Permacultuur is meer dan alleen maar tuinieren
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Voor tuinieren wil dat zeggen dat er gestreefd wordt naar zo weinig mogelijk verstoring van de grond. De bodem is een ecosysteem op zichzelf en moet met rust gelaten worden. Spitten is daarom uit den boze, maar ook schoffelen en harken zijn ongewenste werkzaamheden. Deze werkzaamheden verstoren de natuurlijke structuur van de bodem en het kost ontzettend veel energie om die structuur weer te herstellen. Door de bodem te bedekken met organisch materiaal kan onkruidgroei voorkomen worden. De grond droogt minder snel uit en water geven is onnodig, ook in droge zomers.
Maar naast een landbouwmethode gaat de permacultuur een stukje verder door ook na te denken over materialen die gebruikt worden. Steen, plastic of metaal zijn dode materialen en zijn ongewenst bij de permacultuur omdat ze weinig toevoegen aan een ecosysteem terwijl levende materialen dat wel doen. Geen schutting van dood hout dus. Na het installeren heeft een schutting van dood hout zijn beste kwaliteit, daarna wordt het alleen maar minder. Een levende haag gaat alleen vooruit in kwaliteit doordat bij het groeien steeds meer soorten een plek kunnen vinden in de levende haag. Een natuurlijke levende haag trekt vogels en insecten.
Zelfs over woningen en transport is nagedacht bij de permacultuur en daarbij blijkt misschien wel het onderscheid met andere landbouwmethoden. Bij de permacultuur wordt de gedachte waarop landbouw is gebaseerd helemaal doorgetrokken naar het dagelijkse leven.
Samen gevat uit teksten van Fransje De Waard oa. De eetbare tuin en Tuinen van overvloed.
|