Gisteren was het 10 jaar geleden dat in Parijs de redactie van het satirisch weekblad Charlie Hebdo bestormd werd door twee zwaarbewapende mannen die er een bloedbad aanrichtten. Het was een terreuraanslag op de vrijheid van meningsuiting. Het weekblad had cartoons van de profeet Mohammed gepubliceerd. Chérif en Saïd Kouachi, twee broers, waren de terroristen die hun profeet wilden wreken.
Charlie, c'est moi!
De daaropvolgende dagen heette iedereen plotseling Charlie. 'Je suis Charlie'. Massa's mensen verzamelden zich om te protesteren tegen terreur. Geen protest tegen de islam, maar wel tegen terreur... Probeer al die Charlies eens uit te leggen dat islam gelijk is aan terreur. De aanslag was in wezen een islamitische daad van terreur.
Ze maken ons wijs dat aanslagen gepleegd worden door labiele gefrustreerden, door geïsoleerde gevallen die de kluts en het noorden kwijt zijn. In werkelijkheid zijn het gedesoriënteerde moslims die zich in een nieuwe omgeving niet kunnen handhaven. Dat krijg je als je niet op je thuisplekje kunt blijven en andere oorden wilt veroveren.
Tien jaar geleden kwam 'Je suis Charlie' op mij over als een momentgebeuren - in het teken van verdraagzaamheid, solidariteit en iedereen-gelijk en zo - waarna alles weer in zijn oude plooi zou gaan vallen. Iedereen = Charlie, en daarna?
Daarna?... Buigen, knielen en kruipen voor de pathologische islam en zijn knotsgekke aanhangers, gedreven door angst voor nog meer terrorisme. En zo krijgen moslims meer ademruimte om nog meer terreurdaden te bedenken.
|