de trapper
Inhoud blog
  • Dag 8
  • Dag 7
  • Dag 6
  • Dag 5
  • Dag 4
  • Dag 3
  • Dag 2
  • Gardameer en Dolomieten 2016
  • Proficiat!
  • Welkom

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    08-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 8

    Ma. 8/8 Terugreis : Bressanone – Lier (950km)

    Als ik om 7 uur na een verkwikkende nachtrust wakker word beloofd het alweer een mooie dag te zullen worden. Althans niet op de fiets deze keer maar iets minder in de wagen. Als naar gewoonte schuiven we om half acht als eersten aan tafel voor het ontbijt. We worden er vergast op het heerlijkste ontbijtbuffet van de week. Fruitsap, croissants, malse broodjes met kaas, hesp en salami, koffie, melk, verse yoghurt, cake. Graag ga ik in op het vriendelijke voorstel van onze gastvrouw die ons een omeletje aanbied. Geen bezwaar dat we een paar broodjes smeren voor onderweg. Na te hebben afgerekend is het tijd voor het vertrek.

    Stipt om 9 uur vertrokken in Mellaun zijn we precies 12 uur en 5min later goed thuis geraakt. Na een ganse dag rijden hebben we 943km afgelegd.

    Eind goed, al goed ! Een geslaagde reis die beslist onvergetelijk werd !

    08-08-2016, 00:00 geschreven door rolf

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 7
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zo. 7/8 Rit 7 : Strigno – Passo del Erbe (1875m) – Plose (2035m) -- Bressanone (220km)

    Op de Passo del Erbe stijgt het asfalt na een goede opwarmer en een knik genadeloos in 17 bochten naar de boomgrens met uitschieters tot 16% en overwint 750 meter aan hoogte na 15km. Drie maal kwam de Giro hierlangs, ook toen de Spanjaard Garate hier als eerste doorkwam en de zieke Ivan Basso zijn roze trui verspeelde aan ’Il falco’ Savoldelli in 2005. Na een zalige afdaling wachten op de Plose nog 7 zware kilometers tot aan het skistation op 2035m hoogte.

    We worden er stilaan aan gewend om met zon op te staan. Een heerlijk gevoel dat nog wordt versterkt door de bloemenpracht op de fleurige balcons. Na een smakelijk ontbijt met fruitsap, malse broodjes, croissants, cake en yoghurt maken we ons klaar om te vertrekken. In Trento rijden we over de A22 tot Bressanone waar het op de afslag naar het drukke Val Pusteria meer dan twintig minuten aanschuiven is. Ook op weg naar het Val Badia loopt het wat stroef maar we bereiken ons doel San Martino binnen de gestelde tijd. Met opzet laat ik de wagen tot buiten het dorp rijden om de zware percentages van 14 tot 16% te vermijden. Aan het Schloss Thurn met het Ladinisch museum wordt op de middag de fiets uitgehaald. Ik steek nog vlug een kleinigheidje achter de tanden om niet met volle maag aan de zware klim te beginnen en stap op de fiets.

    De Passo del Erbe is 1875m hoog, 15km lang, hoogteverschil 748m, gemid. stijging 5%.

    Eenmaal op de fiets krijg ik met een aantal korte bochten aanvankelijk aanvaardbare percentages tussen 6 en 8% te verwerken. Als beloning krijg ik een recht vlak stuk onder de wielen geschoven alvorens het bos in te duiken. Ik geniet van het groene uitzicht en de zalige stilte van het landschap. Het eerste deel van de klim eindigt na 6km op 1550m. Met een fikse daling gaat het vervolgens diep de vallei in om er aan de andere kant terug uit te klimmen. Ik rij Antermoia binnen, een gehucht op 1515m en moet in het dorp op de pedalen gaan staan, waarna een rustpauze me wat verpozing brengt. Bij het buitenrijden van het dorp begint het weer in het bos dreigend te stijgen met uitschieters van 14 en 16%. Het tweede en steilste gedeelte van de klim is begonnen. De volgende twee kilometers blijven meedogenloos aan dubbbele percentages bergop gaan. Het is slechts als ik terug in open terrein kom dat de stijging ietwat nalaat. In de laatste drie kilometers wisselt het onregelmatig van 7 tot 12%. Nog één kilometer te gaan met 9,6 gemiddeld. De Passo del Erbe (1875m) is verschrikkelijk zwaar maar nu mag ik hem voor de tweede maal op mijn palmares schrijven. 26 Jaar geleden en zoveel jonger deed ik deze topklim voor het eerst in de Giro Dolomiti vanuit Chiusa en het Val di Funes. Na 12 uiterst lastige kilometers laat ik me uitbollen op de overvolle parkeerplaats. Bart is een eind verder in de graskant de wagen kwijtgeraakt. Het wemelt er van motorrijders, fietsers en wandelaars die hun zondagse uitstap genietbaar willen doorbrengen in de schaduw van de imponerende Sas di Putia (Peitlerkofel). Na de foto’s kunnen we een plaatsje bemachtigen op het ruime houten terras van almgasthof Utia de Börz (2006m). Met een spaghetti bolognese en een macaroni diavolo bij een koele pint bier wordt het op de middag bijna een zonnig feest.

    De afdaling van de pas verloopt gematigd en ik kan heerlijk naar beneden free-wheelen tot aan een wegsplitsing. Bij enige twijfel kies ik voor rechts maar wat later de verkeerde beslissing blijkt te zijn. Ook Bart die me gevolgd is beseft dat het onherbergzame en kapot weggetje door het bos en langs een beek niet klopt. We keren om maar verbazen ons over de talrijke tegenliggers die we kruisen. Blijkbaar schrikken heel wat Italianen er niet voor terug hun zondag door te brengen in de rimboe. Teruggekeerd naar de afslag vervolg ik mijn weg nu links waar het na een tijdje terug begint te klimmen. Aan de Edelweisshütte wordt de ambiance verzekerd door een tirolerorkestje vanop een overvol terras. Zin om te stoppen is er door een groene fiets in een boom en ‘durchgehend warme küchen’. We houden het maar op een foto. Na ongeveer 2,5km kom ik in Eores waar rechts de afslag ligt naar de Plose.

    De Plose is 2035m hoog en 7km lang met 399m aan hoogteverschil tegen 5,7% stijging.

    De bosrijke omgeving maakt het klimmen wat aangenamer bij de zomerse hitte. Tegen 7% stijgt de weg het bos in. Na een paar bochten is er een toename tot 10%. Ik krijg een adembenemend uitzicht op het Afererdal en de Peitlerkofel. Na vier km knikt de weg naar rechts en tussen de bomen door krijg ik een mooi uitzicht op de Sarntaler Alpen. In het laatste deel van de klim zie ik het skistation al liggen. Hier is de stijging nog slechts gering en zowat 350m voor het einde duidt een bord de hoogte aan van 2000m. Slechts 300m voor het asvalt ophoudt kom ik aan een kruispunt. Links gaat het naar de parkeerplaats onder Gasthof Kreuztal dat uitzicht biedt over de Otztaler Alpen. Rechts geraakt men aan het hoogste punt van de asvaltweg bij Gasthof Geisler waar men de Peitlerkofel in zicht heeft en waar de onverharde weg naar de top begint. Geamuseerd kijken we naar de go-cars die op een bochtig zandparcours naar beneden komen. Hier eindigt dan het traject van onze geslaagde fietsreis. Met 39km in 2 uur en 40 min is mijn gemiddelde snelheid 14,5km/h. We dalen de berg af en zetten koers voor onze laatste overnachting in het Summererhof in Mellaun.

    Hiervoor dienen we de volledige afdaling van de Plose tot voorbij San Andrea te doen en vinden het hotel mooi gelegen tussen de almen op een berg. De gastvrouw die op de bovenverdieping een tweede kamer in gereedheid brengt kan ons echter geen avonddiner aanbieden. We redden ons best met wat rest aan meegebrachte eetwaar als rijst, banaan, wafels, droge koeken, en cappuccino gemaakt met de reiskoker. Een wandelingetje tussen de koeienalmen maakt het helemaal af. Voor het slapen gaan kijken we nog naar de olympische spelen.

     

    07-08-2016, 00:00 geschreven door rolf

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 6
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Za. 6/8 Rit 6 : Strigno – Passo Manghen (2042m) – Strigno (45km)

    Om de loodzware Passo Manghen te bedwingen moeten 1634 hoogtemeters overbrugd op 23km aan gemiddeld 7,1%. Vergelijkbaar met de Stelvio, maar wat deze niet heeft en de Manghen wel is dat de laatste 7km aan gemiddeld 10% naar boven gaan met pieken tot 15%. Deze Girocol heeft nog nooit voor winst of verlies gezorgd. Of moeten we de onsportieve opgave van kopman Roger De Vlaeminck die niet wou werken voor zijn ploegmaat Johan De Munck in ’76 als dusdanig beschouwen? De aard van het beestje en dat geldt ook voor deze berg!

    Wakker worden na een goeie nachtrust en zien dat de zon over de bergen straalt! Wat kun je als fietstoerist meer wensen? Een degelijk ontbijt zeker maar ook dat komt in orde. Als naar gewoonte zetten we ons om half acht als eersten aan tafel. Het keuzevol ontbijtbuffet voldoet ruimschoots aan onze verwachtingen. Malse broodjes, 2 soorten brood, croissants, kaas, hesp, salami, confituur, gekookte eitjes, twee soorten cake, yoghurt, fruitsap, koffie of thee, melk en suiker, stukken fruit, ruim genoeg voor elke fietstoerist!

    Met de fiets vertrokken volg ik achter de wagen de weg naar Telve dat op 6km ligt en waar de klim naar de Manghen begint. Verrast door het lastige traject met steile stukken en dalingen worden de benen al serieus warmgedraaid. En de klim moet nog beginnen!

    DePasso del Manghen is 20km lang naar een hoogte van 2042m. Het hoogteverschil bedraagt

    1428m aan gemiddeld 7,5%.

    In Telve gaat het rechts af op de SP31. Met een brede zwaai klim ik rond het dorp en uit het dal waarop ik een prachtig uitzicht krijg. Na een paar km takt een smallere weg naar rechts af en wordt de pas aangegeven. Smalle weg, weinig verkeer, doorgaande hagelwitte stroken links en rechts, de droom van elke passenrijder. Na de afslag is het eerst nog 3km vals plat, met een klein stukje 10%. Een eerste stop voor een foto aan een bar La Casina waar bikers welkom zijn. Ik rij langs de bergwand van het Val di Calamento, steeds hoger de bergen. Dan gaat het plots rap omhoog en krijg ik 2km 9% met maximaal 12% voor de wielen. Ik schakel terug en rij op souplesse verder. Het uitzicht op het Val Sugana is verdwenen en ik rij door het bos langzaam naar boven. Na een pittige stukje wordt het weer praktisch vlak. Beneden in de kloof hoor ik het bruisen van de wassende Rio Maso. Met zowat een derde van de klim achter de rug zie ik rechts een reusachtige cascade bestaande uit 10 betonnen trappen. Het bergwater stort er donderend naar beneden. Twee stevige kilometers volgen bij het plaatsje Calamento. Hier opent het landschap zich en krijg ik zicht op groene alpenweides. De weg gaat slingerend omhoog met korte prikjes van 12%. Weerom zwakt het wat af, maar niet voor lang. Ik passeer wat loslopende koeien op de weg die steeds smaller wordt en uiteindelijk hooguit 3m breed is. Als ik uit het bos kom is het gedaan met de gematigde percentages. De volgende 7km komt het nauwelijks onder de 10%. Vanaf nu is het zonder pardon direct met het voorwiel omhoog ! In 13 haarspeldbochten dienen liefst 700 hoogtemeters overwonnen te worden. Na de tweede haarspeldbocht een stukje van 15% waarvoor ik toch maar eens op de trappers ga staan. Bij de plaat op 1500m hoogte zorgt een foto voor wat adempauze. De haarspeldbochten zijn krap en steil. Iedere kilometer klimt het zo’n 100m hoger. Mijn snelheid ligt een stuk onder de 10/h. Op een hoogte van 1750m raak ik voor een poosje in het spoor van een fietster die goed meegaat tot op 2000m. Twee korte haarspeldbochten in de laatste 500m zorgen nog voor prikken van 12% en dan ben ik boven. Op de winderige top (2042m) waar een ijzeren kruis staat is het niet zo aangenaam om te vertoeven. Na wat foto’s dalen we twee bochten af tot aan een klein bergmeertje met de Baita Manghen Hütte. Hier is het een drukke bedoening van motorrijders, fietstoeristen en wandelaars om een plaatsje te bemachtigen op het zonneterras of in het restaurant. We vinden binnen plaats en bestellen twee pintjes. Daar het middag is bestelt Bart een spaghetti met spek terwijl ik van een dikke minestrone soep mag genieten. Ik kan er ook een mooi passchildje bekomen.

    In de genietbare afdaling kan ik me eens onbesuisd laten gaan maar wacht op de wagen aan de Albergo Calamento. Van daar gaat het verder tot aan bar La Casina waar we afspreken voor een drink. Op het houten terras met zicht op het Val Sugana kan een cappuccino met cake er nog wel bij. Bart denkt van hieruit in de verte het hotel te zien liggen. Na een laatste pint rijden we het laatste stuk tot beneden in Telve. Hier probeer ik achter de wagen de weg naar het hotel te volgen. Op de steile binnenwegen moet ik echter afhaken en verlies hem uit het oog. Op wat mij de zwaarste klim van de ganse dag lijkt te zijn krijg ik het nu moeilijk. In een korte haarspeldbocht sta ik plots kompleet stil. Ik barst los in een vervelende hoestbui met een raar gevoel in de keel. Dit heb ik nog niet meegemaakt !  De bruuske overgang van afdalen naar klimmen was er denkelijk te veel aan. Na een tijdje langs de kant kan ik mijn weg vervolgen om veilig binnen te komen aan het hotel. Het is kwart over vier. Ik heb 3 uren en half gedaan over 56km of 15,6km/h.

     

    Vandaag wordt de olympische wegrit gereden in Rio. Als fietsfanaten kunnen we niet anders dan het verloop live te volgen voor het scherm. Achteraf hadden we het ons nooit vergeven met een landgenoot als winnaar. Het maakt dat we hierdoor pas om half negen aan het diner toe zijn. Een goede wijn op de overwinning lijkt ons nu wel gepast bij een fijn menu. Begonnen met een gezonde salade vervolgen we met een risotto met kaas en ham. Met goulash, gebakken aardappelen, gefrituurde bloemkool en polenta wordt de hoofdschotel gevuld. Ijscreme en espresso sluiten dit voortreffelijke menu af.

    De vriendelijke mevrouw des huizes biedt ons de kans om vanavond reeds te kunnen afrekenen. Morgen wacht ons immers een lange verplaatsing, ongeveer drie uur rijden naar San Martino in Badia.  

    Nu de dag rond is kunnen we hem meer dan geslaagd noemen !

    06-08-2016, 00:00 geschreven door rolf

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 5
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vr. 5/8 Rit 5 : Monte Velo – Passo del Brocon (1615m) – Strigno (155km)

    De regelmatig aan 5,5 % stijgende klim naar de Passo del Brocon bereikt na 10km zijn hoogste punt en blijft dan 5km boven de 1600 hm lopen over stil en smal asfalt. Op 2,5 km van de Brocon passeert men eerst de Passo di Monte Agaro met skigebied Lagorei. De pas met glooiende hellingen omgeven kent geenGiro- maar wel een oorlogsverleden. Bovenop de pas staat een monument dat herinnert aan de Alpineoorlog tussen Oostenrijk-Hongarije en Italie (1915-1918).

    Het voorspelde weer voor vandaag ziet er minder goed uit met donkere wolken bij het opstaan. In het restaurant zijn we op tijd voor ons gekende ontbijt dat in niets verschilt van de vorige dagen.

    Het is fel aan het regenen bij het laden van de wagen. We nemen afscheid van het vriendelijk personeel en gaan op weg naar Strigno in het val Sugana. Het is 100km en rijden over Mori, Rovereto, autostrade tot Trento en verder over de SS47. Onderweg hopen we vergeefs op opklaringen maar bij het uitstappen is het toch over gegaan. Tegen de donkere bergen bewegen witte wolkenslierten zich traag over het dal. De temperatuur is zeer aangenaam en op een parkeerplaats maak ik mij klaar voor de klim. Petje onder de helm en mouwstukken zijn mijn eerste beschermstukken tegen mogelijke neerslag.

    De Passo Brocon is 29km lang, 1615m hoog en overbrugt een hoogteverschil van 1420m aan gemiddeld 3,9%. De klim verloopt in twee trappen van 6 en 10km.

    De komfortabele weg over de SP78 helt aan 7% al stevig het dorp Strigno uit (482m). Na 500m wordt het zelfs fors op de pedalen drukken op een steiler stukje. Op weg naar Bieno (778m) blijft het over 4 km gelijkmatig stijgen om wat te minderen in het dorp. Met voorbij het dorp een stevig knikje zit de eerste trap van de klim erop. Bij een eerste stop heb ik ondertussen mijn mouwstukken en petje afgedaan. Met 9 dalende kilometers voor de wielen, nu en dan onderbroken door steile opwippertjes, oversteek ik bijna in het voorbijrijden op een bergweg net voor Pieve Tesino de Passo della Forcella (910m). In het dorp een brug over de rivier de Grigno en een gezapig klimmetje tot in Castello Tesino (862m). Bart heeft in het dorp een plaatsje gezocht. Ik hou er een kleine rustpauze. De volgende twee kilometers verlopen vlak tot aan een kruispunt waar links de afslag ligt naar de Brocon. Van hier is het nog 15km naar de top op de iets smallere SP79. Voorbij de laatste hotels verdwijnt de weg in het bos en komt de eerste haarspeldbocht eraan. Met gelijkmatige tred en een stijging van rond 7% voor de eerstvolgende 10km probeer ik mijn fiets zonder veel moeite door een 8-tal haarspeldbochten te loodsen op deze rustige klim zonder verkeer, waar geen enkele fietser mijn pad kruist. Waarschijnlijk is men afgeschrikt door het mindere weer dat nu zienderogen verslecht. Halfweg is het beginnen regenen uit de lage bewolking die in een steeds dichter mistgordijn de bergen in haar greep heeft genomen. Hoe hoger ik kom hoe dichter de mist wordt. Ik zet mijn bril af om beter te zien. Ook is de temperatuur fel gezakt. Stoppen brengt nu geen baat meer behalve om mijn jasje aan te trekken. Dat wil ik doen aan de skiliften waar ik ondertussen ben gekomen. Na het aantrekken begint het opeens heel hard te regenen. Aan de Passo di Monte Agaro geraakt op 1630m stap ik na bijna 2 uur en 27km (gemiddeld 14km/h) in de wagen.

    We rijden de 3km verder tot op de pas waar het nog steeds fel regent. In het eerste restaurant kan ik mij omkleden. We nemen er een stukje taart met cappuccino en drinken nadien nog een bier. We gaan ook aan de overkant in de Albergo Passo Brocon nog een cappuccino drinken. Bij het buitenkomen is het regenen bijna gestopt en kunnen we een foto nemen aan de plaat en het oorlogsmonument.

    We dalen voorzichtig af en tanken de wagen in Castello Tesino. Hierna rijden we naar ons nieuw verblijf in Strigno waar de zon ondertussen volop schijnt. Het fleurige hotel ligt mooi gelegen met uitzicht op het brede Val Sugana. We melden ons aan om vijf uur voor twee nachten. Na een verkwikkende douche genieten we van de geboden vrijheden in de inkomsthal en op het terras.

    Voor het diner om half acht krijgen we als eersten een plaatsje aangeboden in een gezellig hoekje van de restaurantzaal vanwege de vriendelijke hotelhouder. We worden er even vriendelijk bediend door zijn echtgenote. Voor de wijn kiezen we voor een rode streekwijn. Na een gezond salade buffet kiezen we voor tagliatelli met tomaat en brood. De fijne hoofdschotel omvat polenta met worst in tomatensaus en courgetten. Het nagerecht bestaat uit tiramisu.

    Na het diner maken we een wandeling naar het kerkje in het dorp waar typisch klokgelui onze oren verwendt. In de gelachzaal nemen we de krant door en verdiepen ons in het aanbod aan toeristische info van de streek. We drinken er een Weissbier. Nadien probeert Bart boven vanop zijn balkon nog een nachtopname te maken van het geboden uitzicht.

    De dag is goed geëindigd en houdt beloften in voor morgen !         

    05-08-2016, 00:00 geschreven door rolf

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 4
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Do. 4/8 Rit 4 : Monte Velo – Monte Bondone (1654m) – Monte Velo (123km)

    De Monte Bondone die Trente domineert is met zijn uitstekend maar nooit té steile wegdek en zijn ontelbare haarspeldbochten die bijna over mekaar krullen één van de prachtigste beklimmingen in West-Europa. Op zijn kruin fietste Charly Gaul zichzelf en de berg de geschiedenis in tijdens een historische en heroïsche etappe uit de Giro van ‘56. Het maakte de berg bijna even beroemd als de renner die er een gedenkteken en een naar hem genoemde jaarlijkse Cyclotocht aan overhield.

    Alweer een mooie dag in het verschiet bij het opstaan. Steeds als eersten komen we aan het ontbijt dat we nu al kennen. Twee broodjes, boter, ham, salami, confituur, taart en yoghurt, het gaat er best in met twee cappuccinos en veel suiker.

    De bedoeling is om vanuit Dro (120m) de westelijke klim naar de Bondone aan te vatten. Het is er markt maar we vinden parkeergelegenheid op een plein.

    De westelijke beklimming van de Monte Bondone (1654m) is liefst 34km lang en verloopt in drie trappen. Het te overwinnen hoogteverschil bedraagt 1674m bij gemiddeld 4,5%.

    Het eerste stuk tot in Drena (439m) loopt gedeeltelijk door de wijngaarden en helt aan zo’n 7%. Ietwat ongerust over de juiste weg ben ik gerustgesteld als Bart staat te wachten aan het kasteel. Na het dorp zijn er een paar lendenrukken nodig voor een iets steiler stukje. Aan een kapelletje heb ik de eerste trap van de klim er reeds opzitten. De Passo San Udalrico na 8km vermeldt een bescheiden hoogte van 584 meter. Nog duizend hoogtemeters te overwinnen ! In een lange afdaling van 6km passeer ik met Brusino, Cavedine en Stravino enkele kleine rustige dorpjes, gelegen in een genietbaar landschap, maar die me wel 130 hoogtemeters aan verlies opleveren. In Lasino gekomen (op 456m ) gaat het rechtsaf op de SP85. Recht voor me uit kijk ik op het hooggelegen kasteel Madruzzo dat in een rechtse haarspeldbocht uit het zicht verdwijnt. Ik ben begonnen aan trap twee met nog 20km te gaan. In het bos gekomen moet ik fel terugschakelen want de berg wil me pijn doen. Een paar ruime haarspeldbochten kunnen wat solaas brengen en de pijn verzachten. Vijf km verder bereik ik Lagolo waar het weer even wat vlak loopt vooraleer aan de derde trap van de klim te beginnen. Nu volgen er 7 zware kilometers waar mijn snelheid tot fel onder de 10km/u zakt. Een fietsend koppel dat ik inhaal beantwoordt nog vriendelijk mijn groet. ‘Va bene’ maar of het goed gaat ! Proberend om zo lang mogelijk in het zadel te blijven beginnen de benen wat trager rond te draaien. Schouderwiegend van links naar rechts stuur ik mijn fiets vooruit. Van typische ruime haarspeldbochten is geen sprake meer. De rug stretchend en af en toe dansend op de pedalen probeer ik het ritme te behouden. Het is nog 10km tot de top maar weet dat de laatste 5km vals plat zijn, wat me kracht geeft om dit stuk te overwinnen. Wanneer Bart mij bij het verlaten van het bos doet stoppen om een uitzonderlijk panorama te aanschouwen is dat een welgekomen moment. We moeten ervoor op een wankelbaar houten bordes klimmen. Na het doorkruisen van de alpenweiden heb ik bij de werkloze skiliften het kwaadste gehad. In Viote (1550m) wordt het weerstation op de top zichtbaar. De laatste 4km blaast de wind mij komfortabel tot Vasone waar de top van de Bondone zich bevindt.  

    De verloren krachten worden op de middag teruggewonnen met een pizza prima vera of tonijn bij een koele pint in Hotel Vason. De gebruikelijke plaatjes op de top mogen niet ontbreken ; ‘congratulazioni grandi salite del Trentino’ bij het profiel van de klim. Aan het beeld en bord met Salita Charly Gaul laat ik me als fietser vereeuwigen met de legendarische klimmer. Hierna ben ik vertrokken voor een hemelse afdaling van 38 ruime haarspeldbochten op een prima onderhouden wegdek. Met 4 lussen daal ik tot Norge en nog 9 lussen lager kom ik in Vaneze (1300m). Het was hier dat de legendarische heldentocht van Charly Gaul in de Giro ’56 eindigde. Met gelijkmatige daling van 8% loopt het asvalt bergafwaarts tot Candriai waar het rechts aanhouden is. Drie bochten van meer dan 180 graden binnen 200m lijken wel over elkaar te krullen. De uitzichten op Trento zijn grandioos. Voorbij Sardagna loopt het in de laatste 5 bochten door wat loofbos om plots in de laatste km met een scherpe draai uit te komen in Montevideo op de weg van Riva naar Trento. Wachtend op Bart plaats ik mij langs de weg in het gras. Wanneer hij na meer dan een half uur nog niet opdaagt verneem ik dat hij op mij wacht in Trento. Nog steeds snappen we niet hoe dit is kunnen gebeuren daar hij me niet heeft ingehaald. Na meer dan drie kwart uur kan ik eindelijk de wagen volgen tot in Trento. Aan het ronde punt ‘La Legendaria Charly Gaul’in de stad nemen we een foto. Mijn plan om met de fiets tot in Dro te rijden wordt moeilijk te doen met het drukke verkeer. Bovendien zijn de fietspaden slecht en moeilijk aangegeven. Voor vandaag hou ik het dan maar op 54 fietskilometers, in 3 uren tegen 17,5 km/h. Met de fiets in de wagen rijden we naar onze vertrekplaats vanmorgen in Dro. Aan de ijsbar ‘Alla Piazza’ kunnen we eerst onze dorst stillen met twee pinten Weissbier op het terras. Drie grote bollen ‘gelati’ zorgen verder voor de nodige afkoeling. Een laatste maal de Monte Velo op naar het verblijf dat we bereiken omstreeks zes uur.

    Voor ons laatste avondmenu kiezen we vast weer voor tagliatelli bolognese en brood om te starten. Onze hongerige magen worden deze keer overstelpt met konijn, fritten, courgetten, zuurkool, rosbief en schnitzel, ideaal passend bij een fles streekwijn. We eindigen met roomijs en esspresso.

    In de koele avondlucht geniet ik nog van een kleine wandeling rond het verblijf. We vragen de waard om vanavond te kunnen afrekenen met morgenvroeg een lange verplaatsing voor de boeg. Als geschenk biedt hij me een fles ‘olio extravergine di oliva’ aan van de Agritur Torboli. Meer dan tevreden over het goede onthaal en ons verblijf hier maken we onze bagage klaar voor het vertrek morgen.

    04-08-2016, 00:00 geschreven door rolf

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 3
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wo. 3/8 Rit 3 : Monte Velo – Bocca di Navene (1425m) – Monte Velo (85km)

    De Bocca di Navene (1425m) is de naam van de hoogste pasweg die men in het massief van de Monte Baldo kan nemen. De meer dan 20 km lange, zware beklimming langs de rechterzijde van het Gardameer bleef tot op heden onbekend gebied voor het Giropeloton, De zeer onregelmatige klim staat als Monto Baldo aangegeven. Na het eerste gedeelte waarvan 5 km lang aan 10% heeft men bij de Rifugio Graziani het lastigste gehad. De Bocca di Navene ligt 2 km verder en wel 150m lager.

    Opgestaan met een vroege zon die aan de hemel reikt belooft het een mooie fietsdag te worden. Alleen en als eersten aan het ontbijt merken we een verbeterd menu op. Borden, twee (onzachte) broodjes, boter, salami en ham, een kommetje met pruimenconfituur en twee stukken pruimentaart, speculaas en yoghurt. De serveuse brengt ons twee grote cappuccinos met suiker. We kunnen het er wel mee stellen.

    Ik vertrek aan het verblijf en klim in twee kilometer naar de top van de Monte Velo. Hier kan er nog een foto bij van het bord met klimprofiel. Vervolgens daal ik de vele bochten af naar Lopio en wacht beneden aan de voet op de wagen. Het gaat links op de grote weg die naar Mori leidt. Ik ben verplicht het fietspad te nemen dat soms tot ver tussen de velden verwijderd ligt van de grote weg. Het brengt mij comfortabel en veilig tot op het kruispunt in Mori, waar een bruine pijl verwijst naar de Monte Baldo. Even verkies ik op Bart te wachten maar weet mij op de juiste weg en begin aan de klim.

    De klim naar de top van de Monte Baldo is 1425m hoog, 24 km lang, met een hoogteverschil van 1482m aan gemiddeld 4,9%.

    In de tweede bocht haalt Bart me in. Een eerste knauw in de kuiten krijg ik na een goeie kilometer met 8% maar bij het naderen van Besagno gunt de Baldo mij nog even uitstel van marteling en vlakt weer af. Even voor Brentonico staat een tweede mannetje met de hamer klaar, maar nog fris huppel en dartel ik voorbij. In het kleine dorpje daalt het zelfs even maar dan is het uit met de pret: 5 kilometer te gaan aan gemiddeld 10%. Bovendien is de klim onregelmatig. Met de ogen kijk ik bij een steil stuk verlangend uit naar een wat minder hellend vlak. Links van mij kabbelt de Soria die ik stroomopwaarts langs de linkeroever aan het volgen ben. Een dubbele haarspeldbocht onderbreekt het patroon van de klim. Ik bereik San Giacomo en de weg zwaait met een korte afdaling en een brugje naar de rechteroever van het bergstroompje. De afdaling is zo voorbij en met een ferme ruk gaat het weer omhoog tot San Valentino. Op het kruispunt aan een kapelletje ligt het tussenstation ‘Passo di San Valentino’. De Rifugio Graziani ligt 5 km verder. Tot de hut gaat het nog steeds onregelmatig maar er zitten geen ‘killers’ meer tussen. Even wat vals plat om dan weer aan 8% te hellen en wat verder weer in te houden om daarna nog een laatste stuk aan 11% te nemen. De plaat Bocca del Creer vermeldt 1617m. Meer dan anderhalf uur na Mori bereik ik de genoemde Rifugio op de Monte Baldo. Bart vindt moeilijk een parkeerplaats. We besluiten verder af te dalen naar de top van de Bocca di Navene die 2km verder en 150m lager ligt. Halfweg laat ik de wagen stoppen om mijn windvestje aan te trekken. Spoedig sta ik dan bij de beroemde schilderachtige plek, de Bocca di Navene (1425m) geliefd bij motor- en wielrijders. We kunnen er genieten van een adembenemend panorama op het Gardameer terwijl we een koel Weissbier drinken op het terras.

    Om terug te keren naar de Rifugio Graziani moet ik de 2 km bergop met een stijging van 9% nemen. Ik stop er even voor een souvenir maar het is vergeefs. Een Duitssprekende fietstoerist op het terras vraagt er me de weg te tonen op een gedetailleerde streekkaart. Omdat het reeds voorbij de middag is besluiten we in de afdaling halfweg op een van de mooie picknickplaatsen halt te houden. Met nog voldoende etensvoorraden kunnen we de dag doorkomen nu de enige berg van de dag achter de rug ligt. De afdaling op het smalle maar degelijk wegdek verloopt prima en brengt me veilig tot op de San Valentino. In San Giacomo vinden we een gepaste plaats voor een picknick waar ook mensen uit de streek voor een uitstapje komen en de rust van de natuur opzoeken. We nemen onze tijd want we willen niet te vroeg in ons verblijf zijn. Met nog 17km tot Loppio denk ik er aan om de klim naar de Monte Velo nog eens op te rijden tot in Ronzo-Chienes en er een terrasje te zoeken. Zo gezegd zo gedaan maar ik moet in Mori weer langs het fietspad en verlies tijd wegens een wegvergissing. Ik besef dat ik misschien aan de klim van een onbekende berg begonnen ben en keer terug. Ik volg een paar collega fietsers en raak zo op het juiste pad van deze morgen.

    Aan de voet van de klim in Loppio geraakt besef ik dat het niet makkelijk zal gaan met een temperatuur van 25 graden. Ik zet me aan de kant, doe mijn windvestje uit en rol het in mijn helm die ik aan mijn stuur bevestig. Het gaat moeizaam en ik ben blij om na zes kilometer Bart aan te treffen langs de weg. Hij heeft lang genoeg gewacht en ik verkies om in de auto te stappen. Er staat 78km op mijn tellertje, heb 4 uren en een kwart gereden, gemiddeld 18km/h. Genoeg geklommen voor vandaag dan maar ! In het stille dorpje Ronzo-Chienis vinden we geen terras maar stappen uit aan de kerk en het oorlogsmonument uit WO 14-18. Aan de overkant trekt een leuk volks tafereeltje de aandacht voor een foto. Het is vijf uur als we de parking van ons verblijf oprijden. Na het opfrissen kunnen we onder de boom van het zonnige terras napraten over de dag bij een frisse pint. We bekijken er de gemaakte opnamen van de dag.

    In het restaurant zijn een bevriende Nederlandse en Duitse familie aan een grote tafel uitbundig aan het dineren. Als voorgerecht bij het diner houdt Bart zich aan zijn gekende tagliatelli bolognese terwijl ik een voedzame minestrone soep verkies met brood. Er staat weer konijn op het menu met fritata, paprika, zuurkool, courgettes, rosbief, chorizo en rundslapjes. Het komt allemaal op ons bord en het smaakt allemaal best bij een fles streekwijn. Meer dan voldaan komt er een strüdel als nagerecht en dan nog roomijs. Een klein espresso’tje rondt het fantastisch diner op de juiste wijze af.

    We mogen van een geslaagde dag spreken !       

    03-08-2016, 00:00 geschreven door rolf

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Di. 2/8 Rit 2 : Monte Velo – Passo del Ballino (764m) – Passo Durone (1039m) – Monte Velo (85km)

    De Passo del Ballino is met zijn 764 meter een ideale opwarmer ten noorden van het Gardameer, op weg naar de zwaardere Passo Durone (1039m). Toch mag de col niet onderschat want het blijft wel 14 km klimmen. In 1999 rondde de Colombiaan Buenaohora als eerste de top, de enige keer dat hij meetelde voor het bergklassement in de Giro. Daarna op de Passo Durone bedwong Paolo Bettini als eerste deze niet al te zware col in de twintigste rit naar Madonna del Campiglio.

    Na een goede nachtrust staan vandaag twee bergpassen op het programma bij schitterend weer. Het ontbijt is een ontgoocheling en niet in verhouding tot het diner van gisteravond. Twee droge harde broodjes, boter, confituur, wat toastjes en yoghurt, het is wat ons wordt voorgeschoteld bij een minuscuul espresso’tje. We hebben ook geen borden. We doen ons beklag bij de waard die onmiddellijk zorgt voor aanpassing. Twee cappuccinos met veel suiker, salami en ham maken het wat aanvaardbaar.

    We dalen af in de wagen naar Arco waar ik in Varone op de fiets stap. De Passo del Ballino is 764m hoog, 14km lang, 678m aan hoogteverschil, gem. stijging 4,6%.

    Ik fiets fel klimmend het dorp uit met zicht op het Gardameer en het lager liggende Lago. Opmerkelijk zijn de vele picknickplaatsjes langs de weg. Het draait naar rechts de achterliggende bergen in en ik rij naast het middeleeuwse kasteel van Tenno. Buiten het dorp brengt een nieuwe reeks haarspeldbochten mij in Ville del Monte. Na dit dorpje komt er een vlak stuk waar de toegang ligt tot het Lago di Tenno. Het stijgt even wat steiler langs het sprookjesachtig gelegen meer waar het de moeite is om even halt te houden. Het is een foto waard. Eens het meer uit het zicht, neemt de berg af. Ik passeer twee riviertjes zoals de Rio Secco, welke echt droog staat. De klim die gestaag 6 a 7% stijgt wordt naar het einde toe af en toe onderbroken door een vlak stuk of een daling. In het dorp Ballino gaat het met een knik omhoog om buiten het dorp weer te dalen. Verkeerdelijk denk ik de top te hebben bereikt maar die ligt met een laatste opwippertje nog een km verder waar het bord 750m aanwijst.

    Voorbij Torbiera nemen we links op de SP5 de afrit naar het dorp Fiave, fietsend door een groene lichtoplopende vallei. In het volgende dorp Marcé zie ik voor het eerst de bruine aanduiding naar de Passo Durone. Normaal wordt de klim vanuit Ponte Arche aangevat. Hij verloopt over 10,2km met een hoogteverschil van 634m bij 6,2%. Ook vanuit Fiave blijft de afstand 10km. In Bivideo loopt het wat stroever. Ik ben reeds op 5km van de top. Even verder maak ik een grote lus en de brede weg loopt één km rechtdoor. Met een grote haarspeldbocht gaat hij het bos in. Het helt hier aan 7%. Na een iets steiler stukje zie ik links een ruime picknickplaats. Ik kan groter schakelen en kom fluitend over de top van de Passo Durone (1039m). Op de schaduwrijke picknickplaats worden op de middag de laatste meegebrachte broodjes bovengehaald. Er staat een bord met het profiel van de klim en het is het vertrekpunt voor wandelingen. Het is nu 6km heerlijk dalen tot Zuclo en verder tot Bolbeno waar het uitkijken is naar de grote weg naar Ponte Arche. Wegens een wegvergissing wacht ik even na Saone geruime tijd op Bart alvorens een lange tunnel in te rijden. Bij het buitenrijden van Ponte Arche gaat het bergop tot Sarche. Om het stadje te bereiken moet ik om een tunnel te vermijden de mooie fietsroute nemen die klimmend en dalend doorheen het bos loopt. Terug op de weg daal ik via een vijftal haarspeldbochten tot in Sarche waar Bart mij opwacht. Het gaat nu rechtsaf en aan een rond punt links tot Ponte Oliveti. In Pergolese voert een smalle bochtige weg die langs het water loopt naar het Lago di Cavedine. Het is een zalige plaats en de moeite om even te verpozen bij het zonnige meer. Het is 2,5km lang en 600m breed en toegankelijk voor alle watersporten. De profielen van de Paganella en de Monte Casale zorgen voor een prachtig decor. De uitgestrekte lage vallei van de Sarca werd typisch glaciaal gevormd. Door een aardverschuiving biedt de ruige opeenstapeling van gevallen rotsen afkomstig van de Monte Brento en de Casale een uniek en waardevol landschap. De rust van de omgeving wordt echter niet verstoord door massatoerisme en ligt ver weg van het stadsverkeer.

    Ik vervolg rustig mijn weg door dit natuurpark en daal naar het dieper gelegen dorp Dro. We  zoeken in het centrum een terrasje op aan een ijsbar Alla Piazza. Een cappuccino en 3 bollen ‘gelati’ zorgen voor de nodige afkoeling. Bart wil absuluut naar Riva del Garda om aan het meer te komen, iets wat ik hem niet kan afraden. Ik fiets langs de drukke weg tot in het stadje maar vind aanvankelijk de weg niet naar het meer. Ook Bart slaagt er met de wagen niet in. We rijden in Torboli dan toch langs het meer maar kunnen in de chaos van het overdrukke verkeer geen stopplaats bekomen. Gefrustreerd besluiten we de fiets in de wagen te laden en terug tot Arco te rijden. We willen naar het kasteel maar een parkeerplaats zoeken is moeilijk. We fotograferen het vanop een afstand. Het is kwart over vijf als we het verblijf bereiken op de Monte Velo. Op mijn teller staan 85 fietskilometers in 4 uren en een kwart aan 20km/h. Na de douche brengt de waard ons koel Weissbier op het terras.

    Voor het avondmaal kiezen we een voorgerecht van tagliatelli bolognese en brood. Hierna volgt een hoofdschotel met kip, konijn, zuurkool, fritata, rundslapjes in witte saus, paprika’s en boontjes. Voortdurend komt de waard ons bord vullen en vraagt naar onze wens. Het smaakt prima bij de wijn. De mozarella en kaas laten we aan ons voorbijgaan maar roomijs kan nog wel.

    Na het uitzonderlijke diner genieten we nog wat van de frisse avondlucht en maak ik een kort wandelingetje in het bos. Op een redelijk uur worden de kamers opgezocht. Morgen is het een nieuwe dag !       

    02-08-2016, 00:00 geschreven door rolf

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gardameer en Dolomieten 2016
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

                                    

    Met een berg als de Monte Velo, fietsen over de majestueuze bergketen van de Monte Baldo langs het zonovergoten Gardameer, klimmen op de legendarische Monte Bondone, en rijden over beruchte Dolomietenpassen als de Manghen, het Wurtsjoch en de Plose in het wiel van de Girorenners, wordt deze bergfietsvakantie onvergetelijk.

     

    Ma. 1/8 Heenreis : Lier – Loppio (1040km)

    Het is een zomerse zondagavond als we om 22h 15 in de wagen stappen voor een lange nachtrit over de Duitse autostrades. Voor we Oostenrijk binnenrijden is het nochtans fel aan het regenen gegaan, maar het kan het gemoed niet drukken. De stelregel ‘regen in Oostenrijk, zon in Italië’ blijkt alweer toepasselijk te zijn. Na een derde stop en tankbeurt in Rovereto staan we om 10h 35 in een zonnig Loppio aan de start van onze fietstoer.

     

    Ma. 1/8 Rit 1 : Loppio – Passo Santa Barbara (1169m) – Arco – Monte Velo (1020m)-- (38km)

    De Monte Velo, een obsessie voor elke wielertoerist, is een niet te onderschatten klim van 12 km ten noorden van het Gardameer. Met gemiddeld 8% stijging doet hij hem aan beide zijden gedurende 2km in het rood gaan tot boven 15%. De Passo Santa Barbara zat twee maal in het Giroparcours (2001 1ste Unai Osa en 2002 1ste Pérez Cuapio). Op de top van de Passo Santa Barbara (1169m) blijkt dat de Monte Velo een wandelgebied is dat slechts bereikbaar is met de mountain bike.

    Op de drukke verkeersweg naar Riva del Garda is het goed uitkijken om te maneuvreren. In een snackbar ‘Al Lago’ willen we iets nuttigen. Het enige eetbaars aan de toog is een minuscuul broodje dat zo achter de tanden verdwenen is. De waard die niets anders dan Italiaans verstaat brengt ons vooreerst twee glaasjes wijn en cappuccino. Terwijl ik me in het toilet ga omkleden is Bart erin geslaagd om een fris Weissbier te bestellen. Buiten aan de wagen zoek ik dan maar iets dat mij de nodige energie moet bezorgen om de eerste berg te verteren. Het doet me denken aan Cadel Evans die in de Giro 2002 zijn rose trui verspeelde op deze berg als gevolg van een hongerklop. Het fietspad langs de drukke verkeersweg ligt wat afgelegen en alhoewel we maar 200 meter van het ronde punt met oprit naar de Monte Velo verwijderd staan, raak ik niet opgedraaid. Wanneer ik mij realiseer dat er geen oprit is vanop het fietspad en ik onverwijl dien terug te keren op de baan is Bart in de wagen al aan de klim begonnen.

    De top van de Monte Velo ligt na 12,9km op 1169m. terwijl het hoogteverschil 944m. bedraagt. De gemiddelde hellingsgraad is 7,3%.

    Na een bruggetje over een riviertje draait het meteen rechts omhoog. De ketting gaat achteraan ergens in het midden liggen en genietend van het koelte brengende bos zoek ik een gelijkmatige tred. Het wegdek is uitstekend en er is weinig verkeer. Het stijgt hier tussen 7 a 8 %. Het gaat goed. Ik draai weer links en zie tussen de bomen de drukke weg beneden mij. Dennen en beuken onttrekken stilaan het panorama. Bart staat na 4km langs de weg. Na 8 bochten bereik ik de eerste huizen van Valle San Felice, waar het bij een splitsing links gaat. In een grote boog hijs ik me boven het dorp uit met een paar haarspeldbochten naar het volgende gehucht Pannone. Het blijft draaien en keren. Na Varano gaat het in Ronzo-Chienis links omhoog richting Santa Barbara. Het wordt nu verschrikkelijk zwaar. Met de ketting zo dicht mogelijk bij de naaf doemt een muur voor me op. Het is hier quasi 19% steil. Dansend op de pedalen probeer ik de helling te pareren. Nog één kilometer, volhouden ! Met verzuring in de benen voel ik amper dat de laatste hectometers weer haalbaar geworden zijn en kom ik boven op de Passo Santa Barbara. Hier loopt fris bergwater uit een kraan in een stenen bassin. Er staat een plaat met een profiel van de klim en er vertrekken diverse wandelingen. Een Duits mountainbikekoppel vraagt waar we vandaan komen. De man herinnert zich Kontich bij Antwerpen. Tussen een paar geparkeerde wagens staat een Belg afkomstig uit .. Lier. We dalen af op de smaller wordende weg die zich in talloze bochten door wei en bos slingert en waar twee wagens onmogelijk kunnen wisselen, wat frustatie oproept bij Bart. Na 2km bereik ik in een bocht de afslag naar ons verblijf maar vervolg de afdaling naar Arco. Rechts krijg ik een magnifiek uitzicht op het stadje en wat verder een eerste blik op het Gardameer. In Vignole-Bolognano volg ik Bart die de GPS instelt. In het overdrukke stadje zetten we ons op een zonnig terras en bestellen een grote frisse pint Weissbier, met op de achtergrond het imposante kasteel. In 1972 waren de Belgen hier aan het feest in de Giro. Roger De Vlaemink had s‘middags het eerste deel van de 19e etappe gewonnen, terwijl Eddy Merckx zijn ‘maglia rosa’ nog wat steviger rond de schouders mocht trekken door in de namiddag ook het tweede deel, een tijdrit over 18km, op zijn naam te schrijven. Tamme mussen laten niet af en komen tot op onze stoel om te dingen naar de nootjes bij ons bier. We genieten van het moment maar dan wordt het tijd voor de tweede klim van de dag. Bijna 11km klimmen naar 1020m aan 7,8% om goed 900 hoogtemeters te overwinnen.

    Ik volg Bart in de wagen naar de oprit in Vignole-Bolognano en ben vertrokken voor 22 bochten. Drie haarspeldbochten na elkaar en nog eens drie bochten verder schrik ik van het hoogteverschil dat bereikt is ten opzichte van de vallei van de Sarca. Ik geniet nog even van het panorama op het Gardameer en het charmante stadje Arco want even verder hark ik het bos in. Ter hoogte van Gazzi komt het steilste stuk van de klim : 2km aan méér dan 10 %, gevolgd door 3km aan niet minder dan 9%. Ik tel de kilometers af op de paaltjes in de berm. Uit het bos gekomen is er even een kilometer lang recht stuk. Dan gaat het weer het bos in en het blijft klimmen tot bij enkele huizen. Aan het bordje ‘Monte Velo’zwakt de klim af. Het recuperatiestuk heeft geen 5%, maar wordt gevolgd door een kuitenbijter van meer dan 12 %. Met vereende krachten kom ik eindelijk aan de afslag naar het verblijf links van de weg. Na nog 300m over slechte asvalt met twee bochten en steeds klimmend bereik ik de ‘Agritur Torboli’ midden in het bos waar Bart met een drankje mij zit op te wachten op het terras. Ik heb 44km op de teller staan, bijna 3 uur en half gefietst, tegen gemiddeld 12,5km/h.

    Het is kwart voor vijf en we melden ons aan voor vier overnachtingen. De behulpzame hotelbaas helpt ons met het uitladen van de bagage. Mijn fiets kan achteraan in de kelder gestalt worden. Na een deugddoende douche kunnen we onder de bomen rustig genieten van een Weissbier in afwachting van het diner om half acht. Als eersten aan tafel is na een groot bord tagliatelli bolognese met knödel en brood onze honger reeds gestild. Maar hierna volgt een hoofdschotel waaraan geen einde schijnt te komen. Runds- en varkenvlees, het wordt constant geserveert bij puree, courgetten, diverse groenten en daarbij nog omelet. Geen minuut of er wordt iets op ons bord gelegd dat zo nooit leeg geraakt. Met heel wat ‘si’s en nog meer ‘no’s moeten we ons redden indien we straks nog van tafel kunnen opstaan. De rode wijn smaakt er immers heerlijk bij. Het nagerecht met mozarella en kaas ligt ons iets minder maar of dat nog wel zou kunnen ! Van tafel gegaan met een zwaar gevoel kunnen we buiten nog een wijle van de frisse avondlucht genieten om spoedig onze kamer op te zoeken en de verloren slaap in te halen. Het muzikale intermezzo met knappe harmonicadeuntjes beneden op het terras kan onze slaap niet lang verdrijven. Deze eerste dag was er een om niet meer te vergeten !         

    01-08-2016, 00:00 geschreven door rolf

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-04-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Proficiat!
    Proficiat!

    Uw blog is correct aangemaakt en u kan nu onmiddellijk starten! 

    Met vriendelijke groeten,
    SeniorenNet-team

    25-04-2016, 16:09 geschreven door

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - ( Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom

    Als fervente fietser heet ik alle fietsliefhebbers en wielertoeristen van harte welkom op mijn nieuwe blog!

    25-04-2016, 00:00 geschreven door rolf

    Reageer (2)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 03/08-09/08 2015
  • 12/01-18/01 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!