We picknicken in een dal aan de rand van Castelo Mendo, dicht bij de Spaanse grens. We zijn hier alleen, samen met een ezel en twee geiten, die vrij rondgrazen. Maar niet voor lang. Een blaffende hond komt aangelopen en pendelt heen en weer tussen ons en zijn baasje. Een dame komt naar ons toe. Me de weinige woorden Frans die ze kent, prijst ze haar zelfgemaakte geitenkaas, wijn en gebak, aan. "Ja, die ezel is van mij, en die geiten ook en kom maar kijken hoor, ik woon in die straat op nummer 8. ." het klinkt zo verleidelijk, maar we hebben al zo veel wijn bij en onze koelkast puilt uit van de kaas. Even later komt een andere dame aangelopen met een stok jaagt ze de geiten uit haar tuin. De dieren kijken ons beteutert aan. Maar zodra we ze willen fotograferen draaien ze zich om en grazen verder met hun rug naar de camera. De ezel laat zich wel fotograferen. Of overkomt het hem?
We willen in Vallodalid overnachten en morgen de stad verkennen. Maar wat valt dat tegen. Nog nooit ontdekten we een stad zo vol met blokkendozen. Nergens bespeuren we eeen kerkje of ander historisch gebouw. De camperplaats is nog minder om over naar huis te schrijven.
Wat later komen we bij het klooster van San Bernando, dit geeft aan het dorpje een rustige sfeer. Er zijn hier ook wandelpaden. De fraaie speeltuin en het parkje met vele bankjes, nieuw en pas aangelegd, zijn leeg. We vinden hun bewoners met hun spelende kinderen op het dorpsplein.
We overnachten op een pas aangelgde straat van wat een woonwijk moet worden. Er staat 1 huis in ruwbouw. Aan de overkant ligt een bos. We brengen de nacht door in de schemering van de straatverlichting en de volle maan.
|