Crombez of Tobback, wie wordt de nieuwe voorzitter?
Voor de buitenwereld lijkt de strijd al lang beslist. Crombez wint met vlag en wimpel de voorzitterskiezingen van sp.a. En als “de buitenwereld” zou mogen stemmen, zou dat ongetwijfeld zo zijn.
Naast alle kwaliteiten waarover Tobback beschikt, en naast de prestaties die hij op zijn palmares mag schrijven...het beeld dat van Tobback blijft hangen is dat van een nukkige, eigenzinnige partijleider die verkiezingen verliest, niet kan enthousiasmeren en een rommelig, ruziemakend partijkader meezeult.
Crombez daarentegen heeft een sterk parcours als Staatssecretaris afgelegd. Hij koppelt sympathie aan empathie en straalt hoop uit. Sommigen spreken al van “de nieuwe Stevaert” of “de linkse De Wever”.
Maar dat is de buitenwereld … en de buitenwereld heeft geen stemrecht. De nieuwe partijvoorzitter van de sp.a wordt verkozen door de leden van sp.a, en dat is niet meer dan logisch.
Een interne verkiezing heeft een eigen dynamiek. Er is geen stemplicht. Het systeem is organisatorisch ook wat minder sluitend dan bij de vertrouwde stembusgang. Wie steunt wie? En hoe sterk is het engagement? Hoe wervend is een steunbetuiging bij de achterban? Wie koestert hoop om in de nieuwe beleidsploeg van Crombez een leuke plaats te bemachtigen? Wie voelt zich verzekerd van zijn plaats in het Tobback-tijdperk en hoopt op bestendiging? Casus ter illustratie: in 2000 nam de toen nog vrij onbekende Geert Bourgeois het op tegen Patrik Vankrunkelsven voor het Volksunievoorzitterschap. Vankrunkelsven had het partijkader achter zich staan, maar Bourgeois won de verkiezing bij de leden.
Waarom stappen Tobback en Crombez in de race voor de voorzittersverkiezingen?
Bij Crombez lijkt dat duidelijk. Hij gelooft erin dat hij de partij op sleeptouw kan nemen naar betere resultaten. “Duidelijkere standpunten” en “veel meer veldwerk” zijn de peilers waarop hij het partijsucces wil bouwen. Of die recepten echt het verschil zullen maken, zal moeten blijken. Maar ze hebben het voordeel dat ze hoop genereren. Als de dokter zelfverzekerd medicatie voorschijft, voelt de zieke zich al wat beter.
Bij Tobback is dit minder makkelijk in te schatten. Gelooft hij echt in zijn kansen? Sluit hij een mirakel niet uit? Of gaat hij er zoals de buitenwereld vanuit dat hij deze race niet kan winnen?
Als Tobback zelf denkt dat hij deze race niet kan winnen, waarom heeft hij zich dan kandidaat gesteld? Een wanhoopsdaad lijkt me uitgesloten. Hoe men zijn voorzittersschap ook beoordeelt, niemand kan in twijfel trekken dat het een bijzonder intelligent man is, die bovendien het politieke spel door en door kent. Kan hij een nederlaag politiek verzilveren? Stel dat het een uitslag 60-40 wordt, kan hij met zijn 40% dan wegen op de partij? Tobback zelf zal dit ongetwijfeld perfect kunnen inschatten. Maar ik betwijfel dit. Enerzijds beslist deze verkiezing enkel over wie voorzitter wordt en vertaalt deze uitslag zich niet in een orgaan waar Tobback dan 40% van de zetels zou bezetten. Bij voorzittersverkeizingen mag je ervan uitgaan “the winner takes it all”. Anderzijds zal Tobback hoe dan ook een zwaargewicht binnen de sp.a blijven.
Kan het ook een soort plichtsbesef zijn? Je vervult jouw voorzittersrol tot je door de leden van die plicht ontheven wordt? “Ik heb gedaan wat ik moest doen.” Het doet me wat denken aan paus Johannes Paulus II die zijn aftakeling moedig doorstond en intussen trouw op post bleef.
Maar waarom zou Tobback niet geloven in zijn kansen? Hij heeft het apparaat al een tijdje in handen en kan dus beter dan wie ook analyseren waar wat kan. Hij claimt het vernieuwingsproces in gang te hebben getrokken en geeft daarmee indirect de boodschap “ik verdien nog tijd, om uiteindelijk beoordeeld te worden op de resultaten van dat vernieuwingsproces”. En hij heeft ook de baseline “de wind zit tegen, kijk maar naar de andere socialistische partijen in Europa, ik doe het het hier minder slecht dan de meesten van hen”. Of dat volstaat?
Pas in juni valt het verdict!
30-03-2015, 19:38
Geschreven door wim
Reageren (0)
|