Er was regen voorspeld voor de namiddag. Ik ben dan maar heel vroeg begonnen met het planten van: gemengde salade, venkel, groenlof en boerenkool.
Waar er moet geplant worden zijn de voortjes gemaakt en moeten die duchtig begoten worden. Hoe rijmt dat met het slechte weer dat we voortdurend hebben met een poerdroge tuin. Het binnenland krijgt zijn regenvlagen en hier aan de kust, wordt telkens, amper het zand geblust.
Zo ziet het er uit na het planten.
In de rijenteelt zijn drie rijen vrij gekomen waarvan je er hier twee kunt duiden waar de plankjes liggen.
Tussen de selder en de groene struikboontjes, waar de zomerprei stond, komt een rij groenlof (suikerbrood).
Tussen de pastinaak en de paarse boontjes, waar de gemengde salde stond en de ruccola, heb ik een rij boerenkool geplant.
Tussen de rode biet en de knolselder staat een tweede rij groenlof (elmo).
Op vak 5 van de wisselteelt, waar er salade stond, komen venkel en paksoi.
De venkel staat er reeds maar waar de winterprei op wachtbed stond komt nog de paksoi. Ik ben echter vergeten die te verspenen zodat ik die rechtstreeks in volle grond moet planten en vochtig houden tot ze in 'trek' zijn.
Het komt erop aan op om de plantjes letterlijk in het slijk te planten.
Dan moet de zon weggehouden worden en daarvoor plaats ik twee gelijke stenen op hun kop.
Op die stenen leg ik een plank en de volgende morgen ga ik dan een kijkje nemen.
En wat stel ik vast bij het wegnemen van de plaat? Dat de plantjes er even fris bij staan als gisteren middag toen ik ze plantte.
|