites. Maanden geleden op aanvraag van en samen met mijn buurman-duivenmelker-vrijgezel naar zo’n tweetal stekken gekeken en afgehaakt. Al die kreten van eenzamen, da’s slecht voor ’t hart.

    Reageer (2)

    14-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valentijn

    Nodig eens een eenzame uit!



    Jawel ik leef nog. Very much alive and kicking zelfs…thuis. Hier op sennet, inderdaad op sterven na dood. Komt door die volhardende winterdagen en het feit dat ik in tegenstelling tot tal van senioren  niet verslaafd ben aan internet. Dus….staat de verwarming op mijn werkkamertje nauwelijks aan. Teken van krenterigheid beweert hij, mio marito. Zuinigheid, vriend! In postmoderne taal heet dat “ beperken van ecologische voetafdruk” in de tijd van ons make was het “niet onnozel en onnodig stoken”.

     

    Zuinigheid dus enerzijds en anderzijds, ja wat eigenlijk? Blogmoeheid? De dreigingen van de crisis waar ik eerlijk gezegd tot op heden nog geen millimeter hinder van ondervonden heb? De terugkeer van die tergende vapeuruitbarstingen, die mijn slaapgedrag naar de maan helpen? Sleet op de carrosserie en in de bovenkamer? Geen idee en daarbij ’t is winter en winter is alhier lektuurinhaaltijd. Mio marito, de schat, blijft maar ijverig de titels van werken noteren. Boeken die ik volgens hem absoluut moet lezen om bij te blijven, breinstimuli. Dus lees ik mij de voorbije weken te pletter en nu maak ik graag hierop een uitzondering want het is immers een speciale dag: Valentijn.

    Normaal een hoogdag voor de afzet bij chocolatiers, parfumeriezaken, intieme restaurants en bloemisten maar niet vandaag! Neen! Vandaag is het zaterdag en zaterdag is de voor gehuwde partner en  de nieuwe lichting “ tijdelijk relationeel monogamen” die tussendoor nog even buiten de pot pissen, weekenddag dus huisgezinnetjesdag, p’tit ami(e) dagen zijn meestal werkdagen.

     

    Wat dit alles te maken heeft met “ een eenzame uitnodigen”? Ik zal het jullie gaan vertellen. Vanavond komt Mariette langs. Wij nodigen haar regelmatig uit, meestal in het weekend. Mariette is zo’n p’tite amie, nou ja eerder een vieille amie. In haar geval kan je moeilijk van maîtresse of minnares spreken, eerder van een steunzool. Altijd uitlaatklep, opvanghuis,  hemdenstrijkster, typiste van uitnodigingen voor vergaderingen van haar heer, onbezoldigde oppas voor de kinderen van zijn kinderen.
    Inderdaad! Gans de familie heeft weet van het bestaan van Mariette. Het deert hen niet, niet meer. Vroeger was er ooit een ietsje heibel binnenskamers. Vroeger da’s veertig jaar geleden. Vroeger da’s de tijd toen Mariette nog dromen had, toen zijn woorden nog klonken als hemelse muziek. Jarenlang heeft de sukkel zich opgetrokken aan die twee woordjes van hem: GEDULD en OOIT…

     

    Na vele jaren, nog meer grijze haren en liters tranen beseft ze dat OOIT eigenlijk NOOIT inhield. Of we dan al die tijd op haar niet hebben ingepraat? Haar geen spiegel hebben voorgehouden? Natuurlijk wel twintig jaar lang, ons suf gepraat. Geen avance. Onze messen sneden niet op iemand als Mariette. Vijftien was ze en hij haar eerste grote liefde. Bakvissengedoe dat waanzinnige proporties aannam. Hij ging naar de unief en zij ging tikles nemen bij Meysmans. Hij koos voor een huwelijk met een welgevulde effectenportefeuille, zij werd typistje in zijn makelaarskantoor en bleef hem trouw. Mariette had geduld en ooit…

     

    Toen kwamen zijn vier kinderen en hun studies en hun verlovingen en hun huwelijken en nadien de kinderen van zijn kinderen, maar ooit ooit…tarara!

    Daarom komt zij vanavond langs, voor haar heet dat eventjes “ontsteken”. Wij zijn een van de weinigen die haar levensgeheimen kennen en bovendien Mariette praat zo graag. Niet zozeer over hem, alleen over die andere, die rond deze tijd vijfendertig had moeten zijn. Juist, had moeten zijn en zij, Mariette, heeft hem of haar die kans ontnomen. Overwegend uit liefde, die waanzinnige alles opofferende liefde van haar. Deels uit angst, de dwang was té groot.

    Het was hun eerste buitenlandse reis samen. Zwitserland! In dat steriele privékliniekje heeft ze de zin van haar leven achtergelaten. Daar gaan wij deze avond over praten, de zoveelste keer al…



     

    Reageer (4)

    30-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Viva Leterme!
    30....

    december...

    2008...


    Leterme I heeft wel iets goeds opgeleverd!

     

    Ik weet het, de man zelf wordt door de media afgedaan als een verongelijkt, chagrijnig, betweterig, eigengereid en miezerig kniezertje. Iedereen denkt er het zijne of het hare van, maar ik ben hem en zijn pipo’s dankbaar. Dat maandenlange Wetraatgeklungel heeft iets geweldigs opgeleverd en kleinzoon heeft er alle baat bij gehad, gewoon door ons dagelijks kwartiertje kranten lezen. Kleinzoon weet nu perfect wat metaforen zijn. Komt door dat herhaaldelijk gebruik van klontjes suiker, borrelnootjes en dikke vissen of sardienen in de pan. Hij begrijpt ten volle dat bepaalde uitdrukkingen een bewezen averechtse betekenis kunnen hebben. Zo staat “goed bestuur” gelijk met “wanbestuur” en is “ politieke moed” een synoniem van “arrogante overmoed”.

     

    Een bloedhekel had hij aan spreekwoorden, want “ Allez meme wie praat nu zo?” tot hij las dat de term “ de zwarte Piet doorgeven of doorspelen” schering en inslag is bij de Wetstraatezen en oude Middeleeuwse en folkloristische gebruiken zoals “met pek en veren insmeren” of “ de hoofdvogel afschieten” opnieuw trendy termen zijn.  “Schitteren door afwezigheid” wordt haast elke week meer dan perfect geïllustreerd door de woensdaguitzendingen van Villa Politica, waar Linda De Win vaak” bokkesprongen moet maken” en zich  “uit de naad moet werken” om toch iemand “bij de kraag te vatten” die iets of wat zinvols te vertellen heeft. Kleinzoon ziet ook dat het merendeel er ”voor spek en bonen bij zit” uiteraard nog meer voor de verloning. Zij bewijzen dat “men de gans plukt, zolang die veren heeft” en het nut “om in het gareel te lopen” kwestie van “een graantje mee te pikken” en ondertussen blijft het “ weinig wol geven doch veel geblaat”.

     

    Nooit eerder werden de legendarische woorden van Koningin Victoria meermaals “ uit de kast gehaald” dan de laatste dagen, want met het eisen van een commissie “om klare wijn te schenken” in het Justitie versus Vandeurzenverhaal, zijn vooral de blauwe vogels ‘ not amused”.

    Nogal wiedes, straks wordt er in Laken een adelaar beëdigd en “adelaars vangen geen vliegen” tenware ook hij “gekortwiekt wordt”, alhoewel zonder “de hete adem van De Wever in zijn nek”, mag die man voor mijn part gerust “aan de bak komen”. Misschien slaagt hij er wel in om “ de bakens te verzetten” en wordt het niet langer voor dit landje “huilen met de pet op”.

     

     

     

    Reageer (5)

    18-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18/12/2008
    18....

    december...

    2008...


    De wenskaarten sijpelen binnen. Met mondjesmaat. Momenteel overwegend van mensen die geen moer om mijn lichamelijke toestand en geluksgehalte geven, wel om mijn portemonnaie: drie restauranthouders, twee kledingzaken, een aannemer van bouwwerken notabene, een schoenen- en een lingeriewinkel. Wenskaarten als noodkreet in tijden van tanend koopgedrag, zo beschouw ik hun kaartjes. Voor het eerst in jaren geven een handvol lokale handelaars een teken van leven, schijnen ze me te kennen terwijl ik er in evenveel jaren geen voet meer heb binnengezet. Inefficiënte reclame,  wat zij niet weten  publicity hardly seduces me.

     

    Het apezuur (té gek woordje ontleend aan Theaatje uit Zeeland) kreeg ik pas van de wensen van een provincie- en gemeenteraadslid. Dat mens kent mij van haar noch pluim, doch slaat me rond de oren met een resem aan hoedanigheden mocht ik er aan voldoen dan ben ik klaar voor een psychiatrische instelling. “Wees een weg”, schrijft ze, “een weg voor hen die dwalen plus een haard die constant warmte schenkt.” Uitgerekend dit komt van een dame die volgens de ellenlange opsomming van tal van raden en organisaties waarin zij figureert op z’n minst 24 op 24 uur wakker moet blijven om aan haar familiale verplichtingen iets of wat te kunnen voldoen! Het soort vrouw dat, mocht zij kinderen hebben en laat ons hopen van niet, haar koters voortdurend de deur uitjaagt naar allerlei kampen om haar politieke en zogezegd sociale activiteiten te kunnen vervullen. En zo iemand wenst mij de weg te wijzen!

     

    Pas op, hier komt het toppunt. Madame vraagt mij tevens te fungeren als brug. Een brug ja, een bridge over troubled waters om oevers te verbinden  en… - neen het is nog niet gedaan- tevens een huis moet ik zijn, een soort opvanghuis dus, voor hen die vluchten”. Nu moeten jullie weten dat de dame in kwestie deel uitmaakt van uitgerekend die politieke partij die al ruim vijfentwintig jaar alles tewerkstelt om de bruggen tussen het Noorden en Zuiden van dit landje op te blazen en liever de hielen van elke vluchteling ziet dan de neus, dan begrijpen jullie wel dat ik haar vanavond reeds met alle plezier mijn wederwensen ga voorbereiden en dit à la façon de Titi. Wedden dat het mens niet zal reageren?

     

    Reageer (3)

    13-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voilà...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen






    Hier is ze! Axelle. Net 24 uren jong. Om het in prinselijke bewoordingen uit te drukken: een” echt vroowtje”. Eentje  in mini formaat.

    “Zeer alert babietje” wist de dame van Kind & Gezin. Mijn gedacht! Dag na dag ervaren we een willetje van jewelste en stembanden van olala. Mio marito weet zeker dat mijn genen er voor een flink stuk tussen zitten en dochter bijgevolg lang nog niet beseft wat er haar te wachten staat!

     

    Eigenlijk is Axelle er al ruim drie weken, maar ze heeft haar grootje zodanig in de ban dat er van blogjeschrijven bitterweinig in huis komt. Voeg daarbij dat ons ventje voor het eerst zware toetsen moet doorstaan. Een degelijke voorbereiding op de “blok” in de humaniora naar verluid. Aangezien mademoiselle vóór elke voeding zowat de halve buurt de boom in jaagt met haar gekrijs, hebben wij het logement van kleinzoon maar verlengd tot volgende week dinsdag. Verlengd ja. Kleinzoon logeert hier immers ( met uitzondering van de week-ends) sedert medio oktober. Komt door die vroeg ingezette proefweeën van zijn moeder.

     

    Op en neer gaande baarmoederactiviteiten tot 70% op de monitor hebben wekenlang ons rustige, gezapige leventje totaal overhoop geschopt. De telefoon werd een soort van hoogspanningscabine. Dochter zat, beter gezegd lag, er gelaten bij. De dromende, verrukkingsvolle uitdrukking op haar snoetje nam rechtevenredig toe met de omvang van haar lichaam. Drie keer werd ze veiligheidshalve opgenomen. Het is te zeggen, werden wij opgenomen want schoonzoon zat puur toevallig steeds in het buitenland. Telkens na anderhalve dag opname retour à domicile. Voor mijn kind om gek te worden, voor mij één troost: drie kilo’s kwijt. Foetus-watching is stukken heilzamer dan de Weight-Watchers.

     

    De vierde opname werd het lang verwachte schot in de roos. Na vijftien eindeloos durende uren werd mijn kind verlost van haar zoete last. Daar lag ze dan, ons kakelvers snoesje, in dat kleine bedje. Het resultaat van negen maanden liefdevol en zorgzaam verlangen en dit elf jaar na de geboorte van onze kleine prins. Een tikkeltje rood nog maar bij elke ademstoot werd ze mooier en mooier. Verdwenen alle kommer van de voorbije weken, weg de moeite in mijn ouder wordende botten. Zin om haasje-over te springen had ik en samen met ons ventje een indianendansje te doen rond de totem genaamd “Nieuw Leven”. Met dochter gelukkig geen problemen, meer nog, na een vijftal uren intensieve rust, zweefde ze door de kamer, pamperde en voedde haar droomkind met de flair van een doorgewinterde nanny.

    Meteen andere vragen die spontaan opwellen. Lukt de voeding wel? De reflexen oké? De ontlasting?

     

    En dan was er het thuisfront. De verjaardagsparty van kleinzoon diende de week daarop voorbereid. Maar zeven vriendjes waren uitgenodigd. Kastaars tussen 11 en 13 jaar. Zeven rappers stuk voor stuk, zeven uitgehonderde magen, zeven freaks van dezelfde jengel en beat tunes. Maar gek worden deden we niet, net niet. Gek werd ik eerder door de voorbereidingen van zijn nieuwspresentatie. Een soort dagblad samenstellen op het niveau van het zesde basisjaar. Gezamenlijke opdracht  met twee klasgenotes. Twee kwebbel- en giecheltantes om u tegen te zeggen. Twee opeenvolgende woensdagen en een zaterdag- en zondagnamiddag zijn ze langs gekomen. Bekaf waren we ’s avonds.

     

    Amper bekomen begon de voorbereiding van kleinzoons eerste grote spreekbeurt, nog zo’n samenwerkingsgeval. Dit keer echter met een rustig kereltje, eentje van allochtone origine, een schat van een jongen. Een probleem: de jongen had alle moeite om de spraakwaterval die mijn kleinzoon is bij te benen. Dus de zinsconstructies aan zijn spreektempo aangepast en een drietal avonden intensieve dictielessen gegeven. Tussendoor huistakencontroles en toezicht gehouden op het bedenken van enkele limericks door ons ventje en twee van zijn beste vrienden, genre:

     

    Een fier meisje woonde in een grote stad

    Ze was haast elke dag op pad

    Ze spiegelde zich dolgraag in de etalages

    van de winkels, botste  zo tegen een  boerenkinkel

    en viel pardoes op haar gat.

     

    Het metrum zit met haken en ogen in elkaar, doch ze staan op papier,  drie stuks.

     

    Doch the worst was yet to come…de voorbereidingen op “den blok” en deze week de uiteindelijke toetsen. Nederlands en Frans, liepen van een meer dan leien dakje maar die wiskunde…. Ben ik een oen inzake internet, mijn rekenkundig vermogen gewoon is beneden alle peil en kleinzoon is hongerig naar oefeningen. Neen, niet de reeds opgeloste uit zijn werkboek, nieuw materiaal wou hij. Voor het eerst na vijftig jaar een passer ter hand genomen, hoeken leren bepalen met een geodriehoek ( voorheen nooit van gehoord laat staan gezien) en een loep. De negenproef… rats vergeten, destijds het minste van mijn zorgen, voor het eerst Google de hemel ingeprezen  en zodoende een halve eeuw later, voornamelijk om gezichtsverlies te voorkomen, die kloteproef boven water gehaald.

     

    Symmetrieassen en diagonalen, metend rekenen van vierkante centimeter naar vierkante kilometer, kneepjes bij hoofdrekenen met natuurlijke getallen tot 10 miljoen en met kommagetallen, de gelijkwaardigheid bepalen tussen procenten, decimale breuken en kommagetallen, de kenmerken van vierhoeken, meetkundige relaties vastleggen, diagrammen uitwerken,toepassingen (de vraagstukken van voorheen) over treinen en wagens met gelijke eindbestemming, rijdend aan verschillende gemiddelde snelheden, elk met diverse welpaalde stops onder de baan  en dat soort zaken meer leren oplossen … I know now, allez ik denk het. Met uitzondering van eentje. Een vergelijking over het gewicht van een olifant en diens herseninhoud ten overstaan van deze van een volwassen man. Heb ik daar op gesuft, mensen en finaal heeft kleinzoon het dan voor mij opgelost. Hoe luidt het spreekwoord? “ Verstand komt met de jaren!”.




    Reageer (14)

    11-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sintje Merten in het land van Aalst


    Kleinzoon en het sprookje rond de SINT…










    Hij wist het al toen hij 7 was beweert hij. Opscheppen kan hij als geen andere. Zoiets leerde hij met ouder worden, met stoer en cool doen zoals dat nu heet. De foto’s van drie jaar geleden bewijzen duidelijk zijn ongelijk. Ongelijk dat hij nu smalend weglacht.
    De wortel op de schoorsteenmantel, het flesje Orval met leeg glas, de ingekleurde tekening met zijn speelgoedwensen voor de Sint en hij in rode pyjama met hunkerde snoet, dat was cinema, dat waren trucjes van meme om haar fotoalbum vol te krijgen.

     

    Als je bijna elf wordt weet je toch beter. Dan hoef je dat speelgoedgedoe niet langer. Met bijna elf ben je immers een fervente gamer op internet. Dat zijn meme daar niet bij kan en er het apezuur van krijgt, tja het zij zo. Meme is blijven steken en hij gaat mee met zijn tijd. Moet mee, wil hij op school met zijn vrienden een interessante discussie aangaan. Hij weet al goed hoe het er in zijn leefwereld en een ietsje daarbuiten aan toe gaat en vooral wat er te koop is. Hij wil bij de “have’s “ behoren en niet bij de “have not’s”.Daarom dat hij nu geld vraagt, geen muntjes liefst briefjes blauwe kleur, hoewel één oranjekleurig…uitzonderlijk misschien? Zoniet moet hij nog vier jaar wachten op die miscroscoop, zelfs een tweedehandse.

     

    Allemaal de schuld van opa die zijn hoofd heeft zot gemaakt over de grondsoorten, de verfijnde uitrusting van kleine insecten, de wortels van planten en de vuiligheid in salami bijvoorbeeld. Die vuiligheid, wel hij wil die zien want hij is gek op salami. Het vergrootglas van opa is té beperkt. Toen hij klein was vond hij het een toverglas maar nu…amusant voor jochies dat wel, doch niets voor hem. Nu hij, dankzij een videoopname, zowat alles weet over celdeling bij zoogdieren en mensen. Nu hij al maanden meemaakt hoe zo’n kleine blaasjes eerst een soort van dikkopje vormen in de buik van mama, dan een foetus en uiteindelijk een baby met alles d’erop en d’eraan, die maakt dat zijn mooie mama bijna op het ontploffen staat en die sakkerse zus wil maar niet naar buiten komen. He knows!. Het moet zijn dat zus het fijn vindt tussen al die sponsjes in die placenta. Ook dat kent hij, de placenta, de koek van de moeder en niet het broedkamertje zoals meme hem vroeger had wijsgemaakt. Ach die meme van hem en haar zelfgemaakte woorden altijd. Wie spreekt nu over een broedkamertje bij mensen!?. Trouwens alles was duidelijk te zien op de 3D opname toen zus 25 weken was. De vedette van de klas was hij toen juf het ceedeetje afspeelde. Zijn zus live sepiakleurig en hij gaf commentaar. Gegierd hebben ze toen zus met haar oortjes en neusje speelde. Hij maar vertellen over die dikke navelstreng, hoe de voeding via zijn mama wordt aangevoerd en de plasjes van zus worden afgevoerd. Dat het een meisje zou worden zag het kleinste kind, rond poepje en niks balletjes dus…

     

    Tja, hij had zo gehoopt op een uitzonderlijk geschenk vooral vandaag. Later haar  verjaardag vieren op een feestdag, geen school, iedereen altijd thuis…. Maar de dag is nog lang, je weet maar nooit…anderzijds vrouwen laten steeds op zich wachten zegt zijn papa…wachten, altijd maar wachten…”Zoals op de duiven” voegt opa er aan toe “duiven gelost in Barcelona bij slecht weer, altijd wachten geblazen, man!”

     

    Reageer (7)

    26-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vorstelijk eten.
    26....

    oktober...

    2008...


    Lammekezoet en pellepatatten: un plat préféré

     

    niet van Titipoes, hoewel een drietal keren per jaar, kan ik aan de verleiding niet weerstaan. Zoals deze avond bijvoorbeeld, heerlijk die gebakken haring en om al dat vet door te spoelen een abdijtriple… njam, njam… Serieus ik kan er niet aan weerstaan, mijn wederhelft nog minder, goed wetende dat wij ons vanavond te pletter zullen drinken (water) en vannacht beurtelings uit bed moeten voor noodzakelijk en hoogdringend wc-bezoek.

     

    Wiens plat préféré is het dan wel? Van niemand minder dan koning Albert I! Nah! Weten ze zelfs bij de VRT niet waar een ruig exemplaar van de nieuwe lichting chefs wekelijks “le plat préféré” van een of andere overledene serveert. Overleden beroemdheden weliswaar: Brel, La Callas, de Funès, Dali en Fredje Mercury. Stuk voor stuk extravaganza in hun doen en laten, trouwens gewone mensen zoals jullie en ik zijn inzake eetgewoonten totaal oninteressant voor de media. Kwisjes, zangers nomineren, live commentaar bij en moord of ramp en met plezier onze privacy te grabbel gooien in Man bijt Hond dat is meer ons ding. Dat Titipoes nu en dan verzot is op gebakken haring met aardappelen in de schil of schorseneren in een licht zurig sausje daar kraait geen haan over. Gelukkig maar.

     

    Waar ik het vandaan heb dat de opa van onze koning tuk was op zo’n haring? Van mijn moeder en meer nog van mijn grootmoeder. Hoe zij dat wisten? Haha… destijds goed bewaard familiegeheim! Indien de VRT na jaren het lef heeft om met veel tamtam het lievelingsgerecht van de moordenaar van 6 miljoen joden te serveren, kan niemand mij weerhouden om de plat préféré van een populaire koning-soldaat uit de doeken te doen.

     

    Mijn grootvader had tot in 1927 zijn zaak gevestigd in een herenhuis in de Rogierstraat (Brussel). En statig huis, eentje om in te verdwalen en katje-aloe te spelen [1]  een huis met vele trappen en kamers, vertelde mijn make. Een typisch burgershuis met sous-sol of sous-terrain, dat een paar jaar verhuurd werd aan een alleenstaande dame. Een dame met klasse, die prachtige hoeden droeg. Af en toe nodigde zij mijn grootmoeder en haar twee dochters uit op koffie steeds opgediend in zilveren kopjes en chocolademelk met fijne amandelkoekjes en dan volgde, tot grote vreugde van mijn toen nog eentalige oma, een gesprekje in het Nederlands. Mijn oudste tante heeft steeds beweerd dat de dame in kwestie een Hollandse was, volgens grootmoeder sprak de dame alleen “op de letter” omdat zij uit betere kringen kwam.

     

    Mijn make herinnerde zich vooral de prachtige gesculpteerde commmode met zwart marmeren blad en daarop tal van foto’s in zilveren en fraai gevormde koperen kaders. Allemaal foto’s van een en dezelfde man maar in diverse houdingen: met en zonder uniform, met en zonder kepie en eretekens, met een geweer in een bos, op een paard of in een fraaie zetel en slechts eentje waar zij met hem op stond, al dansend, hij met gesteven col en zij met een speciale pluim in opgestoken kapsel.

     

    Ons make en ook haar zus waren toen té jong om de heer op de foto te herkennen. Mijn grootmoeder wist beter. Toen op een gegeven dag mijn grootvader zin had in gebakken haring met aardappelen in de schil en de typische geur zich doorheen heel het huis verspreidde, verontschuldigde mijn grootmoeder zich bij haar huurster voor dit ongemak. De lieve dame kreeg de tranen in de ogen, bekeek de foto’s op haar commode en vertrouwde mijn grootmoeder toe dat “hij” er zo tuk op was. Ze had het voor hem zo vaak bereid: lammekezoet met pellepatatten en een frisse kruik bier erbij!



    [1]  Katje aloe: verstoppertje



    Reageer (6)

    13-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Achtergesteld!


    Achtergestelde gezinnen. Wij behoren erbij. De voorbije dagen met de neus op de feiten gedrukt en ons rot geschrokken hij en ik. Een mens leeft in de vaste overtuiging dat hij een weliswaar modaal doch relatief zorgeloos leventje leidt, nu blijkt dat uitgerekend dat wat voor ons een vorm van welstand inhoudt eigenlijk achterstand was. En nog geen beetje!

     

    Goed wij hebben de wagen al vier jaar uitgewuifd, wij hebben geen vaatwasmachine, slechts één tv-toestel, geen dvd-speler, geen Amerikaanse koelinstallatie, geen Miele stoomapparaat, geen BBQ, geen jacuzzi, geen sauna, slechts één vaste telefoon en een GSM die zelden wordt gebruikt, geen gesofistikeerd koffiezetapparaat, geen droogkast,zelfs geen digitaal fototoestel, buitenlandse reizen hoeven niet meer en wij doen geen beroep op de diensten van een wasserij en poetsdame. Kortom vergeleken met het gros van onze kennissenkring zijn wij een ouderwets stel, totaal vervreemd van hedendaagse trendy faciliteiten. Antieke lummels tussen onze antieke spulletjes. Bon, het zij zo en het deert ons in de verste verte niet. Blijkt nu dat we eigenlijk arme luizen zijn en, beste lezer, wij beseften dat hoegenaamd niet!

     

    Meer nog wij zouden het wellicht nooit geweten hebben indien de geldmarkt niet op hol was geslagen. Waar en wie we ook ontmoeten, iedereen is er het hart van in. Plots blijkt iedereen geld te hebben verloren. Zwaar verloren. De ene meer dan de andere aan de zure gezichten te zien. Zo te horen heeft de doorsnee Belg, de Vlamingen toch, aandelen à volonté. In mijn straat is het al Fortisgekanker wat de klok slaat. Geen flauw benul hadden wij ervan dat wij tussen zo’n pak zeer welstellende burgers wonen. Goed van sommigen zie je meteen aan de levenswijze dat ze hun schaapjes op het droge hebben: twee tot drie wagens, design interieur en een overvloed van Vuitonhandtassen, een stulpje aan de kust of kinderen met B&B etablissement ergens in de Provence. Anderen daarentegen, de eeuwige klagers over hun beperkt pensioentje, die alle mogelijke instanties plat lopen om na te gaan waar er iets extra te rapen valt, de uitgesproken profijtjagers die je zelden in een buurtwinkel ziet staan, zij die naar de Aldi aan de overkant van onze stad gaan, het soort van lui dat een eurocent in twee zou bijten, dat ooit betrapt werden omdat zij hun huisvuil in andermans zakken deponeerden en zich niet generen om zakken met kledij bestemd voor een goed doel mee te jatten, dat soort van mensen bezit blijkbaar een flink pak goedehuisvader aandelen.  Begin deze week is er eentje afgevoerd met de ambulance: hartritmestoornissen na het onheilspellend journaal!

    Het mensdom kop noch staart krijg ik eraan!



    Reageer (9)

    05-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voor mama

    5 oktober 1944





    Terwijl mijn stad haar oorlogswonden likte, de kleine collaborateur opgejaagd werd door mannen van het Verzet en Pierlot en Gutt in Brussel hun historische radiospeeches instudeerden, bracht in het moederhuis van de kliniek een jonge vrouw haar eerste kind ter wereld, heel alleen. Aanstaande vaders waren taboe in de verloskamer, weggehoond door de nonnen-verpleegsters. Vierendertig was ze, zes jaar hadden ze beiden naar dit moment getracht, uitgekeken. Hij had vaak de moed opgegeven, maar zij, zij gaf niet op. Hoe vertelde ze het ook weer? Zegezeker, ja, dat was ze. Op een goeie dag zou zij hun kind krijgen, een zoon. Zijn naam: Francis, naar haar vader. Ze had zelfs roze truitjes gebreid. Zo zegezeker!

     

    Haat zwangerschap verliep rustig en normaal, voor zover een zwangerschap in oorlogstijd rustig en normaal kan verlopen. Op drie oktober ’s avonds een plasje water, nog eentje. De aanstaande vader  haast een beroerte nabij, zij niet. Zij kreeg vleugels, haar langverwachte zoon kwam er aan. De Engelse soldaat en huisgast reed hen beiden naar de kliniek in een jeep. Achtenveertig uren later hoorden de jonge vader en Mickey, de Engelse soldaat, plus een viertal van zijn makkers een door merg en been schroeiende schreeuw gevolgd door het geschrei van een pasgeboren kind, blijkbaar eentje met een abnormale stembanden.

     

    Niet de langverwachte zoon, maar een dochter werd het. Een oerlelijk wicht. Kwam door de  té langdurige  en moeilijke bevalling,.meende de jonge moeder. De jonge vader hoopte dat de natuur zich met de tijd zou herstellen, zoniet…  Een vernepelingske, was ik, gewoon onooglijk. Niet aan te zien dat gerimpeld blauwig gezichtje onder de felroze te grote muts. Ik was gehaald “met de ijzers” aan de stand van mijn hoofd meer dan duidelijk te zien, van daar de muts als camouflage. Het leek op niets. Mijn jongste tante zei “Oei, oei zo’n mager dutske, zou dat kopke nog goedkomen?” en grootmoeder floot haar terug “Vaneigenst en ’t zit vol verstand, wacht maar!”

     

    Tweede probleem: de naam. Hadden ze niet, een dochter was nooit bij hen opgekomen, kon gewoon niet, het zat niet in de familie. Mickey dacht aan zijn liefje in Sussex en suggereerde haar naam: Mary en vroeg of hij de godfather mocht zijn. Dat mocht, zo werd ik Marie met nog een stuk of wat namen eraan ter ere van bijna iedereen die de voorbije vijftig jaar in de familie gestorven was. Als tiener oervervelend, maar al bij al niet zo slecht, je sleept immers een stuk van je stamboom, van je geschiedenis mee. Iets waar ik nu na vierenzestig jaar een tikkeltje trots op ben.

    Gebeurt dat nog heden ten dage? Jasper, Sofie, Cesarine, Petrus De Meester. Het zal niet. Trouwens met al die tijdelijke relaties kan je zo’n kleintje niet de last van het juk van de wispelturigheid of verdriet van één of beide ouders laten dragen.

     

    Sedert het overlijden van mijn make, staat 5 oktober niet zozeer in het teken van mijn verjaardag. Het is mijn speciale dag van eerbetoon aan mijn geweldige moeder. Bijna zeventien jaar geleden is zij plots uit mijn leven gegaan zoals ik in het hare ooit binnenkwam. Zij en ik. Heel alleen in een ziekenhuiskamer. Drie te korte dagen en twee nachten. Hersenbloeding. Dagen waarin ik geen minuut heb geslapen, ben bij haar in het ziekenbed gekropen, haar in mijn armen genomen en verteld, urenlang. Mijn meest intieme gespek ooit met haar gevoerd. Bekentenissen gedaan, die ik in normale omstandigheden nooit zou doen. Of toch wel, begrip en vergiffenis, vind je duizendvoudig in een moeder, zelfs een stervende moeder.




    “Lelijk in de luier

    Mooi in de sluier”

     

    Een zegswijze aangebracht door Thea uit Zeeland, waarvoor alle dank.






    Reageer (10)

    30-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boerenverstand gevraagd!

    Bewezen peanuts, borrelnootjes zijn het en blijven het…











    die maandenlange heisa rond staatshervorming, BHV, de welles-nietes houding van het NVA. Vorige week deze tijd stond het Vlaamse Parlement bij wijze van spreken in vuur en vlam, Peeters was kop van Jut en Boer Joie wentelde zich genoegzaam in zijn martelaarschap. De financiële problematiek in de USA leek een ver-van-mijn-bedshow tot Fortis de handdoek in de ring smeet en de malafide, onbesuisde praktijken van de seigneurs van de Haute Finance aan de oppervlakte kwamen.

     

    Het hoofd van De Waele moet plots niet langer rollen, Koekelberg en zijn canapeuses zitten  in de frigo, het maagdelijk blad van Reynders ligt in de papiermand en alle ogen en hoop zijn gericht de federale overheid. Op amper een week tijd, nauwelijks zeven luttele dagen, verwachten we een nooit geziene en krachtige inspanning en dito samenwerking over alle taalgrenzen heen van een orgaan dat door rechtse oelewappers op sterven na dood werd verklaard.

     

    Als het om onze zuurverdiende spaargelden gaat, om het in standhouden van onze zo moeilijk verworven welvaart door een dramatische internationale malaise wie maalt dan nog om welke splitsing ook. Alleen een stel malafide beroepsidioten ja!





    Reageer (4)

    26-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hypo...wat?

    Rouwbeklag en medeleven tonen…







    ligt altijd heel gevoelig. Wie kan er in hemelsnaam troost bieden aan een moeder die haar kind verliest? Wie kan inschatten wat er in een jonge weduwe met twee kleine kinderen omgaat? Of een oudje dat na zestig jaar huwelijksleven haar partner verliest?

    Woorden van troost bij een verdriet dat niemand kan vatten, ik vind ze nooit…

     

    Ik vind ze hoegenaamd niet wanneer een aureool van goedheid aan de afgestorvene wordt toegemeten, terwijl hij of zij dit helemaal niet verdiende. Ja, goed van de overledene geen slecht woord, maar laat het in toch binnen de perken blijven. Op een overlijdensbericht in het regionale krantje las ik liefdevolle, zeemzoete woorden, woorden van dank voor een goedgevuld en bijzonder waardevol leven. Goedgevuld was de man zijn leven wel, hij was voorzitter en/of bestuurder van een twaalftal verenigingen. Fanfare, voetbalclub, politiek, boogschuttersmaatschappij, amateurtoneel alles wat je in een klein of middelgroot dorp aan vermaak kunt bedenken hij had er mee te maken. Tussendoor nog acht kinderen verwekt. Zou zo’n man als vader, als echtgenoot echt waardevol geweest zijn ?Misschien financieel doch emotioneel?

     

    Vorige maand werd Antoinette begraven. Madame Antoinette. Ik wist zelfs niet dat ze afgereisd was naar de plaats van haar dromen. Las de rouwbrief aan de toonbank van mijn slager en vernam van twee klanten dat het een schone dienst was geweest. Een schone dienst, tiens? Zouden lelijke diensten ook bestaan? Meneer pastoor had erop gewezen dat het heengaan van Madame Antoinette voor de parochie een leemte liet die moeilijk te vullen was.Het zal wel.  Madame Antoinette zat overal in waar een diep kristelijke vrouw kon inzitten. Een geboren organisatrice: catechese voor de communicantjes, ziekenzorg, parochiefeesten en goede doelenakties, begeleidster van bedevaarten, adventgebeurtenissen, wafelslag voor senioren, deelde hosties uit aan huis bij oudjes en zieken, zat in een koor, vrijwilligster bij kind en gezin ( de weeg genaamd) voor zuigelingenkontrole.

    Enfin, noem het en  Madame Antoinette deed het. Een bewonderenswaardige vrouw, ware het niet dat zij haar vier kinderen vlak voor hun huwelijk het huis had uitgejaagd zonder een rooie duit en dat zij jarenlang Maurice, haar man, ten aanschouwe van elkeen voor sloof en slaafje nam.

     

    Op haar rouwbrief dus geen zeemzoete woorden, enkel het hoogst nodige. Net zoals zij jarenlang voor haar gezin had gedaan: enkel het hoogst, hoogst nodige.

     

    Reageer (5)

    25-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.For every problem there's a solution...
    Wellustelingen....

    episode...

    121...


    Geef toe, beste lezer, u vindt me knettergek. Zeker als u een man bent. Een moord begaan uit liefde, niet zozeer uit passie? Wie wreekt zich nu vrijwillig en doelbewust, wetende da  jarenlange opsluiting tussen een bende halfgare chaote  en gestoorden wacht? Wat zegt u? Krankzinnig! Ik?

    Een vijfenzestig-plusser met een pak geld veilig belegd, een villaatje met alles erop en eraan, boordevol antiek plus een niet onaardig pensioen! Had u het anders aangepakt? Hoe? Genieten! Waarvan als ik vragen mag  Toch geen business seat op Anderlecht en napraten in de Saint Guidon over een stelletje baltrappers? Petanque na mijn middagdutje, tussen een stel weduwen en weduwenaars? Golf spelen en lumbago krijgen? Reizen? Ik heb de halve wereld gezien. Bijna tweemaal gecrasht. De pest gekregen aan lawaaierige luchthavens, controles en te lange wachttijden, zelfs met lijnvluchten. Routinematige service door routinematig hotelpersoneel. Bestaat er iets zieligers dan een man, die uitgebreid heel alleen tafelt? Een leuk mokkeltje nu en dan?  Kwakje kwijt en geen capsones! Nee, bedankt.

     

    Ach, beste lezer, ik heb alle begrip voor uw reactie. Na het verdwijnen van “De Klapper” werd het begrip “opruststelling” voor mij meer en meer realiteit. Stonden woorden als genieten en profiteren ook op mijn verlanglijstje. Vaag, doch ze waren er. Met alle dromen en wensen eraan verbonden. Door Gerda, met alle begoochelingen en doembeelden erbij. Misschien bent u er nog lang niet aan toe, zit u momenteel in het spitsuur van uw leven: loopbaanstress, opgroeiende kinderen, te hoge hypotheek, wat klad in de relatie, te weinig persoonlijke ontspanning, te veel intimidatie en bemoeizucht van buitenaf. Daarenboven al die deskundigen, ze schieten uit de grond als paddestoelen en, geef toe, ze kruipen er even vlug weer onder. Topmanagers en -sporters hebben hun mental coaches, aso’s hun social workers, hangjongeren hun straathoekwerkers, uit de echt gescheiden paren hun bemiddelaars en goedgelovigen nog altijd hun pastoors. Honden hun hondenscholen! Baasje, tegen betaling, aanleren hoe hij Fifi-met-de-stamboom laat apporteren. Waar het poepje mag en waar niet. Alstublief, zeg!

     

    Laat u niet ringeloren door al die gebakken lucht, die u dagelijks in de meest attractieve verpakkingen rond de oren wordt gekletst. Mag er nog zoiets als gezond verstand zijn? Boerenlogica! Het kost geen cent.

    Ja, ik was medeproducent aan de massaverdwazing. Ja, ik heb de consumptiedrift, missschien niet de uwe, doch beslist deze van uw ouders gestimuleerd tot in het belachelijke. Daardoor was mijn vaderschap, op z’n zachts gezegd, vaak een puinhoop. Anderzijds, toch nog een degelijke leerschool voor Francis.

     

    Hij zal perfect weten hoe het niet moet, ginder in het verre China. Natuurlijk gaat hij erheen. Geen twijfel. Hij heeft nog alles tegoed met Valerie. Het beste komt eraan voor hem. Zijn wedergeboorte. Valerie in verblindende spots zetten, haar tenger lijfje dankbaar strelen, de kleinste wens uit haar ogen lezen, ervaren dat twee mensen inderdaad in staat zijn mekaars wereld totaal te vullen, haar zijn godenkind, zijn vrouw, zijn wederalles noemen. Met haar de liefde bejubelen. Met haar samen een overbreekbare eenheid vormen. Zoals ik met mijn vrouw, mijn Marianne. Nog alleen bij haar wil ik zijn. Samen. In het geëindigd voortbestaan na dit leven. In de as, in het stof van ons geluk.

     

    For every problem, there is a solution, beste lezer. The rest is silence.



    EINDE

    Reageer (2)

    24-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stilte
    Wellustelingen....

    episode...

    120...


    DE REST IS STILTE

     

     

     

    Ik lig in een ziekbed. In een kleine kamer. Het is zonderling stil. Bijna plechtig en geheimzinnig stil. Ik heb het koud. Ijzig koud. Ontwaak ik uit een diepe verdoving? Is dit de realiteit rond mij? Ik blijf beneveld. Onzeker. Toch nestelt zich een gelaten berusten in mij.

     

    Ik haal diep adem en kreun van de klemmende pijn aan de borst. Ik zie een verbandharnas, mijn borst is volledig ingepakt.

    Ik herinner me alles heel duidelijk. De schietpartij. De huwelijksmis. Marianne op de zetel. Vermoord. Daarom heb ik Serge gedood. Dát wou ik. Ik leef echter nog. En dát wou ik niet.

     

    Is er een long geraakt? Waar drong de kogel door? Straks komt een dokter het me wel vertellen. Het kan me geen moer schelen. Ik leef nog en waarom? Om op te draaien voor mijn misdaad? Voor zijn …misdaden? Nee, ploert, dat genoegen gun ik je niet. Ik wil om jou geen jaren en jaren in een cel. Ik leid de dans. Jij niet. Ook niet de jury van een assisenhof. Ik beslis.

    Ben ik in een ziekenhuis of in de ziekenboeg van de gevangenis? Wat hierna? Ik wil Vloesberghe spreken. Hij zal beslist komen. Een indringend bezoekuur. Ik wil hem spreken van man tot man. 

    Vloesberghe is een mens  naar mijn hart. Bedaard en  begrijpend. Ik moet hem de hele zaak uit de doeken doen. Maar eerst dient er voor Marianne gezorgd. Vloesberghe vragen om Francis te contacteren. Mijn zoon moet een passend en intiem afscheid regelen. Jenneke zal hem daarbij helpen. Mijn zoon moet mij vertegenwoordigen. Mijn zoon en zijn Valerie. Marianne’s as laten verspreiden tussen witte magnolia’s, haar lievelingsbloemen.

     

    Een verpleger komt de kamer binnen, noteert iets op de fiche aan het bed.

    “Ik wil inspecteur Vloesberghe spreken, heel dringend. Wilt u hem verwittigen?’

    “Ik zal de behandelende arts inlichten. Hij oordeelt, ik niet!”

    Zijn antwoord is kort en zakelijk. Hij verdwijnt. Geen spoortje warmte en medeleven. Zo worden dus misdadigers te woord gestaan. Geen  woord te veel. Die arts heeft niet te oordelen. Had me zelfs niet in leven mogen houden. Leven zonder mijn vrouw, alleen met haar nagedachtenis? Hoeft niet. Kan niet. Wil ik absoluut niet.

     

    Dankzij de geneeskunde wacht de rechtbank mij nog. Mijn proces. Bonbons voor de media. Lezers en kijkers gegarandeerd. Priestermoord verstoort huwelijksmis. Mijn misdadigerstronie op breedbeeld. Omkaderd met reclamespots over pasta, smeerkaas en luiers. Natuurlijk zal ik gevonnist worden. Moordenaars gaan zelden vrijuit. Ook al zijn er uitzonderingen. Ook al heb ik een stevig alibi. Ook al zullen mijn zoon en Pat, voor zover ze eerlijk is, Eefje en de collega’s gunstig voor mij getuigen.

     

    Marianne kon ik in geen geval gedood hebben. Serge wel. Motieven à volonté. Ik zal mijn hele geschiedenis zo precies mogelijk uit de doeken doen. Gerda’s dagboeken vermelden, maar niet het roze schriftje. Mijn laatste gesprek met Serge. Zijn bekentenissen. Zijn waaanzinnige wraakzucht tegenover mij, om mij in de allereerse plaats te treffen. Me zelfs voor Marianne’s dood te laten opdraaien. Alle details mogen ze me vragen. De rechtbank zal uitgebreide, waarheidsgetrouwe antwoorden krijgen. Inzien waarom ik, kapot van verdriet, haat en ellende, nog maar één doel had. Serge omleggen en mezelf berechten.

     

    Mijn advocaat kan vrijspraak bepleiten. Zo’n vonnis zal de rechter wel niet uitspreken. Mijn schuld staat so wie so rotsvast. Ik heb bewust gemoord.

    Hoeveel ga ik krijgen? Twintig of vijfentwintig jaar? Minder? Minder of meer, het laat me volkomen onverschillig. Welke straf het ook moge zijn, uitzitten zal ik ze niet. In geen geval. Verder leven zonder Marianne is voor mij immers de allergrootste straf.




    Wordt vervolgd


     

    Reageer (0)

    21-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.


    Wellustelingen....

    episode...

    119...

     

      

    Hij was zelfs niet langer bang. Moedig, onschuldig, sterk en eerlijk wou hij schijnen in dit finaal treffen. Het was zijn eigen regie. Een plot zoals de dood van zijn Heer aan het kruis.

    Serge strekte beide armen in de hoogte toen mijn rechterhand naar de zak van mijn regenjas ging. Zijn goddelijke zegen voor het paartje. Zijn overgave, die in zijn ogen zijn grootste overwinning zou worden. Op mij, op mijn schuld.

     

    Hij wist dat ik hem ging doden. Hij smeekte er nu zelfs zijn Heer om. Straf mij, o Heer, voor al mijn zonden en misstappen, straf mij voor de dood van twee vrouwen, die stierven om mijn haat te koelen op mijn beul. Laat mij branden in Uw hel, doch wees me genadig. Laat me in het duistere vuur van Uw hemelrijk toeven tot ik hem daar, mijn moordenaar, ook in de hellegloed zie belanden, die ketter, voor wie Gij nooit of nimmer enig erbarmen moogt kennen. Onze Vader, die in de hemelen zijnt, geheiligd zei uw naam… en vergeef ons onze zonden, zoals wij vergeven aan onze schuldenaren…leid ons niet in bekoring…

     

    Zijn lippen prevelden nu koorstachtig. Het gebeurde allemaal in een mum van tijd.

    Ik duwde het bruidspaar brutaal terzijde en stond oog in oog met Serge. Zijn armen nog steeds in de hoogte. Zijn blik bleef trots, uitdagend en misprijzend op mijn bleek gezicht stralen.

    Toen schoot ik.

    In de hartstreek. Nog eens en nog eens. Het tumult brak los. Drie, vier struise mannen sprongen schreeuwend naar mij toe. Wierpen zich als een meute hygena’s op mij.

    Ze kwamen echter te laat. Ik bracht de browning naar mijn rechterslaap. Wou afdrukken. Voelde die slag tegen mijn borst. Dat rukken en sleuren. De stoten tegen mijn kin en rug. Schoppen tegen mijn benen. De hele last van de klauwende, hysterich brullende en vloekende mensen. Dat alles kwam een paar seconden te vroeg en verhinderde mijn opzet.

    Mijn zelfmoord.


    Ik werd alleen de scherpe  inslag van een kogel in de schouder gewaar. Geen echte pijn. Amper een korte, droge schok of  was het een vuistslag? Ik weet het niet meer.

    De revolver werd me ontnomen. Bloed sijpelde. Er werd alweer gevloekt, geslagen en geschopt. De grond beefde. Scheurde open. Dàt was de echte hel.

    Daarop verloor ik het bewustzijn.



    Wordt vervolgd


     


     

    Reageer (1)

    20-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Wellustelingen....

    episode...

    118...


    Ik hoorde niets meer. Was me alleen bewust van mijn laatste doel en schoof spookachtig de kerk binnen.

     

    Ik had gehoopt op meer volk. Een veertigtal mensen. De familie vooraan, twee lege rijen stoelen en daarachter vrienden en kennissen. Allen op hun dorpsbest. Straks wachtte hen het  overdadig tafelen, het bier, de   wijn, de cola’s,  de Rennietabletjes, de breugeliaanse tafel na middernacht, de disk-jockey en Lotti en Tura afgewisseld met hip-hop en de kuskensdans

     

    Grijs en dik, oud en jong gaan  de dansvloer bestormen wanneer het iets zuiders wordt. Broekspijpen opgerold, dikke konten draaiend, vetkussens hobbelend, gewrichten krakend, zakdoeken zweetwissend van voorhoofden, hals en  van tussen de borsten. Er zal gebruld worden om de flauwe en gortige grollen van de geattitreerde moppentapper. Er zullen luchtjes worden geschept om te boeren, wind te laten of te braken. Een Vlaams huwelijksfeest op z’n best.

     

    De zombie, traagjes over de rode loper stappend, verstoorde alles. Nieuwgrierige blikken en vragende ogen. Ik voelde ze prikken. Wat moest ik daar? De meesten kenden me niet. Gemompel. Ik naderde het bruispaar.  De opperste rechter zou straffen en gestraft worden. Het vonnis over Serge. En over mezelf. De twee zangers zwegen, de muziek eveneens.

    Daar stond hij! Serge! Gloriërend tegenover het bruidspaar. Zijn holle woorden kwamen me bijna uitnodigend tegen. Eerst zacht, dan juichend aanzwellend, met warme tremolo’s. Een tweevoudig moordenaar op z’n priestersbest:

     

    ‘Dat de God van Israël u verenigt en Hij zij met u. Dat Hij  zich over dit jonge paar ontfermt en maak, Heer, dat zij u loven…’

    Hij zag me eerst niet. Het bruidspaar genoot zijn aandacht. Hij leek in godvruchtige huwelijkstrance.

    ‘Sam, aanzie je vrouw als een weelderige wijnstok aan de muren van jullie huis, jullie kinderen als olijfvruchten rondom julie tafel…’

    Pas nu merkte hij me op.

     

    Ik schreed langzaam vooruit. Een nootlottige geest, een buiten zichzelf getreden medium, vreemd, mysterieus. Ik zag Serge verstijven. Toch trachtte hij beheerst te blijven. Zijn stem leek zelfs vaster te klinken. Zegevierender. Het jonge paar en hun familie hingen aan zijn lippen:

    “Alleluja, alleluja, de Heer verlene u bijstand uit zijn heiligdom.’

     

    Hij staarde me nu pas doordringend aan. Nog even bedaard en gewoon alsof ik er niet was. Meer en meer ogen vestigen zich op mij. Ik voelde hun blikken. Wie was dat? Wat doet die man hier. Die verfomfaaide, schichtige figuur in regenjas. De indringer. De misverstoorder. Waarom trad hij in slow motion op het jonge paar toe?

    Niemand bewoog. Nieuwsgierigheid werd prikkelender. Ze keken allemaal toe. De ene geërgerd en verbaasd. De andere verveeld of onverschillig. Maar allen heimelijk weetgierig.

    Serge stoorde zich blijkbaar niet aan mij. Hij deed kalm verder. Een man van plicht. Hij herinnerde de jonge mensen aan hun verplichtingen tegenover elkaar en begon het evangelie volgens de Heilige Mattheus te lezen.

    Maar al die tijd wist Serge het. Hij wist dat ik hier voor hem zou verschijnen. Tijdens zijn laatste, allerlaatste huwelijksinzegening. Slordig, verteerd van verdriet, wanhoop, ellende en diep haat, zo zou ik naar hem toekomen. Zo verwachtte hij me écht. Afgestroopt van wraakzucht, pijn en bloedhonger. Levensmoe om wat hij me had aangedaan. Zijn rechter en beul, Ik, Max Cijnens.


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    19-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eindbestemming: huwelijksmis
    Wellustelingen....

    episode...

    117...


    Ik werd wakker. Had een tweetal uren geslapen. Hoopte gedroomd te hebben. Maar op hetzelfde ogenblik zag ik Marianne op de zetel. Dood. Wraakeisend.

     

    Mijn lichaan deed verschrikkelijk pijn. Krampen spanden mijn kuiten op alsof ze uit elkaar gingen springen. Ik moest helder nadenken. Handelen. Kordaat en zonder medelijden handelen.

    De felle klaarheid van de dag door het brede raam leek een mistige sluier van de voorbije nacht. In mijn kurkdroge mond had ik de smaak van bloed. Neen. Ik wou niets weten. Niets voelen. Zelfs geen haat. Geen wraak. Geen laatste vonnis, nu. En toch. Die dwang van dat onbewuste. Die wil om te straffen…

    Ik sukkelde uit de zetel. Wankelde naar Marianne toe. Keek naar haar grauwgeworden gelaat, dat nu voor altijd in mijn brein zou gegrift blijven. Hoestte schor. Zwijmelde de hal in.

    Ik was geen mens meer. Geen robot. Niet eens een schim. Ik was veranderd in de onzichtbare, roofzuchtige, meedogenloze wreker. Gehoorzamend aan een tegennatuurlijke dwang. Bereid alle hinderpalen uit te weg te ruimen. Doorgaan ad fundum. Voorbij de laatste grens. Om mijn vrouw. Mijn Marianne.

    Ik trok werktuigelijk de regenjas aan. Voelde de Browning in mijn zak. Stapte in de wagen en reed weg.

     

    De huwelijksmis door de moordenaar moest nu al aan de gang zijn. Laat de schoft, met zijn heimelijke bakkes, maar voor het jonge bruidspaar staan, wenste ik. Met al zijn gezalfde zegeningen en vrome wensen. Met zijn beminnelijkste glimlach van beschermende en begrijpende herder. Pastoor Serge! Een aanfluiting van alle menselijkheid!

    Ik hoopte dat de helft van het dorp zou aanwezig zijn. Ik rekende op een jubelende Hochzeitmesse met passsende orgelmuziek als glorie van een nieuwe band tussen man en vrouw. Een ode aan  Liefde en Voorspoed, aan Toekomst en Gelukzaligheid. Triomf voor het edele leven. Domper op macht en dood.

     

    Er was inderdaad muziek. Orgelmuziek vulde het dorpsplein. De grauwheid was uit de lucht. De kilheid niet. Er vielen nog zeldzame regentranen. Ik had echter geen tranen meer. Ik was werktuig, computergestuurd. Gehoorzamend aan die dwang, die dwang…

    Ik parkeerde de Audi op het dorpsplein tussen de andere wagens. Ik zag het roze schriftje van Gerda op het dashbord liggen. Ik vermoedde dat ik de andere twee bij Francis had laten liggen. Niet meer aan gedacht na zijn verhaal over Pat en Valerie. Wat met dit exemplaar? Versnipperen? Geen tijd meer. Zag het postkantoor en kreeg een ingeving. Eefje, mijn vertrouwelinge! En het enige privé-adres dat ik van gans het team kende. Want haar adres was immers dat van mijn ouderlijk huis. Scheurde een blaadje uit mijn notaboekje en schreef:

    “Eefje,

    Dit is een dagboek van mijn overleden echtgenote. Bijzonder belangrijk!  Houd het zorgvuldig bij. Wat je morgen ook verneemt, dit schriftje mag niet in handen komen van de politie. Zeker niet in handen van mijn zoon.  Bedankt voor zoveel en vooral om deze laatste wens van mij in te willigen .

    Max”

    De bediende in het postkantoor had duidelijk problemen met de computer. Een jonge collega kwam helpen. Ik werd ongeduldig. Trommelde met de vingers op de loketplank.

    ‘Een secondje, meneer, hij heeft voor de zoveelste keer zijn loten’, spotlachte hij, ‘een goed gerief zo’n computer, maar ’t moet werken.’

     

    Het meisje naast hem keek me wat verschrikt aan. Maakte ik zo’n verwilderde indruk? De ironische opmerkingen van haar norse, bijna-einde-loopbaan-collega misschien? Hij overhandigde me eindelijk de gewatteerde omslag. Frankeerde de zending. Rekende af en grapte nog wat.



    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    18-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oog om oog...
    Wellustelingen....

    episode...

    116...


    Kon het dat die ploert van een Serge zo redeneerde? Zo monsterachtig vals speelde en er stoicijns kalm bij bleef? Zou Vloesberghe morgen in die val trappen? Morgen!? Nee straks! Dat mocht niet. Dat kon toch niet! Ik had uren bij mijn zoon gezeten. Telde zijn getuigenis? Ja toch! Pat was er ook bij. Wanneer was zij naar bed gegaan? Na het telefoontje van Marianne. Hoelang erna, een halfuur, een uur? Geen idee. Francis zou het weten. Functioneerde zijn aangeboren tijdsinstinct nog na de ruzies met Pat? Na de ontlading van zijn emoties over Valerie?  

     

    Serge, die doortrapte kazuifelschurk, de in het nauw gedreven, sluwe gokker, had tijd zat gehad om deze nacht alles tot in de puntjes uit te kienen. Mijn bankkaart! Ik had getankt met mijn bankkaart in Keerbergen, vlakbij de villa van mijn zoon. Ik heb ook Gerda’s schriftjes.

    De smeerlap moet en zal bekennen. Kon mij niks doen!

     

    Mijn hoofd tolde. Ik huiverde, leed. Ik wou Marianne’s lot delen. Zonder haar was er voortaan geen lucht, geen zon, geen licht, geen leven meer mogelijk. Marianne, mijn vrouw, mijn godenkind, mijn begin en einde, mijn wederalles, dat nu niets, niets meer was.

    Ik moest nogmaals de politie oproepen. Jacht maken op haar moordenaar. Straf of wraak brachten me haar echter niet terug. Zonder mijn Marianne bleef er slechts leegte. Een diepe, versmachtende leegte. Een leegte, waarin alleen plaats was voor smart en pijn.  Ik kon  het niet verdragen.

    Leeggelopen miserie was ik. Een blijvende nachtmerrie. Voor altijd.

     

    Ik goot een te grote cognac naar binnen. Fataal op een nuchtere maag. Het kwam er meteen weer uit. Nam een hete douche. Zeepte en schrobde me als gek. Kon Marianne’s dood niet van mijn lichaam sproeien

    Ik ging tegenover haar zitten in de andere zetel. Roerloos. Volkomen apatisch. Hoelang weet ik niet. Maar plots wist ik héél goed wat te doen.

    Maar zou ik…kon ik… ik was toch niet zo’n ondier als die smeerlap van een pastoor?

    Naar de politie gaan, nu meteen? Neen, ik moest zelf réchter zijn…Beul zoals Serge beul voor Marianne was geweest… Marianne,mijn vrouw. Mijne enige alles.


    Wordt vervolgd



    Reageer (1)

    17-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een satanisch brein bekokstooft...
    Wellustelingen....

    episode...

    115...


    Een schande voor jou, meneer de journalist, de grote vlek op je bourgeois-blazoen. Laat de jury maar ontzet zijn over alles wat zich in die mooie villa van jou afspeelde. Laat de epistels van die chaotische, zieke geest maar voorlezen. Laat vooral je zoon meegenieten. Nou ja, genieten…

    De klap op de vuurpijl! Ken je die al? Het animeerverleden van je grietje, natuurlijk. De notarisstory met alles erop en eraan. Alle bewijzen heb ik. Ook de getuigen als het moet. De industrieel zonder naam en de rest. Wie gelooft dat het om verzindsels gaat? Toch geloofwaardig als ik de jury vertel dat jouw Marianne mij ontboden had gisteravond?  

     

    Je zat in Keerbergen. Moneytalk?! Marianne wist dat je de eerste twee uurtjes na haar telefoontje niet terug zou zijn. Ze had het gat vrij, zoals dat heet. Letterlijk en figuurlijk!   Zie je de pers al likkebaarden. Ronkende titels: Gewezen entraineuse en liefje van hoofdredakteur tracht priester te verleiden!

    En dan de cruciale vraag van de Voorzitter van de rechtbank:

    ‘Waarom hebt u ook uw minnares vermoord, meneer Cijnens?’

     

    Het is allemaal zo klaar als een klontje: omdat je eindelijk en héél duidelijk inzag, dat zij niets meer was dan een geldzuchtige sloerie. Poen, jouw poen daarom was het haar toe doen. Het zal, wanneer ik in de getuigenbank sta, niet eens nodig zijn een hint te geven. De conclusies van de magistraten en vooral van de jury staan dan al goed vast.

     

    Ach, wees maar niet bang voor mij, Max. Met uitzondering van de notaris wordt, als puntje bij paaltje komt, zoals het hoort door een goede zielenherder, teruggegrepen naar het biechtgeheim.

    Een kleine insinuatie mischien! Nou ja, we zien wel. Meng schande en extreme jaloezie, wat krijg je? Ravages, toch? Hoe je weet kreeg van die notarisaffaire? Mijn plicht als huisvriend om je tegen het onheil dat Marianne heette, te beschermen. Je op het juiste pad terugbrengen, zeker toen je bij haar definitief wou intrekken. Logisch toch?

    Na de dood van Gerda heb ik jou toch enkele keren gebeld? Getracht je dit telefonisch uit te leggen. Je ook willen bijstaan omdat ik toen perfect raadde wie Gerda had omgebracht. Je trachten te overhalen om alles aan de politie op te biechten.

    Vloesberghe kan die gesprekjes gemakkelijk retraceren hoor. Onderschat de flikken niet!  Ze vangen er zelfs de wespen van de beroepsrenners mee. Bovendien hebben Bette en haar dochter je nerveuze, eigenaardige manier van doen, gisteren in het portaal, beslist opgemerkt, toen jij me ongevraagd kwam opzoeken.

    Het kruisbeeld als moordwapen? Vindingrijk, buitengewoon vindingrijk van mij, al zeg ik het zelf. Gerda heeft er mij twee jaar geleden  eentje cadeau gedaan. Eigenlijk een niemendalletje. Ligt in een of andere lade in de pastorij. Schoondochter Pat was er razend om. Adrienne had, zoals gewoonlijk, bewust haar mond voorbijgepraat. Gerda had echter zomaar geen erfstukken weggeven. Zeker niet aan de kerk, vond je schoondochter. Je gaf Pat toen zelfs gelijk. Gerda beschreef me dit incident in geuren en kleuren. Die schoondochter van jou, zo’n hetze voor één onnozel kruisbeeld! Terwijl de kamer van haar schoonmoeder er belachelijk vol mee stond!

     

    Het moordwapen van Gerda is niet ontdekt, kan nooit ontdekt worden. Het staat immers nog altijd te glimmen op het altaar, het zogenaamde geschenk van twee jaar geleden, weet je.

    Het tweede exemplaar ligt nu in jouw kelder, met jouw vingerafdrukken erop. Zelfs het alziende oog van Adrienne, had van dit stel geen weet, toen ze op vraag van de politie trachtte na te gaan wat er allemaal ontbrak in de slaapkamer. Kon niet. Alleen jij en je zoon weten waar die  typische kruisbeelden zich bevonden.  

    Natuurlijk zal het laboteam  aan de hand van het kelderexemplaar de foto’s van Gerda’s verwondingen, met een ander oog bekijken. Onder het mom van je immens verdriet heb je zelfs alle mogelijke sporen om zeep gebracht. Alles verlegd. Zelfs het lijk. Had ik nog een fout begaan, dan heb jij die ongedaan gemaakt. Hoe dan ook, bedankt! Geef toe: echt stom! Iemand met jouw capaciteiten moet toch beter weten? Een gedreven en ervaren inspecteur heeft daar beslist onmiddellijk een eigen  mening over.  Tja, Max,  dat wordt op z’n minst 25 à 30 jaar brommen voor jou. Een pastoraal bezoek van mij,  nu en dan, zal je voorzeker op prijs stellen. De Heer zij met u!


    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    16-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zelfkwelling
    Wellustelingen....

    episode...

    114...


    Proficiat, maar je verstand komt wat laat, nietwaar. Vier uren te laat, raasde denkduiveltje. Kijk, wat je gedaan hebt. Trek je ogen open, stuk ongeluk. Alle kaarsen en brillen volstaan voor jou niet, uilskuiken. Betweterige rotzak. Meneer heeft geen politie nodig. Meneer voelt zich de opperste rechter. Wat meneer zelf doet, doet hij beter. Het resultaat ligt daar. De tweede keer al! Bij Gerda  was er de vakbond en bij ons bieke, de euforie van Sherlock Holmes.Weet je wat je voortaan kunt doen? Zwierig mijn kloten kussen. Trek je plan, je hoort me nooit meer. Ik ben dood. Eveneens ja. Voortaan kan je stikken. Ook jij, kompaan van de duivel, moordenaarshulpje, jij arrogante hufter, jij geattitreerd shitschrijvertje, jij miserabel  zielepoot. Je bent eveneens dood.

     

    Ja, ik had Serge geholpen. Mijn afwezigheid had hem een handje toegestoken. Hem zelfs vrij spel gegeven. Rien ne va plus. Zijn gok was meer dan geslaagd. Bracht hem alle winst op. De schurk zou nu misschien wel slapen, meer dan gerust slapen zelfs. Had hij de dagboeken niet, dan verkneukelde hij zich bij de gedachte dat mijn leven zinloos was. Amen en uit. Zonder Marianne. Ik zag zijn vette buik op en neergaan door de binnenpretjes.

     

    Hij wist verdomd goed hoe ik jankend en vloekend van razernij en onmacht, die verafschuwde crucifix zou vastgrijpen en er als een woesteling mee te keer  gaan. Overal, tegen de muur, tegen de trap.

    Die crucifix! Natuurlijk! Op de antieke bruidschatskist. Onder de vensterbank van Francis’ kamer. Twee identieke kruisbeelden. Loodzwaar. Ze flankeerden immers zijn verzameling matchboxes. Kruisbeeldenralleys mee gehouden en de jongen vaak laten winnen. Ik herinnerde me plots  de bronzen stukken tot in het kleinste detail. 

    Gerda had de kamer van onze zoon, bij mijn weten, intact gelaten na zijn huwelijk. Dus had Serge de kamer van de Francis eveneens doorzocht. Met een beeld zijn moeder omgebracht en het andere meegenomen. Aanvankelijk met de bedoeling het te versjacheren. Tot zijn duivels brein er ander garen mee spon.

     

    Francis zou de crucifix in de kelder beslist herkennen. Aan Vloesberghe vertellen dat  beide stukken op zijn jongenskamer hadden gestaan. Een prijkte op het altaar. Kon een geschenk van Gerda zijn aan haar dierbare vriend. Adrienne had eveneens enkele beelden gekregen, was trouwens ook in een van haar dagboeken te lezen. Het tweede beeld droeg mijn vingerafdrukken en Marianne was ermee gedood. De smeerlap wou er mij opnieuw inluizen.

     

    Goed gezien, doe maar verder, Max, hoorde ik Serge grijnzen. Je hebt inderdaad je eigen vonnis getekend, vriend. Jouw vingerafdrukken prijken op het beeld, natuurlijk denk je er niet aan die weg te wissen. Je zwalpt in pijn, verdriet en onmacht. Zelfbeklag en beslist zelfverwijt. Je had toch beter moeten weten, vriend? Zie je mij juichen? Maagdelijker dan de onbevlekte ontvangenis ben ik. Door jou gezuiverd van elke verdachtmaking.

     

    Het kleinste kind weet dat Gerda ziekelijk jaloers was. Een hysterica, niet mijn woorden, die van je zoon. Weet ik van je schoondochter en die heb ik meer dan op mijn hand hoor. Met de hulp van een gewiekste advocaat, zal Pat mij op alle domeinen bijtreden. Zeker weten. Een kleine rondvraag in de buurt en de brave dutsen bevestigen, dat ik wekelijks twee tot drie keer je vrouw bezocht. Pastorale steun verlenen, heet dat. Vloesberghe en zijn team beseffen dat er bij Gerda meer dan een vijs goed los zat. De slaapkamer, zeg, een kluif voor gerechtpsychiaters. Ziekelijk jaloers en seksueel meer dan gefrusteerd. Ook door jou. Waanvoorstellingen had ze. Meer nog, schizofrenie: Gerda met de drie gezichten. Buitenshuis de zachte, eerbiedwaardige, hulpvaardige mevrouw Cijnens, in haar slaapkamer de fanatieke non Gerda en tegenover mij de geobsedeerde, geile hoer Marianne.




     

    Reageer (0)

    15-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dwaze gedachten
    Wellustelingen....

    episode...

    113...


    Was hij zo behept door de dwang om Gerda’s dagboeken meteen terug te vinden, dat hij de grootste en domste gok van zijn leven had gewaagd? Fifty, fifty. Alle winst of alle verlies!

     

    Ik probeerde het me min of meer voor de geest te halen. Had ik de deur voor hem geopend in plaats van Marianne, dan zou zijn flemende stem, bevend van schuld, onderdanig gemompeld hebben:

    ‘Max, laten we meteen naar de politie gaan… Ik kan Gods zwaard niet langer afweren… Ik moet gestraft worden. Hier is het moordwapen…’

     

    Wat zou hij er dan nog meer bij verteld hebben? Wat zou hij, plots beseffend dat niks nog enige zin had, nog uitgehaald hebben? Zo’n monster was tot alles in staat.

    Maar Marianne en ik niet ik had de deur opengemaakt. De bel van de voordeur was overal meer dan duidelijk hoorbaar, het geluid irriteerde me vaak, want vrij schel. Niet schel genoeg om de diepe slaap van Marianne te storen. Een loeiende brandweerauto kon zelfs haar namiddagdutje niet onderbreken.

     

    Slaapdronken mischien? Dacht ze dat ik mijn huissleutel vergeten was? De garagepoort niet in het springslot? Was ze al een paar keer vergeten, wist ik. De volhouten kantelpoort was voor haar immers te zwaa , om met de nodige kracht het springslot bovenaan te laten klikken. Bovendien klemden de metalen geleiders op een tweetal plaatsen. Dit moest ik meteen checken. Alle mogelijkheden nagaan hoe de schoft was binnengedrongen. Mijn vrouw kon het niet meer ophelderen.

     

    Eerst voor jou zorgen, lieveling. Jij gaat altijd voor. Nu meer dan ooit. Nu kan ik het aan. Misschien. Kom, mijn alles.

    Ik droeg heel moeizaam, uiterst behoedzaam mijn godenkind naar boven. Mijn levensloos goddelijk kind. Legde haar lichaam op de driezit in het salon. Slaapkussen onder haar hoofd. In een van de laden vond ik een  grote witte tafelnap, nog in orginele verpakking. Spreidde die over mijn kleintje, liet de schouders wat vrij. In sprookjes volstaat dan slechts een kus…Verdomme! Godverdomme!

     

    Wat maakte mijn verhaal en commentaar tegenover mijn zoon zo onontbeerlijk, dat ik nog weg moest van mijn vrouw? Waarom mijn kleintje achterlaten, wetende dat de schoft op vrije voeten liep? Onbekwame, onbezonnen, egoïstische dwaas die ik was. Mijn leven, mijn hoop, mijn verlangen, mijn geluk , het beste van mezelf, lag daar op de driezit, niet slapend, bewegingsloos, dood.

    DOOD! EVENEENS VERMOORD!



    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    14-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gok van Serge


    Wellustelingen....

    episode...

    112...


    Naderhand, toen de hyena in mij enigszins tot rust kwam en ik, nog in hallucinogene mist, logisch trachtte te denken, stonden de naakte feiten ontnuchterend helder voor mij. Marianne was dood.

     

    Ik kon niets meer doen. Niemand kon haar noch mij helpen. De dader kende ik! Daar lag zijn moordwapen en merkteken. Waar had ik dat ding nog gezien? Het kwam me vaag bekend voor. Op het altaar, uiteraard, de schoft had het me aangewezen. Nee, niet alleen daar. Waar dan? In Gerda’s kamer had ik in jaren geen voet gezet. Vanwaar die vage herkenning?

    Een kwalijke, doordingende geur hing in de kelder. De geur van uitwerpselen. Zou Marianne? Ik moest haar wassen. Dat prachtige lichaam mocht niet bedorven worden. Ik stond recht. 

     

    Niet Marianne, maar ik stonk. Mijn broek, mijn kousen, alles doordrenkt. Drek alom. Foert. Mijn stank zou haar lijfje niet bezoedelen en mezelf kon het geen reet schelen. Mij kon überhaupt niets meer schelen.

    Alle leven gleed eveneens uit mijn lichaam. Alleen mijn hart, mijn longen, ja, die functioneerden robotmatig. Ook mijn hersenen deden het nog. Nadenken, Max, nadenken.

     

    Marianne had me gebeld rond negen uur. Omstreeks kwart voor twee was ik weggereden bij Francis, had getankt in Keerbergen, dus rond twintig voor drie thuis gekomen. Daartussen moet het gebeurd zijn. Hoe die schoft was binnengeraakt, hoe hij wist dat ik niet thuis was, waarom Marianne nog na negen uur de deur opende en wat er zich binnenshuis had afgespeeld, zou ik nooit te weten komen.

     

    Wat had hij haar wijsgemaakt? Had hij zijn ontschuldigste makser opgezet? Want in veinzen, liegen en mensen om de tuin leidden was Serge een grootmeester. Onovertrefbaar.

    Marianne wist dat hij een ploert was.

    Hij zal daarom misschien meteen met volle kracht hebben toegeslagen, haar nog zwijmelend de keldertrap afgegooid.

    Waarom zo laat de deur openen, Marianne? Zou hij nadien in de hal op mij hebben gewacht? Moest ik zijn derde slachtoffer worden? Maar ik kwam niet. Toen dat in zijn satanisch brein doordrong, moet hij hard en schokkend van opluchting gelachten hebben. Zijn bloeddorst gelest op een manier die hijzelf niet voor mogelijk hield. Snel handelen nu. Crucifix schoon vegen. Geen vingerafdrukken nalaten. Zich zo snel mogelijk uit de voeten maken.

     

    Stel dat ik in mijn villa overnachtte, al had Francis aan hem het tegendeel verteld. Serge wist verdomd goed dat ik er nooit meer de nacht zou doorbrengen. De villa was vol van morbide herinneringen. Marianne betekende mijn nieuw begin.  Maar waar was ik dan?

     

    Natuurlijk besefte hij dat ik elk moment kon verschijnen. Bij het gejaagd verlaten van het huis, was hem dan, als in een aureool van gregoriaanse muziek, een beeld verschenen. Ja, dat beeld moet die schoft gezien hebben: ook mij ombrengen! Want ik had allicht de politie nog niet verwittigd. Was dat gebeurd, dan zou hij stellig al geklist zijn. Hij wou en zou de dagboeken vinden. Hij moest ze hebben. Zich indekken met onschuld en onweten. Een gok als een andere.


    Zelfs als Vloesbeghe reeds op de hoogte was gesteld door mij, meende Serge nog tijd te hebben om zijn plan uit te voeren.

    Wat was er dan verder in dat waanzinnig hoofd van hem omgegaan?

    Ik trachtte het me voor te stellen…


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    13-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gebroken blik


    Wellustelingen....

    episode...

    111...


    Niet in de hal, niet slapend op de driezit in het salon, zeker niet in de woonkamer of keuken. Toch niet gevallen in de tuin?

    Een vochtige tocht deed me rillen. Ergens stond een deur of raaam open. De kelderdeur klapte dicht door de wind buiten. Marianne in de kelder!  Ik rukte de deur opende, schakelde het licht aan.

    ‘Marianne!’

    Daar lag ze.

    Onderaan de trap. Half ineengekrompen. Roerloos.Ik werd puimsteen. Ijskoud opbrandend van geschokt ongeloof werd ik. Kon niet meer ademen. Mijn benen voelden als totaal verlamd aan. En mijn varicen waren nog niet helemaal op hun effen. Verdomme, Max, kom tot jezelf. Handel, man! Ze moet geholpen worden! Een dokter! Nee, die speciale interventie ziekenwagen, met dokters erbij. Zou ze nog ademenen?

    Ik dook de trappen af. Voelde haar pols. Geen polslsag of nauwelijks? Haar hoofd en gezicht bebloed. Opengesperde ogen. Ademde ze? Was ze in shock? Ze leek er erg aan toe. Dra raakte ze onderkoeld op de kelderstenen in haar nachtkleedje. Niet nadenken, handelen. Iedere minuut was levensreddend. Mijn vrouw moet geholpen worden. Ik mocht haar niet verliezen. De MUG! De MUG bellen en direct naar Jette. Naar het AZ.

    Dan zag ik het!

    Ongeveer op een meter afstand van Marianne’s linkervoet. Het bronzen crucifix. Gerda’s crucifix. Serge! Het kruisbeeld. Zijn moordwapen. Haar dood. Onze dood.

    MARIANNE! MARIANNE!

    Smeerlap, mijn vrouw. Waarom mijn vrouw? Ik greep brullend het bronzen crucifix en slingerde het tegen de keldermuur.

    Marianne was dood. Vermoord. De liefde van mijn leven, het meest waardevolle stuk van mijn bestaan was niet meer te redden.

    Ik braakte. Had het gevoel al mijn schroeiende ingewanden uit te kotsen. Schreeuwend. Huilend als een zwaargewonde wolf. Een gemarteld dier. Creperend van pijn.


    Een breedgapende wonde aan haar achterhoofd.  Gestold bloed tussen haar prachtig blauwzwart haar.  Pas nu zag ik in de  doodsangst in haar opengesperde ogen. Ongeloof en wanhoop verpletterden me. Het besef vooral dat alles, haar leven, ons leven, ons voor goed ontnomen was. Haar gebroken blik vertelde het. 

    Ik sloot haar ogen.


    Verwilderd snikkend, verwrongen van afschuw, knielde ik naast haar neer. Nam haar teder in de armen. Kuste haar ogen, voorhoofd, de halfgeopende nog steeds prachtige lippen. Proefde de zilte smaak van mijn tranen, nu vermengd met haar bloed.

    Ik likte haar gezichtje schoon. Had ik vroeger nog gedaan, het zou voortaan nooit meer kunnen. Dronk haar bloed. Wou alles van haar in mij opnemen. Het kon nu nog.

    Ik jammerde in razende machteloosheid om dat prachtige haar met bloed doordrenkt, dat dra een vreemde substantie zou worden die niet bij haar hoorde. Ik greep haar hand, kuste elke vinger en  hield haar handpalm tegen mijn wang. Streel me lieveling, streel me toch. Nu, draag ik je naar boven. Mijn kindje  hoort niet zo il en vreemd te liggen. Kom, zoetje.

    Ik trachtte haar slap lichaam op te nemen. Naar boven brengen zou me moeilijk lukken. Geen kracht meer in de armen. Daar! De hoezen met de spullen van de tuinzetels. Ik legde haar behoedzaam op de kussens alsof die haar dood zouden verzachten, ontkennen, wegnemen. Mijn roosje, tussen de zonnebloemen op het canvas.

    Ik knoopte haar ponnetje dicht. Kuste haar opnieuw, steeds weer, overal. Ging zijlings naast haar liggen. Aaide voorzichtig haar wang. Draaide haar lokken rond de vingers. Snikte.

    Ik had haar nog zoveel te vertellen. Over Francis, die onze hulp nodig had en over zijn Valerie. Over het roodkopje dat zij ons zou schenken. Het kind, dat ik jou niet kon geven, komt er, lieveling. Via een ommetje, maar het komt er. Oma en opa! Stel je voor. Wat hou ik toch van jou, mijn bieke, zo veel meer dan toen ik vanavond wegreed.

     

    Ik streelde haar hoofdje. Mijn vingers plakten aan de breuklijnen van de verwondingen. Heftig zoog ik haar bloed op. Haar allerlaatste beetje leven opdrinken bracht mij in een staat van algehele chaotische zelfdood. Toen greep ik de crucifix en begon er tierend en brullend weer mee te hameren, tegen de muren, op de vloer. Totaal verdwaasd van woede, ellende, opstandigheid, haat en wraakzucht.

    Ik was geen mens meer. Alleen nog een wild gevaarlijk beest. Bloeddorstiger dan haar moordenaar. 


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    12-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zo gegeerde rust


    Wellustelingen....

    episode...

    110...


     

    Ik ging voorzichtig naar boven.

    Maakte zelfs het licht niet aan. Ik wist dat Marianne vermoeid was. Wist ook dat ze dan even vast sliep als een notoire zuiplap na tien Duvels. In de badkamer trok ik mijn pyjama aan. Daarna tanden poetsen, een plasje en ik slofte naar bed.

     

    Marianne sliep altijd in aardedonker. Wou de zware overgordijnen hermetisch dicht.  Verdroeg niet eens het groenachtig schijnsel van de digitale klok. Duisternis en slaap vormden een onscheidbare eenheid. De perfecte harmonie nodig voor geest en lichaam, beweerde ze.

    Op de tast schoof ik naast haar. Zocht de warmte van haar lichaam. Draaide me voorzichtig lepelend naar haar toe. Niets! Verbazing. Leegte! Koelte op haar plaats. Ze was er niet!

    Ik veerde recht. Trok aan de schakelaar. Zag een leeg bed. Haar hoofdkussen nauwelijks ingedrukt. Het onderlaken lichtjes gerimpeld. Zij had dus wel in bed gelegen.

    Maar waar was zij nu?

     

    Een onzekere machteloosheid beving me. Een drukkende zweem van paniek. Niet wetend wat te doen en toch de verlamde wil om te handelen. Ik kon me echter nauwelijks bewegen. Dat besef van plots helemaal versteend zijn had me al overvallen. Nu brandde er angst bij. Almaar koortsige, groeiende angst. Een stortvloed aan vragen. Ik moest weten. Moest zoeken.

    In de badkamer lagen haar slipje, panty, bh en trui. Zelfs haar pantoffels.

     

    ‘Marianne! Marianne!’

     

    Ik schakelde alle lichten aan op de overloop. Liep naar de kamer van haar vader, de kleine logeerkamer van Jenneke. De grote en kleine zolder. Niemand natuurlijk.


    ‘Marianne, Marianne!’


    Ik schreeuwde haar naam zo luid ik kon:

    ‘Marianne! Hoor je mij? Marianne, alsjeblief antwoord!’

    Het huis bewaarde zijn stilte. In de garage stond haar wagen. Ze was dus niet weggereden. Waarom zou ze ?  In haar nachtponnetje  nog!Aan de muur haar grote shoppingbag, onder het prikbord. Ze had haar weekend-aankopen al genoteerd.

     

    ‘Marianne!’

    Reageer (0)

    11-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat zal het vandaag worden?


    Gisteren 20u30

     

    “Goeie arbiter, die Fransman!

    Daar zie, geef af naar rechts. Naar rechts zeg ik, domoor!

    Allez Fellaini, hoe is dat mogelijk. Zoiets verkopen ze voor 20 miljoen!

    Stijnen, zever niet de ref staat er met zijn neus op, gij gestepee!

    Die zwarte kan geen bal houden. Zie dat af, zie dat af!

    Maar Sonck toch replikeer niet, onnozelaar, die arbiter is echt niet van gisteren.

    Ja, jongen, drie keer rollen en blijven liggen. Voilà, wat heb ik gezegd.

    Veteranenvoetbal, niks van fut!

    Yes, yes, yes, dat is’t Sonckske, dat is’t jongen. Bie, komt naar de herhaling zijn. Dat is spelen! Wijsvingers de hoogte in en nu met buikje draaien!’

     

    Nadien kwam er nog ahoertgeroep voor een betwistbare penalty, waren er tribune hansworsten en hun carotiers, blinden en strijkijzers met jeanettentackles, bloemzak Vercauteren altijd onderuitgezakt naast de vroegere valse trage uit de Limburg, nu salontrainer en een of ander Sutterke dat nog veel te kort kwam. Veel chance maar niets van fut die van ons. Maar de Turken waren geen haar beter…


    Voetbal een proletarische happening? Altijd ten huize Titipoes.

     

    Eergisteren 20u10

     

    Terzake. Vadderke en Cools oog in oog met meisje Van Wanten. Duiding heet dat. Duiding van wat? Van bilhoge splitten en bijgestifte scheermeslippen? Sedert enkele VTM pipo’s onze nationale zender bemannen, ligt de verwildering, vervuiling zeg maar, wel heel nabij. In Zwitserland worden miljarden gespendeerd om een mini big bang te produceren  bij middel van een  cyclotron om zo de mysteries van de materie en van het universum trachten op te lossen. Peeters staat op scherp met het dictaat van De Wever, een “gestolen” GSM legt een bom onder onze veiligheidsdiensten, de productiestop van isotopen bezorgt tal van kankerpatiënten meer dan slaaploze nachten wat duidt Canvas… Miss Rolmops: ex-naaktje op de Nederlandse zenders, ex-foefje van prins Woefwoef, ex-VTMformat, ex-diva voor aso’s, ex zoveel.

     

    Eigenlijk een hoop zieligheid. Zieligheid die nu een boel perrewetten komt maken tegen de Van Thillo’s. De fut zit er nog in maar de rek raakt er uit. Dat heb je als je tegen de vijftig aanleunt en al je inhoud in je vormen zit.


    Het Van Wanten mens volgde destijds op de Hollandse zenders Xaviera D’Hollander op, die enig vlotgebekte hoerenkastmadam vol ouderwetse bevlogenheid. Oostendse Iris werd Wendy en ze werd geholpen om te weten hoe ze van wanten moest weten. Profileerde zichzelf met graagte als vleselijk brokje ontspanning voor Jan en Mieke. Vlinderde gesponserd door de boekskens van Pontius naar Pilatus, is oma van een ukje dat ouder is dan een van haar laatkomertjes, liet zich door VTM een halve gare aannaaien die haar commercieel bezwangerde en kijk…het mens is boos, heel boos. De lawaaizucht rond haar privéleven pikt ze niet langer, toch niet van een bepaald boekse…


    “En, meneer De Vadder ik doe dit niet voor geld hoor! Wel om een aanzet te geven voor alle BV’s die zich belaagd en belazerd weten door de boekskens. Geld komt eventueel in een tweede fase.”

     

    Van Wanten weet perfect waar het schoentje knelt. Haar gekweel is niet langer van deze tijd. Naar het schijnt zit het coachen van haar carrière haar Franske nog minder mee. Wendy en haar spagaat: té jong voor optredens in bejaardentehuizen (overwegend in handen van Caritasinstellingen bovendien…) en te gedemodeerd voor zaaloptredens of openingen van nieuwe zaken.

    Er zijn trouwens ernstige kapers op de mediakust….Hot Marijke, het piepje met de zweepjes; kettingen en tepelklemmen, beweert een federale minister onder haar vaste clientele te hebben. Van de salons van Hertoginnedal naar de SM-vertrekken van een jonge domina, met wit evaatje aan kruipend op de knietjes, ontblote kont en plumeau in de mond…rarara. Als het van de boekskens afhangt komen we dat beslist na torenhoge oplagecijfers wel te weten.

    Geef toe, beste lezer, 't is wat anders dan dan de dikke vis met borrelnootjes die ons al anderhalf jaar wordt door het strot geduwd  of handjesklappen met Samson en Gert, zelfs de  vuistdikke porei en  windhanen van Jean-Luc vallen in het niets met wat die frivole kippetje via de boekskens gaat serveren.






    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijna over en out
    Wellustelingen....

    episode...

    109...


    Ik parkeerde de wagen en betrad het donker huis. Neen, ik zou Marianne niet wekken. Ik had zelfs geen behoefte aan slaap. Ik had aan niets behoefte. Tenzij Serge opgesloten te zien.

    Ik zag hem met Marianne. Hoorde hem zijn smerige voorstellen doen. Dan met Gerda. Haar schoppend in de keuken, ruziënd bovenaan de trap. Serge en zijn gefingeerde bereidwilligheid voor de uitvaart. Serge en zijn belofte aan die vunzige flemerd van een notaris. Ik zag mijn vrouw aanpappen met die opa. Ze kropen in bed en ze wou hem geld doen kakken. Beiden kraaiend van plezier. Alles keerde om in mijn binnenste.

    Mijn hoofd barstte.

    Mieren en muizen knaagden opnieuw al mijn blijdschap van daareven en mijn verwachtingen stuk. Ze wroetten en krioelden door mijn hersenen. Een angstfanfare van hoon, zelfverwijt, onmacht, woede en haat. Wurgend. Gedachten als koorden rond mijn hoofd. Ze trokken, lieten los, trokken opnieuw, drukten tot ik geen adem meer kreeg.

     

    Beheers je Max. Ga naar boven. Ga bij je vrouw. Rust naast haar. Het is vrijwel ochtend. Het is bijna voorbij. Je hebt het geklaard. Je hebt gewonnen. Nieuwe toekomst in de herfst van je leven. De langste en vreemdste  nacht  is seffens verleden tijd.

     

    Ik nam een flesje bruis uit de koelkast. Slurpte het koele water gulzig naar binnen. Dat deed deugd. Smaakte nu beter dan de meest uitgelezen wijn. Een simpel flesje bruis als start bij de herbronning van mijn leven. Geen enkel hongersignaal. Toch maar een appel. Hondsmoe maar klaarwakker. Hoe laat al? Tien voor drie. Tijd voor een goeie vier à vijf  uren rust. Dan nogmaals de politie bellen, de dagboeken van Gerda, de hele rimram rond de afgezant des duivels. Misschien een laatste verklaring op het bureau  ondertekenen. Twee dagen de krantenkoppen, die een hoop telefoontjes gingen veroorzaken. Dan: over en out.

     

    Deze tijd, volgend jaar,  allicht zijn proces. Kleine week rechtbank. Strafvordering,  verdict en gedaan.



    Wordt vervolgd


     

    Reageer (0)

    10-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Om de tuin geleid?
    Wellustelingen....

    episode...

    108...


    Ach, Laat miss life-style maar komen, het Cijnens-duo  zal haar met veel verve een toontje lager doen zingen, kwaken eerder.

     Eerst nog tanken en dan naar huis. Naar Marianne, my precious darling-baby. Valerie zal ook voor haar een bijzondere verassing zijn.

    Valerie! Ze beviel me. De manier waarop Francis haar had beschreven. Pittige naam voor een pittig meisje. Nog enkele weken, eerst de Vesuvius in Keerbergen laten uitspuwen en dan wou ik haar ontmoeten. De weldoenster van mijn zoon en de toekomstige moeder van mijn  eerste kleinkind.

     

    Marianne, ik en ons roodkopje aan zee. Zandkastelen bouwen. Natuurlijk, ging ik met hem zwemmen, voetballen en fietsen. Putten graven in de tuin. Ridderverhalen schrijven.Vergeet het,vriend, vergeet het! Denkduiveltje en zijn commentaar, altijd weer! De snotneuzen van vandaag graven geen putten meer. Games, play stations moeten ze hebben. Twee-duimen-speeltjes en dzjoef-dzjoef  met samourai Jack en Black Devil Dragon. Lichtgevende Star Wars zwaarden en af en toe, afhankelijk van de commercieel opgeschroefde rages, ouderwets knikkeren. Tegen die tijd ben jij er veel te stram voor. Arthritis en artrose, oude mannekenskwalen! By the way, er reeds aan gedacht, dat het ook een zij-tje kan zijn? Ik zie je al drukdoende Barbietjes toiletteren, pareltjes rijgen, teennageltjes lakken, pépé Max, hoofdhaar vol plastic knijpspeldjes! Daar gaat volk op afkomen! Laat dat kleinkind nog een paar jaar rustig in het zakje van Francis zitten, vriend.

    Concentreer je  op die schoft morgen in zijn kerk en de mogelijkheid dat de vogel gaan vliegen is. Het zou me niet verbazen, mocht hij op dit ogenblik in de Lufthansa businessclass een stewardess om een Jack Daniels vragen!

     

    Dzju, waarom had ik zo getalmd in die kerk? Waarom was ik naar die ploert toegereden?  Waarom niet direct politie geïnformeerd? Tiens, nog altijd geen telefoontje van Vloesberghe gekregen. Had ik er toch beter aan gedaan de dienstdoende agent een volledig relaas te geven, of zelf naar het commissariaat te rijden om verslag uit te brengen? Ze hadden hem meten gearresteerd zonder de tussenkomst van Vloesberghe. De onderzoeksrechter of de procureur waren er ook nog! Agenten hebben richtlijnen, die mannen weten wat hoort en moet.

     

    Vitale informatie, had ik gezegd. Informatie is echter geen bewijsvoering, vriend. Wat vitaal schijnt voor de ene, is voor de andere een olifant die een muis heeft gebaard. Maar ja, je wilt niet luisteren. Niet naar je zoon, niet naar Marianne, niet naar mij met al mijn gezond verstand. Een oude, koppige ezel, dat ben je. Voilà.

     

    Godverdomme, ik had me door dat loeder wellicht toch om de tuin laten leiden. De hoeveelste keer al? Nog niet geleerd!  De schurftige puist  die mijn vrouw als neukpop wou. Tegen betaling!

    Reageer (0)

    09-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iedereen een nieuwe lei!


    Wellustelingen....

    episode...

    107...


    Waar die jongen zich toch zorgen over maakte! Zo’n  pracht van een opportuniteit kreeg hij niet elke dag aangeboden. Kermit, was een ander geval!. Een goeie notaris of indien nodig een prima advocaat en en de klus was zo geklaard. Ging China niet door, geen probleem. Pat had haar villa in Keerbergen en hij kon zo in mijn huis intrekken. De sombere herinneringen wegwerken met enkele verbouwingen. Voor mijn part zelfs de hele boel verkopen.

     

    Op een nieuwe en definitieve lei met zijn Valerie kon beginnen, dát wou ik. Het vermogen van zijn moeder, hoefde ik niet. Er waren gelukkig geen kinderen: die pionnen in vechtscheidingen, slachtloffers zonder inbreng. Alleen lijdzaam en niet begrijpend toezien. Bloesems onder puin.

    Twee jaar eerder échte liefde ervaren was met geen geld te betalen. Nee, mijn zoon mocht geen dag laten verloren gaan. Hij kikkerde meteen van mijn aanbod op. Vroeg of hij er werkelijk kon op rekenen. Of ik dit eerst niet wou doorpraten met Marianne. Ik schudde het hoofd. Het was reeds twintig voor twee, tijd om afscheid te nemen.

     

    ‘Nog één dag, jongen, zelfs minder en dit afschuwelijk hoofdstuk mag afgesloten worden.Tabula rasa, een nieuw begin, jij met Valerie en ik met Marianne. Ik bel je onmiddellijk na de arrestatie van Serge. Nu naar bed jij en…sweet dreams.’

     

    Hij omarmde me. Ik sloeg de kraag van mijn Burburry op en spurttein de pletsende reen naar mijn auto.

    Het leek voorbij.

    Alle stukjes van de puzzel lagen netjes in hun vak. Nog enkele maanden en ook Kermit was verleden tijd. Eindelijk! Maar Francis was nog niet klaar met Pat. Het koeioneren van de Cijnensen was haar specialiteit. Vooral de ouwe zou het nog moeten ontgelden. Het onderste uit de kan, zou nog te weinig zijn.


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    08-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tussendoortje

    Wildplassers, wildparkeerders en sluikstorters..









    Ik heb er de pest aan. Het ergste is dat je er machteloos tegenover staat. Op openbare plaatsen bestaat de kans dat ze een enkel keertje tegen de lamp vliegen. Maar hier op Seniorennet, vergeet het. Op Sennet is er al lang geen sprake van een rage of hype, maar dagelijkse kost hoe langer hoe meer: poot opheffen en vlag deponeren, even langs gaan op z’n hondjes.

     

    De ene doet het ietwat schuchter, steekt zich weg achter een bloempot, een ukje met leuk jurkje of een moegelezen gejatte slogan versierd met knipperende dwarrelende sterren, de andere daarentegen…!! De macho-bompa en macha-moemoe…inhoud quasi nihil, aangemeten en versierde ego-uitstraling des te meer met behulp van flitsende bolides, gefotoshopte onnatuurlijke lijven en bloot, veel bloot.

     

    Hoe luidt de publicitaire boodschap ook weer? “Internet is van jou, van mij en van iedereen!” Een heel sociaal principe, dat ik enkel maar kan toejuichen behalve wanneer het meest verfijnde, prachtigste, meest poëtische Sennetblogje door zo’n wildplasser wordt ontsierd. Als ERNST schrijft hoe een man of vrouw  woelt en weent, verzilt in tranen in de holte van een bed zoekt naar een silhouet…naar LIEFDE…en deze zoektocht ondersteunt door het romantisch-speelse doch schitterend uitgevoerde wereldberoemde Menuet van Bocherini, mensen laat daar asjeblief in jullie reacties geen razende twintigtonner of hobbelende stootkar op los. ERNST is een inderdaad een blogje waar het heerlijk is om te vertoeven. Te mooi om te ontsieren met allerlei storende, bombastische klevers. Wat is er mis met gewoon jullie nickname en een of twee kleine woorden genre “Jefke was hier”?

     

     


     

     

    Reageer (4)

    07-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roodharig lachebekje.


    Wellustelingen....

    episode...

    106...


    Zijn meisje? Denkduiveltje kwam erbij. Niet zo vlug, vriend. Wat als hij met een jongetje voor de pinnen komt? Jou kennende zie ik dat ventje niet zo direct in je wijnbanen drijven. En ze komen ervoor uit, de laatste jaren. Gelukkig! Doch stel dat Francis zich binnen de drie minuten out! Benieuwd je gezicht te zien. Ik weet het, ouders hebben daarmee geen problemen, zolang het niet die van hen  is. Je niet aantrekken, vriend, als het zo is, soit. Liefde is liefde! Jij met vrouwke, hij met zijn ventje.

     

    Volgend jaar gaan we dan met z’n allen naar de Gay Parade. Onze Francis, een meter zevenennegentig, boven op een wagen, pluimen op het hoofd en tussen de billen of in zwart leder. Zingen van YMCA. Oké, je me tais. Zet verder je oren goed open en zeker je hart!

     

    ‘Nee, pa, zo ver zijn we nog niet. Lang niet. Oelala! Valerie staat voor haar eindexamen. Ze droomt ervan om later te doctoreren. We kennen elkaar pas vier maanden!’

    ‘Hij zal toch geen tweede Gerda aan zijn been hebben?’ vroeg mijn bemoeial. Een koppel anno 2005, vier maanden samen en nog niet van de grond geweest! Hoelang hebben jij en Marianne erover gedaan? Vier dagen en boem-boem. Een geluk dat Francis vierentwintig jaar voorsprong heeft. Zoniet. Amaai!

     

    Valerie was drieëntwintig. Studeerde geschiedenis aan de VUB,  sociaal-economische. Jobstudente bij een bakker, op zaterdag en zondagvoormiddag. Francis ging alleen die dagen ’s morgens om broodjes. Na een viertal weken haalde hij zijn bestelling op om halfzeven. Een vijf-minuten-praatje  over de unief kon er dan wel af.

    Net toen ze op een zaterdagnamiddag om vier uur de bakkkerij verliet, reed hij voorbij. Bood haar een lift aan. Deden een terrasje. Voerde haar naar haar studentenkot. Nadien hielp hij haar nu en dan met de wekelijkse boodschappen. Bracht haar één keer, midden in de week, naar huis. Naar Herentals. Ze had immers griep en vrij hoge koorts.

    Momenteel schikte hij zijn werkplanning zoveel mogelijk in functie van haar lessenrooster.

     

    Valerie was een schatje. Een spraakwatervalletje waar hij uren kon naar luisteren. Haar oudere zus had net een tweeling gekregen. Valerie had de bevalling meegemaakt en was er ondersteboven van.

    Ze was stapelgek op haar nichtjes. Bijna elke week kocht ze twee babyspulletjes, maar niet identiek.  Twee fopspeentjes, twee slabbetjes, twee paar kousjes. Leuke kleinigheden. Valerie was zuinig met geld. Ze betaalde haar kot en etenswaren zelf. Kledij was overwegend tweedehands. Maar ze had klasse, grote klasse. Francis mocht haar financieel niet helpen. Tot ze problemen kreeg met haar verouderde pc en ze heel dankbaar zijn nieuwe laptop aannam, maar alleen in bruikleen. Dat was de voorwaarde.

     

    ‘Ze is gewoon fantastisch pa. Een brok dynamiet. Heeft interesse voor alles en nog wat. Wetenschap, politiek, letterkunde, plastische kunsten, daarom zit ze trouwens in de quizzploeg van de unief. Was tot voor twee jaar lid van een toneelclub in Herentals. Een klein, pittig en vinnig vechterje. Irish roots. Merk je zo. Hoogblond haar, lichte teint, maar bruinzwarte karbonkels van ogen, sproetjes op de neus en…lachkuiltjes rond de mondhoeken… Pa, door Valerie hoop ik ooit het woord liefde te kunnen schrijven zoals jij. In koeien van letters!’

    ‘Hoe staat het met Pat ? Heeft ze er weet van? Haar kennende zal dit geen lachertje worden.’

    ‘Eerlijk gezegd, pa, met een scheiding zal zij geen problemen hebben. Op voorwaarde dat ik me, laten we zeggen, heel royaal toon bij de verdeling van dit huis en de inboedel. We leven onder hetzelfde dak en we delen dezelfde keuken, maar daarmee is de kous af. Zij life-stylet met haar snobistische vriendinnen en rotzooit hoogstwaarschijnlijk met een fils-à-papa, die op de tenniscourts rondhangt. Tja, pa, iemand zal heel veel water bij de wijn moeten doen. Guess who? Vergeet niet dat een flink stuk van mijn verdiensten in dit huis geïnvesteerd is. Die afschuwelijke inrichting hier heb je voor geen habbekrats! Pat gaat niet uit werken, heeft officieel geen persoonlijke bron van inkomsten, maar ze kent de mijne. Haar alimentatie-eisen zullen wel navenant zijn.

    Deels daarom overweeg ik om hier uit de zaken te stappen en in te gaan op het voorstel van een Nederlands pharmaceutisch bedrijf. Ze gaan over tot uitbreiding van de productielijnen in China, pa. In se heeft Valerie daar echt geen problemen mee. Eerlijk gezegd, ze kijkt ernaar uit. Ik wil dat ze er meer dan ernstig over nadenkt. Erover spreekt met haar ouders, zich rekenschap geeft van de problemen die een totaal vreemde mentaliteit en cultuur kunnen opleveren.

     

    ‘Wij zijn van plan om in september een drietal weken ter plaatse een en ander na te gaan. Spreken met andere ex-pats, vooral met hun partners. De leefomstandigheden en voornamelijk de mogelijkheden voor Valerie onder de loep nemen. De Nederlanders willen immers mijn definitief besluit vóór het jaareinde kennen. Dus…en aan jou denk ik zeker, pa.  ’



    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    06-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onvervulde wens
    Wellustelingen....

    episode...

    105...


    Zijn monoloog ging door met horten en stoten. Hij bevestigde wat ik al die jaren had vermoed. Zijn huwelijk bleek net zo nep als dat van zijn ouders. Vooral mijn bekentenissen over mijn relatie hadden hem in feite beïnvloed. Waren op termijn doorslaggevend geweest. Ik had hem de ogen geopend. Doch slechte timing. De rompslomp rond het opstarten van zijn tweede eigen kantoor. Het constante geweeklaag van Gerda over mijn ontrouw.

     

    Nochtans verliepen zijn drie eerste huwelijksjaren relatief normaal, ondanks de buitennissige koopwoede van Pat en hun totaal uiteenlopende interesses. Het uitblijven van een zwangerschap, en vooral de oorzaak ervan, zette hun relatie in een ander, meer dan duidelijk perspectief.


    ‘Ik wou een gezinnetje hebben, pa, hoewel Pat niet echt kind-minded was. Uiteindelijk gaf ze toe. Geen condooms meer. Pat was anti dikmakende pil, weet je. Na twee jaar vergeefse pogingen, werd de gyneacologie ingeschakeld. Haar onderzoeken en testen waren positief. Het kon niet anders of ik zat in  nesten.

    Ze stond erop dat ik bij een andere dokter ging. Die van haar zinde haar helemaal niet. Afhankelijk van mijn conclusies was ze bereid over te schakelen. Ook mijn test bleek positief. Waarom het niet lukte mag Joost weten… incomptatibiliteit zeker zoals met tal van zaken. Pas maanden daarna ondekte ik, door een stom toeval, dat ze wel aan de pil was. Ik kon de pot op met mijn kinderwens. Zij liet haar getrimd lichaam niet verknoeien door zwangerschap, zei ze. Toen heb ik afgehaakt. Me op mijn werk gestort. Nu weet je hoe de vork aan de steel zit, pa.’

     

    ‘En haar opmerking van daarstraks dat meneer geen zin meer heeft?’ vroeg ik onbegrijpend.

    ‘Leugens zijn haar enige verweer. Overal tegen om het even wie, zelfs tegen haar eigen ouders. Natuurlijk staat ons seksleven, na de ontdekking van haar bedrog, op een meer dan laag pitje. Die onderzoeken, de spermatesten, de vragen en mijn angsten. Een trieste en pijnlijke periode, psychisch pijnlijk. Totaal overbodig op de koop toe. Haar maandelijkse comedie, één groot bedrog.  Weet je, pa, ik heb me eerst blauw geërgerd aan je verhouding met Marianne. Niet zozeer omwille van ma. Na al die jaren thuis had ik immers genoeg gezien. Maar dan…De gloed in je ogen, de warmte van je stem, de rillingen in mijn lichaam toen je Marianne beschreef. De manier waarop jullie alles innig-intens beleven. Dat zo’n liefde heden ten dage nog bestaat! Niemand houdt het voor mogelijk! Een utopie! Maar niet voor mijn vader. Herinner je je nog dat je mij eveneens zo een…hoe formuleerde je dat toen…een heerlijke verslaving, juist, een heerlijke verslaving toewenste?’

     

    Francis glimlachte zachtjes. Zag ik een lichte blos op zijn wangen? Als kind kreeg hij heerlijke rode koontjes door de opwinding telkens hij een geschenkje kreeg. Lag er voor hem een meer dan bijzonder geschenk klaar? Hij lokte opzettelijk een reactie uit. Daarom vroeg ik voorzichtig aftastend:

    ‘En…die verslaving ervaar je nu eveneens?’

    Hij lachte gegeneerd-bescheiden. Zijn ogen glinsterden, spraken boekdelen Net een jochie dat heel wat te vertellen heeft en niet weet waarmee te beginnen. Ik was nu al gelukkig samen met hem. Wat hij me ook nog meer over “haar” zou vertellen. Zij zou mijn zoon op wolkjes laten drijven. Ongekend nog, maar niet onbemind. Zijn meisje drong plots in de bloedbaan naar mijn hart.
     


    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    05-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontredderde zoon en begripvolle vader.
    Wellustelingen....

    episode...

    104...


    Het gepaste moment echter om Vloesberghe nu te bellen. Het zou de spanning bij Francis breken. Ik toestte het nummer in. Een slaperige stem vertelde dat Vloesberghe in Holland zat. Nee, het privénummer van de inspecteur mocht niet worden doorgegeven. Morgen zou meneer Vloesberghe er om halftien vast en zeker zijn. Er was verder niemand van de recherche aanwezig.

    De telefoonstem ontwaakte en werd beroepsmatig nieuwsgierig:

    ‘Waarover gaat het eigenlijk, meneer? Kan ik helpen?’

    ‘De zaak Gerda Vanbesien. Ik ben Max Cijnens,  haar ...weduwenaar.’

    ‘Juist, de misdaad in de Begonialaan. U bent de meneer van de krant, nietwaar?’

    ‘Wil alstublieft dringend inspecteur Vloesberghe contacteren. Vraag hem mij ten spoedigste terug te bellen, zelfs deze nacht. Ik heb zeer belangrijke, vitale informatie aangaande de…dood van  mijn echtgenote. Zorg alstublieft dat hij me nog  bereikt. Ja, hij heeft mijn nummer, maar noteert u het toch maar, veiligheidshalve. Ik reken beslist op u.’

     

    Ik gaf mijn nummer door en ging bij mijn zoon in zijn werkkamer.

    Hij stond bij het raam. Ik zag hem in profiel. Zijn handen steunend op de vensterbank. Nerveuze trekkingen aan het kaaksgewricht. De typische Cijnens-tic bij stress of ingehouden woede.

    ‘Vloesberghe is momenteel niet te bereiken. Ze trachten hem op te roepen. Ik verwacht een telefoontje van hem, nog vannacht.’

     

    Mijn zoon draaide zich om. Door zijn reactie wist ik dat mijn woorden niet tot hem  waren doorgedrongen:

    ‘Mooi zo, bon. We zien dan wel.’

    ‘Francis, ik denk dat ik beter doorga.’

    ‘Wat is er precies aan de hand met Vloesberghe, pa?’

    Ik herhaalde mijn kort gesprek van daareven. Bewust van het feit dat elke vorm van communicatie eenrichtingsverkeer was. Ik wachtte op een wederwoord, een teken van hem. Hij zweeg. Ik ook. Francis nam zijn bril af, wreef over de ogen en schraapte de keel:

    ‘Kan je nog even blijven , pa?’

    ‘Zolang je wil, jongen’, antwoordde ik rustig.

    ‘Er is een en ander gaande tussen Pat en mij. Beter gezegd, het gaat helemaal niet meer. Vanavond was het nog…rustig, tot ma ter sprake kwam. Sedert de…gebeurtenissen met ma, is het hek compleet van de dam. Voortdurend die… hatelijke opmerkingen over jou, nu over ma…Ik pik dat niet meer. Er zijn grenzen, pa… Pat heeft die vanavond opnieuw overschreden. Bewust overschreden. Ik vind het verschrikkelijk… zeker ongepast om je daar uitgerekend  nu mee te vervelen. Sorry, pa, echt waar.’

     

    Eindelijk, de eerste zinnen van het gesprek waar ik jarenlang had op gewacht. De oprechte, maar trieste confidenties van een ontredderde, zoon aan zijn begrijpende vader. Plots was Serge bijzaak, Vloesberghe zeker, alleen mijn zoon telde.

    ‘Geen sorry, jongen, dit is je vader, hoor! Ik ben er altijd voor jou. Tot mijn laatste snik.


    Wordt vervolgd


    ’

    Reageer (0)

    04-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Backhands en forehands
    Wellustelingen....

    episode...

    103...


    Mijn mobieltje ging. Marianne wou weten of ik nog lang in Keerbergen bleef. Ze was moe en wou slapen. De tafel stond gedekt.

     ‘Niet te laat, hé schat. Maak me gerust wakker. Ik wil weten hoe Francis reageerde! Voorzichtig op de baan want het blijft maar regenen. Kiss you, love you. Doei!’

     

    Kermit was blijkbaar uitgerust met bionische oren. Haar nasale stem verbrak de stilte:

    ‘Wie weet met hoeveel hij er vandoor is! Staat dat nergens in die dagboeken? Je kunt maar zien dat je een goeie advocaat neemt!. Er moet toch nog iets te recupereren zijn, zeker?’

    Francis bleef ijzig kalm. Kroop uit de ongemakkelijke zetel recht. Wou ons gesprek ongestoord in zijn werkkamer verderzetten.

    ‘Ben ik weeral te veel? De geheimen van de Cijnensen zeker? Achter gesloten deuren! Is het zo erg wat die twee samen hebben uitgespookt! Ik val van niets meer achterover. Zeker niet van pastoors en gelovige trezebezen. Stille waters en de rest, als je het me vraagt!’

    ‘Jou wordt absoluut niets gevraagd, bemoeial. Geen woord meer over mijn moeder! Begrepen! Kom, pa’.



    Wordt vervolgd


     

    Kom, pa! Gemakkelijker gezegd dan gedaan op zo’n laag-bij-de-grond- zitje. Francis greep me bij de handen en trok me op. Kermit versperde de deur naar de hal.

    ‘Ik nog zwijgen? Lees wat moeder-overste over je vrouw uitkraamt. Madam deed bedevaarten omdat ze een kleinkind wou. Maar madam zou haar hart vasthouden met zo’n schoondochter als moeder. Met mijn lange nagels kon ik nog geen pop treffelijk aankleden. Zo schrijft ze dat. Plezant! Het enige dat zij goed kon vasthouden was haar paternoster, verdomme. Heeft dat mens op mijn kap gezeten, zeg! ‘t Staat hier. Over haar zoon geen woord! Hoe zou ze! Ik had beter de vrucht-van-haar- lichaam zijn boekje opgedaan! Meneer-nooit-geen-zin! Maar ja, mijn kind schoon kind. En zeggen dat ik elke dinsdag naar haar stomme prietpraat moest luisteren! Zwierig tegen mijn goesting. Daarvoor waren mijn nagels niet te lang, hé! Allemaal dank zij je charmante pa dààr!’

     

    Francis’ mond was dichtgeknepen, Zijn hand reageerde wel. Met Gerda’s schriftje nog wel. Eerst backhand dan forehand tegen Pats oren. Ze bedwong haar tranen en stormde naar boven.

    Francis ging naar zijn werkkamer. Ik stond in beraad: vlug afscheid nemen en naar huis gaan of doorpraten met mijn zoon na zo’n scène. In dit gezin was er meer dan één kink in de kabel.

    Reageer (1)

    03-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verloren zoon is terug
    Wellustelingen....

    episode...

    102...


    Mijn bezoek aan Francis viel heel wat langer uit dan voorzien.

    Ze zaten beiden aan tafel in hun mortuarium. De enig mogelijke omschrijving voor de fameuze hi-tec keuken van Pat. Muisgrijs afgewisseld met zwart. Anthracietkleurige gefumeerde glazen als kastdeuren. Een lijkschouwerstafel van drie op twee in grijsblauwige harde steen, het blad met ingewerkte alu-ruitenblad.Waarom willen vrouwen, die nooit of zelden aan de kookpot staan, persé zo’n superuitgeruste, grote keuken? Die werktafel moet een fortuin gekost hebben! Ruimte zat om vier beehouwersgasten karkassen te laten uitbenen. Van trompe l’oeil gesproken! Boven een uiteinde ervan, een logge grootkeuken-afzuigbak. Ook grijs en verankerd in het zilvergrijze plafond. Geen spatje zonnige  kleur, geen gele banaan, geen groene appel, geen noot muziek. Monotonie troef. Lachneutraliserende design. Neurotiserend tafelen.

     

    Francis sprong meteen op en gaf me een zoen. Terug van weggeweest, mijn zoon. Zelden had zijn begroeting me zo’n deugd gedaan.

    Pat zat anderhalve meter verder aan de overzijde. Toon-in-toon met het interieur. Crèmekleurige homedress met donkergrijs monogram op de borst. Een heel vage hoofdknik kreeg ik. Ze prikte in haar bord en las ondertussen een magazine.

     

    ‘Al gegeten, pa? Kom schuif bij. Er is hier altijd méér dan voldoende!’

    ‘Nee, echt niet, ik heb geen honger. Vandaag toch niet.’

    Waarom legde Francis de nadruk op de laatste zin? Een onweerswolk nu al en hij was pas een uurtje terug uit Parijs? Pat reageerde niet. Ze geeuwde en at automatisch verder. Francis had plots geen trek meer. Nam zijn bord. Zocht een keukenrol. Trok aan een deur en een deksel vloog omhoog. Hij veegde het bord schoon en kieperde het papier met de restant in een immens grote alu-afvalbak.

     ‘Ik krijg die troep evenmin door mijn keel. Waar komt die rotzooi nu weeral vandaan, Pat?’

    ‘Een trendy Thai in de Vlaanderenstraat. Voedzaam en gezond!’

    ‘Kom, pa. Heb je de nieuwe zithoek van Pat al gezien. Rechtstreeks uit Milano. Eentje met blijf-liever-zitten-elementen. Eens erin raak je er echt niet meer uit. Glaasje wijn? Een Pomerol, nog altijd Frans!’

     

    Ik herkende mijn zoon bijna niet. Nooit zo’n spottende toon gehoord tegenover zijn vrouw. In dit huis hing geen overdrijvend onweer. Dit was als leven op het scherp van de snede. Zelfs Serge interesseerde hem ogenschijnlijk niet zo intens. 

    Ik vertelde hem de kern van de ganse zaak.

    Op het moment dat ik de dagboeken uithaalde, kwam Pat binnengesloft. Ze nam, nee, ze rukte de twee schriftjes uit mijn handen. Wierp er een naar Francis. Installeerde zich aan de tafel van de eetkamer en begon in het andere te lezen.

     

    ‘Eén dagboek ontbreekt, Francis. Het derde boekje waarin je moeder op een bijzonder pijnlijke manier haar laatste dagen beschreef. Indien nodig zal ik het aan Vloesberghe overhandigen. Doch liever niet. De bekentenis van Serge moet volstaan.’

    ‘Pa, ik heb ma …haar lichaam gevonden. Jij niet. Ik heb haar zien liggen. Erger kan niet!’

    ‘Precies, jongen. Alleen daarom hoef je niet te lezen hoe Serge haar geld aftroggelde om zijn speelschulden te vereffenen. Hoe hij haar religiositeit misbruikte. De boete die hij haar oplegde zodat zij mijn relatie nog meer traumatiseerde, me nog meer  beschimpte en verfoeide.  De pijn die zij…’

     

    ‘Wat zou je gewild hebben, hé? Dat ze applaudiseerde omdat je haar bedroog?’

    De bitsige opmerking van Pat miste haar effect niet op Francis. Ze werd kort verzocht verder geen commentaar te leveren. Nog beter was het naar haar kamer te gaan. Zijn vader praatte met hem, niet met haar.

    ‘Je had het over de pijn van ma. Ik wil alles weten pa, alles!’

    Hij stond moeizaam op en kwam naast mij zitten. In deze band van intimiteit was geen plaats voor Pat. We praatten zacht verder. Ik vertelde hem veel, maar niet alles. Repte geen woord over de slaafse onderwerping van zijn moeder, evenmin over extreme perversiteiten in de sacristie. Wel over de slagen met de palmtakken en finaal met de paterskoorden. Over Serge’s sjoemelende transacties op de Zavel en het geld dat Gerda hem overgemaakt had. Francis zat er even geschokt bij als ik. We zwegen beiden. Door te veel overmand.



    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    02-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gerechtigheid!
    Wellustelingen....

    episode...

    101...


    Mijn mobieltje was me voor. De brabançonne en het nummer van Francis op de display.

    ‘Ja, baas?’

    ‘Hé, Pa, moet je horen…’

    ‘Francis, ik weet nu...’

    ‘Pa, goed, luister eerst. Heb je de kranten gezien? Ben pas terug van Parijs en heb een blad meegegraaid uit de Thalys. De regionale pagina’s van de editie Brabant. Een jongerenbende is geklist. Verschillende inbraken in jouw gemeente en aanrandingen op oudere dames. Ze vermoedden dat ze ma ook op hun kerfstok hebben. Vloesberghe onderhoort hen morgen. Pa, hoor je mij. Ze zijn geklist! Eindelijk!’

    ‘Francis, de snotneuzen hebben met je moeder niks te zien. De dader heeft mij vandaag alles bekend. Serge! Jawel, jongen Serge! Ik stond net op het punt de politie te bellen.’

    ‘Waar zit die dan?’

    ‘In zijn huis of in zijn kerk, weet ik veel!’

    ‘Ben je gek?  Jij laat die zomaar achter?’

    ‘Geen nood, jongen, ik kom het je uitleggen. Over een halfuurtje ben ik bij jou. Alles staat in de dagboeken van je moeder, jongen, alles. Te veel als je het mij vraagt. Ik kom eraan.’

    Marianne was verwonderd dat ik nu nog naar Keerbergen wou. Ik beloofde haar niet te lang weg te blijven. Hooguit anderhalf uurtje. Eten kon ik nadien. Af en toe zijn microwaves  een zegen.

     

    Ik kuste haar. Trok mijn regenjas aan en ging weg. Ze riep me terug:

    ‘Max, je bent toch niet wrevelig over die notaris-affaire. Het had niets, maar hoegenaamd niets te betekenen. Emotioneel bedoel ik. Puur financiële noodzaak, lieveling. Ik ben altijd zo oprecht met jou geweest. Ik had te veel schaamte. Angst om je kwijt te raken, snap je? Kon ik de klok maar terugdraaien! We hadden beslist Gerda kunnen redden! Jij toch. Of je zoon. Je had hem gerust over Serge’s bezoek…’

    ‘Stil, lieveling, gedane zaken, weet je.’

    Zwijgen bleek voor een keer geen goud. Ook voor mij!

    ‘Morgen is er een nieuw begin. Over één zaak moet je echter nog je hoofdje breken, liefst vanavond. Morgen komen ze mee.’

    ‘Wie komt er mee?’

    ‘Stan en Laurel! Hun huis, hun voeder en hun gekakel maar….ook de eitjes. Think about it, baby! Kusje? Eentje, een vluggertje.’

     

    Ik verdween in de auto. Naar Francis. Plots weer met een zwaar gemoed, dat deze keer toch geen kwellende leegte liet. Gerechtigheid zou geschieden.
     

    Wirdt vervolgd




     

    Reageer (0)

    01-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verzinsels
    Wellustelingen....

    episode...

    100...


    Ik vloekte. Haar woorden snoerden mij de keel. Ik dacht aan wat hij mij op de mouw had gespeld. De ellende, de vragen, de twijfels van toen, het meesmuilen van Francis, de verwijten van Pat, de dagelijkse portie getier van Gerda. Alles kwam terug. Zeker het verdriet in de ogen van mijn vrouw, toen ze dacht dat ik …

     

    Ik deed haar heel kort mijn verhaal over Serge. Alles wat hij mij en Gerda had wijsgemaakt. Het gezicht van Marianne werd nog witter.

    ‘En jij geloofde die verzinsels, Max? Die loeder! Ik zweer je op het hoofd van mijn vader, dat ik buiten die ouwe geilaard geen andere man dan jij heb gehad. Jij bent mijn eerste en echte liefde, zoetje. Zoiets voel je toch. Vriendjes bij de vleet, eendagsvliegjes, met een kusje hier een een kneepje daar. Ook een drietal mannen. Voorbijgangers eigenlijk. Etentje en bioscoop. Meer niet. Nooit. Vorig jaar kwam dat stuk ongeluk opnieuw aan de deur.’

     

    ‘Serge? Hier opnieuw? Wanneer?’

    ‘Precies weet ik het niet meer. Een poos na je fameuze onthullingen aan je zoon. Vader was juist in bed. Er werd gebeld. Hij stond daar, de monnik in wolvenvel. Hij wou me dringend spreken. Over jou, zijn beste vriend. Ja, hij had ook atheïsten onder zijn kennissen. Jij was er een van. Ik was verkeerd bezig. Ik moest weten dat zijn vriend nooit zijn vrouw in steek zou laten voor mij. Je was immers financieel van haar afhankelijk. Kinderen hoefde ik ook niet te verwachten. Zou Max nooit willen. Zijn zoon was alles voor hem. Er was in zijn leven geen plaats voor anderen, zeker niet voor een bastaardje. Een mooie, jonge vrouw was geschapen door God voor het moederschap. Die vreugde zou ik ontberen door bij jou te blijven. Ik was mijn leven aan het vergooien en eens zou ik daarvoor een hoge prijs betalen. Ik wist toch dat hij over bewijzen beschikte van mijn chantage bij notaris Van der Veecken? Interessant materiaal voor de politie, zei hij, zelfs na jaren. En ja, hij wou me nog een laatste kans geven. Weet je wat die laatste kans was?’

     

    Ze schonk zich nog een glas cognac in. Ze nipte niet zoals gewoonlijk. Ze slokte gulzig het vocht naar binnen. Ik trachtte intussen Vloesberghe te bereiken.

    ‘Max, luister je? Die laatste kans! Twee briefjes van honderd. Voor jou, pak aan, zei hij. Mijn kloten staan opgezwollen van verlangen, ik moet je hebben. Wat hij heeft, wil ik ook. Hier, vooruit op tafel. Ik betaal. Trek je slipje uit en toon je tieten. Wil je dat ik op je buik kwak. Geen probleem. Het is zo voorbij en we spreken er niet meer over. Ik wil Max zijn, sluit je ogen en roep zijn naam.’

    ‘De smeerlap, dat loeder!’

    Marianne snikte klagend:

    ‘Max, hoe kun je dan nog enig vertrouwen in die vent hebben? Je moet Vloesberghe nu meteen bellen. Laat hem toch aanhouden! Tegen morgen zit hij misschien al ergens in Spanje’ ,besloot ze in radeloze paniek.

    ‘Je hebt gelijk, ik bel meteen!’


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    31-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smeulend vuur in oudere mannen!


    Wellustelingen....

    episode...

    99...


    Voor het eerst hoorde ik een andere stem. Een afzijdige, zonderling ijzige stem. Alsuit een grafkelder:

    ‘Wegens de ziekte van vader, regelde mama al geruime tijd alle financiële zaken. Bij de overname van de bierhandel zou zij de opbrengst beleggen. Vader had alle vertrouwen in haar. Toen zij ons in steek liet, ontdekten wij dat ze het merendeel van de overname had geïnd. Niks had ze belegd. Er bleef amper een half miljoen oude franken over. Vader was radeloos. Hij had wettelijke bijstand nodig. De notaris bezocht ons enkele keren thuis of liet ons ophalen. Een oudere dorpsnotaris. Hij wist alles van onze problemen af. Na mijn studies stelde hij me voor om in zijn kantoor aan de slag te gaan. Elke bron van inkomen was meer dan welgekomen. Vader wou het huis verkopen. Ik wilde dit niet. Dus moest ik geld verdienen. De echtscheiding heeft daarenboven heel lang aangesleept. Eerst wou vader niet. Moeder bleek overal en nergens te wonen. De notaris ontfermde zich echt over ons.

     

    Op kantoor speciaal over mij. Hij begeleidde me wanneer hij kon. Wou absoluut dat ik na een tweetal jaren verder zou studeren. Hij zou me helpen. Zelfs een lening toestaan. Zou er met vader over spreken. Eens een degelijke job kon alles geregulariseerd worden. Ik hoefde me echt geen zorgen te maken. Ik was amper twintig, Max, zo onervaren als wat.


    De notaris was meer dan een steun voor vader. Ik zat de godganse dag in dat muffig kantoor. Samen met twee ongehuwde zussen. Oude vrijsters, in de ware zin van het woord. Ik was de vreemde eend in de bijt. Ze dulden me niet. Pestten me op alle mogelijke manieren. Lieten me met archiefdozen sleuren van de zolder naar de kelder en omgekeerd. Ik moest zwijgen. Ik had dat karig maandloon meer dan nodig.’

     

    ‘Toen …begon je een relatie met hem, nietwaar?’ merkte ik droogjes op.

    Marianne keek me dof aan. Traanden haar ogen opeens? Haar stem klonk onvaster, als ondergedompeld in pijn:

    ‘Onderbreek me niet en luister. Een relatie! Hij sprong financieel bij. Ik wou een voorschot op mijn maandloon. Vader lag in Melsbroek. Een korte lening, zonder intrest. Later volgden enkele milde giften. Maar ik compenseerde die met overuren, hoor. Veel overuren. Te veel eigenlijk. Op zo’n avond, toen hij me naar huis voerde, liet hij me verstaan, dat ik makkelijk meer en véél van hem kon krijgen. Zonder overuren. Zelfs met een halve dag betaald verlof per week.  Ik moest me van de twee ouwe taarten niets aantrekken. Hij zou hen wel onder handen nemen. Geen gesleur meer voor mij. Alleen typewerk in zijn werkkamer en telefoon beantwoorden. Een beetje bereidwilligheid dat wenste hij.  Gewoon het saaie leven van een ouder wordende man af en toe opvrolijken. Het smeulend vuur in hem oplaaien. Meer niet.’

     

    Marianne zweeg even. Een korte pauze vol pijnvragen voor mij. Haalde daarop diep adem en vervolgde fluisteren, vol schaamte:

    ‘Ja, ik werd zijn lief, Max. Uit noodzaak. Jij kan dat niet begrijpen.  Heb jij ooit moeten tellen en hertellen om de maand rond te krijgen. Nee, hé. Ik wel. Jij huwde Gerda omwille van haar vermogen. Ik neukte die geilaard om vader de beste zorgen te geven. Geen excuus, hoor. Maar de waarheid.’

    ‘…je ging met hem bij Céline, ja?’


    ‘Ze was klant bij hem. Bovendien een schat van een vrouw. Terwijl hij lag te snurken, kleedde ik me aan, ging bij haar koffie drinken en wat praten. Mijn hart uitstorten. Je kent haar toch. Ze heeft me geweldig opgevangen, telkens weer. Door haar discrete tussenkomst kwam ik bij Darcy terecht.’

    ‘Wat liep er dan mis met die ouwe?’

    ‘Ik werd misselijk van hem. Hij was zo impotent als wat. Hij wou verhaaltjes horen. Stel je voor! Sneeuwitje die alle kabouters voortdurend over zich heen liet gaan. Of Hansje en Grietje die peperkoek vraten en mekaar bepotelden. Nadien was hij een baby, die moest gezoogd worden. Of ik was de baby en zijn onooglijk ding mijn fopspeen. Gewoonlijk viel hij dan in slaap. Bracht me nadien stijfdeftig thuis, maar kwam vader eerst begroeten.Die hypocriet! Je kent de spreuk van Alana Trump: ‘Don’t get mad, get everything’. Ik wou all of it en werd veeleisend. De ploert zwom immers in het geld.  Als ik dan toch het hoertje moest spelen, oké, haal er dan alles uit, meid, dacht ik. Ik werd wraakzuchtig. Geneerde me voor niets of niemand. Blafte tegen hem op kantoor zodat de twee zussen het allemaal hoorden en hij zou dokken. Ik dreigde zijn vrouw alles te vertellen.Een dwaas, hebzuchtig, maar vooral een radeloos en wanhopig  kind was ik. Toen kreeg ik de job bij Darcy en dumpte hem. Vader kon ditmaal niets aanmerken, want ik verdiende officieel stukken meer met betere kansen, interessanter werk. Je hebt er geen weet van hoe hoog vader opliep met die ouwe knar. In het begin heeft hij enorm veel

     gedaan. Via zijn connecties bezorgde hij ons in een mum van tijd fondsen en faciliteiten, waarop je normaliter drie jaar of  meer moet wachten. Dus eiste ik een miljoen oude franken. En zou pas nadien mijn ontslag indienen. Wat deed dan die brave, rechtgeaarde, zo schijnheilige burgervader? De politie erbij halen met het risico dat ik zijn vuil wasgoed  zou buitenhangen? Nee, hoor. Meneerke ging een biechtvader opzoeken in een naburig dorp. Pastoor Serge, nota bene! Weet je hoe die kwal reageerde? Hij beloofde de notaris met mij te komen praten. Vader lag toen voor de zoveelste keer in Melsbroek. De schoft wist dus  dat ik ’s avonds alleen was. Pastoors brengen altijd mensen tot rede, zei hij. Eerst was hij beleefd, onderdanig op het kruiperige af. Dan dreigde en siste hij dat hij me zou breken.’


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    29-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nieuwe onthulling
    Wellustelingen....

    episode...

    98...


    Ik reed naar huis, naar Marianne. Leek een gewicht van honderd kilo te torsen. De schoft zou er toch niet tussenuit knijpen?

     

    Instinctief voelde ik dat dit niet zou gebeuren. Vraag me niet waarom, beste lezer. Ik vertrouwde hem. Goed gek? Echt niet, eerder een alles overheersende zekerheid, terwijl mijn hoofd tolde. De hele ontzettende waarheid. Had Gerda mij toch maar een teken gegeven!  

    Doodgeslagen! Met een van haar eigen kruisbeelden, nog wel! Om haar geld, om zijn speelschulden. Het was zo absuurd. Wat een schoelje was die zogezegd devote hond toch! Ik had er geen woorden voor.

    En jij een idioot, die zo’n uitschot vertrouwt, antwoordde denkduiveltje. Ik wou dat hij morgenvroeg ribbedebie was. Vloesberghe zal je dan meer dan één sigaar laten roken, vriend, en  terecht.

    Had ik moeten schieten? Zonder pardon? Hem doorzeven en zien creperen? Zijn verdiende loon dat wel, maar wat met Marianne?

     

     

     

    Ik had nauwelijks de sleutel in het slot of ze liep me reeds tegemoet.

    ‘Venteke, hoe jij eruit ziet?’ riep ze ontdaan.

    Die geweldige vrouw van mij en haar bezorgdheid. Seffens zou ik met haar aan tafel zitten, altijd weer een hoogtepunt van de dag. Ondanks de troubles, ondanks Serge, ondanks de gebeurtenissen die me morgen te wachten stonden. Bij haar gleden alle zorgen meteen van mij af.

    Ik kreeg mijn kalmte terug. Stak haar de tas met dagboeken toe.

    ‘Lieveling, nu weet ik alles. Het is Serge. Hij heeft haar…hij heeft nog bekend ook. Onmenselijke, beeestachtige dingen heeft hij gedaan. Het staat hier zwart op wit.’


    Ze huiverde. Verbleekte. Kreeg het plots zo ongemakkelijk koud. Stond als radeloos te trillen. Hapte naar lucht. Haar stem sloeg over:

    ‘Hij was toch haar raadsman, haar vertrouweling, Wat is daar gebeurd, Max?’

    ‘Ga zitten, liefje. Schenk mij ook een cognac in. Gerda’s dagboeken, lees je beter morgen. Eerst alles laten bezinken. Het is te gruwelijk. ‘

    Ik leidde haar naar de woonkamer en begon te vertellen.  Marianne onderbrak me niet. Ik zag haar mooi gezichtje versomberen. Verstrakken. Vergrauwen. Alsof zij meer met Serge worstelde dan ik. Alsof de almaar groeiende afschuw om zijn handelingen haar nog smartelijker doorkerfde dan mij.

    Dan in paniek.

    ‘Neem direct contact met Vloesberghe, Max, nu meteen. Die schoft is tot alles in staat. Wacht niet tot morgen. Bel nu, alstublief?’

    ‘Seffens. Geen nood. Morgenmiddag wordt hij gearresteerd.’

    ‘En jij vertrouwt dat stuk ongeluk op zijn woord?’

    ‘Hij kan geen kanten op. Je had hem moeten zien. Meer dan een slappe vod. Totaal verloren.Het enige wat hij kan doen is zich verhangen en dan nog!

    Maar hij doet dat niet.  Die trouw gaat door. Zijn allerlaatste mis.’

    Marianne keek me doordringend aan.

    ‘Max, ik heb ook met die schoft te maken gehad. Ik heb het bewust verzwegen omdat ik je temperament ken.’


    Wordt vervolgd


    Reageer (3)

    28-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zeurende wijven.
    Wellustelingen....

    episode...

    97...


    Serge luisterde geduldig, was vol medeleven. Antwoordde niets. Die wijven bleven maar zeuren. Over de liesbreuk van vader, over zijn prostaat dat ze drie jaar geleden hadden moeten laten afpellen. De specialist had hem eerst medicamenten voorgeschreven, maar de ziekenbond kwam daar niet tussen. Dat is toch een schande, meneer, als je ziet hoe er overal met geld wordt gesmeten.

    Oeroud had iets vernomen van een school, twaalf jaar geleden nieuw gebouwd en nog niet in gebruik. Of meneer zich dat kon voorstellen! Om te zwijgen van al het geld dat ze aan die vreemdelingen hangen. Dat komt hier toe en wordt geholpen. Dat spreekt geen woord Vlaams, maar kent de juiste weg, nietwaar meneer. Oeroud had gehoord dat in 2011 de uitbetaling van de pensioenen in gevaar zou zijn. Ze sliep er nu al niet meer van.

     

    Allemaal de fout van die asielzoekers, maar ook van de mannen met veel te hoge pensioenen. Zoals rechters en hoge pieten op de ministeries, beaamde halfoud. Politiekers, meneer, allemaal potjeslikkers. Beroepsprofiteurs, nietwaar meneer pastoor? Neem de burgemeester en zijn familie. Aangetrouwde nichten en kozijns, allemaal hun postje bij de gemeente, het OCMW of de RVA. Eigen volk eerst, wist stokoud, met of zonder diploma.

     

    ‘Max’, zei Serge stroef, onzeker, ‘het is beter dat we onze zaak morgen afhandelen. Mijn parochianen moeten geholpen worden, zoals je ziet.’

    ‘Ik wacht wel!’

    ‘Morgen is er de huwelijksplechtigheid van Laurien en Sam. Ik heb vanavond nog wat voorbereiding voor de boeg.’

    ‘Mijn zaak is belangrijker, veel belangrijker!’

    De twee vrouwen staarden ons niet begrijpend aan. Halfoud wou weten wanneer de begrafenis feitelijk kon doorgaan. Die meneer daar, moest toch inzien dat het geen zottigheid is om met een lijk in huis te zitten. Het weer kon van de ene op de andere dag omslaan. Of we vader daar al zagen liggen bij tweeëndertig graden hitte! In hun familie ging er niemand in een frigo, die begrafenisonernemer maakt misbruik van de mensen hun verdriet daarom bleven teergeliefde doden bleven  beter tot de laatste minuut in hun eigen huis. Vader zou niets anders willen! 

     

    Serge trok me aarzelend wat terzijde. Ging verder op fluistertoon:

    ‘Luister, Max, ik regel die begrafenisplechtigheid nu liever met Bette en haar dochter. Zo niet roesten ze hier vast. Die twee wijken voor niets en niemand. Laat me alsjeblief ook het sacrament van het huwelijk aan Laurien en haar verloofde toedienen. Zij is mijn buurmeisje. Deze jonge mensen hebben recht op een heuglijke dag. Ze kijken er al zolang naar uit. Mijn misdaad mag dit voor hen en hun familie niet dwarsbomen. Ze komen vanavond de muziekinstallatie testen en de versieringen aanbrengen. Wees gerust, ik ben hier dan ook.  Ik ga niet lopen, Max. Ik vraag alleen de toelating om morgen om elf uur mijn allerlaatste sacrament te mogen toedienen. Indien je Vloesberghe nu haalt, kan dit niet. Doe het niet voor mij, doe het voor die jonge mensen. Mag ik rekenen op je vertrouwen, hoe moeilijk dit ook voor jou is?’

    ‘Ik sta hier morgen om elf  uur met Vloesberghe of met iemand van de politie. Ik verwittig hen nu reeds.’

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven of Sporten!!??



    “Iedereen vraagt zich af wat er met de Belgische topsport moet gebeuren” beweert Hans Vandeweghe in De Morgen.

     

    Iedereen, meneer Vandeweghe? Jij allicht,  ik ferm niet. Mio marito zeker niet,. mijn kinderen nog minder, mijn slager helemaal niet, misschien mijn krantenman omwille van de mogelijke tijdelijke meerverkoop aan gazetten. En jij, beste lezer, vraag jij je af wat er in de cenakels van het BOIC en BLOSO feitelijk allemaal gebeurt? Ik lig wakker, nou ja wakker bij wijze van spreken, van andere zaken: de gevoelige verhoging van de voorschotten op verbruik van kraantjeswater- en mijn energiefactuur, de 84 euro toeslag op mijn brandverzekering bijvoorbeeld.

     

    Neen, Hans Vandeweghe overdrijft. Typisch voor journalisten, papiervolschrijvers en als iemand dit kan weten, dan Titipoes hier. Natuurlijk zal er stront aan de knikker zijn in onze hogere sportregionen. De Belgische sport is jaren gepolitiseerd, totaal versnipperd en dat is niet van gisteren. Wie politiek zegt, zegt gesjoemel, achterkamergefoefel en vriendjespolitiek.

     

    Bij de vraag waarom Nederlanders het zoveel beter doen dan wij op de Spelen, gaf Mart Smeets, het enige juiste antwoord”: “Omdat wij sporten en jullie leven!” Daarmee is alles gezegd. Een waarheid als een koe. En Mart Smeets kan het weten: sportkenner beroepshalve  en lievensgenieter bij uitstek, 125 kg bonhomie achter de micro.

    Trouwens mocht mijn kleinzoon later ooit voor de keuze staan topsport of waardevol diploma, dan weet ik nu al in welke richting mijn dochter hem zal pousseren. Voor het leven of op korte termijn? Voor het leven, tiens, met een lichaam zoals dat van zijn grootje dat op leeftijd nog heel wat aankan en niet vol vijzen en opgelapte stukken steekt op zijn vijfendertigste.

     

    Hoor ik Wilfried Meert, organisator van de Van Damme Memorial, met een zweem van dédain leuteren over het gebrek aan inzet  en zelfdiscipline bij de jongeren, dan gier ik het uit. Wilfried was namelijk een schoolgenoot van mij en op Titipoes na, de meest houterige en sportongeschikte student op school. Bij mijn weten  en voor zover ik mij nog kan herinneren, heeft hij ooit even gebaltrapt in en rond zijn dorp, is dan onmiddellijk als student nog overgeschakeld op vijf lijnen  lokale sportverslaggeving. Want Wilfried bezat één groot talent, toen al: zijn pen en dat wist hij meer dan aardig te versieren. En ja, met de loop der jaren, mits heel wat vallen en opstaan en doorzettingsvermogen bekwaamde hij zich uiteindelijk toch in een bijzonder sport. Een lichamelijke prestatie zonder dewelke je blijkbaar nooit kan doorstoten tot de hoogste ladder in alle geledingen in onze maatschappij, natuurlijk met uitzondering van de zonen of dochters van… of absolute topbrains: de discipline elleboogstoten.

     

    Hoe dan ook: chapeau Wilfried old –Mercurianboy. En voor al onze sportieve deelnemers aan de Spelen, wat hun uitslag ook moge zijn, proficiat. Hebben we weinig medailles, we hebben toch een goed leven!
    Nog iets. Sport ja, topsport de pot op!


    Reageer (3)

    27-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oeroud en halfoud.


    Wellustelingen....

    episode...

    96...


    In het portaal stonden wij plots tegenover twee vrouwen. Moeder en dochter zo te zien. Dezelfde haartooi, dezelfde gebogen houding, dezelfde harde mond, dezelfde sloffen aan de voeten en dezelfde vinnige, onderzoekende blikken.

    Ze kwamen bij meneer pastoor de begrafenis bespreken. Negen uur was al goed, zei oeroud. Vader zat dood in zijn zetel vanmorgen, vervolledige halfoud. Tweeenzeventig jaar en heel zijn leven hard gewerkt. ’t Was toch te jong. Ze wisten dat er morgen een trouw was in de kerk en in de namiddag een doop. Daarom waren ze nu gekomen. Halfoud moest volgende week geopereerd worden aan haar tenniselleboog. Ze had nog nooit een raket in de hand gehad. Wat een mens toch allemaal krijgt, nietwaar meneer. Veel volk zou er niet komen, maar het moest toch een schone begrafenis zijn. Ja, ze waren al naar het met het briefje van de dokter naar het gemeentehuis geweest. Kort na de middag. Overlijdensbewijzen voor de bank en voor de pensioenkas.

     

    Moet meneer pastoor nog andere papieren hebben? Morgen ging halfoud naar de ziekenbond. Ze wist dat ze recht hadden op een rouwpremie. Het was wel niet veel, maar toch iets, nietwaar meneer? Ze vertrouwden de begrafenisondernemer niet helemaal. Wat ze zelf konden, deden ze liever zelf en beter. Als je de prijs ziet van de kisten, meneer. Ze waren er echt niet goed van. Daarom hadden ze eerst in beraad gestaan het lichaam van vader aan de geneeskunde te schenken. Oeroud vreesde voor de praatjes in het dorp. Dus liever niet. Later, als halfoud de elleboog kon bewegen, zouden ze terugkomen om vijf namissen te bespreken. Elke maand een en de goedkoopste. De vroegmissen dus, Gerda’s missen. Een gebed om zeven uur is evengoed als een om elf uur, nietwaar? Of meneer pastoor nog vandaag de sacramenten van de doden kon komen geven?

     

    Meneer daar was toch niet de man van die mevrouw uit de villa? Of ze hem al hadden? De moordenaar, meneer. De dag van vandaag gebeurde er toch wel wat. Als halfoud boodschappen moest doen was oeroud altijd ongerust. Vandaar dat ze al hun groenten zelf kweekten. Ze hadden ook kippen en konijnen. Als meneer een konijn moest hebben, hoefde hij maar te spreken. Goed, mals vlees, tja hun dieren werden niet opgejaagd en voor hem aan de helft van de prijs van bij de marchand.



    Wordt vervolgd



     

    Reageer (0)

    26-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het genadeschot


    Wellustelingen....

    episode...

    94...


    ‘Max,  ik vind het vreselijk. Verschrikkelijk. Mijn boete zal immens zijn. Is dit nu al. Ik begrijp het nog steeds niet. Ik wou dit niet. Hij alleen wou het, dat duivels monster in mij. Hij heeft Gerda de genadeslag toegebracht. Totale zinsverbijstering en onmiddellijke ontnuchtering… Jij begrijpt dit toch, Max?  Je wou haar toch ook dood, die avond na de reünie, met de wagen. Was er bij jou eveneens een duistere macht die je leidde? Kan de liefde voor een vrouw, een verstandig man tot misdaad aanzetten? Ja, jij hebt het ervaren. Geef toe, Max, alleen God hoort ons…’

    ‘Bullshit, smeerlap, dit pakt bij mij niet…’

     

    Opnieuw zijn vaderlijk zalvende stem, als een in het verweer gedrongen wraakzuchtige die een nieuwe kans ziet:

    ‘Peccare nemini licet, Max, zondigen staat niemand vrij! Jawel, Max, bij jou pakte het goed uit. Slechts een fractie van een seconde maakt dat jij vrijuit gaat en ik…levenslang zal krijgen. Een fractie van een seconde! Is er echt een verschil tussen jou en mij, Max? Tussen jouw verslaving aan die mooie vrouw en de mijne aan de goktafels? Jouw handen hunkeren naar haar borsten, de mijne naar de speelkaarten. Uitzinnige passie ontspoort altijd. Omne nimium nocet. Elk teveel is schadelijk. Ik zal, biddend in de cel, de zware last van je schuld helpen dragen.’

     

    ‘Wat!? Je wou met je manoeuvers, mij ten slotte jouw wandaad in de schoenen schuiven. Je hebt Gerda dolgedraaid. Mij overal beklad. Marianne een duister verleden toegeschreven. Geld geïnd in naam van Gerda, terwijl zij opgebaard in je kerk lag. Mij nu nog de les spellen op de koop toe!’

     

    Serge reageerde, opeens weer kalm en doortastend. Bij momenten toch nog de gladde aal blijvend in het vangnet van schuld, vrees en herwonnen zelfwaarde:

    ‘Je stond je vrouw naar het leven, Max. Gerda vertelde me altijd alles. Was je haat zo vreselijk, man? Ik spreek de waarheid. En wat Marianne betreft, vraag het haar. Misschien zie ik het anders. Ben ik verkeerd en is het niet alleen om geld te doen. Ik hoop het voor jou. Zoniet is je moordpoging een maat voor niets geweest.’

    ‘Vloesberghe moet meteen komen. Sta recht!’

     

    Mijn stem beefde. Zou hij iets van onzekerheid in mijn ogen bespeuren?

    ‘Vooraleer hij komt, weet dat mijn lippen tijdens zijn ondervraging, verzegeld waren over je intenties. Ik heb bewust gezwegen. Ja, Max, zo ben ik ook! Jij blijkbaar niet.’

    Hij verschrompelde weer. De kameleon van alle markten thuis. Zijn brede schouders leken te bezwijken onder de verpletterende last van zijn moordbesef. Hij bracht gesmoord, onderdanig stamelend uit:

    ‘Je hebt gelijk, Max, ik ben een gewetenloze smeerlap, een onwaardige. Mijn schuld is niet meer in te lossen…Geen cel, geen boete, zelfs niet het brandend kastijden in de diepste der hellen kan me nog bevrijden…Moet dit echt, Max, moeten onze daden openbaar gemaakt worden? Denk aan de wantoestanden, vooral in Amerika, de knapenschennis aldaar en het gezichtsverlies dat Rome erdoor lijdt. Denk vooral aan je zoon, Max! Door mijn ziekelijke obsessie ziet hij nog jarenlang het verminkte lichaam van zijn moeder voor ogen. Het allerergste zal hij evenwel luidop vernemen in de rechtbank, als jij gedwongen wordt je dodelijke intenties prijs te geven!’


    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    25-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Serge, de baarlijke duivel!

    Wellustelingen....

    episode...

    93...


    Serge verloor plots weer zijn schijnbare kalmte en zelfverzekerdheid. Jammerde opnieuw, haast in een rochelend gesmeek:

    ‘Max, ik wou het niet…het was een…ongeval, puur ongeval… Je moet me geloven.’

    ‘Gerda opzettelijk de schedel inslaan is puur ongeval? Waarmee heb je het gedaan? Waarmee en hoe?’

    Hij richtte zich moeizaam half op. Zijn natte, uitdrukkingsloze ogen, als doffe stenen naar binnen gedraaid, leken holten geworden. Hij beefde nu van kop tot teen. Gebroken was hij. Mijn waarheid had hem eindelijk hulpeloos op de knieën gekregen.

     

    Hij wees, mompelde mat, voorgoed verloren:

    ‘Daar…op het altaar …die bronzen crucifix. Stond bovenop haar kamer…’

    ‘Met een kruisbeeld van Gerda!?’

    Serge knikte. Grijnsde opnieuw. Of was het duivels geveinsd huilen? Net een waanzinnige. Schokkend. Volkomen los van de realiteit. Een man in nood. Daardoor amoreel. Zonder besef van eigen verlies.

    ‘Ja, daarmee, Max, met de vlag van God. Zijn standaard. Ze nam me de pentekening van Sint Maarten af. Zeventiendeeuws. Op de Zavel hebben ze daar kopers voor. Kon zeker tweeduizend of nog meer opbrengen. Gerda kwam haar belofte niet na. Ik greep een kruisbeeld en schreeuwde haar toe, in naam van Christus. Ze moest en zou absoluut haar belofte nakomen. God  verdraagt het niet dat je me aan mijn lot overlaat, riep ik.  Hij zal je verdoemen, de demonen keren terug in jou.’

     

    Hij lette niet meer op mij. Sprak lispelend voort, nu in trance zelfs:

    ‘Ze liep de kamer uit. Ik volgde smekend en biddend. Ik was een baarlijke duivel, gilde ze. Ze dacht dat ik haar alleen kwaad wou. Ik had haar bezoedeld, besmet onteerd, geslagen, belogen en vernederd. Ze zou iedereen vertellen wat  haar was aangedaan. Vooral aan jou. We stonden bovenaan de trap. Ze spuwde op mij. Stampvoetend mepte ze daarom zichzelf in het gezicht, met beide handen. Trok zich de haren uit. Hysterisch werd ze. Ik wou haar kalmeren. Toen moet ze gestruikeld zijn…Ze kermde, onderaan de trap, bewoog bijna niet meer. Ik wou helpen, de ambulance bellen.  Ik weet nog altijd niet wat mij toen bezielde...Ze had mij misleid en de crucifix was in de handen van satan…  Het bloed spatte tegen de muur. Ze kermde minder en minder…’

    ‘Zwijg! Ik bel Vloesberghe.’

    Reageer (0)

    24-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Problemen, problemen!


    Met de P van penarie en potvernondenogaantoe…

     

    Vooral de P van pendelaars, pendelbussen, pendelarbeid, pendelbazen, pendellucht, pendelraket, pendelen dus. Heen en weer. Gaan en keren. Klokvast als het moet, flexibel als het even kan vooral als er kleine mannen bij betrokken zijn.

     

    Nieuw woord in de reeks : pendelpeuter. Ik spreek eerder van een versleur-uk, een soort C&A kid come & away. De kleintjes worden immers versleurd van hot naar her. Een dag bij tante Nellie, een dag bij Oma Sophie, twee dagen in de minicrèche en een dag bij Omi. Lukt dit een keertje niet dan nemen paps of mams beurtelings een dagje verlof. Tracht als kind dan ergens behoorlijk wortel te schieten in dit systeem!

    Komt daarbij dat gewijzigde gezinssamenstellingen, zo’n situaties niet rooskleuriger maken. Om de veertien dagen is er so wie so de wettelijke uitwisseling tussen vaders en moeders. Vakantieperiodes worden soms netjes, soms krijsend ingedeeld. De kinderen, gedomicilieerd bij hun moeder gaan naar hun vader en de kinderen bij de vader gaan bij hun moeder. In mijn straat zie ik merkwaardige toestanden ontstaan: vast inwonende kinderen gaan soms twee tot drie verschillende richtingen uit. Anderen die ik nauwelijks zie dus haast niet ken, komen in hun plaats.

     

    Volgens een journalist van De Standaard ziet de agenda van almaar meer kleuters er inderdaad zo uit. Valt dan de minicrèche weg wegens plotse sluiting dan is het hek van de dam. Paniek in alle regionen, want kinderopvang is een noodlijdende sector. Economische rentabiliteit is voor een thuiswerkende onthaalouder een lachertje naar het schijnt. Door het wegvallen van stabiliteit in de georganiseerde kinderopvang zitten vele jonge ouders met de gebakken peren. Voeg daarbij de alleenstaande ouder, zij met bescheiden inkomen, miserie dubbelop!

     

    Anderzijds de alles opvangende en steeds bereidwillige (groot)ouders behoren langzaam maar zeker tot het uitstervend ras. Dit ras van grootmoeders wordt grandioos beschreven op het blogje van Bojako. Vaak hilarisch, soms met een traan. Mijn buurvrouw links, Anita, krijgt er dagelijks er vier over de vloer. De oudste is twaalf de jongste pas zes. Buurvrouw rechts heeft er een en eind november komt nummer twee erbij. Kleinzoon is eveneens bij ons geweest van zondag- tot vrijdagavond, acht jaar lang. Dag en nacht. Sedert de verhuis van zijn ouders is er een en ander gewijzigd. Twee tot driemaal per week blijft hij nog overnachten. Maar elke dag komt hij langs, een enkele keer blijft hij slechts vijf minuten. Kusje, hop and away. Meestal duurt het heel wat langer tot zijn mama belt en… van haar oortjes maakt. Half november, bij leven en welzijn, krijgen we er een kleindochter bij. Is er behoefte aan opvang, geen probleem. Het zal wat wennen worden maar mio marito en meme staan opnieuw paraat, if need be, dag en nacht.

     

    Probleem is dat de grootouderlichting van de hedendaagse baby en peuter tot de babyboomgeneratie behoort. Oma’s zijn carrièrevrouwen of het soort van vrouwen dat financieel verplicht wordt tot het uiterste in hun loopbaan te gaan. De zorgen om hun latere pensioen, weet je. Komt daarbij dat sommigen vaak één, uitzonderlijk twee failliete huwelijken of relaties achter de rug hebben. Intriestige toestanden met zware repercussies op je banksaldo. Als je dan als vrouw tot je zestigste of nog langer uit werken wenst of moet gaan, dan heb je wel al je deel gehad. Wil je ook eens een keertje ongebonden zijn, vrij ademen want eindelijk verlost van de jarenlange dagelijkse huis-werkplaats-huissleur. Dan wil je reisjes doen in alle rust en vrede, buiten het toeristische seizoen. Dan wil je een concert of workshop meepikken en toetreden tot club waar je voordien nooit de tijd voor had. Experimenteren met de mogelijkheden die je vrouwzijn behaaglijker, voller en rijker maken. Opportuniteiten zat, gewoon de damesmagazines en lifestyle-uitzendingen volgen.

     

    Kortom je wil genieten, tijd voor jezelf nemen terwijl het nog kan. Natuurlijk zijn kleinkinderen welkom, gewoonlijk ’s zondagmiddags op de koffie met een stuk taart of een gezamenlijk etentje nu en dan buitenhuis. Opvang kan doch alleen bij hoog, hoogdringendheid, liefst niet té lang. Wel, beste lezer, ik begrijp best die vrouwen en wie ben ik om hen met de vinger te wijzen. Alleen de Bojako’s, de Anita’s, de Agnessen en Lutgardes die ik ken, wij vrouwen zestigplussers, tja zie wij zitten zo niet in mekaar. Mentaliteitswijziging of de beschavingsclash der oma’s? Ik zou het echt niet weten.

     

    Zo zat een van mijn jonge buurvrouwen drie weken geleden in zak en as. Het tweede kindje wordt verwacht eind oktober. De driejarige gaat volgende week voor het eerst naar school, die zit dus veilig de ganse dag. De reservatie bij een onthaalmoeder vlakbij werd al van bij de tweede zwangerschapstest vastgelegd, no problem alles kits. Tot de bom in de brievenbus viel: de onthaalmoeder sluit haar boetiek eind dit jaar. Ze kreeg eindelijk een beter betaalde baan in de verzorgingssector plus vakantiegeld, plus twaalfde maand en vooral vaste arbeidsuren. Dat is wat anders dan een hongerloon tussen de 15 en 20 euro per kind met ouders waarvan je nooit met zekerheid weet of ze op tijd hun kroost ophalen.

     

    Kortom de zoveelste jonge moeder diep in de rats. En haar ouders dan? Die komen niet in vraag. Ma hangt al een poos aan de fles want want pa zit meestal bij zijn minnares. Haar schoonouders hebben liefst zeven kinderen en met de kleinkinderen zijn ze de tel kwijtgeraakt. Dus gaan we depanneren, Agnes en ik. Zij een dag, ik twee. De ouders kunnen met de vernieuwde wetgeving geruime tijd  wel wat versieren b ij hun werkgever. Een soort gefaseerd “ouderschapsverlof” opnemen, weet ik veel. Ze zitten beiden in overheidsdienst en volgens de ingewonnen informatie moet dat lukken. Als jonge ouders zorgen voor ons pensioen, vinden wij het maar normaal dat wij als thuiszittende “grootjes” een tegenprestatie doen. Enfin, half februari valt pas het verdict. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat het hen lukt tegen die tijd een verzekerde, vaste opvang te vinden. Lukt het niet, dan staan wij klaar. Waar een wil is, is een weg en elk kind is dit overwaard.

    Reageer (2)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nosce te ipsum!
    Wellustelingen....

    episode...

    92...


    Er keerde iets om in mijn binnenste. Even dacht ik terug aan vroeger. Aan het absolute gebrek aan intimiteit tussen Gerda en mij. Nu zag ik haar echter niet zo. Niet als een koele echtgenote, niet eens als iemand met wie ik onder hetzelfde dak had gewoond. Wel als een vrouw-in-het-algemeen, een moeder, een vrouw op leeftijd, zwak, goedgelovig, simplistisch en zo kwetsbaar. Levend in eigen specifieke cocoon, plots doorboord, pijnlijk vleselijk doorboord door een schurftige schoelie van een priester, die naam niet waardig. Voor wie levenslange cel of opsluiting in een psychiatrische instelling nog te mild was. Die tot zijn laatste snik alleen martelende dwangarbeid verdiende, in de galeien geslagen, aangevreten door ongedierte, uitgehongerd, gekastijd.

     

    Ik vermande me. Zijn lispelende biechtstem ging verder:

    ‘Max, geloof me, ik wou het eerst niet… De duivel leek in haar… in mij… in ons gevaren. Ik… ik was me niet meer bewust van mijn handelen…Geloof me, het was geen genot…’

    ‘Gerda heeft nooit beseft was seksueel genot was’, siste ik hem toe ‘Haar onderlichaam beschouwde ze als een soort relikwie. Ze ontving een man alleen om te kunnen baren. Dat was haar plicht’.

     

    Serge trachtte even geforceerd te grijnzen. Voor het eerst leek hij een beetje zelfverzekerder. Hij reageerde heel voorzichting:

    ‘En toch schonk het haar een bepaalde voldoening. De boete werd voor haar na een tijdje een vorm van bevrediging. Wat ze met jou nooit heeft meegemaakt! Ze zong zelfs. Ze plukte de dag als nooit tevoren. Geef toe, Max, ondanks alles moet je dat toch zijn opgevallen? Nooit bij stilgestaan? Nosce te ipsum! Ken u zelf, man!’

     

    Neen, het was mij niet opgevallen. Niets aan Gerda viel me de laatste jaren nog op. Totale apathie, desinteresse tot en met, zelfs van in den beginne. Daardoor was het me nooit gelukt. Hem wel! Mijn onvermogen door de fysieke afkeer voor Gerda wierp die ploert me met wellust voor de voeten. Ik stond heel even perplex, Serge heel even triomferend.

    ‘Je gaf geen moer om haar. Je ging tot het uiterste, met slechts  één doel voor ogen: haar geld. Een simpele vrouw tot lichamelijke onderwerping brengen en dan aftroggelen!’

    ‘Best mogelijk…Ik zag nog uitsluitend hoe ze mij uit het slop kon helpen. Voor wat hoort nu eenmaal wat, vandaar… een luttel bedrag, twee à drieduizend euro wou ik. Peanuts voor haar. Maar zij wou niet.’

    ‘Voor enkele briefjes van duizend pleeg jij een afschuwelijke misdaad. Ze moest je zelfs betalen voor de smeerlapperijen die je haar aandeed!’


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    23-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hulpbehoevende evenaaste
    Wellustelingen....

    episode...

    91...


    De browning beefde niet in mijn hand. Ik was zelfs zelden zo kalm geweest. Hij bleek almaar meer van streek. Zijn voorhoofd glom.

    ‘Haar dagboeken zijn de beste bewijsstuken. Er was niet alleen dat seksueel misbruik. Eens zij naar jouw pijpen danste, heb je haar bestolen op de koop toe. Om haar geld was het je te doen, geef toe! Uitsluitend om haar geld!’

    ‘Geld? Welk geld, man?’

     

    Het loeder deed een vergeefse poging om verbaasd-spottend te glimlachen. In werkelijkheid zag hij er afschuwelijk uit.

    ‘Niet de restjes van haar huishoudgeld, noch de halfjaarlijkse intresten van haar beleggingen bij Francis. Dat waren habbekratsen voor jou, jij gore havik. Je wilde alles tot de laatste cent!’

    Instinctief voelde ik aan, dat hij zich meer en meer rekenschap gaf van het feit dat ik perfect op de hoogte was en mijn beschuldigingen geen ijle lucht waren. Vooral de browning en mijn zelfverzekerdheid brokkelden hem af.

    ‘Je rekende erop dat een naïef mens als Gerda in de val zou trappen. Als die hoerenloper van haar man aan een prostituee zijn geld hing, was het maar meer dan billijk dat jij, afgezant van de heer, het beetje vermogen van die religiewaanzinnige zou krijgen.

    Maar je was aan het verkeerde adres, nietwaar! Gerda loste niets. Francis zou het trouwens wel verhinderd hebben!’

    ‘Max, ik had Gerda een eerlijk voorstel willen doen... ik had…’

    ‘Hou je smoel, ik verwittig nu de politie.’

    ‘Ik heb je vrouw niet…’

    ‘Wat, smerige leugenaar!?’

    Toen deed ik het onbewust. Van een revolver wist ik alleen dat je de veiligheidspal gesloten moet houden. Ik had er niet op gelet bij het laden ervan. Ik haalde nu blind de trekker over.

    De kogel blafte langs Serge’s gezicht ergens tegen de voorkant van het altaar en kaatste verder terug. Een knal, met tientallen echo’s, die tussen ons een snoer van wrede angst legde.

    Serge klappertande. Mijn benen trilden. Ik schreeuwde mijn speeksel tegen zijn glimmend voorhoofd.

     

    ‘Nu ga je bekennen. Nu, of …’

    Hij zakte voorover. Verborg het hoofd in de handen. Huilde rauw. Stootte gebroken uit:

    ‘Ik wou het niet… Nooit de bedoeling gehad… Ik begrijp nog niet wat mij bezielde. Al die demonen van haar… zitten in mij… Ik werd een monster… Een monster zonder geweten, zonder hart. Ik …’

    ‘De feiten, verdomme, de feiten!’

    Hij jammerde, klein, verloren, totaal gebroken en op:

    ‘Ruzie, wij hadden ruzie… het geld. Gerda wou niet. Ik nam de pentekening  mee… op de Zavel is een opkoper… Gerda  had mij dat geld beloofd.  Vast beloofd. Toen…  niets.  Ze hebben mij bedreigd…de datum was al drie dagen verstreken… Ik moest die schuld…’

    ‘Schuld? Welke schuld?’

    De geslagen hond keek smekend op. Fluisterde toonloos:

    “Speelschulden…in Antwerpen, het milieu aldaar…Ik gok, Max, al jaren…  Grof geld.’

     

    Hij schreide.  Zelfs uit zijn trillende handen  leken tranen te druppelen. Zielig die kloot.

    Als ik nu schoot, dwars door zijn verdorven brein. Hem hier, in zijn eigen godshuis, afmaakte, vertrappelde, van de grond veegde als een giftige adder. Eén seconde. Amper één luttele beweging en het was voorbij. Nee, die straf was te mild voor hem. Duizendvoudig moest hij boeten voor zijn misdaden. Duizendvoudig sterven aan zijn eigen schuldkruisen. Tot zelfs zijn naakte botten nog bloed bekenden.

    Zijn stem kwam schor, nauwelijks hoorbaar, uit een verre diepte terug:

    “Ik wist dat zij einde maand een deel van de intresten zou ontvangen. Met de lening erbij…ze wou niet… Ik moest betalen, Minstens drieduizend euro…onmiddellijk. Die kerels zijn gewetenloos, die…je hebt er geen idee van, Max…’

     

    ‘Jij verslaafde parasiet, je wou alles van Gerda!’

    ‘Nee, Max, echt niet. Ik wou alleen die lening. Ik zou haar later teugbetalen samen met de intresten. Geloof me toch!’

    Hij hijgde huilerig-klagend:

    ‘Max, je moet me geloven. Het is de waarheid. Ik sta voor een berg schulden. Een kleine veertigduizend euro. Op verschillende plaatsen. Ik kan nergens meer heen. Ik wou geld lenen bij de dames, maar durfde niet.  Alleen Gerda heeft geholpen. Eveneens twee kleine stukken uit de kerk. Heb ik stiekem verkocht. Maar Adrienne ziet alles en zou de politie erbij halen. Daarom was ik zo blij dat Gerda er was, echt waar. Zij is zo ontvankelijk voor een hulpbehoevende evennaaste…’

    ‘Voor een plas drek, ja, niet een evennaaste. Wat is religie voor jou anders dan commercie. Een middel, een masker om je smerige handel te verbergen. Niet alleen dat gokken, maar ook bestiale perversiteiten. Je hebt Gerda keer op keer verkracht!’

    ‘ Dat was het niet’, mompelde hij met een vertwijfeld hoofdschudden, ‘Neen, geen verkrachting. Ze vroeg er zelf om.’

    ‘Wat!? Verdomde oerleugenaar. Alles gebeurde tegen haar wil. Ze was bang voor jou. Je bracht haar in een soort trance. Ze schrijft het en Gerda liegt niet. Ze besefte niet eens wat je met haar uitspookte!’

    Hij steunde, in een laffe vorm van schuldbekentenis:

    ‘Ik heb haar nooit vooraan gepenetreerd. Het waren rituelen. Zelfs verboden genot… dat zogezegde genot… kan een zware straf zijn. Jij, Max, jij begrijpt dat niet.’

    ‘Jij, jij verzuipt in  eigen leugens. Hoe zei je het ook weer?  Een gebied waar alleen geesten huizen! Je sacristie behoort daar ook toe? Middeleeuwse boetedoening! Ze raakte er zelfs bewusteloos bij, smeerlap!’

    Reageer (0)

    22-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De confrontatie


    Wellustelingen....

    episode...

    90...


    Het motregende nog steeds. De vage schemering kroop mistig uit de aarde. Ik leek heel alleen op een zwarte plek.

    Ik stopte bij de vervallen pastorij in het dorp. Belde aan. Geen reactie. Ik wachtte nog een minuutje en liep toen naar de kerk. De zijdeur stond op een kier.

    Serge zat op een van de voorste stoelen bij het altaar. In jeans en hemdsmouwen. Een kwajongen op z’n zondags. Hij keek op. Een bleek verbaasd en toch uitnodigend sereen gezicht. Alsof hij me verwachtte en bij voorbaat wist wat ik hem te zeggen had:

    ‘Ha, de Max!’

    Ik bleef wijdbeens voor hem staan, de rechterhand rond de revolver in mijn zak. Nog niets zeggend. Tegen vette varkens spreekt men niet. Die keelt men.

    ‘Tempori parce’, monkelde hij. ‘Wees zuinig met de tijd. Wat kan ik voor jou doen?’

     

    Ik reageerde niet. Hij bekeek me scherper. Argwanend. Dan weer zijn vaderlijke beroepstoon van zielenherder:

    ‘Max, kerel, hoe jij eruit ziet, zeg! Wat voor spoken heb jij ontmoet! Kom, ik heb nog een halve fles uitstekende Saint Estephe.’

    ‘Blijf waar je bent!’ siste ik giftig. ‘Verroer verdomme niet of ik plak je hersenen aan je altaar!’

    ‘Potius mori ’, begon hij onzeker te stamelen, opeens erg bang lijkend.

    ‘Hou op met je gezever. Je weet verdomd heel goed waarom ik hier ben!’

    ‘Neen, Max, ik weet het echt niet.’

     

    ‘Jij hebt Gerda omgebracht, jij zwijn, en je rekent erop mij of wie dan ook die moord in de schoenen te schuiven.’

    ‘Max, ik …wat is dat voor larie…ik..’

    Hij wou opstaan, Schijnbaar diep verontwaardigd. Verblekend ineenkrimpend. Ik stoote hem brutaal terug.

    ‘Jij hebt Gerda van de trap geduwd en haar met een zwaar voorwerp de schedel verbrijzeld. Beken, smeerlap, geef toe dat jij het hebt gedaan!’

    ‘Waar haal je dat allemaal vandaan, Max?  Ik heb met die vreselijke zaak niets, hoegenaamd niets te maken. God is mijn getuige…’

    ‘Loop met je god naar de kloten. Of nee, roep liever zijn hulp in, nu je hem broodnodig hebt.’

     

    Serge’s lippen bewogen schichtig. Hij bad, de huichelaar. Smeekte zijn god om steun. Gesmoord bracht hij uit:

    ‘Max, ik begrijp niet wat er met jou aan de hand is. Je draait door, man. Waar haal je toch al die onzin, die leugens vandaan? Ik herken je niet meer!’

    ‘’Ik heb haar dagboeken gevonden!’

    ‘Welke dagboeken? De politie heeft toch alles doorzocht en…!’

    ‘De politie heeft helemaal niks. Ik doorzie het nu allemaal. Jij en niemand anders heeft het gedaan. Jij! Jij!’

    ‘Nee, Max!’

    ‘Ja, smeerlap, ja!’

    Zijn adem ging sneller op en neer. Hij deed opnieuw een poging om op te staan, keek nu wit geschrokken in de loop van de browning.

    ‘Vooruit, schoft, de waarheid!’

    ‘Max, ik zweer je…’

    ‘Hoe heb je haar vermoord!’

    ‘Ik heb echt niet…’

    ‘Uit haar schriften heb ik opgemaakt hoe je haar behekst hebt met je demonische vertelsels, hoe je haar gestraft hebt eerst met paedicatio-aanrandingen …’

    ‘Wat!??’

    ‘Dat is, monster dat je bent, het uitvoeren met geweld van anale coïtus op een volwassen persoon, om een medisch gerechtelijke term te gebruiken. Knoop dit in je hoofd, je zal hem nog vaker horen. Nadien heb je haar vaginaal gepenetreerd, haar goedgelovigheid en naïviteit schandalig misbruikt  en tenslotte heb je haar omgebracht,  jij verdorven rotzak.’


    Hij staarde me eerst verwilderd aan, daarna vertwijfeld, hatelijk en duivels wraakzuchtig. Een in het nauw gedreven roofdier, dat bloed rook en zich uit behoudsnood zelfs op zijn eigen schaduw zou storten.

    ‘Max, blijf redelijk. Doe die revolver weg.’

    ‘Jij bekent nu en dan ga ik met jou naar de politie!’


    Wordt vervolgd


     

    Reageer (0)

    21-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noblesse oblige.


    Portefeuilledwang!

     

    “Waar halen ze het lef vandaan?” dat is de vraag die ik me al wekenlang stel tussen Terzake en het Weerbericht in. Komt door die rode curvelijn en de stem die vraagt hoe warm mijn zomer is? Fortis-sponsoring.

     

    Als je denkt schaamtelozer kan niet, wel het kan wel. Vorige maandag, in Amsterdam. Tweehonderd “kleine” overbezorgde Hollandse aandeelhouders mochten vragen stellen aan de Fortis top zijnde: een geparachuteerde socialist ex-ASLK, nieuwbakken CEO  en het Fortis-icoon, burggraaf Lippens Maurice himself. Historische infosessie volgens de kranten. Burggraaf Lippens sloeg mea culpa. Ik zag hem in het journaal zowaar nederig het hoofd buigen en met vooraf ingestudeerde brok in de keel en goed getimde stemvibraties beweren dat hij alle begrip had voor de ontgoocheling van de aandeelhouders. Hij wist dat de pijn niet alleen ging over het feit dat hun dividend niet cash werd uitbetaald. Hij vroeg hun vertrouwen , smeekte om hun geloof want het ging hem aan het hart.

     

    Het kleinste kind weet dat hypocrisie altijd het sterkste punt van de adel is geweest, maar dit slaat alle records. Deze ganzenlevervreter in maatpak, ritselaar met woekerwinsten nu één groot deemoedig vat? Komt op hetzelfde neer als een De Winter die plots een vurig pleidooi houdt pro SP-a. Zou hij aan de leugendetector durven hangen, de burggraaf? Beseft hij hoeveel afgerukte ledematen hij op het geweten heeft door zijn kredietfaciliteiten aan de wapenboeren? De schofterige ijdeltuit! Jammer dat er geen openlijke tuchtiging daar in Amsterdam is gekomen. Ik hoop op een krachtig kabaalprotest tijdens de volgende sessies in ons land. IJdele hoop, ook alhier zal er weinig van in huis komen en Lippens zal gaan zoals hij gekomen is: ondroordringbaar zoals zijn Fortiskluizen.

     

    En ondertussen zitten heel wat mensen dik in de nesten. Jonge mensen door de verhoogde woonkredieten, starters die rekenen op bedrijfskredieten en een verhoging van verzekeringspremies is op komst. De oorzaak? Wat banken aan de ene kant verliezen, plukken ze aan de andere zijde, te weten de onooglijke vruchtjes van onze spaarzaamheid: spaarboekjes en –varkentjes. Wat jaren onmogelijk was, kan plots wel. Basisrenten stijgen, verhoging van groei- en getrouwheidspremies, stimuli bij onlinesparen, garanties tot 2010 zonder minimuminleg en zonder kosten enfin het kan niet meer op. De kranten staan de voorbije dagen vol van advertenties. Banken en filialen waarvan die ik voordien nooit heb gehoord schieten als paddestoelen uit de grond. Alleen Test-Aankoop raadt aan de kleine lettertjes te lezen .

     

    Tja, oplichters floreren vaak in de hoogste kringen. Volgende week zijn de Wetstraatezen  er opnieuw bij. Benieuwd wat het wordt. BHV of mazout? Ik tip op verkiezingen. De zoveelste…

    Reageer (3)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woede en haat
    Wellustelingen....

    episode...

    89...


     

    Ik sloot het laatste dagboek, stopte het met de twee andere in een uitgerafelde tas uit de muurkast en bleef roerloos op de trap zitten.

    Met stijf dichtgeknepen ogen. Niet willend dat al die obscene beelden van mijn eega, honds parend met een priester, als jodelende kwelgeesten naar mij toedoken. Het was te veel ontzetting. Ik verdroeg het niet.

     

    Maar die beelden vermengd met haar vreemde, onzinnige, bange en schokkende woorden, met dat hele chaotische gebeuren, bestookten me feller en feller. Met hun ongeloof. Hun hoon. Hun waarheid vooral. Die me beetje bij beetje veel méér openbaarden.

    Gerda! Ik wist het nu! Verdomd ik wist het allemaal! De waarheid stond hier in dit schriftje, als in een gruwel van bloedletters gekerfd. Die bonsden en dreunden in mijn hoofd.

    Die waarheid. Ze maakte me ijskoud. Deed me kermen en blazen van afgrijzen, opstandigheid, woede, machteloosheid en onbegrip. Dat varken van een pastoor had Gerda het hoofd ingeslagen.

    Hij en niemand anders. Hij was haar moordenaar.

    Hij. Hij. Hij!

     

    Ik had daar nog uren kunnen zitten.

    Ik deed het niet. Ik had een opdracht. Serge rekenschap vragen. Hem doen boeten. Hem laten inrekenen. Eerst en vooral Vloesberghe opbellen. Hem in een notedop vertellen wat ik wist. Hem meteen tot onmiddellijk ingrijpen aanporren. Neen, wacht. Die eer gunde ik mij. In de allereerste plaats.

    Dit was de rekening, die ik vooraf met zo’n smeerlap had te klaren. Met die godverdomde schurk, die mij allicht de moord op Gerda in de schoenen had willen schuiven.

     

    Die demonische slijmerd van een ploert was beter lid geworden van de Spaanse Karmelieten van het Heilig Gelaat. Die dubieuze kring van afvallige paters in dat godverloren dorp El Palmar de Troya, net onder Sevilla, waar de anti-paus Clemente Dominguez Gomez als een halfgare blinde mol had geregeerd.

    Duistere praktijken met vrouwen en kinderen waren schering en inslag geweest in die zogezegd door de ware godheid geheiligde gemeenschap. Tot een tiental geestelijken dringend naar een ziekenhuis in Sevilla werden afgevoerd: hun penis doorboord met een ring, rug en buik rooddoorstreept en bloederig opengeslagen met bespijkerde stokken. In de naam van hun god kende zelfs het walgelijk ongeoorloofde geen grenzen meer.

     

    Ik stond recht. Mijn lichaam voelde aan als een stuiptrekking.Een plots oude man was ik. Met stramme loden armen en een zware sleur van andere ledematen en organen. Doch ook een man, die heel goed wist wat hem te doen stond. Dat zegde de browning in mijn regenjaszak.

    Ik haalde hem eruit, liet enkele kogels gedachtenloos in mijn handpalm rollen. Stopte ze even mechanisch in de lader. Hield de revolver rustig mikkend voor mij, Grijnsde breed-verachtelijk, alsof ik een Al Capone trawant was geworden. Liet de revolver weer in mijn zak glijden. Nam de tas met de schriften. Sloot de buitendeuren af en reed weg.


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    20-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kiekekot brengt heil
    Wellustelingen....

    episode...

    88...


    Delen van volgende passages zijn moeilijk leesbaar, vooral de introductie. Uit het gewirwar van lettertekens en halve zinnen heb ik uiteindelijk onderstaande gedistilleerd.

     

    21 juni - Bestolen heeft hij de schurk. Mijn twee kristallen kandelaars en de parels van mijn moeder zaliger. Ik dacht mijn laatste uur gekomen. Ik kan met moeite voet bewegen. En mijn hart blijft bonzen. Het houdt niet op en Serge is een uur weg. Hij is zot geworden! De zwarte vlekken voor mijn ogen verminderen. Slagen op mijn hoofd. Ik ben mijn nieuwe bril kwijt, afgevallen.

     

    Moeite om mijn stylo vast te houden. Mijn vingeren beven. Mijn handen, ikk kan dat niet bedwingen. Serge is een beul en een verkrachter. Een bedrieger van de smerigste soort. Heb vlakaf gezegd dat Adrienne en Florence donderdag alles zullen weten. Ik zwijg niet meer, voor niemand.

    Hij vloekte en maar schelden. Serge zei woorden die ik  niet kon verstaan maar ik wilde dat niet verstaan hoor. Dat ik een sloerie en een loopse teef was. Ik moest zwijgen, anders zou iedereen weten dat ik hem verleid heb. Door met mijn bloot achterste voor hem te waggelen.

    Serge weet dat hij naar zijn geld kan fluiten.

     

    Zijn klauwen gingen naar omhoog. Ik vreesde dat hij mijn keel zou toeknijpen. Een slag op mijn hoofd en ik flauw te vallen. Ik greep de stoel goed vast. Viel niet flauw.

    De sleutels van mijn kamer vond hij niet. Ze zaten in mijn zak. Hij hoorde ze zeker en vast rammelen. Over mijn lijk smerige dief, heb ik geroepen. Riskeer het niet om nog één vinger naar mij uit te steken. Als er met mij iets ergs gebeurt, zult ge groen lachen, dat zweer ik op het hoofd van mijn zoon.

     

    Hij spuwde in mijn gezicht. Hij weet dat ik al zijn beestige streken in mijn dagboeken heb staan. Die liggen sedert vrijdag bij mijn notaris, zei ik. Als er iets voorvalt krijgt Max die. Heb gelogen om geen slaag meer te krijgen, alle baten helpen. Maar ik ga dat toch doen, nog deze week. De stoel weggetrokken, ik viel. Serge bleef schoppen,  Mijn staartbeen brandt in mijn rug. Hij heeft de schuiven opengetrokken. Ik kroop weg naar de tuin.

    Heb zeker een halfuur achter het kiekekot gezeten. Was hij gekomen, dan kon ik roepen op de mannen, die in de nieuwe straat aan het bouwen zijn. Die zouden me wel gehoord hebben. Hij mag niet meer in mijn buurt komen. Zoals hij nu is, is hij tot alles in staat. Zal ik toch naar de politie gaan? Ik moet zien dat ik mij bescherm. Die pastoor is een monster!

     

     

     

    Wordt vervolgd

    Reageer (0)

    19-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vacature geldig tot 24/08/2008

    Analfabeet én slechtziend?

    Word taxichauffeur in Beijing!

     

     

    Dit is een tip van Wieneke van Vucht, een jonge redactrice die in opdracht van het Nederlandse praatprograma Pauw & Witteman momenteel in Peking zit. Het schaap nam al enkele keren een taxi en is er een minuut later gewoon uitgebonjourd.

    Waarom? Communicatieproblemen, de chauffeur sprak geen Engels en zij geen Chinees. Op zich nog geen probleem want het kind heeft een voorraad hotelkaartjes mee in het Chinees. Doch wat als de taximan niet kan lezen? Of wat als hij kan lezen maar slechtziende is? Wieneke heeft er al meer dan een met een vergrootglas bezig gezien. Een chauffeur met de neus tegen de voorruit geplakt is er echt geen uitzondering.

    For every problem there is a solution, dacht Wieneke. Haar zouden ze niet langer liggen hebben, dus als de donder geoefend om de straatnaam en hotelnaam plus minus verstaanbaar te leren uitspreken. Gegarandeerd succes? Elders wel in Beijing niet. De chauffeurs beginnen te ratelen dat oren en zien vergaan. Tracht het kind met alle mogelijke gebaren hen bij te brengen dat ze er geen moer van snapt, dan maken de chauffeurs gewoon een wegwerpgebaar. Op dat moment is het opschieten geblazen zoniet krijgt de hulpeloze passagier nog een sliert Chinese verwensingen mee.

     

    Nochtans de organisatoren hebben aan alles en nog wat gedacht, zeker voor dit soort van perikelen. Zo is er een speciaal nummer dat de taximan kan bellen als hij, figuurlijk dan, de pedalen kwijtraakt. Andere chauffeurs hebben ook een soort meertalige folder in de auto liggen. Daarop staan twintig belangrijke zinnen in het Engels, Frans en Chinees. Een handige taxichauffeur pakt meteen deze kaart, de passagier wijst aan en klaar is Kees.

     

    Inmiddels kent Wieneke de weg naar haar hotel al vrij goed; doch dat de ene weg 34 yuan kost en de andere 70 maakt haar soms boos. Niets aan te doen, de meertalige folder vermeldt heel wat doch de zinnen “ Niet omrijden hoor. Er is een kortere weg“  uitgerekend die staan niet vermeld. In de achteruitkijkspiegel ziet ze hem gremelen, ze weet wat hij denkt: “ Met al de Chinezen, maar dit met deze!”.


    Reageer (2)

    18-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weekgebeuren

    Waar begint de week mee? Met …







    China… en de China-mania hangt me de keel uit. Teveel is teveel. Sla je een krant open: China. Zet je de tv aan: China. Knack en Co plus de radio idem dito. Tja, die 250 camera’s en 19 captatiewagens moeten renderen. Zware kostennota’s van het journaille moeten verzilverd, vandaar dus. En ze krijgen er de Olympische Kampioen deadlines en ultimatums nu ook bij. Eerst ging hij louter ten persoonlijke titel, op eigen kosten bovendien. Van een kantelmoment in het leven van een regeringsleider gesproken! Op het nipperke heeft hij een uitnodiging van de Chinese regering uit de brand gesleept. Daardoor komt de reis de kosten van de kanselarij en moet De Gucht mee, als brandblusser.
    Dat de Chinese regeringsleiders interesse hebben voor de premier uit Plopsaland maak dat aan  grootje wijs. Weten jullie wie er ook floreert? De lallende lobroek uit Ans, Michel Daerden, minister van iets in een of andere deelregering. Van bij het ontbijt zegedronken in afwachting van de eerste Belgische medaille. Voor hem geen geroosterde sprinkhanen,  wel champagne en kaviaar.

    Nog dagen wordt dat mediacircus ons voorgeschoteld. Nog dagen de stellingen van wijze en minder wijze mensen over de mensenrechten aldaar, over chinees gesjoemel met kindertjes en vuurwerk ter opwaardering van hun imago, over hun leiderschap inzake nepgoederen. Nog dagen zeiken over de oorlog in dertig landen terwijl hun atleten het tegen elkaar gezwind openemen.

     

    En op straat spreekt er geen kat over die spelen. Niemand heeft mij gevraagd of ik wist wie goud haalde met de floret. Niemand die moord en brand schreeuwt over de paardenrechten op de Spelen. Want als ik mijn krant mag geloven, en ik geloof De Morgen, wordt er in Peking nogal wat afgerommeld met de poten van de paarden. Pardon, met de voeten van de paarden. Ik weet het bij dieren spreekt men gewoonlijk van poten, maar in de wereld van amazones en ruiters niet. Poten klinkt te ruig voor zo’n veredeld dier. Beautiful head and straight legs, hoorde ik tijdens de dressuur vertellen. Wat er scheelt aan de voeten van de paarden? Naar het schijnt zitten die vol kunststof. Zo zou een internationaal vermaard hoefsmid verklaard hebben zeker te weten dat er ze er paarden beslaan die eigenlijk niet meer te beslaan zijn, paarden met bijna een halve voet eraf. Stalhouders en organisatoren zwijgen in alle talen. Hallo Gaia en consoorten!

     

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bekentenissen
    Wellustelingen....

    episode...

    87...



     

    19 juni - Heer, Mijn God, mijn verdriet is niet te beschrijven. Eigenlijk is het geen verdriet, maar koleire en grote schaamte. Gij weet, Heer, dat ik van jongs af aan moest horen dat ik niet van de slimste ben. Nu besef ik dat ik echt oerdom ben.

    Had ik van bij het begin van mijn huwelijk meer naar Max geluisterd. Doen zoals hij en mijn voeten aan iedereen vegen! Max is zo opgevoed, ik echter niet. Met hem wordt er rekening gehouden!

    Met mij gaat iedereen een gang. Iedereen, Heer, ook mijn zoon, soms toch. Gij niet, Heer, Gij aanvaardt de mens zoals hij is, slim of dom, gezond of gebrekkig. Gij maakt geen onderscheid. Maar Gij zit daarboven, waar alles peis en vree is. Moest Gij terug naar hier kunnen komen, Gij zoudt Uw ogen nogal opentrekken!

     

    Gij hebt er geen gedacht van wat hier allemaal gaande is! Ver moet Gij zelfs nie  zoeken, Almachtige. Uw eigen priesters, gewijd door de bisschop in Uw naam, generen zich niet om de gelovigen een peer te stoven. Ik weet wel, Heer, het zijn allemaal geen Serges. Maar waarom hebt Gij zo’n slechterik op mijn weg gezet? Wat heb ik U misdaan, Heer? Ik verdien dit toch niet? Op zo’n manier moet Gij toch niet verbaasd zijn dat menig mens salut zegt tegen Uw kerk? Wat zoudt Gij willen, Heer, als zelfs Uw eigen volk Uw tien geboden niet opvolgt!

     

    Mensen die niet in U geloven hebben het gemakkelijk, hoor! Kijk simpel naar Max. Zonde bestaat voor hem niet. Boetvaardigheid is alleen voor zotten en kwezels, beweert hij. Elk normaal wezen weet dat hij niet mag stelen, bedriegen of iemand de kop inslaan. Max heeft daarvoor geen god nodig, zegt hij. Zijn hemel zit tussen zijn oren, zegt hij en zijn paradijs werkt op een bureau in Brussel.

    Ik zal U altijd nodig hebben, Heer, vooral volgende week donderdag. Tijdens de bedevaart naar Groot Bijgaarden, ter ere van de heilige Wivina, ga ik Adrienne, Justine en Florence alles over Serge vertellen. Over zijn streken met het geld, misschien een beetje over mijn boetedoening, maar niet hoe ik misbruikt werd. Daarvoor is mijn schaamte te groot. Sta mij bij, Heer, laat het licht van Uw Goedheid schijnen en vertroosting brengen voor uw schaamtevolle dienares.

    Heb Dank, O, Heer.



    Wordt vervolgd


     

    Reageer (0)

    17-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bevestiging


    Wellustelingen....

    episode...

    86...


     

     17 Juni - Heer Jezus Christus, Gij hebt gezegd: vraagt en gij zult verkrijgen, zoek en gij zult vinden, klop en u zal worden opengedaan.  Zou ik die drie dingen terzelfdertijd mogen doen, Heer? Ik geraak er anders niet meer  uit. Dat fameus kwartiertje van Serge is zeker een dik uur geworden! 

    Toen hij arriveerde, zag ik dat hij in zak en as zat. Nochtans in de vroegmis zoudt ge dat niet gezegd hebben. Opperste Rechter, moest ik nu weten in welke psalmen, en waar in het Boek der Openbaring of in het Evangelie ik moet zoeken om al die vragen in mijn hoofd te beantwoorden, ik zou nu bij U niet aankloppen. Maar ik weet niet waar te beginnen.

     

     

    Alwetende, Serge heeft U toch ook al verteld van zijn problemen? Miljoenen mensen hebben reeds tot U gebeden om hun verstand te verlichten, om hen te helpen met Uw wijsheid. Ook tot de Heilige Moeder. Aan de grot van Lourdes, in Oostakker, in Beauraing overal hangen de muren vol met plastieken handjes, beentjes en platen als dank voor  genezing en steun. Zelfs  in onze kerk hangen er enkele. Als Gij dat voor al die mensen doet, is het dan niet mogelijk Uwe priester ook te helpen? Ik weet het, Heer, er zijn dingen gebeurd die het licht niet verdragen. Maar hij was niet alleen. Uw boetelinge heeft er ook schuld aan, zelfs al heb ik dat eerst niet geweten.

     

    Vandaar, Oppermachtige, dat ik mij nederig tot U wend om hem te helpen. Hij had ten zeerste gehoopt op een grotere tussenkomst van de gemeente, doch de gemeenteraad, overwegend liberalen en socialisten, heeft de beloofde 5000 euro zomaar verworpen. Onze collecte heeft amper 200 euro opgebracht en van  de wafelslag moet de afrekening nog gemaakt worden.

    Justine zegt dat ze al zal tevreden is als de kosten gedekt zijn. Een ongeluk komt nooit alleen, Heer. Hij heeft tevens zware kosten aan zijn auto. Die wagen is al meer dan zeven jaar oud. Ik moet toegeven, hij heeft er van in den beginne mee gesukkeld. Garage in en garage uit. Hij rijdt nu met de auto van Florence.. Maar Serge wil van haar goedheid geen misbruik blijven maken.

     

    Hij smeekte me om hem een lening toe te staan van 4500 euro. Hij zou dat op twaalf maanden kunnen afbetalen met een goeie intrest.  Misschien zelfs nog eerder. Voor mij was dat een peulschil, beweerde hij. Allemaal goed en wel, maar die peuschil zit bij mijn zoon.

    Serge begrijpt niet dat Max wel zijn geld terugkrijgt en ik niet. Hij zei dat ik veel te weinig haar op mijn tanden heb. Het stomste wat een ouder kan doen, is al zijn geld toevertrouwen aan kinderen, zei hij. Precies of Francis me bij de bok zal zetten! Ik zou niet weten waarom ik geheimen  moet hebben voor mijn bloedeigen zoon.

     

    ‘Omdat je aan dat geld nooit aan kunt, als je het nodig hebt, Gerda, omdat je altijd een reden moet opgeven, omdat zoiets meneer niet zint en omdat ik absoluut nu wil weten of je me gaat helpen, daarom!’

    Hij begon opnieuw te roepen. Ik sloot vlug de terrasdeur. De oren van Ingrid de kuisvrouw altijd open staan. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat niet ik, maar hij geld nodig had. En als hij gekomen was om wild tegen mij te schreeuwen, hij wist waar de deur was.

     

    Hij veranderde onmiddellijk in een lam en verzocht mij heel nederig of hij maandagvoormidddag nog even mocht binnenkomen. Hij zou een schuldbekentenis bij hebben en een afbetalingsplan. Ik kon dat zelfs aan Francis tonen.

    ‘Hij zal versteld zijn van de intrest die ik aan zijn moeder beloof. Acht vijfenzeventig procent netto, Gerda, Daar kan die zoon van jou niets  op tegenhebben! Alles zwart op wit. De rekening is vlug gemaakt!’

    Ik moest Serge tot driemaal toe beloven dat ik hierover goed zou nadenken. Ging ik akkoord, dan zou het toch mogelijk zijn de helft van de lening cash te voorzien, wou hij nog weten.

     

    Hij zegende mij en vertrok, keerde zich om halfweg de oprit om en zwaaide glimlachend ten afscheid.

    Ingrid  kwam vragen of ze een en ander van Delhaize moest meebrengen.   

    “Ja, madame’, merkte ze op, ‘ wat een keel en dat voor een pastoor! Roept hij in de kerk ook zo? Geen wonder dat de mensen op een ander naar de mis gaan! Ik mag me daar niet mee bemoeien, madame. ’t Is niet omdat ik niet katholiek ben, maar die man heeft serieus een slag van de molen gekregen.  Ze zeggen ook dat hij geweldig drinkt!’

    ‘De mensen weten altijd iets te vertellen, Ingrid, en meneer pastoor is doorgaans een fijne en beleefde man. Maar hij heeft nu een paar probleempjes…’

    ‘Probleempjes, madame?  Hij staat overal in ’t krijt! Zijn rammelkar,  al drie weken bij onze garagist. Alfons begint er niet aan want meneer pastoor moet eerst zijn oude facturen betalen. De baas van mijn man, heeft hem buitengeworpen en gezegd dat hij op een ander moest gaan om zijn stallingen te laten afbreken. Al zeven maanden wacht hij op zijn voorschot. Mijn man zegt dat die zaal één groot kot is. Staat op invallen. Goed voor afbraak. Dan heeft die gast nog het lef om een tussenkomst van de gemeente te vragen! Naar het schijnt hebben ze hem vierkant uitgelachen.Geen halve cent, zei onze schepen. Hij is daar ook zo beginnen te tieren, zelfs te vloeken. Het is niet om u te kleineren, madame, maar die kruisdragers denken dat alles hun gepermitteerd is en dat iedereen voor hen moet kruipen. Die tijd is al jaren voorbij, gelukkig maar!’

     

    Heer, mijn God, hebt Gij dat allemaal gehoord?  Gij wist het, nietwaar! Gij hebt mij willen sparen, al die tijd. De woorden van Ingrid zijn het teken waar ik U om  gevraaagd heb.

     Serge blijft me beliegen. De voorschotten, die ik hem heb toevertrouwd, mijn monstrans en mijn gebedenboek? Allemaal aftroggelarij, allemaal leugens. De maat is nu meer dan vol! Ik zal hem dwingen de waarheid te vertellen. Ik moet maandag weten wat hij met mijn geld heeft uitgespookt. Meer nog, ik eis dat hij me terugbetaalt. Als het moet dan vertel ik alles aan Francis. Genoeg is genoeg! Adrienne, Florence en Justine worden eveneens ingelicht. Wie weet wat heeft hij hun reeds afgetrocheld! Serge is een schurk.  Nu heb ik hem door!

    Heb Dank, O, Heer, voor de woorden van Ingrid, Uw goddelijk teken, ik heb zoveel twijfel gehad. Nu zijn mijn vermoedens bevestigd.


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    16-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hete ijzers...




    Wellustelingen....

    episode...

    85...

     16 Juni - Zoals Ge weet, Heer, was het niet gemakkelijk om de knoop door te hakken, gisterenavond. Ze zeggen dat je het ijzer moet smeden terwijl het heet is  Mijn ijzer is allang heet, geloof me!.

     

    Serge zat op de altaartrap te bidden bij mijn binnenkomen. Hij keek zelfs niet op toen de deur opgenging. Ik heb middenin stilletjes plaatsgenomen. Na een goeie vijf minuten kwam hij bij mij. Hij draaide de stoel vóór mij om zodat wij tegenover elkaar zaten.. Ik zag dat hij geweend had.

    Hij had met U gesproken, Heer. Hij had U verteld hoe hij vergiffenis aan U en mij wou vragen. Gij begrijpt toch, Heer, dat het mijn christelijke plicht was om hem wandelen te sturen. Dat is toch niet normaal, Almachtige. Wat hij wou doen, in Uw Huis nog wel!

     

    Zou het kunnen, Heer, dat hij weet dat zijn schuldenlast bij U zodanig groot is, dat hij begint door te draaien? Ik vrees van wel. Ik heb hem gezegd, dat God geen enkel schaap laat vallen, zelfs zijn zwartste niet. Dat ik voelde dat Gij, in Uw grote Genade, mij evenmin liet vallen. Serge zei dat er tussen hem en mij een levensgroot verschil is: hij is priester. Ja, natuurlijk. Maar hij had daar eerder moeten aan denken!

     

    Hij ging op de knieën zitten. Zijn hoofd boog naar de vloer en hij kuste mijn voeten, de toppen mijn schoenen eigenlijk. Ik wist niet wat ik zag, Heer, en nog minder wat ik moest zeggen:

    ‘Maar allez ,Serge, wat doe je nu, gebruik je verstand!’

    ‘Christus heeft mij dit voorgedaan. Hij heef de voeten van zijn volgelingen gewassen en gekust. Wie of wat belet een priester om nederig en dankbaar de voeten van zijn volgelinge, zijn meest oprechte volgelinge, te kussen? Wie of wat belet die volgelinge om aan de laatste wens van haar schuldenaar te voldoen? Kom, Gerda, vrees niet, volg mij!’

     

    Serge nam mijn hand en leidde mij naar een biechtstoel. Hij deed de deurtjes open en ik moest op zijn bank plaatsnemen. Hij wou dat ik zijn biecht aanhoorde. Ik sputterde tegen.

    Dit was zijn eerlijkste verlangen, zijn laatste wens. Ik moest niet spreken alleen luisteren, zei hij. Ik luisterde maar ik zat daar echt niet op mijn gemak, Heer. Wat hij me toen allemaal opgebiecht heeft, mijn haren kwamen ervan omhoog.

     

    Wist Gij, Heer, dat zijn moeder hemel en aarde heeft bewogen om aan een kind te geraken. Bij zo ver, dat ze aan de Heilige Maagd beloofde haar eestgeborene aan God te schenken. Een priester of een pater en als het een meisje was, zou het een nonneke worden. Na Serge zijn er nog twee gekomen. Maar hij had het aan zijn been. Hij was haar offer. Hij wou echt geen priester worden, eerder dokter of advocaat. Hij vond dat een betere manier om de mensen te helpen. Maar hij had geen keuze: ofwel seminarie ofwel zijn biezen pakken. Hij was toen nog geen zeventtien.

     

    Het schoonste van al, Heer, zijn oudste zuster wou niets lievers dan in het klooster treden en die mocht niet. Ze hadden haar nodig op de boerderij. Hij vertelde me dat hij in zijn jonge jaren nogal opstandig en zeer opvliegend was, ook in het seminarie. Hij hoopte dat hij er zou buiten vliegen. Maar ze wisten toen al dat de roepingen aan het verminderen waren en dat ze, als het zo doorging, binnen twintig jaar zwarte priesters zouden moeten invoeren om nog iemand te hebben in al hun parochies. Daarom heeft het seminarie veel door de vingers gezien, ook zijn temperament. En zo is hij dan toch nog gewijd.

    Hij heeft er nochtans serieus aan gedacht zijn kap over de haag te smijten. Als priester had hij echter zijn vaste verdienste en woonst. De crisis was toen al aan de gang en als gewezen pastoor werk vinden? De vrouwen stonden niet aan te schuiven om hem te trouwen! In Brussel of Antwerpen zou dat minder een probleem zijn geweest. Maar Serge was een kind van de boerenbuiten, hij hield niet van grote steden. Hij heeft er dan maar het beste van gemaakt. Hoe ouder een mens hoe bezadigder.

     

    In een kleine gemeenschap  zoals de onze viel zijn leven nog goed mee, zei hij. Maar ik moest niet denken dat het priesterschap een gemakkelijke job is. De mensen willen dat je er voor hen bent, op elk uur van de dag. Dat gaat zo in kleine dorpen. Als priester moet je overal problemen aanhoren en trachten op te lossen. Neem een handvol onderwijzers  dokters, rechters en moeders samen, dan heb je ongeveer wat een priester moet zijn. Een geestelijke is meer dan een medemens. Moet altijd  een goed luisterend oor en de juiste raad hebben. Maar een priester is ook een man  met noden, pijnen en dromen.Hij fluiserde me zuchtend toe:

     

    ‘Wie luistert naar de mens in de priester? Ik heb geen thuis, geen vrouw.. Ik kan geen stoom aflaten. Ik heb niemand. Ik ben full- full-timer, Gerda, vierentwintig uur per dag! Toen heb ik een goed mens zoals jij leren kennen, een gelovige vrouw en een fantastische moeder. Ik heb die geweldige vrouw dag na dag zien wegkwijnen van verdriet door de ontrouw van haar man. Een man die zo’n  vrouw niet waard is. Een man die met ons geloof de spot drijft. Een man die met plezier zijn vrouw door hellevuren laat gaan en al onze hulp weigert. Max was je gek aan het maken, Gerda. Besef dat toch! De angsten die hij je bezorgde! De schuld- en wraakgevoelens, diep in jou.

     

    Jij het topunt van vergevingsgezindheid! De demonen in je lichaam, wie heeft jou begrepen, wie heeft jou geholpen om ze te verdrijven? Kan jij je inbeelden wat dit voor mij al die jaren betekend heeft? De vrouw naar wie mijn diepste gevoelens uitgaan, de vrouw die iets te laat in mijn leven kwam…’

     

    Ik vroeg Serge om met die verwarde biecht op te houden. Kon het niet langer meer aanhoren. Waar eindigde de waarheid? Waar begon de leugen?

    ‘Gerda, ik wil dat je alles  weet. Weinig mensen bezitten de gave gewoon logisch te denken. Jij wel. Ik weet het, je zelfbeeld is te negatief. Je beseft de kracht niet die je uitstraalt, de invloed die van jou uitgaat! Dat doorzettingsvermogen van jou! Ik ben iemand zoals jij onwaardig, ik een priester. De dames gaan meteen arriveren voor de avondreünie. Gerda, alsjeblief, sta me nog een kwartiertje van je tijd toe. Neen, niet vandaag. Morgen, bij jou thuis. Ik moet met iemand kunen praten. Gerda, hoe vaak heb ik in het verleden tijd voor jou gemaakt? In ruil voor al die uren, kan je me die luttele minuten toch niet weigeren. De poetsvrouw komt toch ’s vrijdags? Je bent dan  niet alleen met mij! Ik heb je raad nodig, Gerda. De situatie is zo dramatisch dat vleselijke lust nu voor mij totaal onbestaande is. Gerda, alsjeblief!’

     

     

     

     

     

    Wordt vervolgd

     

     

     

     

     


    Reageer (0)

    15-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Shakesperiaanse vraag.


    Wellustelingen....

    episode...

    84...


     

    15 Juni – Heer, mijn God, ik groet U. Ik was goedgezind vanmorgen. Heb mijn stoute schoenen aangetrokken en ben naar de vroegmis geweest. Er zat wel tien man meer dan vorige week. Dat moet U toch plezier doen, nietwaar!  Mij ook. Mijn eerste gedachte was dat Gij, Heer,  die mensen hebt aangespoord om mij te steunen. Gij weet alles, dus Gij wist dat ik zou gaan. Gij moet niet doen alsof, Heer. Pas op, ik weet dat Gij lacht. Af en toe zie ik U ook! Dat wist Ge niet, hé?

     

    Ik ben, tegen mijn oude gewoonte in, op het laatste nippertje gekomen. Serge was nog in de sacristie. Ik heb mij tussen Adrienne en Madeleine gezet, kaarsrecht, mijn handtas op de knieën. Mijn stoel was vrijgehouden. Adrienne en Justine bekeken me alsof ze Lazarus zagen. Madeleine’s mond ging nog meer naar beneden dan anders. Ik hoorde haar snuiven. Ze snuift altijd als ze iets hoort of ziet wat haar niet aanstaat.

     

    Ik verdenk er haar van dat ze een pik op mij heeft. Alleen omdat Serge meer tegen mij sprak dan tegen haar. Vroeger, bedoel ik, toen ik nog niet beter wist. Florence en Madeleine denken dat ze heimelijk verliefd is op Serge. Elke week wast en strijkt ze voor hem, stopt zijn kousen en maakt soep voor hem. Hij ziet haar echter niet staan.

    Ik was benieuwd hoe Serge zou reageren als hij mij zag zitten. Adrienne had mij zondag getelefoneerd. Ze wou weten waarom ze me nog niet had gezien in de kerk. Ik heb haar wijsgemaakt dat ik problemen had met de bloeddruk en zo. Het was niet wijs om ’s morgens met nuchtere maag naar de vroegmis te gaan. Ze droeg nog altijd gips en wees erop dat Serge er niet goed uitzag. Precies of hij serieus in de put zat. Madeleine was er zodanig vanonder de voeten, dat het in haar darmen geslagen was. Serge liep erbij zoals een gedrogeerde beweerde ze.

     

    De deur van de sacristie ging open en mijn onteerder in stijfgestreken witte albe liep sukkelachtig, de handpalmen tegen elkaar en de ogen neerwaarts, naar het altaar.  

    Hij zag er echt slecht uit. Hij scheen te strompelen. Zijn gezicht was vaalgrijs. Wallen onder de ogen. De zware hals verdwenen tussen zijn schouders. Hij keek op. Zag mij. Maar hij was niet verrast, Heer. Hij glimlachte zelfs  minzaam. Zijn zware hals herrees meteen uit zijn schouders. Zijn ogen straalden. Florence, die dag van dienst aan het altaar, was uit haar lood geslagen en vond haar tekst niet. De heilige martelaren Vitus, Modestus en Crescentia kregen die octend een pracht van een nagedachtenismis.

     

    Daarna kwam Serge mij onmiddellijk begroeten. Hij vroeg of het beter ging. Ik knikte. Ik moest wel veinzen, Justine liep naast mij.

    ‘We mogen je vanavond toch verwachten, Gerda?’ vroeg ze.

    Vooraleer ik een woord kon uitbrengen, was hij daar:

    ‘Natuurlijk komt zij vanavond. Je ziet er goed uitgerust uit Gerda! Je hebt geen enkel excuus meer.’

    Hij vergezelde me ongevraagd tot in het portaal. Justine verplaatste hier en daar enkele stoelen. Hij maakte van haar onoplettendheid gebruik om me toe te fluisteren dat hij me verwachtte omstreeks kwart over zes. In verband met ons laatste telefoongespek.

     

    Ik heb niets geantwoord, Heer. In feite wil ik niet gaan. Langs de andere kant, gesterkt door Uw hand, zou ik hem met plezier zijn vet willen geven. Wat denkt gij, Heer? Ik ga nu een uurtje wieden. Straks komt Francis. Als hij weg is, zal ik zien hoe mijn muts staat. Almachtige, denk Gij er ook eens over na, alstublieft?

    Heb dank, O, Heer.

     

    Mijn zoon is pas vertrokken. Ik vermoed dat er opnieuw een haar in de soep ligt daar in Keerbergen. Het valt meer en meer voor de laatste weken. Ik merk het aan zijn manier van stappen en praten. Als ik over iets begin, springt hij direct op wat anders.

    Hij heeft me wel verteld dat ze dit jaar in augustus niet met vakantie gaan. Ze raken er niet aan uit. Mijn zoon wil rust. Misschien enkele dagen ergens in het Zuiden van Frankrijk

     

    In feite zou hij liever thuis blijven. In september heeft hij immers een studiereis van een drietal weken naar China. Met een beperkt groepje dit keer.

    Twee jaar geleden is hij in gezelschap van de prins en enkele ministers  naar Korea geweest. Fier dat ik toen was! Ik heb hem op tw met zijne Hoogheid zien praten. Pat heeft dan drie weken geen woord tegen mijn zoon gezegd. Zo kwaad. Gewoon omdat ze niet mee mocht. Ik kon mijn zoon geen ongelijk geven. Heer, ziet Gij haar daar al lopen tussen dat chic en slim volk?

    Ze gaat dus niet mee naar Frankrijk. Zij wil naar Amerika, wil tussen het rijk volk zijn. Meer dan twaalf uur vliegen om tussen de massa te lopen!, Heer, ze is dan  toch beter af met Blankenberge? Madam wil dat niet.

    Madam vindt Blankenberge te veel friet- en mayonnaisevolk.

    Weet Gij wat hun probleem is, Heer? Te veel geld en geen kinderen. Wie ben ik echter om me daar mee te bemoeien. Ik heb al genoeg aan het hoofd!

    Het is nu halfzes en, eerlijk gezegd, ik sta in beraad. Gaan of niet gaan. Waarom hoor ik van U niets, Heer? Gij weet hoe onzeker ik ben.

     

     

     

    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    14-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gesterkt door hierboven


    Wellustelingen....

    episode...

    83...


    13 juni – Heer, mijn God, ik durf mijn missaal niet meer te openen. Mijn jarenlange geestelijke begeleider ligt op de linnenkast. Ik ben de christelijke naam van Gerarda niet langer waardig. Maria-Magdalena noch minder. Ik ben zelfs geen schuldenaar meer. Ik ben een soort onmens Door mijn geloofsovertuiging en mijn niet aflatende gehoorzaamheid werd ik Uw zwart schaap. Jarenlang heb ik alle vertrouwen gehad in de woorden, die Gij in de mond van Serge hebt gelegd. Nu weet ik, Heer, dat dit niet altijd Uw woorden waren.

     

    Serge heeft mij misleid en mij aangezet tot daden, die in Uw ogen geen genade kennen. Wat ik niet versta, Heer, is dat Gij in Uw grote wijsheid Serge hebt laten begaan. Gij hadt hem moeten een slag van Gods hand geven. Het is juist, Heer, ik weet dat Uw handen dienen om te zalven en te steunen, maar Gij hebt ook twee voeten! 

    Op het moment dat hij met mij zo’n dingen deed, mij gebruikte en ik al die pijn moest verdragen, hadt Gij die voor mijn part gerust mogen gebruiken. De Schepper heeft mij wel veel geloof meegegeven bij mijn geboorte, maar wetende wat ik nu weet had ik liever wat meer verstand gehad.

     

    Mijn moeder heeft me dat nog gezegd. Gewoon wat boerenverstand was al genoeg. Max heeft altijd gesproken over mijn goedgelovigheid en mijn onnozelheid. Tot op zekere hoogte had hij gelijk. Dat zie ik nu zelf in. Ik zou nog liever mijn tong afbijten dan hem dit te bekennen. Moest Max maar een beetje weten van wat er tussen mij en Serge is voorgevallen! Waarom dat is voorgevallen! Gij zoudt wat zien, Heer. Hij zou er vlug korte metten mee maken. Hij weet de weg, hij zit aan de bron. Zijn gazet zou er vol van staan.

     

    Aan de andere kant, ik zit er ook tussen. Als mijn naam wordt beschadigd, beschadigt Max ook zijn aangezicht en dat van mijn zoon. Heer, ik ben ten einde raad. Verlicht mijn pad en toon me de weg om Serge het gras vanonder zijn voeten  te maaien.’t  Liefst zonder dat hij zijn mond over mij opendoet.

    Ik weet niet waar ik zou moeten kruipen van schaamte als deze feiten aan andermans oren komen  Serge moet boeten, Heer. Niet op de dag van het laaste oordeel, dat duurt nog veel te lang. Hij is zo sterk als een os, kan wel honderd worden. Neen, zo’n priester mag niet langer vrij rondlopen.

     

    Het is best mogelijk dat hij Adrienne of Justine vroeger ook benaderd en onteerd heeft. Hij is tot alles in staat. Geldwolf en verkrachter. Justine zou zwijgen uit schaamte, Adrienne niet.

    Nee, Adrienne durft hij niet aan te pakken, hij is daarvoor te laf. Hij weet dat ze alles uitbazuint. Alleen dwaze en onnozele vrouwen zoals ik, daar kan hij mee sollen. Niet met een gendarme als Adrienne. Excuseer mij, Heer, de telefoon gaat. Het zal  vast en zeker mijn zoon zijn.

     

    Heer, ik beef over gans mijn lichaam. Het was mijn zoon niet. Gij gaat al Uw oren niet geloven, Heer, het was mijn  onteerder. Mijn eerste gedachte was de telefoon toe te smijten. Maar ik heb me kloek gehouden en geluisterd. Hij moet niet weten dat ik schrik heb van hem. Ik krijg al hartkloppingen en vapeurs alleen door zijn stem.

     

    Hij zei dat hij niet wist hoe hij moest beginnen. Ik antwoorde ferm dat hij moest beginnen met het begin. Hij moet geschrokken zijn, want ik schrok ook toen ik mijn eigen stem  hoorde. Zo bazig, Heer! Hadt Gij misschien mijn stembanden in de hand? Als dat zo is, aanvaard mijn opperste dank, O, Heer. Ik weet dat Gij  opnieuw achter mij staat.

     

    Om terug te komen op mijn onteerder: hij wil me zien en spreken. Ik heb hem feestelijk bedankt. Met al de Chinezen, maar niet met deze, riep ik hem toe. Toen begon hij te wenen. Hij kon het niet meer aan. Hij zat tot over de oren in de problemen. De enige, op wie hij alle hoop had gesteld, had hem in de dieperik geduwd. Hij wou me nog een keer apart zien om mij vergiffenis te vragen voor al het onrecht dat hij me had aangedaan.

     

    Hij moest ook aan U, Heer, schuld bekennen en wou boete doen. Hij had me nodig als getuige. Mijn aanwezigheid zou hem ontlasten  van zonden op de dag des oordeels. Pas als dat gebeurd was, kon hij met een geruster gemoed de wereld vaarwel zeggen.

     Ik moet U eerlijk bekennen, Heer, de manier waarop hij zo  sprak, het sloeg in mijn benen en daarom vroeg ik hem:

    ‘Je bent toch geen zottigheden van plan?’

    ‘Gerda, engelbewaarder van mij, ik volg de stem van mijn geweten. Als er een mens is, die zich niet schuldig mag voelen door mijn daden, dan ben jij het. Vergeet dat nooit. Jouw ziel en gemoed zullen rust kennen. Bekommer je niet om mij. Je betekent te veel voor mij.”

     

    Geef toe, Heer, dat zoiets prietpraat is. Berouw komt na de zonde. Gij hebt daar toch niks mee te maken, Almachtige? Zoudt Gij Serge echt doen inzien hebben dat hij mijn geloof en onschuld schandalig heeft misbruikt? Hebben mijn gebeden van de laatste dagen en nachten er dan toch iets aan gedaan? 

    Wel, Heer, het is best mogelijk! Ik voel ook goed aan dat Gij mij stukken sterker hebt gemaakt. Ik denk dat ik hem aankan. In alle oprechtheid  gezegd, diep in mijn hart tracht ik ernaar om hem het een en het ander betaald te zetten. Op een godvruchtige manier, hoor, Heer. Het zal mij goed doen.

    Heb dank, O, Heer

     

     

    Wordt vervolgd

     

    Reageer (0)

    13-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boetedoening voor loze beloften
    Wellustelingen....

    episode...

    82...


    10 Juni- Dag van de Heilige Margarita, Koningin en Weduwe.

    Heer, vergeef mij, dat ik vandaag niet naar de vroegmis ben geweest om U te ontvangen. Ik heb gisterenavond nogal wat meegemaakt met Serge! Ik ben er vast van overtuigd dat door de uitdrijving mijn demonen nu in hem zijn gevaren.

    Hij verwijt mij dat ik lieg en ontrouw ben aan God. Als mensen een gelofte aan God doen, moeten ze die nakomen, zegt hij streng. Blijkbaar doe ik dat niet. Ik heb aan U niets beloofd, Heer, alleen aan Serge. Gij kent hem nu ook al een beetje, Heer.

     

    Of het aan U is of aan hem, als het op geld aankomt, is dat één pot nat, zegt hij. En als dat lolleken nog lang blijft duren, kunnen de hemel en alle heiligen voor zijn part vierkant naar de maan lopen. Ik het eerst van al. Heer, dat is nu toch geen taal voor een priester? Om hem te kalmeren zei ik:

    ‘Toe, Serge, het komt allemaal in orde met de tijd!’

    Hij antwoordde dat hij het schijt had aan de tijd. Ik heb dan van mijn hart een steen gemaakt en de grote middelen ingezet. ‘Kom, Serge’ ,zei ik, ‘laat ons een kwartiertje boete doen in de sacristie. Het zal je goed doen. Ik wil Marianne zijn. ’t Is nu toch al een tijdje geleden. Jij mag Max zijn. Kom gauw mee, jongen!’

     

    Hij lachte als vervaarlijk. Zijn lach ging me door merg en been en echode doorheen de lege kerk. Ik hoorde als het ware satan lachen. Zijn onderste prothese viel bijna uit de mond. Hij proestte het uit en het speeksel spoot in mijn gelaat. Ik rook zijn adem. Hij was dronken, Dronken in de kerk! Niet te geloven, Heer! En dan zijn woorden! Heer ge gaat het niet geloven:

    ‘Jij, Marianne? Onnozele tuit. Marianne heeft borsten waar iedere man van kwijlt  die van jou zijn knielappen. Max, die smeerlap, die heeft pas alles. Die heeft de vrouw, van wie ik droom. Een vrouw, die elke man verandert in een wandelende sproeikop. Een vrouw die me gek maakt en die ik niet kan bezitten. Een vrouw waarin in wil verdrinken, waaraan een man dood gaat. En Max heeft ook geld. Veel, veel geld. Jij durft je te vergelijken met haar? Jij ontpluimde karthuizer. Om jou te neuken, moet een man blind zijn of zoals ik de ogen dichtknijpen. Telkens als ik die droge zuurpruim van jou beroerde, stelde ik mij een jackpot voor. Maar die slak van jou is leeg. Daar rolt niets meer uit. Beloven, altijd maar beloven! Ik heb dringend geld nodig. Heel dringend. Ik heb nog precies drie dagen om te betalen en dan…’

     

    Ik wou weggaan, Serge trok mij bruusk tegen zich aan. Zijn grove hand scheurde mijn blouse open en haalde een borst uit mijn soutien. Het deed pijn. Serge ging mij doen boeten voor al die loze beloften.

    Ik trachtte zijn aandacht af te leiden door te zeggen dat de kerdeur niet op slot was en iedereen zo kon binnenkomen. Er kwam geen kat overdag, dus wat zouden ze hier s’ avonds komen zoeken, snauwde hij.

    Zijn andere hand ging onder mijn rok. Hij trok mijn kousen en onderbroek met een ruk naar beneden. Zijn zware hand gleed tusen mijn dijen. Ik wou dit niet meer. Dit was vies. Dit was meer dan zonde. God ziet alles, dus Christus zag nu hoe Serge me bewerkte.

     

    Mijn geest verzette zich, mijn lichaam niet. Hij maakte met de vrije hand zijn gulp open.

    ‘Haal er hem uit, Marianne, nu!’

     Hij spuwde de woorden in mijn gezicht. Ik tastte maar vond niets.

    ‘Meer naar links, Marianne.’

     Ik vond daar ook niets. Hij bleef snauwen:

    ‘Naar links, teef, naar links, je bent rechts bezig, Links zeg ik!’

    ‘ Ja, maar wat is het nu eigenlijk. Links voor jou of links voor mii?. Als jij links zegt is dat van mijn plaats toch rechts, onnozelaar. Haal er hem zelf uit, als je hem nog vindt!’

    Hij bleef aan zijn voorbroek friemelen .

    ‘Pak vast, Marianne!’

    ‘Waar?’ vroeg ik

    ‘Hier!’

    ‘Waar hier?’

    ‘Speel je ermee of wat?’

     Zijn stem galmde door de kerk.

    ‘Ik kan er niet mee spelen. Ik zie geen steek. ’t Is hier te donker!’

    Hij nam mijn rechterhand en duwde die tegen zijn gulp. Nu voelde ik inderdaad warm vlees. Een heel klein beetje vlees. Formaat van een vlezige dikke duim.

    ‘Ga je er nu eindelijk aan beginnen, Marianne, alsjeblief?’ prevelde hij .

    ‘Amaai,, mijn verlosser heeft op korte tijd serieus van zijn pluimen verloren!’

    Serge hoorde me niet. Hij lalde, dronken als hij was.

    ‘Ik begeer je , Marianne, al maanden en maanden. Je maakt mij kapot. Ik wil je god zijn, maar jij ziet me als een sater. Antwoord mij, Marianne, ben ik je god of je sater?

    ‘Geen van beiden, voor een sater zijt ge veel te klein en voor God veel te zat!’

    ‘Marianne, omnipotens sempiterne Deus, ik ben dronken, dronken van jou. Maak mijn jongen sterk met je ma…magische vingers. Ascendant ad te, Domine, moge tot U opstijgen, O Heer, mijn krachtige…’

     

    Jij gaat niet opstijgen, schoft, Je blijft aan de grond en als het van mij afhangt voor altijd. Ik heb je door en je pastoortrucs eveneens. Ik nam zijn vlezige duim en de twee bijhorende dikke radijzen goed beet.

    ‘Ja, Marianne. Verder doen. Zo is het goed’, zeverde hij, de ogen halfdicht.

    Ik kneep erin zoals je een druipnatte spons uitknijpt, zette mijn nagels goed in zijn vellen, met volle kracht  en dan een kwartdraai rechts. Serge greep pijnlijk kermend zijn kruis, zeeg op de knieën en lag uitgeteld, zielig-versuft,  ge-etaleerd  voor de altaartrappen.

    ‘Dit is nog beter, nietwaar,Serge?’

    Ik knoopte traagjes mijn jas dicht, nam mijn handtas van de stoel, knielde. Verliet op mijn gemak de kerk en ging naar huis.

     

     

     

    Wordt vervolgd

    Reageer (3)

    12-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koken kost geld!
    Wellustelingen....

    episode...

    80...


    25 Mei – dag van de Heilige Gregorius VII, Paus en Belijder.

    Het is vandaag een bijzonder heugelijk dag, Heer, voor de ganse parochie maar vooral voor U. De plannen voor de vernieuwing van de  parochiezaal  zijn eindelijk na twee jaar af. Serge gaat ze in de loop van deze week halen bij de aannemer. Aan de gevel hebben wij alleen de ramen laten vervangen.

    Serge vindt dat we niet moeten beginnen met te breken, want dan hebben wij een plan van de architect nodig en een vergunning van de gemeente. Gij weet ook, Heer, als men op de gemeente moet wachten, is onze zaal binnen vier jaar nog niet gereed. Komt daarbij, dat de burgemeester een liberaal is. Serge vreest dat de blauwen zoiets zullen rekken tot in het oneindige.

     

     Maar de zaal zal mooi worden binnenin. Wij gaan daar veel kunnen organiseren en wij willen tevens een bureel inrichten voor parochiaal dienstbetoon. Serge heeft prachtige ideeën. Maar koken kost geld, dus is alle hulp welkom. Vorige week heb ik een deel van het voorschot van de aannemer helpen mee betalen. Ik had nog een kleine 3000 euro op mijn rekening staan en de dertigste van elke maand krijg ik mijn leefgeld van Max. Daarvan kan ik ook nog 800 euro bijleggen.

    Ik heb niet zoveel nodig om te leven. Max blijft de poetsvrouw en de algemen kosten toch betalen. Ik ben erg fier en voldaan, Heer, dat ik hieraan mag meewerken.

    Heb dank, O, Heer.

     

    30 mei – Dag van de Heilige Felix I, Paus en Martelaar.

    Heden ten dage zijn de mensen toch dikke zelfzuchtigen nietwaar, Heer? Serge is er het hart vanin. Adrienne, Justine en ik ook. De collecte op de gemeente om de kapotte glazen in de grote ramen te vervangen heeft bijna niks opgebracht. De gemeente wil maar voor 1500 euro tussenbeide komen in onze parochiezaal. Serge, de sukkelaar, wou de plannen opgeven. Maar wij hebben ons verzet.

    Wij gaan ermee door!


    Ik heb eergisteren woorden gehad met mijn zoon omdat ik een deel van mijn geld terugwil en dat zou willen gebruiken, Heer. Hij wou weten waarom ik dat nodig had. Ik heb hem gezegd dat het zijn zaken niet zijn. Vijfduizend euro maar en dan nog voor goede werken. Precies of ik hem daarmee het vel afstroop! Een uur geleden had ik zijn madam aan de telefoon. Die begon ook te razen. Maar ik laat me niet meer doen en zeker niet door haar. Dat is verleden tijd.

     

    Weet Ge wat die snotneus mij voor de voeten wierp, Heer? Of ik er ook ene moest onderhouden zoals Max! Ze vindt het schandalig  dat wij zogezegd met hun vermogen willen gaan lopen. Het geld van mijn ouders, van onze winkel waarin ik jarenlang heb moeten werken, haar vermogen? Het spreekwoord zegt: kleine kinderen kleine kruisen, grote kinderen, grote! Het spreekwoord zegt wel niets over schoondochters, maar die van mij, wel, dat is begot een hakenkruis.

     

    God, Gij, die elke mens verlicht, wilt Gij het hart van die twee in Keerbergen dubbel verlichten?

    Heb dank, O, Heer.

     

    2 juni - Dag van  de Heiligen Marcellinus, Petrus en Erasmus, Martelaren.

    Heer, ik heb deze nacht Uw Engelen en Aartsengelen  aangeroepen en hun gevraagd om samen met mij en met  de hemelse legerscharen het loflied van Uw heerlijkheid te zingen zodat Gij ons kunt helpen,. Want zelfs in mijn gebeden vind ik geen vertroosting meer.

    Mijn zoon wil de vijfduizend euro in schijven uitbetalen. Eelke maand duizend euro, zegt hij, en zijn plaaster wil mijn intresten laten kapitaliseren. Serge rukte zich gisteren bijna de haren uit het hoofd. Ik begreep hem heel goed. Ik had hem dat geld beloofd.

     

    Hij had het nodig als voorschot op de nieuwe toiletten en lavabo’s en een stuk voor de nieuwe vloeren en faïencetegels. Die commercanten zijn echte profiteurs, hoor! Ze weten dat de kerk het moeilijk heeft. Denkt Gij dat ze compassie hebben met Uw Huis? Ze hebben Serge zelfs al wandelen gestuurd, wel beleefd maar toch. Met kerkfabrieken moeten ze veel te lang op hun geld wachten zeggen ze. Maar de kerkfabriek heeft niets te maken met onze zaal. In feite is dat privé.

     

    Ik heb, in afwachting van de stortingen door mijn zoon en mijn huishoudgeld, de kleinste zilveren monstrans en een gebedenboek uit de XVIIe eeuw aan Serge gegeven. Hij kent op de Zavel mensen die onder antiek doen. Doch hij weet niet of het voldoende zal opbrengen.

     

    Hemelse Geesten, verenig U met mij in gebed om de God van alle Barmhartigheid te vereren, opdat hij de mensen op de Zavel goed laat doen, zodat Serge zijn voorschotten kan betalen.

    Vooraleer ik het vergeet, Serge heeft mij verteld over de goddelijke ingeving, die hij heeft ontvangen tijdens zijn brevieren. Hoe kan ik U danken, O mijn Heer, voor deze grote eer door Uw weldaad. Ik heb Serge beloofd dat ik een heel bijzondere koperen plaat zal laten maken. Maar Serge heeft dit geweigerd. Hij wil daar zelf voor zorgen bij een Antwerpse graveur, die hij goed kent. Het zal een grote plaat worden, heeft hij gezegd: Feestzaal Gerda Vanbesien, weldoenster van parochiale werken.

    Heb dank, O, Heer om mij aldus te vereeuwigen voor mijn bescheiden bijdrage.


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    11-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De heilige maagd zal op Gerda trekken.
    Wellustelingen....

    episode...

    81...


     4 juni - Dag van de Heilige Franciscus Caracciolo, Belijder.

    Heer, aanhoor toch mijn smeekbeden en tracht Serge te helpen. Op de Zavel hebben ze zijn aanbod geweigerd omdat hij niet kon zeggen waar die antiek precies vandaan komt. Niemand weet dat! Dat zijn bijna allemaal giften die mijn tantenonnekens ontvangen hebben voor hun goede werken bij alleenstaande ouderen van dagen. Dat is jaren geleden. Er stond daar toen geen naam op.

    Op de Zavel zien ze ook dat hij een priester in nood is, want anders doet een mens zo’n mooie stukken niet van de hand. Ze wilden wel iets arrangeren maar dan tegen minder dan de helft van de geschatte waarde. Dat gaat toch niet op, Heer.

     

    Ik heb Serge daarom voorgesteld om samen te gaan. Als het moet ga ik alleen binnen, terwijl hij buiten wacht. Het is waar wat Serge zegt. Het kleinste kind ziet dat ik een dame van stand ben. Zo iemand doet alleen kostbare voorwerpen van de hand in uiterste gevallen van nood. Die handelaars hebben dat meteen ook door. Serge wil me dit echter niet aandoen. Een Gerda Vanbesien gaat niet op bedeltocht voor een parochiezaal, zegt hij. Nee, nee, hij gaat, op hoop van zege, trachten ergens in de streek van Brasschaat kopers te vinden. Inmiddels zal ik  bidden en voor hem duimen.

     

    En, Heer, ik heb opnieuw woorden gehad met mijn zoon. Het geld van Max betaalt hij uit in schijven en dat van mij blijft maar aanmodderen. Serge zegt dat dit een schande is. Hij viel bijna achterover toen hij hoorde van de miljoenen van Max. Hij is ervan overtuigd dat hij dit allemaal aan die vrouw zal geven. Maar wat kan ik daartegen doen?  Serge werd kwaad. Hij vindt dat ik voorrang heb op die Marianne.

     

    Hij heeft gelijk want ik ben de wettelijke vrouw en zij maar een minnares. Maar ik durf aan Max geen geld te vragen. Dat was niet de afspraak. Elk het zijne. Serge had nochtans een geweldig idee. Hij zou met dat geld zijn glasramen laten maken. Hij kende in Aalst een hoogst artistieke kunstglazenier. Die heeft de glasramen in de kerk van Beveren-Waas ontworpen. Als het past gaan wij daar een kijkje nemen. Het is wel naar de moderne kant maar ’t schijn iets enigs te zijn. Die meneer heeft ook in kathedralen de antieke glazen hersteld en bijgewerkt.

     

    Serge was van plan hem te vragen mijn gezicht te laten afbeelden in de vijf Mariafiguren. Niet volledig mijn gelaat, maar de grote trekken. Ik weende toen ik dat voorstel hoorde. Als mijn zoon nog veel van zijn theater maakt, eis ik al mijn geld op, zoals Max. Dan kan Serge het voor mij beheren en wij zullen er beiden goed gebruik van maken. Niet zoals die duivelin van een Pat het wenst, maar zoals Gij, Almachtige, het wil.

     

    Heer, mijn God, aanhoor mijn smeken en breng mijn zoon op andere gedachten, zodat mijn nageslacht, als dat er ooit komt, mij kan aanschouwen in het huis waar ik altijd het liefste was: in Uw Kerk.

    Heb dank, O, Heer.


    Wordt vervolgd

    Reageer (0)

    10-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De blijde boodschap.
    Wellustelingen....

    episode...

    79...


     

    De laatste bladzijden uit dit boekje, dat Gerda, om welke reden ook zorgvuldig had bijgehouden, waren de belangrijkste:

     

    20 mei- Dag van de Heilige Bernardinus van Siënna, Belijder.

    God, minnaar en bewaarder van vrede en liefde, geef aan mijn vijanden deze vrede en liefde. Schenk ook aan hen vergiffenis voor al hun zonden en ontruk mij door Uw macht aan al hun hinderlagen! Dit gebed en nog vele andere zeg ik thans elke morgen en avond ter verdrijving van slechte gedachten.

    Ze zijn er wel niet meer zoals vroeger, maar voorkomen is altijd beter dan genezen. Door Serge heb ik mijn evenwicht terug. De demonen vanbinnen zijn verjaagd.

    Ik zei tegen Serge dat ik mijn boetekleed had afgelegd, dat mijn straf nu wel voorbij was. Maar hij zag het anders: iedere medicijn geeft vlug de indruk dat de kwaal genezen is, doch volledige genezing komt er pas wanneer de medicamenten helemaal het lichaam hebben doordrongen. Zo had ik er nog niet over gedacht.

     

    Daarom spoorde Serge me aan het reinigingsritueel nog een tijdje voort te zetten. Ik ging akkoord. Hij gebruikte mij altijd langs achteren. Het duurde nooit lang. Ik had zelfs geen pijn meer toen ik zijn verlosser ontving.

     Serge bracht altijd zijn gewijde olie mee. Eergisteren was hij dat vergeten en toen heeft hij vaseline rond zijn verlosser gedaan. Dat ging ook.

     

    Zo een weldaad voor mijn lichaam en geest kan geen onkuisheid zijn. Daarbij Serge zie  me nooit van voren. Hij voerde zijn opdracht uit. Als hij begon te hijgen en riep ‘Ja! Ja! Ja! Daar zie!’ Dan was het gedaan. Ik vond dat wel spijtig. Hij stond dan direct weer recht en ik bleef nog een tijdje op mijn knieën zitten, al biddend.

    Na de vroegmis vanmorgen  vroeg Serge mij om hem even te willen helpen in de sacristie. Gewoonlijk is dat het werk van Adrienne, doch door haar verstuikte pols zullen Justine, Florence en ik een tijdje haar taak overnemen. Serge sloot de twee deuren van binnen af. Hij nam mijn beide handen en sprak heel zachtjes:

    ‘De tijd is rijp, Gerda, voor iets uitzonderlijks. Voor een praktijk die reeds in de Middeleeuwen door geestelijken werd toegepast, doch alleen met uitzonderlijke boetelingen. Ik geloof, Gerda, dat jij zo iemand bent. Jij hebt de innerlijke kracht om die taak te volbrengen. Jij en ik, wij gaan samen offers brengen om de zonden van uw kwelgeesten te milderen in de ogen van God.’

     

    Ik was hier echt niet goed van. Ik boete doen voor Max en zijn Trien?Hier in de kerk nog wel? Serge schudde het hoofd afkeurend en sprak me stil doch vermanend toe:

    ‘Gerda toch, die vrouw ontving bij het Heilig Doopsel een naam. Die naam is niet Trien. Als je haar voornaam over de lippen krijgt, ben je al halverwege. En ja, we gaan het hier en nu doen. Deze plaats is bedoeld voor niet openbare kerkelijke aangelegenheden. Wij beminnen onze evennaaste toch? Dus gaan wij Max en Marianne helpen.We moeten hen reinigen Hun lichamen gaan overvloeien in de onze. Wegebben op de golven van hun driften zullen we. Verzuipen in de draaikolken van hun passie. Hun meest ultieme, intieme genot ervaren, Gerda. Hun geest is reeds lang bij ons. Nu nog hun lichaam. Ontkleed je! Volledig!’

     

    Ik gehoorzaamde zwijgzaam, Serge ontkleedde zich ook. Ik stond met mijn rug naar hem toe. Hij zou me zeker toch niet verplichten hem aan te kijken! De laatste naakte man, die ik gezien heb, was in feite mijn zoontje. Hij was rap een grote jongen geworden en op z’n twaalfde mocht ik hem niet langer wassen.

    Dit ging Serge me toch niet aandoen?  Ik raakte danig over mijn toeren, kreeg hartkloppingen en transpireerde hevig. Ik voelde mijn haar kletsnat worden. Het zweet liep in straaltjes van mijn rug.

    “Wat krijg je nu, Gerda?’ vroeg hij.

    “Vapeurs, Serge. Die komen ineens op. Vooral als ik me over iets opwind. Dat zijn de jaren! Er bestaan daar pillen en inplantingen met hormonen voor. Maar dat is tegen de schepping van de Heer.’

    ‘Mooi, Mooi, Marianne raakt ook opgewonden als Max naakt tegen haar ligt. Je transpiratie ruikt lekker, Marianne. Weet je dat?’

    Ik dacht dat Serge volledig een slag van de molen had. Hij verwisselde mijn naam ook al!  Ik dacht eraan me terug aan te kleden en weg te gaan. Doch ik stond als aan de grond genageld. Ik kon echt niet bewegen en daarom zei ik hem dat het van die zwarte Spaanse zeep was. Dat Justine haar schoonzoon daarvan dozen meebrengt mee als hij op Spanje vliegt. Ik dacht dat ik hem hoorde vloeken, zo tussen de tanden. Maar het zal wel mijn gedacht geweest zijn. Priesters vloeken niet, zeker Serge niet. Hebt Gij hem al horen vloeken, Heer? Nee toch!


    ‘Wat is mijn naam, Marianne, spreek op. Hoe heet ik?’

    Zijn stem klonk vreemd, nijdig. Zijn ademhaling werd kort. De warme adem raakte mijn oor.

    ‘Serge, vaneigest’, zei ik.

    Plots zag ik zijn grote zware handen in mijn borsten knijpen. Door mijn vapeurs plakte hij tegen mij aan. Ik dacht als ik nog meer zweet, geraken we niet meer van mekaar. Hij liet een borst los en wreef met zijn hand rond mijn nagelbuik. Toen begon hij in mijn schouder te bijten en mijn oor te likken. Zijn hand ging verder naar beneden.

    ‘Ik ben Max, Marianne, je minnaar! Roep op mij, nu! Nu! Nu!’

    Ik zei hem dat hij me veel mocht vragen, maar dat toch niet.En omdat hij me pijn deed aan mijn linkerborst, heb ik dan rap twee keer op Max geroepen en Serge was content. Zijn hand was nu volledig aan mijn vrouwelijkheid en hij graaide met zijn vingers in mijn haarstreek aldaar, alhoewel daar niet zoveel meer te graaien viel.

     

    Ik vroeg  Serge wat dat heet geklop tegen mijn onderrug was. Naar ’t schijnt was dat zijn liefdesnaald die naar mij, Marianne, verlangde en dra zou ontploffen. Heer, Serge gebruikte daar ook andere, geleerde woorden voor. Maar door de alteratie ken ik die niet meer. In het Latijn heeft hij ook een en ander gezegd. Maar dat zullen de gebeden tot U, de Almachtige, geweest zijn.

    Ik moest met mijn achterste tegen zijn buik aanleunen. Maar ik kon mij niet bewegen omdat hij me zo vast omknelde. Zo een kollossale grote man en ik weeg ocharme 64 kilo. En weet Gij wat, Heer? Mijn benen begonnen te beven. Serge tilde mij bijna op. Met zijn vingers nog steeds aan mijn vrouwelijkheid wrijvend.

    ‘
    Marianne, we gaan het ons gemakkelijk maken’, beval hij.

    Hij trok de zware armstoel vlakbij, ging zitten en nam mij op zijn schoot. Met mijn achterste op zijn zware buik. Ik moest mijn benen spreiden. Ik hield mij goed vast aan de armleuningen. Ik kreeg pijn. Mijn dikke teen stond zeker een centimer van de andere af. Ik kreunde.

    ‘Wat is’t nu weer?’ blafte Serge. Zijn manier van spreken stond mij bijlange niet aan.

    ‘Een kramp!  Gaat niet over!’

    ‘Waar?’

    Ik tilde mijn voet op en Serge zag mijn stijve teen. Ik moest van hem mijn tenen naar omhoogtrekken en ja de kramp ging eruit. Maar mijn kuit deed nog vreselijk pijn. Serge had daar ook een goeie remedie tegen, beweerde hij. Hij begon feller te wrijven. Ik kon niet geloven dat mijn kuit zou beteren langs mijn vrouwelijkheid. Serge zei dat het allemaal met elkaar in verbinding stond. Hij had opnieuw gelijk.

     

    Mijn hart bonsde tegen 200 per uur. Het was precies of er een elektrisch apparaat  binnenin  aan het masseren was. Het  voelde goed aan in mijn kuiten. Feitelijk voelde het meer dan goed. Het was heerlijk. Overal.  

    Je hebt een priester nodig om die goddelijke zaligheid eruit te halen. Een gewone man vindt dat niet. Ik keek. Bukte mijn hoofd wat lager en zag de dikke rode kop van zijn naald maar ik zag tevens dat de lederen zitting van de stoel donkerder kleurde. Ik dacht dat ik aan het plassen was.

     Maar Serge vertelde dat juist die sappen alle verlossing brachten. Hij stamelde iets over nu of nooit. Serge tilde me omhoog, draaide me om en wou dat ik mijn benen tussen de armleuningen stak.  Dat duurde wat lang en hij werd precies boos.

     Toen ben ik of in slaap of flauw gevallen. Rond halftien heeft Serge me met de wagen naar huis gebracht. Flanellen benen had ik.

    Ik heb zijn raad opgevolgd en heb tot laat in de namiddag geslapen. Voor het eerst in jaren en zonder slaappil. Ik zou nu de hele avond nog kunnen voortschrijven, Heer, zo goed voel ik mij.

     

    Een uur geleden kwam Max thuis en ik was aan het zingen in de eetkamer. Hij scheen meer dan verbaasd, slenterde hoofdschuddend naar boven en ik ging door met zingen, de liederen van de Blijde Boodschap.

    Heb dank, O, Heer, duizendvoudig dank




    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De hemelse prikkel.
    Wellustelingen....

    episode...

    78...


     

    Haar geschrift op de volgende bladzijden werd jachtig, bijna onleesbaar:

     

     4 Mei - Dag van de Heilige Monica, Weduwe.

    Serge kwam vandaag kort na de middag. Hij heeft een kop koffie gedronken. Ik vond hem heel zwijgzaam en zenuwachtig. Hij sprong opeens recht en zei: kom Gerda, we gaan eraan beginnen.

     

    Wij gingen naar mijn kamer voor de boetedoening. Serge bond de palmtakken en de paterskoorden rond drie stolpen van wassen Heilige Maagden. Hij schoof de overgordijnen dicht en ik deed de deur op slot. ‘Luister nu goed, Gerda,’ zei hij  zachtjes ‘ik heb je gezegd, de straf moet zwaarder want satan wijkt niet. Kleed je uit, kind, en kniel zoals gewoonlijk, maar je achterste een weinig hoger, als dat gaat. Sluit de ogen, Gerda. Beheers je. Gil niet en bid samen met mij: Heer ontferm U over ons. Christus ontferm U over ons.

     Ik begon kalm: Christus hoor ons. Christus verhoor ons. God, Hemelse Vader, ontferm U over ons. God de Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U over ons, God, Heilige Geest, verhoor ons….

    Ik voelde eerst niets. Er was alleen mijn luide lofzang voor de Heer. Achter mij stond Serge, die op zijn manier de demonen in mij bevocht met rituele gebaren en stille bezweringen. Plots beroerden zijn klamme handen mijn lichaam. Onderaan. Er was een korte, hevige pijn, niet aan mijn vrouwelijkheid,  maar ’t ander. Ik weet de christelijke naam voor mijn achterste niet, maar Gij verstaat wel waar.

     

    Heer, ik dacht dat ik ging openscheuren. Al biddend heb ik alle heiligen aangeroepen: alle heilige engelen en aartsengelen, alle heilige koren der zalige geesten; alle heilige aartsvaders en profeten, bid voor kinderen, maagden en weduwen. Bid voor mij. Wees genadig! Spaar mij, Heer, en verlos mij van alle zonden. Van de geest van onkuisheid …van alle gesels…Vertrooster, zoon van God, kom mij ter hulp.

     

    Ik wou het uitschreeuwen van de pijn, maar liet de schreeuw van afschuw op mijn stukgebeten onderlip sterven Ik kromp ineen, maar bad koorstachtig verder. Dit was de ware pijn die alle andere verdrong. Precies de pijn van een barende vrouw, misschien niet zo erg, maar voor zover ik me nog kan herinneren ging dit er toch naar toe.

    Ik riep om hulp uit de hemel, om verlossing want mijn achterste stond precies in brand. Warm vocht liep van mijn billen, tot in de vouw van mijn knieën.

    De gesel werd uit mijn lichaam gehaald. Ik kreunde en bad koortsig verder Ik wist zelfs niet meer of Serge nog in de kamer was. 

     

    Stilaan ging die vreselijke pijn over in iets anders, waarvoor ik de juiste woorden niet kan vinden. Mijn onderlichaam tintelde. Hetgeen je gewaar wordt na een koude douche als het buiten snikheet is, maar dan van binnen. Precies of er iemand met een fijn pluimpje overal over en weer wreef.

     

    Na een tijdje ging het over en ik vond het spijtig. Dit moest de goddelijke prikkel zijn, die ik nooit eerder doorheen mijn lichaam had gevoeld. Serge was er nog. Hij waste zijn bezweet gezicht.

     

    Nadien dronken wij de rest van de koud geworden koffie. We hadden nog geen woord gezegd. Ik stond op het punt hem te vertellen van die goddelijke prikkel. Op dat moment schraapte hij de keel. ‘Gerda’ ,zei hij, ‘wij zijn nu in een vlakte waar slechts geesten huizen.’

    Zijn ogen lachten mij precies uit. Ik had schrik dat Serge met mij het zesde gebod had overtreden. Ik had dit als kastijding aanvaard. Als het zo was, dan was zonde met zonde uitgewist. Ik begon te beven als een riet. Ik vroeg snikkend aan Serge of dat nu wel echt nodig was om mij zo te gebruiken en wat de Heer daar wel zou van denken.

    ‘Gerda’, zei hij eerder koel, ‘beheers je, de Heer heeft al jaren bezit genomen van je geest en je ziel. Nu neemt hij bezit van je lichaam. Ik ben zijn instrument. Blijf vertrouwen in mij hebben. Ik weet wat moet. Je zal voortaan meer rust ervaren. Je gaat ontvankelijker worden. Je kwelgeesten zullen minder en minder vat op jou krijgen.’

     

    Ik was door zijn woorden al een stuk gerustgestelder en hij had nog gelijk ook: ik voelde me beter.

    Heer, ontvang mijn lichaam als mijn offer en blijf de weerbarstige demonen in mij doorboren met Uw genade.

    Heb dank, O, Heer

     

    14 mei - Dag van de Heiligen Matthias, apostel, en Bonifasius, Ijsheilige

    Heer, mijn God, heb dank, heb duizendvoudig dank. Ik verjong met de dag. Uw rust is in mijn geest. Ik denk dat de demonen het niet meer zien zitten. .Max is het gras aan het afrijden. Twee weken geleden zou ik nog gewenst hebben dat de grasmaaier met hem een vaart reed zoals in de filmpjes van Tom en Jerry. Geen haar op mijn hoofd dat daar nu aan denkt. Serge heeft mij gisteren nog eens op het hart gedrukt, dat mijn boetedoening op deze manier goed werkt.

     

    ‘Gerda, zei hij ‘je diepste en vroomste wens is verhoord. Door de kruisvaarder van God werd je nu echt de bruid van God.’

     O, God, door wie ik leef, verleen ons op mijn smeken toch een uur of drie schoon, helder weer overmorgen. De laatste ijheilige is bijna van de baan en ik moet mijn canna’s planten. Maak ook dat de stormen wijken, want die van vorige week heeft in mijn voorjaarsadonissen en paasbloemen lelijk huis gehouden, ook in mijn mariahartjes. Doch die hebben nog tijd om op hun effen te komen. Ik smeek U ook, Heer, dat Gij de overvloedige regenvlagen van de laatste dagen tegenhoudt. Want de bloemen uit mijn tuin en die van Adrienne zijn de offeranden, die wij voor onze zonden en deze van onze evennaasten aan Uw Heilige Naam ter heiliging opdragen.

    Heb dank, O, Heer.


    Wordt vervolgd

    Reageer (0)

    09-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De week voorbij...bijna!

    Het was me een weekje!




    Madame TomTom

    Wanneer je als bijna 64 jarige meent dat je vrijwel alles al hebt meegemaakt dat is er gelukkig nog die ene landgenoot die van je waangedachte brandhout maakt, gewoon door de raadgevingen van zijn GPS te volgen. De man toerde rond in een Siciliaans dorpje, had slechts oor voor de sensuele stem van Madame Tomtom, wou de korste weg nemen en donderde met zijn Mitsubishi de trappen van een steegje af. Brave Sicilianen hebben met man en macht het karretje van de landgenoot weer de trappen opgeduwd. Stel dat een dolende Siciliaan in “ons” Vlaanderen in een dergelijke situatie terecht komt, dan vraag ik me af zouden wij met man en macht…maar ja, er zijn nog een flink pak “brave” Vlamingen.

     

    Kinderen hinderen!

    Vorige week heibel in Mechelen. Men wil zelfs naar de rechtbank stappen. Ukjes van amper drie maanden tot drie jaar, een achttal in totaal, maken het leven van appartementsbewoners tot een hel.: té veel kabaal, té veel luierzakken aan de ingang, té veel ouders die met de wagen steeds komen en gaan. Elk kind heeft toch maar één ouderpaar? Zo’n ukje wordt toch niet in schijven opgehaald? Vorig jaar problemen op een speelterrein waardoor bejaarden hun siësta in gedrang kwam. Als jullie denken, kom dat zijn toch uitzonderlijke toestanden, vergeet het. Eergisteren werd er door bewoners in mijn buurt keet geschopt omdat er té veel kinderen speelden …op een speelplein. Vijfentwintig kinderen tussen 2,5 en 16 jaar dat is voor een viertal praatgrage vrouwen nu net de helft teveel.

     

    Een mens kan verdorie geen treffelijk woordje placeren door die joelende koters, om van het kabaal van die halfbruine snotapen met hun afgezakte broeken niet te spreken. Een schandaal voorwaar! Het speelplein te klein misschien? Bah, dat denk ik niet, er is een kaatsbaan voorzien, dus volgens de richtlijnen moet die baan zo om en bij de 70 meter lang zijn. Achter die baan, over de volle breedte van het speelplein, ligt een basketball terrein, een skatepiste is er ook, een vijftal wippertjes voor kleintjes en tussendoor enkele bloembakken plus vier of vijf zitbanken. Daar zitten die dametjes samen, wanneer het weer het toelaat, in de namiddag een tweetal uurtjes te praten over koetjes en kalfjes en over kinderen die steeds weer hinderen. De chagrijnige taarten!

     

    De opening van de Chinese Spelen

    Met een half oog gezien, want vrijdag is poetsdag. Toegegeven, het spektakel mocht er zijn. Indrukwekkend bij pozen, slaapverwekkend voor kleinzoon. Met een budget van bijna 100 miljoen euro en 2.300.000  Chinezen die noodgedwongen moesten verhuizen, voor de bouw van een vogelnest met aanhangen, mag je al iets verwachten. Ijzeren discipline, gemillimeterde perfectie en alles voor 98% synchroon. Een vleugje Cirque du Soleil, veel Confusius en herinneringen aan een groots verleden, trommelaars in historische kledij high-tec belicht. En die met zorg geselecteerde Chinese vrouwen, whaw! Laat ons hopen dat er binnen enkele maanden geen opstoot van HIV wordt geconstateerd. Op de robotmatige militaire parade na, niks Mao-achtig, zelfs geen draken, of toch wel… eentje slechts… uit het land van Uncle Sam. Om in 2012 dit schouwspel iets of wat te evenaren, zal de Queen er moeten bijgesleept worden met haar kroonjuwelen, ofwel Madame Tussaud’s leeghalen. Of als geste van formaat een deel van de schatten uit the British Museum ter beschikking stellen van Griekenland, de rechtmatige eigenaar.

    Alle gekheid op een stokje, een bepaald feit heeft me vanuit dit verre land, bijzonder verheugd: de afwezigheid van die zwarte-klauwende vaandelidioten. Ben ik dat zooitje ongeregeld beu, ja!


    Reageer (5)

    08-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitdrijving met paterskoorden.
    Wellustelingen....

    episode...

    77...


    Enkele bladzijden verder

     

    29 april -Vierde zondag na Pasen - dag van de Heilige Petrus, martelaar.

    Ik heb de zondagsmis zoals gewoonlijk bijgewoond. Dan ben ik met de dames van de Heilige Maagd naar de kapel van de Heilige Jacobus geweest, voor een genezingsgebed. Daarop heb ik mijn Heiland thuis begroet.

    Ik begrijp Serge soms niet goed. Hij lijkt me afstandelijk en vreemd. Gisteren toonde hij me een paar witte paterskoorden met dikke knopen. Kijk, Gerda, zei hij, verdraag deze en je zal je  lichaam lichter voelen. Toen deed hij de deur van mijn kamer op slot en schoof de overgordijnen dicht. Ik had het liever zo, in het halfduister. Ik wou niet dat de gezant van God mijn naaktheid zag. Van voren bedoel ik. En zeker mijn vrouwelijkheid niet.

    Ik knielde, boog voorover en werd direct de striemende koordslagen op mijn rug en achterste gewaar.De pijn was verschikkelijk maar ik beet op mijn tanden.Dit was mijn eigen gevecht met satan. God wilde het. Ja, ik ben een zondares, al denk ik nog altijd dat mijn fouten veel minder zijn dan die van de hoerenloper.

     

    Hij is vanmorgen met de auto vertrokken. Gelukkig is het zondag en was hij heel vroeg weg, zodat de buren misschien niets hebben gemerkt. Ik vermoed dat zij zijn kleren nu kiest. Precies een oude, rijke homo, de zot. Zo opgetut zag hij eruit. Heer, vergeef mij, aanvaard mijn pijnen en spaar mij van deze gedachten. Heer, ik ken Uw groot verdriet maar ook Uw genade. Ik zal boeten.

     

    Ik zakte bijna door de knieën. Ik zei tegen Serge dat het nu toch wel genoeg was voor vandaag. We krijgen er hem wel uit, Gerda, zei hij. Ik zag dat hij enorm transpireerde en hoorde hem gesmoord nahijgen. Hij had een vreemde, donkere blik in zijn ogen, precies als was er een stuk van mijn bezetenheid naar hem overgeslagen.

    Hij zei dat dit zijn manier was om aan duivelsuitdrijving te doen. Allemaal goed en wel, maar ik wil zo’n pijn niet meer gewaar worden. Serge keek me hard en doordringend aan en snauwde dat er nog andere manieren waren. We zullen tot het uiterste gaan, Gerda, tot het uiterste.

    Heb dank, O, Heer maar maak alstublieft Serge wijs dat hij het wat zachter de duivel uitdrijft..


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te voet naar Canossa.

     

    Wellustelingen....

    episode...

    76...


    23 maart- Dag van de Heilige Gabriël, Aartsengel. .

    Heer, wat moeten wij doen? Madeleine en Adrienne vinden dat wij niet mogen opgeven en dat wij nog meer moeten bidden voor onze Heilige Vader. Adrienne is er zeker van, dat de kracht van ons gebed zijn asem op gang zal brengen. Ik vind van niet. Ik denk, Heer, dat hij echt een vogel voor de kat is en op zijn laatste benen loopt.

     

    Daarom smeek ik U, Heer, met geweldig veel zeer in mijn hart, laat Uw grote, oneindige Goedheid en Genade over hem komen. Open uw Huis voor hem, mijn Heer, en neem hem op in Uw midden. Laat hem verwelkomen door Uw engelen en vooral door ons Heilig Bernadetje, die hij zo lief heeft gehad. Aanhoor mijn gebed, O, mijn Heer.

     

    Het is bijna Pasen en de Vasten is ver gedaan. Ik bid meer dan ooit. Ik ben bereid. Serge gaat juist buiten.

    Hij heeft me nog een bundel lange, groene palmtakken gebracht, niet zoals die korte van zondag, maar speciale. Hij praat rustig en zalvend . Het is voor mij zo een weldaad om door zijn stem, die mij de stem van U, mijn Heer, lijkt te worden getroost. Ik doe wat hij zegt: duw de kousen naar beneden, kniel op de blote knieën en steun op de ellebogen.

    Dan slaat hij met de palmtakken op mijn rug en gebiedt op luide toon de hymne van  de tweede vesperpsalm zingend te bidden: Gegroet, o, martelaarbloei, die zwicht ten drempel van uw jonge bestaan door ’t moordenaarsmes op God gericht, verscheurd als prille rozenblaan.

     

    Hij slaat mij harder. De twijgen zijn te mals, ik voel niks. Toch weet ik dat ik pijn moet lijden. Ik heb daarom aan Serge gevraagd even te wachten en zich om te keren omdat ik mijn rok moet uitdoen.

    Ik kniel opnieuw en Serge zweept harder. Hij blijft kijvend en bezwerend slaan. Gerda, zegt hij, de twijgen worden nu heet gloeiende staven, die je rug bloederig scheuren. Dat is wel niet waar, maar ik stel mij dat voor, omdat het zo zou moeten zijn. Serge commandeert grofweg: duw nu de onderbroek naar beneden en trek die blouse ook maar uit. Blijf biddend zingen, zegt hij. Lach, ervaar bevrijding. Wees dankbaar.

    Mijn blouse, mijn thermogeen onderhemd, mijn onderbroek en mijn soutien liggen naast mij . Ik kniel, buig voorover en steun op mijn ellebogen, mijn achterste naar Serge gericht. Ik moet wachten op mijn bevrijding door de slagen die blijven komen. Maar al bij al geeft dat toch niet de verwachte, noodzakelijke pijn.

    Heer, op dat moment wist ik dat de demonen weerstand bieden. Dat zij zich niet zo gemakkelijk uit mij laten drijven. Ik zeg tegen Serge: het doet niets uit, ze willen niet  Ik hoor de goddelijke stem van Serge: moge dit offer dat wij U voor alle zonden opdragen, Heer, voor U een welgevallen offergave zijn en laat het aldus levenden en doden tot heil strekken.

     

    Ik mompel de woorden met hem mee. Ik moet boeten, nietwaar, en dankbaar alle straf ondergaan. De demonen hebben mij overladen met de schuld van haat en wraak. Ze moeten tot zwijgen gebracht worden. Serge weet goed genoeg wat hij daarvoor moet doen. Ik ben een kind van God. Ik wil terug onder Zijn liefhebbende hoede.

     

    Als Serge ophoudt, kleed ik me snel aan. Ik ben onder de indruk van gedachten en gevoelens die ik echt niet kan beschrijven Serge zal me blijven helpen. God laat geen enkel schaap verloren gaan, zegt hij, maar daarvoor moet het schaap eerst naar Canossa gaan. Ik vroeg hem of ik daar te voet naar toe moest en hoe ver dat was. Serge zei dat die stad overal lag en bij mij bovenaan de trap.

    Hij kan soms van die zaken vertellen, waar ik kop noch staart aan krijg. Dat zal het verschil zijn tussen een gewone sterveling en een priester, denk ik.

    Heb dank, O, Heer.



    Wordt vervolgd

    Reageer (1)

    07-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vaart rijden met het Scheppingswerk.
    Wellustelingen....

    episode...

    75...


    6 Maart- Dag van de Heiligen Perpetua en Felicitas, martelaressen en tweede Zondag van de Vasten.

    Halleluja, Heer, ik ben eruit! Ja, God moet mij straffen. Serge is zijn afgezant en ik zal hem gehoorzamen. Ik weet nu dat ik mijn straf verdien. Ik weet ook dat ik nog vele malen boete zal moeten doen.Want telkens als ik Max bekijk, zie ik hem bezig met haar. Heer, Gij kunt U niet voorstellen wat een marteling dat voor mij is.

     
    Het is nu zondag, Heer. Weet Gij wat mijn kwelgeest in de keuken staat te doen? Rozijnenbrood bakken.

     Jawel!  En dat middenin de Vasten! Op de dag des Heren brood bakken, dat is royaal de spot drijven met Uw scheppingswerk nietwaar? Neen, Heer, ik ga niet naar beneden. Ik vrees dat de demonen mij zouden dwingen om dat deeg naar zijn hoofd te gooien.

    Zie mij voor U, Heer, opnieuw vol schaamte en berouw bij deze woorden, bij deze zware fouten. Ik verafschuw ze uit heel mijn hart omdat ik de zo goede en beminnenswaardige God hiermee beledigd heb. Is dit mijn dank voor Uw liefde, die Gij mij zo spontaan gegeven hebt? Ik heb mijn ondankbaarheid, mijn egoïsme en haat veel te ver doorgedreven. Ik onderwerp mij aan uw oordeel. Aanvaard, O Heer, mijn boete.

    Heb dank, O, mijn Heer

     

    9 maart - Dag van de heilige Francisca Romana, weduwe.

    Heer, mag ik U alstublief vragen Zijne Heiligheid onze Paus bij te staan. Ik heb er eerlijk waar geen goed oog in en hij sukkelt al jaren. Heer, ik smeek U, maak er toch geen martelaar van. Dat verdient hij niet. De wereld heeft hem nodig, als Gij ziet wat er overal allemaal gebeurt.

    Heer, Ge moogt geen tv opzetten en gazet openslaan of de kogels vliegen rond een mens zijn oren. Op de duur wordt iedereen daaraan gewoon. Voor twee doodgeschoten jongens draait zelfs het journaal zijn hand niet meer om. Ik zou eens willen weten hoeveel moeders in Amerika alle dagen hun hart vasthouden. Ik zou ze geen eten willen geven, Almachtige. Dan nog hoor je vrouwen  op tv vertellen dat ze fier zijn omdat hun jongen naar Irak moet. Weet Gij wat ik daarover denk, Heer? Ofwel zijn ze zot ofwel omgekocht door de tv. Als er een land is waar ze U, Heer, op handen dragen, dan is het Amerika toch!

     

    Ik heb U niet te bevelen, Heer, maar ik vind dat Gij aan onze Heilige Vader of zijn secretaris gerust moogt zeggen dat ze meer haar op hun tanden moeten hebben. Die president vraagt U elke keer om zijn land te zegenen en ondertussen eist hij miljoenen belastingsgeld om die oorlog te kunnen betalen. Hoe durft hij Uw naam vernoemen! Gij, Heer, die altijd vrede op aarde wenst. Nee, Heer, mij moeten ze niet wijsmaken dat die president en zijn mannen mensen van goede wil zijn. Schijnheiligen zijn het, die siroop aan Uw baard smeren.

     

    Nog iets. Ik heb gisteren de biecht gesproken bij Serge. Zijn penitentie is tamelijk hard, Heer. Hij spreekt nu van de duivel uit mijn lichaam te drijven. Alleen kastijding zal mij zuiveren, zegt hij. Ik ben daar wel niet zo voor te vinden. Maar, allez, alle baten helpen. Hij heeft ook gevraagd om mij daarop van nu af aan geestelijk voor te bereiden. Ik bid U om mij hierin te steunen.

    Heb dank, O, Heer.


    Wordt vervolgd

    Reageer (3)

    06-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar de muren van Jericho al goed voor zijn!
    Wellustelingen....

    episode...

    74...


    3 december - Dag van de Heilige Franciscus-Xaverius, Belijder.

     De stem van de Almachtige is boos. Hij zegt: Gij, Gerda verkettert God en verzoekt de duivel. Uw gebeden zijn schijnheilig. Uw lijden is begeerte naar wraak. Serge heeft gelijk dat hij mij dat zo vlakaf zegt. Zelfs zondaars moet men beminnen zoals zijn evennaasten.

     

    Maar ik vind dat de Almachtige gemakkelijk kan spreken. Hij zit niet met een overspelige echtgenoot! Tegen Serge heb ik ook gezegd dat het geen lachen is iemand te moeten beminnen, die mij en mijn zoon tot schaamte, schande en smaad veroordeelt.

     

    Alstublieft, Almachtige, Eeuwige God, die mij zowel door kastijding geneest als door vergeving bewaart, aanhoor Uw nederige smekelinge en dienares. Maak dat ik mij verheug over de rust van de verlangde vertroosting en steeds de gave van Uw Vaderlijke Goedheid moge genieten.

    Heb dank, O, mijn Heer.

     

     

     

    21 Januari-  Dag van de heilige Agnes, Maagd en Martelares

    Heer, mijn God, eerst en vooral wil ik U vragen onze gebeden in de kapel ’s morgens te willen verhoren en dan speciaal die van mij voor onze Heilige Vader. Ik vind dat hij nu serieus achteruitgaat. Heer, Gij hadt hem moeten zien van de week op tv. Mijn hart kromp ineen. Ik verstond van hem geen gebenedijd woord. Heer, ik smeek U nederig op mijn blote knieën, laat al die goddelozen zien wat Gij kunt en geef onze Heilige Vader een beetje meer stem. Dan kan ik hem verstaan en door hem spreekt Gij, mijn Heer, ook tot mij.

    Heer, mijn God, wat staat er mij te doen?

    Denkt Gij dat de demonen nu ook in mij zijn gevaren omdat ik wens dat Max en zijn hoer zouden bezwijken onder de muren van Jericho, dat zij zouden creperen en wentelen in de gruwelijkste pijnen?

     

    Echt waar, Heer, ik ben niet slecht. Ik vraag alleen gerechtigheid. En toch bezweert Serge me dat ik moet boeten. Eerlijk gezegd, ik vraag mij toch af waarom ik zou moeten boeten. Maar Serge is door Uw hand gewijd, Hij is priester. Hij zal het dus wel beter weten. Ik bid U, help mij bij mijn tweestrijd.

    Heb dank, O, mijn Heer


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    05-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nederig verzoek aan het Eerwaardig Vat.
    Wellustelingen....

    episode...

    73...


    11 october- Moederschap van de Heilige Maagd Maria

    Wees gegroet, O Heilige Moeder, die als maagd de Koning ter wereld bracht. Vandaag eer ik Uw moederschap. Aanhoor mijn gebed, maar eerst mijn verzoek.

    Moeder Maria, Eerwaardig Vat, het botert niet tussen mijn zoon en zijn vrouw. Van in het begin heb ik geweten dat die twee niet door onze Heer voor elkaar zijn voorbestemd. Jawel, zeer Kuise Moeder, zijn Pat is geen gemakkelijke hoor! De Vrucht van uw Lichaam is gekruisigd, maar die van mij draagt alle dagen zijn kruis. Maar ik zwijg uit liefde voor mijn zoon.

     

    Ik denk, Hoogverheven Moeder, dat het tijd wordt, dat er in dat gezin een kindje komt. Ik vraag mij af of Gij, die tot de verbazing van de natuur de Heilige Schepper ter wereld bracht, of Gij aan dat koppel geen duwtje kunt geven?Ik zou toch zo gaarne een kleinkind hebben. Het zou mijn aards bestaan opnieuw zin geven.

     

    Gij weet, roemwaardigste Maria, hoe triestig mijn leven hier is. Uw Josef ging niet op een ander, de mijne wel. Na het baren, O Heerlijk vat van Godsvrucht, zijt gij ongeschonden gebleven. Ik was echter gescheurd langs alle kanten. Pat weet dat, Heilige moeder. Bij de stam van de Cijnensen zijn het allemaal zware borelingen. Ook is ze bang om haar slanke lijn te verliezen. Moest het aan mijn zoon zijn zaad liggen, dan kruip ik op mijn knieën naar Lourdes heen en terug.

    Waarom ik U dat nu pas vraag?Wel, Mystieke Roos, omdat zij het altijd heeft over de vriendschap die een mens van dieren krijgt, veel meer dan van mensen zegt ze. Haar vriendin heeft een hondenkwekerij en hondenhotel overgenomen en Pat zit daar ganse dagen aan een stuk. Ik zie het aankomen, Heilige Moeder, en daarom heb ik het achtste gebod overtreden. Ja, Spiegel van Gerechtigheid, Uw dienares heeft gelogen. Ik heb haar verteld dat mijn Francis tegen geen hondenhaar kan. Dat ik met hem vreselijk gesukkeld heb toen hij een klein manneke was. ’t Was eruit voordat ik het wist.

     

    O, Zetel van Wijsheid, klap alstublieft die hond uit haar hoofd. O Heer,ik bid U, verleen mij te mogen ondervinden dat de Heilige Maagd mijn voorspraak is, omdat wij door Haar mochten ontvangen de Gever van het Leven en probeer daar in Keerbergen iets te forceren.

    Heb dank, O, Heer

     

    3 december - Dag van de Heilige Franciscus-Xaverius, Belijder.

     De stem van de Almachtige is boos. Hij zegt: Gij, Gerda verkettert God en verzoekt de duivel. Uw gebeden zijn schijnheilig. Uw lijden is begeerte naar wraak. Serge heeft gelijk dat hij mij dat zo vlakaf zegt. Zelfs zondaars moet men beminnen zoals zijn evennaasten.

     

    Maar ik vind dat de Almachtige gemakkelijk kan spreken. Hij zit niet met een overspelige echtgenoot! Tegen Serge heb ik ook gezegd dat het geen lachen is iemand te moeten beminnen, die mij en mijn zoon tot schaamte, schande en smaad veroordeelt.

     

    Alstublieft, Almachtige, Eeuwige God, die mij zowel door kastijding geneest als door vergeving bewaart, aanhoor Uw nederige smekelinge en dienares. Maak dat ik mij verheug over de rust van de verlangde vertroosting en steeds de gave van Uw Vaderlijke Goedheid moge genieten.

    Heb dank, O, mijn Heer.


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    04-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smeekbede voor autopech.
    Wellustelingen....

    episode...

    72...


     

     

    29 augustus -Onthoofding van de Heilige Johannes de Doper, Gedachtenis van de Heilige Sabina, martelares.

    Mijn God, ik aanbid U in alle ootmoed. Ik bemin U uit geheel mijn hart en bemin mijn evennaaste gelijk mezelf uit liefde voor U. Is mijn schoondochter ook een gewone evennaaste, Heer? Als dat zo is zit ik met een probleem. Hoe kan ik iemand beminnen, die voor mijn bloedeigen zoon niet doet wat een normale vrouw zou moeten doen?

    Koken kan ze amper. Dat weet Gij allang, Heer. Strijken ook niet. Al de was en strijk gaan buiten. Eerlijk gezegd, ’t is een lui vel. Rotbedorven door haar brave en simpele ouders. Die mensen hebben veel te veel geërfd in één keer. Die kunnen daar niet mee omgaan. Wees matig, zelfs met de matigheid. Dat was de regel in mijn ouderlijk huis. Gegoede burgers van huize uit zijn gewend met geld om te gaan. Nieuwe rijken niet. Wel volgende week gaat zij tenissen in Frankrijk, met haar club. Onze Francis heeft mij dat verteld en ik denk niet dat het hem aanstaat. Maar hij moet zo dikwijls zwijgen. Daarom, Heer, heb ik voor hem ajuinsoep, stoverij met patersbier en vogelen zonder kop klaargemaakt en ingevroren. Nu moet Gij luisteren, Heer. Ik wou haar dat deze namiddag meegeven en weet Gij wat ze zei? Dat zij die bazaar niet meenam, zij moest gaan turnen en als Francis honger had, dat hij naar het restaurant kon gaan.  Jawel, Heer, ik heb mijn boosheid voor de toeren van mijn man wel zeer ver doorgedreven. Met Uw genade, wil ik mijn plichten vervullen, maar ge ziet, Heer, hoe een moeder dan uitspeelt. Heer, Mijn God, verdrijf uit mijn ziel de duisternis. Ik smeek U, aanhoor mijn gebed.

    Heb dank, O, Heer!

     

    18 september- Dag van de Heilige Joseph van Cupertino, Belijder.

    Heer, uw dochter lijdt. Het was gisteren terug schandalig laat toen hij naar huis is gekomen en het was geen woensdag. Heer, Almachtige God van mij, verhoor toch mijn gebed. Mag ik U smeken als zij in zijn auto zit, hem een platte band te doen krijgen. Geen accident, Heer, gewoon een platte band. Ergens waar er geen garage is. Hij kan geen band steken. Zijn handen staan averecht voor zoiets. Daarmee zal zij inzien wat voor vlees zij in haar kuip heeft. Heer, ik weet dat dit een onwaardige bede is van uw dienares, maar alleen Gij kunt mij vertroosting brengen. Heer, als Gij mij aanhoort, zal mijn boetedoening groot zijn. Maar van een  andere kant mijn plezier ook.

    Heb dank, O, Heer!


    Wordt vervolgd.


    Reageer (1)

    03-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onreine gedachten uitwisselen met het Ark van Verbond
    Wellustelingen....

    episode...

    72...


    Eén tranerige litanie over Marianne en mij. Hoe ze ons verafschuwde en dood wenste. De panische angsten die ze uitstond voor de verantwoording, die ze ooit in het hiernamaals aan haar Heer zou moeten geven. Haar gedachten waren onrein, door en door bevlekt. Bladzijden en bladzijden lang bleef ze erover zeuren.

    Ik schudde er onbegrijpend het hoofd bij En dat voor zo’n devote, naar buiten uit zo minzame en medevoelende vrouw! Ze wist al zolang dat ze van mij niets meer te verwachten had! Zo stupide was ze ook niet! Of was het juist door die absurde godsdienstwaanzin, dat Gerda op zo’n manier redeneerde?

     

     

    Toen begon ik aan het derde dagboek, het roze. Het moeilijkst leesbare.

    Het is noodzakelijk bepaalde passages uit dit schrift in hun geheel over te nemen Woordelijk getrouw zonder er een punt of komma aan te wijzigen -spelfouten heb ik uiteraard wel verbeterd- omdat ze ten slotte het juiste beeld ophangen en de ware toedracht van Gerda’s dood belichten.

    Toch wordt de morbide  sluier af en toe opgekleurd met een vleugje kinderlijke, naiëve  humor.  Resultaat van zestig jaar dagelijkse bijbel- en missaallectuur. Van oogkleppen dragen en eenrichtingsverkeer. Van vroom leven.  Ook die passages wou ik aan u kwijt, waarde lezer. 


    Het begin:

    15 augustus - De Heilige Maagd Maria  wordt ten Hemel opgenomen.

    Allerheiligste Moeder, Gouden Hemelpoort, op mijn almanak van de Druivelaar staat O.L.V. Hemelvaart. Ik heb iets tegen dat woord Hemelvaart. Van als ze naar de maan gegaan zijn. Adrienne en Florence horen ook liever dat Gij ten Hemel zijt opgenomen.


    Roemrijke afstammelinge van David, Gij hadt Serge moeten bezig horen in Uw Heilige Mis. Ge zoudt meer dan content geweest zijn. Met zijn zachte stem vertelde hij zijn parochianen opnieuw hoe een groot teken  zichbaar werd aan de hemel en een vrouw, die, omkleedt met de zon  en de maan onder haar, op haar hoofd een kroon van twaalf sterren droeg. Iedereen hing aan zijn lippen, Heilige Moeder. Men kon een muiske horen lopen in de kerk.

    Wel, Koningin van de Heilige Rozenkrans, vroeger vóórdat die hoer in Max zijn leven verscheen, was deze dag voor mij een bijzonder heuglijke dag, een van de schoonste dagen van het jaar. Vandaag moest ik al mijn moed bijeenrapen om U te gaan vieren. Eens in de kerk, gaat het beter hoor, maar thuis! Gij hadt in uw huishouden geen weelde, maar Gij hadt een doodbrave man. Bij mij is het andersom. Vroeger had hij soms nog tijd om af en toe met mij naar de Delhaize te rijden. Maar de laatste maanden moet ik maar mijn plan trekken. Een geluk dat ik mijn zoon heb. Verleden zaterdag en zondag heeft Max met  zijn miejef 624 kilometer afgelegd en ik ben nog geen  halve liter naft waard.


    Ik heb in zijn bureau een afrekening van de Visa gevonden. Op één maand drie gepeperde rekeningen van restaurants. En Gij nu, Ongeschonden Maagd!  Tot tegen de Franse grens rijden ze. Om te gaan eten! Op het Rouppeplein heeft hij 354 euro betaald voor twee personen! Toen ik dat onder de ogen kreeg! Ik ben er nog niet goed van!

     Adrienne, dat schaap, kreeg precies een slag van de hamer. Zij moet rondkomen met een pensioentje van 961 euro. Serge vindt zulks hemeltergend. Er zijn zoveel werken van naastenliefde en barmhartigheid  nodig, zei hij. En gelijk heeft hij. Allez, Ark van Verbond, hoe Gij het draait of keert 354 euro! Het gaat er vanboven in en het komt er toch vanonder uit!


    Mijn zoon vindt dat allemaal normaal! Het is het duurste restaurant van België, zegt hij. Het schijnt dat de koningen daar gaan eten. Ik denk niet dat Boudewijn, onze koning zaliger en Koningin Fabiola daar ooit een voet hebben binnengezet. Dat waren zeer godvruchtige mensen, die leefden sober. Van een goed en schoon koppel gesproken, Morgenster!

    Zo’n mensen worden uiteengerukt. Mijn zot blijft hier maar rondlopen. Allerheiligste Maagd, denk alstublieft niet dat ik hem in zijn graf wens, ik ben niet zo verdorven, hoor! Maar ik zou er geen traan om laten.

    Gezegend zijt Gij, o dochter door de Heer, want door U hebben wij de vrucht van het leven ontvangen. In de geur van uw welriekende zalven lopen wij, de maagden die uw bovenmatig liefhebben. Verheven zijt Gij, Heilige Moeder, boven alle vrouwen.

    Heb dank, o, Heer.

     


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levenslange ondewerping


    Wellustelingen....

    episode...

    71...


     

    Ik had haar doen verlangen naar een geestelijk, innig en blijvend samengaan. Ze had zich als jong meisje een bruid van God gewaand en wou dezelfde bruid zijn voor mij. Maar die vleselijke gemeenschap was er te veel aan. Ze hield van haar man, schreef ze, maar niet van dat vies ding tussen zijn benen. Ze had geen keuze. Dat ding moest, want ze wou moeder worden. De enige reden waarom zij niet was toegestreden tot een kloosterorde.

     

    In feite hadden haar ouders haar hoofd gek gemaakt over dat moederschap. Kwestie van de eigendommen van de familie te kunnen doorgeven. Ze konden die toch niet aan de Staat nalaten? En Gerda was altijd een gehoorzaam kind geweest. Haar kinderwens was dus gehoorzaamheid aan het ouderlijk gezag.

    Ja, ze had mij uitgekozen omdat ik haar beviel. Ze vond mij een schone man. Ik was verzorgd, proper gekleed en kon het vooral mooi uitleggen. Bovendien zou vader Vanbesien zorgen voor een andere, beter betaalde job voor mij en Gerda kreeg so wie so later de winkel. Eerst moest er een kind komen. Ten hoogste twee. Maar niet meer! Kroostrijke gezinnen dat was voor de sukkelaars. Die hadden toch niets te verdelen.

    In sommige gevallen moest een mens de woorden vanop de kansel niet al te nauw nemen. Zeker niet als er te erven viel.

     

    Daarom was een beginnend journalist meer dan welkom. Die waren toch altijd de baan op. De speleman zou daar niet dikwijls op het dak zitten. Haar moeke had haar dit op het hart gedrukt. Gerda gehoorzaamde. Altijd. Ook aan mij, haar man. Eerst een keer per maand. Na de geboorte van Francis alleen op hoog- en feestdagen!

    Inderdaad eens Francis er was, veranderde het spel van de hormonen Gerda in één grote kuisheidsgordel.

     

    Zij had schrik dat de coïtus haar melkstuwing zou hinderen. Ze speende hem daarom met plezier zeven maanden lang.

    Tiens, Adrienne kwam ook ter sprake. Uitgebreid! Een vriendelijke, hulpvaardige en devote buurvrouw. Steeds bereid om Gerda bij te staan.  Vooral wanneer zij vroeger‘s avonds alleen was met haar zoontje. Adrienne wist alles over kindjes en kindjes krijgen.

    Kinderloze vrouwen zijn vaak experten op dit gebied Bovendien was Adrienne ongehuwd, maar ze kende het echtelijk leven van A tot Z, door haar parochiale werken!

     

    Uit “ervaring” wist Adrienne dat een vrouw na een zwaar kraambed, (Francis woog 5 kg bij de geboorte), zeker nog twee jaar nodig had om haar lichaam in orde te krijgen en vooral haar…binnenwerk! Gerda gehoorzaamde opnieuw. En met geestdrift. Afzonderlijke slaapkamers werden definitief een feit.

    Waarom, Heer, ben ik dan zo van streek en belust op haat? Gerda stelde dergelijke vragen aan haar God, maar kreeg blijkbaar geen afdoende antwoorden en formuleeerde ze dan maar zelf:

    Is het omdat hij zich afgeeft met een del? Een vrouw die ongemanierde dingen met om het even welke man doet? Omdat zij zich dik laat betalen en er niet op let of zijn onderlijf al dan niet gewassen is?

     

    Haar Heer zweeg echter in alle talen. Daardoor kreeg Gerda de indruk, dat de hele omgeving haar uitlachte en met de vinger wees. Alleen haar vriendinnen toonden medeleven en Gerda klampte zich aan hen vast. Ook aan de sterkte van het gebed en de zo dankbare steun van pastoor Serge. De priester, die niet alleen als afgezant van haar Heer maar vooral als mens zoveel voor haar betekende

    O wee, als ik dan terugkeerde van mijn eerloze duivelin, haar misselijk parfum meebracht en Gerda mijn glazige ogen zag. In die ogenblikken had zij huilend van schaamte in de grond willen zinken.

    Alles in Gerda brandde op van pijn. Van woede, ontzetting en onmacht. Ze riep samen met haar vriendinnen alle kwalen uit over haar twee kwelgeesten. Gevierendeeld moesten wij. Niet tot as veroordeeld in de hel. Wel daar voor eeuwig en altijd branden: ik aan de ene kant en Marianne aan de andere kant.

    Zo gingen die dagboeken door.


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    31-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lectuur vangt aan!


    Wellustelingen....

    episode...

    70...


    Maar onderaan al die oude jaargangen van Knack, Trends en Elsevier. Koord rond, knopen en buiten. Komaan, de eerste jaargang. Neen, een halve was al voldoende zwaar.

    Ik tilde het pak uit de kast en zag opeens tegen de muurwand, rechtopstaand drie dunne schriftjes. Drie volledige tafels van vermenigvuldiging op twee groene en een vuil roze kaft.Ik jubelde het uit.

     

    Dat waren ze, haar dagboeken! Ik herkende ze meteen. Ik had er Gerda een paar keer mee betrapt in de keuken. Niet te geloven. Ik had ze gevonden. Mijn slaaploze nachten, mijn nachtmerries, haar judaspenningen. Mijn Vloesberghe-fobie! Gerda’s gezwets. Kermits Sisyphustales.

     

    Ze stonden daar. Mijn wettelijke onschuld, daar gewoon tegen de muurwand. Mijn handen trilden.

    Verbranden ga ik jullie, bij Marianne in de tuin. In de verste hoek van de tuin. Ik had ze. Eindelijk! Ze stonden daar voor het grijpen! Jongens, jongens, zelden had ik me zo opgelucht gevoeld en voldaan geweten.

     

    Ik belde meteen Marianne. Ze slaakte gedempte juichkreetjes:

    ‘Vanavond beginnen wij met champagne…in bad! En de rest, on verra!”

    Ik zweefde al even ongeremd als zij. Ik deed de voordeur op slot. Installeerde me in het salon en begon te bladeren. Dag en datum stonden zorgvuldig genoteerd. Zelfs de naam van de heilige van die dag had ze niet vergeten. Benieuwd wat me nu zou geopenbaard worden. Devote saus over een schotel overspel. Goddelijke banbliksem over wellust.

    En ik las.:

     

    Het ging in het begin inderdaad uitsluitend over mij en haar. Over mij en mijn hoer. Sporadisch over Francis en Pat. Met zijnoten over Serge en haar kerkvriendinnen. Over hun parochiale werken en intense godsvrucht.

    Nooit of nooit, zo schreef ze, zou ze het mij kunnen vergeven dat ik een minnares had. Dat ik me dag na dag dieper in de hellegloed waagde en mijn lichaamsdelen bevuilde aan dat schepsel.

    Mijn dood en het levend verbranden van die heks mocht zij niet wensen. Doch ze deed het en met volle graagte. Vroeg dan de Heer duizendvoudig om vergiffenis. Ze wou zelfs weten of ze even smerig, bevlekt was als ik, omdat zij zo’n slechte gedachten koesterde. Ze zou haar biecht gaan spreken bij Serge en zien wat hij ervan dacht!

     

    Ze begreep niet dat God haar urenlange smeekbeden niet aanhoorde en mij niet op het juiste pad terugbracht. God had al meer zondaars op de goeie weg gezet. Maar of er daar hoerenlopers bij waren, dat had Serge niet verteld. Zij zou het hem vragen.

    Ik las hoe Gerda ooit toch echt verliefd op mij was geweest. Hoe ik haar lichaam had doen zinderen van verlangen!  Niet te geloven! Ik?  Haar verlangens opgewekt? Ik zou niet weten wanneer, maar nu kwam de kat op de koord!



    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    30-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De confrontatie
    Wellustelingen....

    episode...

    69...


     

    Het regende nog steeds. De week voordien hadden we een bakhete zondag met 28 graden Celcius gehad. Nu was het kil. Onaangenaam, grijs en nat. Het bleef maar druppelen. En daarna, onze typische drache nationale!

     

    Ik besloot tot een laatste zoektocht in de villa. Ik moèst de dagboeken vinden. Ze waren er. Dat stond voor mij als een paal boven water. Maar waar, waar?

    Lukte het niet, dan zou ik de achterbank en de koffer van de wagen volladen met de meest dringende rest van mijn persoonlijke zaken. Mijn pc en Epson, mijn fototoestellen. Enkele van mijn dierbare klassiekers, die ik nu en dan graag herlas. Mijn collectie cd’s, de gereedschapskist van vader (puur jeugdsentiment), mijn broodvormen en de twee zakken bloem! Natuurlijk enkele foto’s van Francis, zeker die met mijn ouders. Nog enkele kistjes Medoc, enkele flessen Graves, de resterende vijf flessen uitzonderlijke Sauternes. De verhuis van Stan en Laurel wou ik eerst met Marianne bespreken. For every problem there is a solution, ook voor mijn kippen.

     

    First things first: mijn tenen. De sok plakte aan de nagels door het gestold bloed. Ik kon beide tenen vrij goed bewegen. Het viel in feite nog mee. Overwegend dank zij de kwaliteit van Church. “Even verzorgen en misschien morgen bij de dokter langs.

     

    Ik besloot eerst naar Marianne’s woning te rijden. Ze had me een huissleutel gegeven. Fijn, veilig gevoel. Ik had nu eindelijk een echte thuis. Ik drukte het nummer van Darcy in en gaf haar een kort relaas van de uitvaartparty. Haar collega was ziek gemeld. Het zou vanavond wat later worden, verontschuldigde ze zich.

    ‘In dat geval blijf ik hier nog wat verder zoeken, lieveke.”

    ‘Wanneer ga je daar nu eindelijk mee stoppen, Max? Je hebt je al suf gezocht en het levert niets op. Rond halfzeven ben ik thuis. Wat krijgt venteke straks?’

     

    Haar stem kreeg weer dat heterig zwoele, die bedwelmende hypnose. Als een drug van geraffineerde sensualiteit. Met speelse tederheid en vol belofte:

    ‘Aspergeroomsoepje met enkele grijze garnalen, lamskroon met flageolets en gepersileerde krieltjes, een flesje Margaux of een Bourgogne. Nadien, als hij nog zin heeft, huisbereide kiwisorbet. Een nadien, nadien, al de rest. Je t’aime, mon trésor. Ik verlang naar jou, lieverd, naar onze dagen, onze nachten samen. Amote!’

     

    Wat kon me dat rotweer schelen! Wat die moord,  Vloesberghe, Pat en de dagboeken! Marianne was er en bleef er voortaan voor mij. Iedere minuut van ons leven. Wij waren samen. Tot het einde. Tot onze laatste zucht.

    Héla, vriend, ontnuchterde denkduiveltje. Flippen is voor vanavond. Ga liever zoeken! Kermit gaat beslist nog deze week op pad om een deel van de inboelel hier te verkopen. Ze is loops, ze heeft geld geroken!  

    Natuurlijk moest ik de realiteit onder ogen zien en ja, Pat zou Francis wel weten te bewerken, om zo snel mogelijk het een en ander te liquideren.

    Op de stoepen van mijn buren stonden dozen en samengebonden pakken papier.

    Hoogstwaarschijnlijk morgen ophaling. Ik had stapels liggen en besloot die methodisch weg te werken. Eerst in de hal. Te beginnen met de grote muurkast. Speciaal ingebouwd met legplanken en bovenaan een ruimte voor koffers en reistassen.

    Massa’s knipsels lagen er. Ooit had ik ze beslist belangrijk gevonden, doch nooit meer naar omgekeken. De buitenlandse bladen waarin ik de voorbije jaren een bijdrage had kunnen plaatsen. Al die Sterns, Spiegels en Vrij Nederlanden. Ik kon het echt niet over mijn hart krijgen ze zomaar weg te doen, ijdeltuit die ik was.



    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pens afdraaien en bedrog
    Wellustelingen....

    episode...

    68...



    Pat veerde recht. Ik wou haar doorlaten en… aauw! Ik hoorde mijn uitroep van pijn. Kon net een vloek bedwingen. Het koor zweeg enkele ogenblikken. Ik zag eventjes niets meer. Alleen witte en zwarte stipjes. De pijn was scherp. De teef had met haar naaldhak de neus van mijn schoen bijna doorboord. Als dit geen teenfractuur was!

     Ze keerde terug, nam haar plaats in en fluisterde gniffelend:

    ‘Troost je. Dit is maar het begin!’

    De zwarte karavaan trok in drie rijen langzaam voorbij. Keerde terug van het altaar en trachtte een glimp van die brullende idioot vooraan op te vangen.

     

    Niet mee inzitten, vriend, fluisterde denkduiveltje. Je hebt een valabel excuus om er meteen als de bliksem vandoor te gaan. Maar  zie jij wat ik zie. Die zes rieten mandjes propvol biljetten. Begrijp je nu die schone cadeau van Serge met zijn gratis dienst! ’t Is hier vollen bak! Het tienvoudige heeft hij verdiend ! Een pastoor en gratis? Dat kan in Columbia of in de Marollen.  Maar hier niet!

     

    Mijn tenen bleven kloppen, doch de grote pijn verdween langzaam. Bij het verlaten van de kerk alweer prijs: een  witte stamp tegen het middenrif. Kermit :

    ‘Je was beter niet gekomen.’

    ‘Ik doe wat ik moét doen.’

    ‘Je gaat toch niet mee naar het kerkhof? Doe mij dat niet aan! Heb je de mensen al zien staren? Je moet geen schriftgeleerde zijn om te weten wat ze denken!’

    ‘Ik betaal, dus ik bepaal. Bek dicht, jij!’

    ‘Ssstt!’ mompelde Francis.

     

    Eindelijk, eindelijk was de ceremonie van de teraardebestelling voorbij. Eefje, Fred en Karel zochten mij op. Eefje was, zoals altijd, overbezorgd. De baas zou beter meteen naar die voet laten uitkijken. Karel had via via mijn pensioenaanvraag vernomen. Iedereen op de redactie, de oude garde toch, was er het hart van in. Ook in de drukkerij was er enige commotie ontstaan. Ze hadden allen begrip voor mijn situatie. Maar het kwam te onverwacht en te hard aan. Fredje nam mijn beide handen. Zijn eerlijke ogen werden vochtig. Ik wist dat zijn hersenen koortsachtig de juiste woorden zochten:

     

    ‘Chef, we gaan u missen. Maar ge moet u dat niet zo aantrekken. Wij slaan er ons door. Voor u is het allemaal veel erger. Sedert die…dag zijt ge geen minuut uit ons hoofd geweest. Dju toch, dat iemand zoals gij zoiets moet tegenkomen! Een mens zou van veel minder zot worden. Chef, nog iets, hadden wij geweten dat wij bloemen mochten meebrengen, we zouden het gedaan hebben. Eefje is rond geweest, wij hebben dat geld gestort, hoor!’

    Ik had geen flauw idee waar hij het over had. Eefje begreep mijn verbazing niet en verduidelijkte:

    ‘Meneer Cijnens, op de rouwbrief stond toch duidelijk vermeld: noch bloemen, noch kronen. U, enfin, de familie wou  liever een storting voor de sociale werken van de stichting  van mevrouw.’

    Wat had Pat opnieuw bekokstoofd? Waarom had niemand, ook Francis niet, mij hierover ingelicht?

    ‘Een kleine vijfhonderd euro hebben wij rondgehaald. Iedereen heeft gegeven voor u, chef, en ons Eefje heeft dat allemaal gearangeerd, nietwaar, kind?

     

    Hoe fier Fredje ook was, dit zinde me echt niet. Dit stonk naar geldklopperij. Terug in de wagen, eiste

    ‘Wat is hier gaande, Patricia?’ vroeg hij sec.

    De berispende toon en het gebruik van haar volledige voornaam – ze had er een afschuw aan- ontketende een witte woede:

    ‘Merci, ik zal me nog eens inzetten voor jullie familie! Jij te lui om je poten uit te steken en hij dààr te laks om zijn smoel open te doen. Ik heb de benen vanonder mijn lijf gelopen voor je moeder, de schaamte van mijn leven opgelopen. Serge, Adrienne en ik, we hebben ons pens afgedraaid en nu stank voor dank. Loop alle twee naar de duivel! De pot op, verdomme!’

    Francis richtte zich heel kalm tot de chauffeur en bood zijn excuses aan voor het gedrag van zijn echtgenote. De jongeman kende blijkbaar het klappen van de zweep. Knipoogde naar mij en concentreerde zich verder op het verkeer. Pat had gelijk.

     

    Ze had inderdaad haar pens afgedraaid! 

    In het restaurant zo’n zeventig, mogelijk tachtig personen. Zeven kelners. Aperitief naar keuze, van champagne tot frisdranken. Ik kon mezelf om de oren slaan dat ik mijn schoondochter carte blanche had gegeven.

    Pat had stoom afgelaten en haar make-up in orde gebracht. Ze acteerde geweldig als leading lady van deze rouwparty: een en al bescheiden drukte, een verhaaltje hier, een teder gebaar daar. Ze introduceerde hààr priester, Adrienne en Madeleine aan iedereen. Serge imponeerde met zijn Latijnse uitspraken. Kermit genoot. Dit was lifestyle op z’n best.

     

    Ik ging aan tafel naast Francis zitten. Hij zag er even afwezig-verveeld uit als ik. Vanavond zou er in Keerbergen hartig gepraat worden over de  stichting van Gerda. Dat wist ik. Mijn zoon zat met haar fonds in zijn maag, ik met haar dagboeken.

     

    Na het voorgerecht stapte ik op. Koel groetend. Zonder handjes te drukken of blabla. Het was me allemaal te veel.





    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    28-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De uitvaart
    Wellustelingen....

    episode...

    66...


    Mijn zoekttocht staakte toen de stoffelijke resten van Gerda werden vrijgegeven. Mijn lege woning werd omgebouwd tot rouwhuis. Bedrijvencentrum voor de organisatie van begrafenissen. Hoofdkwartier van de organisatoren van een méér dan plechtige uitvaartceremonie. Alle rolluiken naar beneden en vanonder tot boven lichten aan. Kermit kikkerde ervan op. Zij, Adrienne, Madeleine en Serge namen de touwtjes in handen. Francis en ik lieten begaan.

     

    De redacteur van de vierhonderd aankondigingen, driehonderd prentjes en misblaadjes was Serge. Madeleine en Adrienne, ceremoniemeesteressen en bloemendecoratrices. De rest van hun club verdeelden de taken: stoelenzetsters, altaarversiersters en familiekelderoppoetsters.

     

    Pat trommelde telefonisch haar tennisclubleden, fitnessdametjes en vermoedelijk de helft van Keerbergen op. Schreef en herschreef haar deelnemerslijsten. Besprak alle details met een fotograaf. Stond in voor de catering. Regelde vervoer met zwarte Mercedessen. Zocht samen met Serge koor en muziek uit. Wou per se dat Francis en ik een speciaal en identiek pak huurden. Mijn ‘dat zie je van hier’ ontketende de zoveelste golf van verwijten en ik trok mij terug in mijn werkkamer.

     

    Gerda werd niet zomaar begraven. Je zou haast denken dat ze als bruid aan haar god werd geschonken.

    Toen ik vernam dat Pat een kist ter waarde van 2485 euro had besteld, heb ik de geldkraan dichtgedraaid. Deze absurde schone schijn zou me anders een fortuin kosten!

     

    Ik wou bij Marianne zijn. Weg van deze comedia d’ell’arte en ik kon verdomme geen kant uit. Stel dat iemand toevallig iets zou vinden. De “bevelhebbers” snuffelden natuurlijk niet in mijn kasten en laden, maar zowel Pat als Adrienne waren meesterlijk in hun rol en comandeerden voortdurend Ingrid, onze poetsvrouw, en haar opruimingsspatrouille.

     

    Serge was geflankeerd door twee collega’s. De organist speelde heel zachtjes Bach. Een zevenkoppig koor stond perfect uitgedost in gelid. Serge deed zijn apostel inderdaad de ontroerendste eer aan. Dit had ik van hem niet verwacht. Of toch?

    Zijn dames hadden hun beste beentje voorgezet. Hun allerbeste. Het kleine kerkje blonk. Het zilverwerk schitterde en het koper glansde. De tapijten gestofzuigd. De witte fresia’s verspreidden hun heerlijke geur. Gerda’s neus zou krullen, haar ogen stralen, moest het nog kunnen.

     

    Maar ze lag daar koninklijk opgebaard in haar gesculpteerde voleiken kist van 2485 euro, midden een zee van bloemen: “Aan onze diepbetreurde moeder”, “Van uw rouwende vriendin Adrienne”, “Aan de engel der Zieken”, “Voor onze zuster in geloof”. Bloemen van Darcy en ook van de uitgeverij. Zelfs van het gemeentebestuur. Van het personeel van Francis. Ook van enkelen van zijn klanten.

     

    Ik stond voor de kist. Gerda lag erin en ze stond er eveneens naast.

    Ze droeg een te grote zwarte hoed, die scheef zat op haar hoofd. Ik zag een stukje benige neus en een bevroren grimas boven de te kleine ingetrokken kin. De foto was een vergroting, volledig gedisproportioneerd. Genomen op de trouwdag van Francis, bij het verlaten van de kerk. En ik was eruit weggewerkt. Een grotesk beeld. Gelukt als flauwe grap, doch vandaag totaal ongepast.

     

    Adrienne plaatste ons zoals het hoorde. Francis, Pat en mij rechts van de kist. Zij en de clubgenoten links. De klok luidde en de rampentoeristen en kijklustigen schuifelden binnen. Het handjes schudden begon en de ogen spraken boekdelen.

    Ogen als laserstralen. Spottende ogen. Triomfantelijke ogen. Nederige ogen. Niet-goed-wetende-waarheen-te-kijken ogen. Ogen vol warmte en medeleven van Eefje, Fredje en Karel. Ogen vol minachting. Ogen met begeerte, want weduwenaar met villa, poen en dik pensioen. Wufte, zwaar opgemaakte ogen. Verveelde ogen. Lensogen. Bespiedende ogen. Hautain blikkende ogen. Vermoeide ogen. Bierogen. Bijziende ogen, serpentenogen en troostende ogen. De ijzige ogen van Simonne  en de spleetogen van haar wormvormig aanhangsel. De bonvivant-ogen van Gerard.

     

    De komst van Serge maakte een einde aan de parade. Een priester die mij verloste in de ware zin van het woord! Bedankt Serge. Adrienne commandeerde met handgebaren. Tot mijn verwondering begreep ik alles.

    De kleine kerk zag, letterlijk en figuurlijk, zwart van het volk. Hier en daar een stipje grijs en bruin. Met één uitzondering: Pat in koninklijk wit. Zeer modieus. Heel zelfverzekerd. Witte kousen, witte schoenen, witte handschoenen. Solarium gebruind, zwaar opgemaakt gezicht. Felrode lippen, hoog opgestoken donker haar. Daarover een hoofddoek in ragfijn  wit kantwerk, kunstig gedrapeerd over de schouders. Evita van Brabant.

     

    Ze plaatste zich tussen Francis en mij en stak onmiddelllijk sissend van wal:

     ‘Je moest door de grond zinken van schaamte, schoft. Nog geen bloem voor ma. Je mocht zeker niet van madam Dries. Francis is er het hart van in. Je gaat het een en ander meemaken vandaag en morgen. Wacht maar.’

    Ik hield me zo afstandelijk mogelijk. Ik stond naast een kist met daarin een hol lichaam, dat in feite nooit enig warm contact met mij had gehad. Het enige bindmiddel was Francis geweest. Toen hoorde ik de zacht-zalvende stem van Serge:

     

    ‘We zijn hier allen om een diepbedroefde familie bij te staan. Doch vooral om een laatste en passende hulde te brengen aan de ons zeer dierbare Gerarda, Maria, Martha Vanbesien. Een vrouw, veel te goed en te braaf voor deze duistere wereld, die met de dag meer en meer geregeerd wordt door duivelse machtswellustigen. Een vrouw die leefde naar Gods woord. Een vrouw die uitverkoren was. Een kind van god.

    Ze heeft me ooit toevertrouwd dat ze in haar jeugd één grote droom had: de bruid van de Heer te mogen worden. Tussen droom en daad staat de uiteindelijke bestemming, dierbare parochianen. En God had Gerda voorbestemd om een liefhebbende en trouwe echtgenote te worden. Vooral een voorbeeldige moeder. Een moeder die de christelijke waarden aan haar zoon wist door te geven.

    Haar andere roeping beleefde zij hier in dit Huis van God, samen met haar vriendinnen. Samen beoefenden ze hier de deugden van zelfverloochening, naastenliefde en vertrouwen in de goedheid van elke mens. Ook vergiffenis schenken aan die medemens. Verdraagzaamheid tonen en begrip opbrengen voor het anders-zijn van elkeen.Het zou kunnen dat juist dit begrip en haar gekende hulpvaardigheid Gerda noodlottig werden. Ik vrees dat we de ware toedracht misschien nooit gaan kennen. Maar in elk gebed zullen wij, haar vriendinnen en ik, steeds onze geliefde zuster gedenken. Mag ik u daarom allen, beminde parochianen, vrienden en kennissen, uitnodigen om samen met het koor zingend te bidden, de tekst op pagina drie “De poorten gaan open, een ziel wordt verwacht.’

     

    Ik zag Francis voorzichtig in een broekzak tastten. Hij vouwde een biljet van 100 euro zo klein mogelijk op. Pat had twee briefjes van 50 heel demonstratief in de hand. Wat kregen we nu!  Die mis hier was toch gratis had Serge gezegd.

    Een lijkdrager, getraind in bedroefd kijken, kwam naast mij staan en stak discreet zijn rechterhand uit richting voet altaar, waar Serge en zijn collega’s hun opwachting maakten. Ik had geen flauw idee wat hij bedoelde.


    Wordt vervolgd



    Reageer (1)

    Inhoud blog
  • Zomaar
  • Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • Kinderen of beestjes?
  • De duivel zit erop!
  • De nakomelingen van Boer Bavo
  • NJET
  • Ontmoetingen na bijna een halve eeuw
  • Olala
  • Op de vooravond van 21 juli...
  • 20-07-2009
  • 't Bakkerietje
  • Hilarische realiteit
  • Jammeren
  • A final curtain
  • Kamwielpaniek
  • Moederdagen
  • Impossible mais vrai!
  • Een zaterdagochtend
  • Omtrent Sarah en DeeDee.
  • Met de E van evolutie
  • In de nasleep van WO-lessen...
  • Mijn gedacht
  • Voor en spellen!
  • Smoelentrekkers
  • Titi is boos!
  • 't Groot Zot
  • Ik zie, ik zie...
  • Valentijn
  • Viva Leterme!
  • 18/12/2008
  • Voilà...
  • Sintje Merten in het land van Aalst
  • Vorstelijk eten.
  • Achtergesteld!
  • Voor mama

    Laatste commentaren
  • zeeppoeier-reclame (maart)
        op Wellustelingen 2
  • WO-16/05/2018 wordt het verhaal hernomen (maart)
        op Wellustelingen 1
  • sterk geschreven (maart)
        op Valentijn
  • paf (maart)
        op For every problem there's a solution...
  • Op wandel (Myette)
        op Zomaar
  • Levensverhalen (Joël)
        op Theomanistenclubje
  • kus (miekemuis en maatje)
        op Zomaar
  • Hoeraa... (ERnst)
        op Zomaar
  • Finalemente !!!!! (Chris (lilac))
        op Zomaar
  • Nogmaals ... (ERnst )
        op Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • ....kus (miekemuis en maatje)
        op Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • Jou ook... (jacqueline)
        op Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • ? (miekemuis en maatje)
        op Kinderen of beestjes?
  • hallo titi, (redpoppy54)
        op Kinderen of beestjes?
  • Weet je Titi (thea)
        op Kinderen of beestjes?
  • Ja, (ERnst)
        op Kinderen of beestjes?
  • Grrrrr (Titi)
        op Kinderen of beestjes?
  • Hoi Titi (thea)
        op Kinderen of beestjes?
  • knuffel (miekemuis en maatje)
        op Kinderen of beestjes?
  • En ja... (ERnst)
        op De duivel zit erop!
  • dat mont er van (hercule)
        op De duivel zit erop!
  • weg en verdwenen (miekemuis en maatje)
        op De duivel zit erop!
  • varen ??? (Chris)
        op NJET
  • de slager (Chris)
        op 't Bakkerietje
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op De nakomelingen van Boer Bavo


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!