In de lagere nonnenschool zat ik vroeger vaak achteraan in de klas en liep ik achteraan in de rij, omdat nonnen alles sorteerden volgens grootte, eerst de kleintjes, en dan de grootsten op het laatst. Heb ik nooit eerlijk gevonden, dat krampachtig ordelijk denken van die nonnen. Maar van nonnen begrijpen we wel meer dingen niet.
Mijn gestalte kwam me goed van pas op de kermis waar ik alle draaimolentjes uitprobeerde. Eén keertje betalen en voor de rest zat ik gratis mee te draaien, omdat ik telkens de 'floche' weggraaide voor de neus van de kleinere meedraaiertjes. Alle gratis ritjes hield ik voor mezelf, niets hield ik over voor mijn klein uitgevallen medemensjes. Het zal ze leren, die kleine prutsertjes. Morgen stappen ze toch weer als eerste de klas binnen en nemen ze plaats op hun bevoorrechte eerste bankje vlak naast de lessenaar van de non.
'De floche pakken' op een draaimolen, ik weet niet of het nog bestaat, maar voor mij betekende het toen heel wat. Gedreven door een soort geldingsdrift denk ik, dat ik per se die floche wilde hebben. Ik heb er ontelbare toertjes gratis mee op de molen kunnen zitten. En een plezier dat ik had! Maar ik werd er toch een beetje draaierig van.
Zo droomde ik op een keer dat de baas van de molen na sluitingsuur vergeten was om de molen tot stilstand te brengen, terwijl ik er nog op zat. De anderen waren allemaal al vertrokken, ontgoocheld omdat ze nooit aan 'mijn' floche konden geraken. Daar zat ik dan met een floche in m'n handen. De hele nacht heb ik meegedraaid op een molen die maar niet wilde stoppen. Bij het ontwaken was ik opgelucht dat de molen niet meer draaide en dat ik er niet meer op zat. Oef! Nooit heeft een bed zó zalig aangevoeld om in te liggen...
|