HET WAREN NIEUWE SPIEGELBEE
het waren koeien grazers in de weide groene vlakten blauwe lucht en een lekke band
aten onze boterhammen belegd met kaas en spek 'een vette bek' wij lachten om de woordgrap
de tijden vervliegen ik zal er niet om liegen en we worden alsmaar ouder het vroegere spiegelbeeld is slechts een herinnering geworden de huid is gerimpeld elke plooi een jaar maar in mijn hoofd blijf ik jong
een mooie verrekijker vogels in de weide pikkend in de grond wormen zoekend de band staat nog steeds plat
een lange wandeling terug naar huis 'wanneer zijn we thuis?' we waren benenmoe
er komen nieuwe tijden aan ik zal er niet om liegen want we worden alsmaar ouder een toekomstig spiegelbeeld verschijnt voor mijn ogen in een andere wereld waarin ik niet meer thuis hoor maar ik blijf jong in mijn hoofd
|