Nu ben ik zeker van de mollen niet te lokken naar de zaaistrook. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toch is en blijft het mogelijk dat ze alles overhoop halen.
Dat er zoveel verschil is tussen de verschillende fotos ligt aan het feit dat het overtrokken weer was. Zo nu en dan kwam de zon er door
vandaar het verschil in kleur van de grond.
Het zaaiproces is altijd hetzelfde dat ik volg.
Voortjes maken en vullen met gezifte compost of potgrond zoals hier het geval is. Ik kan geen potgrond ziften omdat de hoop overgroeid is met een stevige en uitgebreide courgetteplant.
Eens de veldsalade gezaaid, worden de zaaivoortjes dicht geharkt en met de platte schop effen geklopt.
De laatste bewerking is grondig begieten. Zowel gezifte compost als potgrond houden het vocht goed vast. Als je zeer droge potgrond gebruikt is het best om te controleren of het water ingedrongen is. Bij zeer droge grond stroomt het er in het begin over en moet je meer water geven.
Het is de eerste keer in meer dan twintig jaar dat ik vooral in de gazon zoveel last heb van mollen.
Als de mol een hoop steekt, dan trek je die open en leg je het gat bloot en ze komen bijna nooit terug.
Dit keer had ik zon woelmol die juist onder het oppervlak van het gras onbarmhartig zijn gang is gegaan.
Na de regen is hij verdwenen en kon ik alles aanstampen.
De schade aan het gazon heeft zich beperkt tot een hoekje in de schaduw.
In de bessenstruiken groeit elk jaar behoorlijk wat hagenwinde.
Gelukkig woekert die pas na de pluk van de bessen.
Ik verwijder die zodat ik opnieuw de bessenstruiken zie. Dit gebeurt, vooraleer ik de bessen wat bij snoei om ruimte te hebben tussen de struiken.
Elk jaar stel ik vast dat er meer winde is dan het jaar ervoor.
De winde hou ik apart voor de afvalhoop. Al het zaadloos groen sorteer ik en het gaat in een groenlaag van de composthoop.
Het paadje is weer vrij zodat ik de materialen kan aanvoeren voor de grondbedekking tussen de struiken.
Na de regen zie je het groenlof en de venkel, die naast mekaar staan, groeien dat ze wikkelen.
De composthoop bouw ik langzaam op. Nu werk ik in drie wisselende lagen, een laag groen een laag van de sterk verteerde wachthoop en een laag mest.
Eens de wachthoop verwerkt is werk ik nog met twee lagen, groen en mest. De mestlagen hou ik zo miniem mogelijk.
Na een laag of zes begiet ik met smeerwortelgier, telkens op een groenlaag, waardoor het verteerproces rapper moet gaan.
Elke dag wordt er geoogst maar niet meer alles in eens zoals bij de rode bieten.
Nu is het bv. een krop salade snijden of bladeren plukken van de pluksalade, peterselie snijden enz.
Dit alles is dan voor direct gebruik.
|