|
'k Ben vanmiddag Bertie gaan plagen. Om te vragen naar m'n favoriete biertje dat ze nooit in huis heeft. En ook om mijn lievelingsmuziek te mogen horen. Ik kan dan zo hard zagen aan haar oren dat ze me toch iets geeft dat er op trekt.
Bij het betreden van haar biertempel leek het of ik een kerk binnenkwam. Om de felle zonnestralen buiten te houden waren alle gordijnen dichtgetrokken en in de duisternis was er alleen de glans van haar tapkranen te zien. Een indrukwekkende gloed in het donkere interieur te midden van duisternis en ingetogenheid. En er was ook nog zweverige klassieke muziek om de oren te strelen. Als ik vroeger zó in een kerk ook nog bier kon krijgen was ik nooit afvallig geworden...
Het was daar weer eens het heetste plekje van heel Vlaanderen, daar in kleine-Brogel. Op het terras smelt je weg als ijs voor de zon. Je wordt onzichtbaar. Er blijft echt niets meer van je over. Je bloed gaat koken en je begint te raaskallen. Niet erg als je in je eentje bent, maar in gezelschap is het best genant. De parasols bieden geen soelaas meer, ze broeien onder de genadeloze zonnestralen die loodrecht mikken op de schuimende pintjes. Lezer/drinker, probeer één te worden met je biertje en drink het vlug leeg, anders is het binnen de vijf minuten verdampt, weg, vervlogen, gesmolten...
|