De Amerikaanse lang korrel en de ronde dessertrijst van bij ons zijn bekend. Maar er is meer. Van alle soorten rijst geldt basmati als een van de meest aromatische. Het is Indiase rijst die wit of bruin kan zijn. Hij is altijd langkorrelig en beroemd om z'n losse, donzige korrel. Bruine basmati smaakt naar noten, witte basmati is ideaal bij curry's en pilafs (Turkse rijstgerechten waarbij je de korrels eerst glazig bakt in olie en dan kookt in water met kruiden of bouillon). Jasmijnrijst - of Thaise rijst is ook heel geurig. De lange korrels zijn licht kleverig en houden hun smaak zowel in warme als in koude bereidingen. Thaise rijst wordt gebruikt voor curry's en roerbakgerechten. Japanse rijst heeft een korte, ronde korrel die na de bereiding stevig kleeft. Vandaar dat het de perfecte soort is om sushi te maken. De korrels van risottorijst zijn kort en dik, ze nemen veel vocht op zonder uiteen te vallen. Door hun hoge zetmeelgehalte zijn ze na het koken zacht en tegelijk stevig. Eerste klas in zijn soort is de Italiaanse arborio. Rijst kan ook kleur hebben. Zwarte kleefrijst is eigenlijk granaatrood! Ook deze rijst wordt bij het koken kleverig. Hij wordt vaak gebruikt
in desserts. Van rode rijst is de soort uit de Camargue de bekendste. De middelgrote korrel is ovaal en bruinrood, de smaak subtiel. Voortreffelijk bij wilde en eend. Wilde rijst uit Noord-Amerika is eigenlijk
geen echte rijst, maar het zaad van een graansoort die tot de grassen behoort. De korrel is lang en donkerbruin tot purperachtig.
Zijn smaak is nootachtig en vrij pittig. Prima om te combineren met wild,gevogelte, schaal- en schelpdieren. Wilde rijst wordt ongepeld verkocht en moet aanzienlijk langer koken dan gewone rijst. Soms wordt hij vermengd met witte langkorrelrijst.
|