Je baby heeft immers geleerd een onderscheid te maken tussen jou en "de ander". Het begint met bezoek: ineens wordt je baby al wat hangeriger en wil hij bij je op schoot blijven zitten. Indien je bezoeker hem benadert, en hij zit nog veilig bij je op schoot, kan er misschien nog een lachje van af. Maar meestal kijkt hij wat angstig en tegelijk aandachtig en versteend naar de "vreemde". Dat kan een echt nieuw gezicht zijn maar ook iemand die je kleintje al wel meer had gezien maar waar hij plots bang van is. Op schoot zitten bij een ander kan je ook wel vergeten.
Het kan zijn dat hij zich bij je verstopt alsof hij verlegen is, maar meestal gaat hij wenen, soms wel ontroostbaar. Want hij ziet niet meer het bekende en dus veilige vertrouwde gezicht. Dit gedrag, dat ook wel "eenkennigheid" wordt genoemd, duidt er op dat je baby zich aan jou heeft leren hechten. Hij heeft leren beseffen dat hij niet almachtig is en je nog voor veel nodig heeft. Als je weggaat uit zijn gezichtsveld en hij kan je niet achterna, wordt hij bang en gaat hij huilen en hij kan stevig tekeer gaan. De baby zag je voordien ook wel weggaan, maar het drong niet tot hem door wat dat eigenlijk betekende.
Omgaan met die prille verlatingsangst
Om hem aan deze nieuwe situatie te laten wennen, moet je je baby uiteraard de nodige tijd gunnen en empatisch met hem meevoelen. Leer hem geleidelijk aan beseffen dat je steeds terugkomt en reageer zeker niet omgekeerd door hem boos alleen te laten omdat hij huilt. Besef dat dit een onvermijdelijke fase is in de psychologische ontwikkeling van junior.
Enkele tips:
Vertel je kindje, voor je weggaat, wat je gaat doen (stiekem wegglippen als baby even niet kijkt is uit den boze, zo is zijn vertrouwen helemaal geschaad).
Terwijl je weggaat en je je al in de andere kamer bevindt, blijf je spreken, vooral bij jonge kindjes. Bij iets oudere kindjes kan je gewoon vertellen wat je gaat doen en dat je zo terug bent (kom die belofte dan ook na).
Laat je kind in deze fase extra voelen dat je er voor hem bent. Als je baby al redelijk kan kruipen, kan je hem aanmoedigen achter je aan te kruipen.
Met kiekeboespelletjes (verstoppertje) kan je het weggaan oefenen. De meeste kinderen vinden dit trouwens erg leuk en je kan dan ook verrast worden op een aanstekelijke schaterlach.