de zachte vleugels van een klaproos
nu en alles ligt ginds de ik- en de jij-vorm wij als afscheid in het geluid van klaprozen ik weet niet meer of wij waren en de gebaren die ik losmaakte uit jouw haren keerden zich naar binnen nog voor de nacht brak en wolken legde in onze adem ik voelde hoe jij wilde vliegen verder dan wij hadden verwacht
kerima ellouise ©
|