Voor onze zondagse wandeling trekken we nog eens naar het Pajottenland. Omstreeks half acht komen we aan in Kester. We schrijven in voor de 33KM afstand.
Het is nog duister als we van start gaan. De eerrste lus is er eentje van 6,5 km naar Pepingen toe. We starten langs de grote baan maar dan mogen we een donker pad op. Gelukkig heeft mijn schat een zaklampje mee. Modder is er niet maar het pad is door de bevroren mountainbikesporen toch soms moeilijk begaanbaar. Heuvelachtig is het hier ook. We hebben vaak heel mooie uitzichten. Ook de zendmast van St Pieters Leeuw komt regelmatig in ons vizier. Via de Mierenberg en plaatsjes als Gelling en Hoesnake komen we aan in Pepingen voor de eerste controle.
Na een koffietje maken we van hieruit een eerste lus van 10,5 km richting Halle. Aan de splitsing gaan we eerst rechtdoor. Opnieuw worden ons vele paadjes aangeboden en ook holle wegen. In een aantal populieren bemerken we maretakken. Parasieten zijn het al ogen ze mooi, vaak de ene bol na de andere in hoge bomen.
Aan het kerkje van St Augustinus te Beert leren we één en ander bij dankzij het bordje aangebracht door de organiserende wandelclub. Het kerkje dateert uit de tweede helft van de 18de eeuw. Op het kerkhof eromheen is volgende tekst op de zuilen te lezen Hodie mihi cras tibi (vandaag ik morgen jij ..)
Van hieruit is het niet zo heel ver meer naar het centrum van Pepingen. Voor de tweede maal komen we in het zaaltje voor controle. We spreken er onze boterhammetjes aan en ik kan niet nalaten de heerlijk ruikende ajuinensoep te proeven.
Het eerste stukje van de derde lus is idem aan de tweede. Daarna mogen we afslaan en gaan we doorheen een mooi natuurgebied langs de Schamelbeek en de Geynsberg . Het is hier moerassig maar nu zijn de waterplassen bevroren. Er zijn in deze streek ook heel wat fruitkwekerijen en de laatste controle is in de opslagplaats van zo een fruitbedrijf.
We zetten de laatste lus in naar Kester toe. De pijltjes sturen ons tussen de vele appelen en perenplantages en later langsheen een fitnessparcours. Via het Kestergat komen we in de wijk Brandwacht op het grondgebied van Sint-Kwintens-Lennik komen we voorbij een prachtige oude witte maar enorm grote hoeve. Deze vierkantshoeve met dubbele binnenkoer is de grootste in zijn soort in heel de streek. De oudste bron (1172) vermeldt Bree-Eik als roversnest. De hoeve behoorde tot het domein van de familie van Heetvelde en hun nazaten. In 1680 wordt de familie de Pape eigenaar met als pachter Pieter van der Elst en vervolgens Gillis De Smet en zijn nakomelingen. Sinds 1837 is de hoeve in het bezit van de familie 't Serstevens-Claes. Het monument geniet bescherming sinds 1981. Erna worden we nog even weg van Kester gestuurd en maken we een stevige klim. Via een aantal paadjes komen we dan uiteindelijk in de zaal waar we afscheid nemen van Kester na een koffietje
Niet voor lang echter, eens op de parking waar ik mijn auto achterliet en tientallen km verderop, merk ik dat ik mijn heuptas vergeten ben in de startzaal. De paniek slaat toe maar mijn ventje rijdt het hele eind terug. In eerste instantie heeft niemand het kleinood gezien maar uiteindelijk komt alles terecht. Met dank aan de eerlijke vinder!
Het is al dagenlang barkoud. Toch besluiten we naar buiten te trekken. Vandaag is er oa een tocht in Hanbsbeke, een deelgemeente van Nevele,en daar gaan we dus heen. Als we vertrekken voor onze tocht van 20km begint het stilaan te dagen maar er hangt een hardnekkige mist. Goed ingeduffeld trekken we over het dorpsplein richting Landegem. We stappen langs lange dreven afgezoomd met knotwilgen. Van het wandelen warmen we wel wat op maar het blijft koud aanvoelen in het aangezicht en de mist zorgt ervoor dat er een laagje rijm op onze haren komt. Ik ben zowaar als bij toverslag grijs geworden. We steken het Schipdonkkanaal over en bereiken zo de eerste controle in Landegem. Tussen de metalen brugconstructie bemerken we talloze bevroren spinnenwebben. Héééél mooi!
Na de controle in Landegemtrekken we verder door het Meetjesland. Over de oorsprong van deze naam vond ik op internet het volgende : De oorsprong van de naam Meetjesland is voor heemkundigen al een mooie kluif geweest. De benaming werd voor het eerst teruggevonden in een achttiende-eeuws document. Rond de afstamming of etymologie ervan circuleren verschillende legendes en mogelijke verklaringen. Pastoor Duvillers schrijft de herkomst van het woord toe aan Keizer Karel die op doorreis de oude, spinnende vrouwen uit Zomergem meetjes noemde. De twee meest voorkomende verklaringen gaan enerzijds terug naar de Middeleeuwse turfgraverij (waar de blokken land voor ontginning ingedeeld werden in maten of meten) en anderzijds naar de achttiende eeuw, toen de streek gekend was voor zijn lijnwaad (métiers-land: het land der weefgetouwen)
Als snel volgen we het Schipdonkkanaal (of het Afleidingskanaal van de Leie). Dit kanaal loopt vanaf Deinze tot Zeebrugge en mondt uit in de Noordzee? Af en toe duikt vanuit de mist een schip op. Heel feeëriek, zeker als na een tijdje het zonnetje stilaan doorbreekt.
Dit levert zeker een paar mooie fotos op.
Aan de overkant van het kanaal zien we wandelaars de andere richting uitgaan. Dit is ons parcours voor straks
We komen terug in de bebouwde kom van een andere deelgemeente van Nevele : Merendree. Controle is in de kantine naast de het plaatselijk voetbalveld.
Ik geniet er van een heerlijk soepje.
We vatten de laatste lus aan. Terug naar Hansbeke dus. Even na de controle steken we terug het kanaal over en wandelen nu de andere richting uit naast het water. Het zonnetje is ondertussen volledig doorgebroken en de lucht is prachtig blauw. In een weide bemerken we een wel heel vreemd soort ras van paarden. Het doet een beetje denken aan het Brabantse trekpaard maar deze soort lijkt kleiner in formaat. We eindigen zoals we begonnen zijn, langs dreven met knotwilgen. Voor ons is reeds de ajuinvormige spits van de kerk van Hansbeke zichtbaar. Alhoewel dit een betonwandeling was kon ik deze toch best smaken.
We verlaten het zonnige Meetjesland. Hoe meer we het thuisfront naderen, hoe dichter de mist en deze zal hier de ganse dag blijven hangen ..
Kerstverlof! Het wandelaanbod is niet zo groot omtrent deze tijd van het jaar maar vandaag is er eentje in Michelbeke. We kiezen voor de langste afstand die een goeie 21 km is. De tocht bestaat uit drie verschillende lussen , telkens vanuit de startzaal. Het parcours is vrij heuvelachtig in deze streek, de Vlaamse Ardennen. We kunnen dus aleer de grote schranspartij begint nog gauw wat calorietjes verbranden. Er wordt langs mooie dorpjes gewandeld zoals Elst, ons welbekend voor zijn "geutelingen", een lekkernij die in de loop van februari weer zal kunnen geproefd worden. We wandelen ook lange stukken langs het Mijnwerkerspad. Het is de vroegere spoorlijn Zottegem-Brakel. Het "Fosttreintje" bracht ooit de mijnwerkers vanuit Zottegem en omstreken naar de Borinage. Het is een aangename wandeling langs vele rustige paadjes en veldwegels. Op de controlepost is het telkens een blij weerzien met bekenden en het is dan ook al een flink eind in de namiddag als we Michelbeke achter ons laten.
Vlakbij het dorp van mijn jeugd, Mere, ligt Kerksken. Ik twijfel dan ook niet om deel te nemen aan de wandeltocht die de Sportvrienden er vandaag organiseren. Ik raak mijn karretje kwijt vlakbij de kerk van Kerksken. Een kleine doorsteek en ik ben direct aan de startzaal. We schrijven ons in voor de maximum afstand. De eerste lus gaat rondom Kerksken. Kerksken is een deelgemeente van Haaltert. De St Martinuskerk stortte in april 1990 in en werd nadien heropgebouwd. Voor de kerk prijkt het standbeeld van de Jeneverdrinker. Dit is ook de spotnaam voor de inwoners van Kerksken. We dwarsen de steenweg en gaan via het Kerkskenveld en de Watervoor naar de wijk Boekent. Kerksken heeft zelf zijn eigen berg : de Keienberg, en die mogen we op. Haaltert komt in zicht. In deze tijd dat ons allen op het hart gedrukt wordt energiezuinig te zijn, wordt hier op het dorpsplein alles behalve zuinig met energie omgesprongen.Vanaf valavond tot het weer licht wordt is het ganse dorpsplein en de kerk schandalig overvloedig verlicht. Mooi dorpsplein, volledig heraangelegd maar die spotlights is voor niks nodig.
Controle is er in een plaatselijk jeugdlokaal.
Na een koffie en een babbel hier en daar vatten we de tweede lus aan. Deze gaat dwars door Haaltert zelf. Ongelofelijk hoeveel wegeltjes, al dan niet verhard deze streek rijk is. Ik ben hier al heel dikwijls komen wandelen maar iedere keer opnieuw krijg ik er weer nieuwe voorgeschoteld. Het is bijna Kerst en overal zijn de huizen versierd, het ene al meer dan het andere. Langs de gevels ziet men her en der Kerstmannen langs een touw naar de nok op klauteren dewelke ze nooit zullen bereiken. In Haaltert en deelgemeenten zijn er ook nog veel kapelletjes, de meeste goed onderhouden.
Voor de derde lus gaan we via het Eiland naar Denderhoutem. Het gaat bergop via een lang betonpad en zo komen we in de wijk Vondelen. Vervolgens slaan we rechtsaf op een aarden weg en gaan we dan via den Daal en de Stichelen terug naar Kerksken. Eens terug in de startzaal is het een drukte van jewelste en het kost ons heel wat moeite een plaatsje te bemachtigen. We drinken er nog een tas koffie met mijn vriendin, secretaris en webmaster van de organiserende wandelclub. En met een voldaan gevoel keren we dan weer huiswaarts na deze geslaagde wandeltocht.
Vandaag nemen we deel aan de Eindejaarstocht van de Lokerse Durmetrotters
Een koffie en een opkikkertje later gaan we van start voor de maximum afstand. We dwarsen de drukke baan en gaan meteen een parkje door om zo de oever van de Durme te bereiken. Links van ons licht het natuurpark Molsbroek. Het is een natuurreservaat boordevol allerlei soorten watervogels. Het is 80 ha groot en bestaat grotendeels uit moeras en water. Het leuke is dat dit reservaat vlakbij het stadscentrum ligt, dat het steeds vrij toegankelijk is en dat er een mooi verhard wandelpad dwars doorheen loopt. In de lente, de broedtijd is het hier ook zeer aangenaam wandelen. Tal van fotografen met indrukwekkende cameras maken hier dan hun opwachting op het gebroed van op afstand in de gaten te houden of op de gevoelige plaat vast te leggen. We gaan vervolgens een park door.
Na een aantal km verlaten we het gebied en wandelen doorheen enkele woonwijken om uiteindelijk aan de eerste controle aan te belanden.
Erna trekken we door een saaie woonwijk die overgaat in een sjiekere villabuurt. We wandelen langsheen prachtige brede dreven. Dan draaien we af op de Canteclaerroute. Iedereen weet natuurlijk dat Canteclaer de naam was van de haan uit het dierenepos Reynaert De Vos is die hier volgens de legende in het Waasland zou vertoefd hebben.
We komen op een oude hogergelegen spoorwegberm die thans dienst doet als fiets- en wandelpad en die je kan volgen vanaf Daknam tot Moerbeke. Ooit bolde op hier een stoomtrein die 100 jaar dienst deed. Even verderop gaan we over de Spletterenbrug. Deze brug over de Moervaart, werd tijdens de twee oorlogen tweemaal opgeblazen maar werd door de bezetter nadien hersteld. Tot op vandaag is ze onveranderd gebleven. De naam Spletteren zou verwijzen naar de oude benaming van de omliggende velden.
Zo komen we in Daknam centrum voor de tweede controle in een mooie taverne die toevalligerwijs dan nog De Wandelaar noemt. Ze serveren er heel lekkere koffie en als die op is gaan we op weg voor de laatste vijf km. We volgen terug even het treinpad, gaan door de bebouwde kom en draaien vervolgens af en volgen de Moervaart. Deze strook hebben we al meermaals bewandeld. Langsheen de Moervaart zien we lange stroken, soms smalle meersen .
Lokeren komt terug in zicht. We gaan door het domein Hof ter Beuken. Het is een oude geklasseerde villa, zoals er trouwens in Lokeren nog wel meerdere zijn. Eens we het park rond de villa doorkruist hebben komen we algauw terug aan het stedelijk zwemdok en meteen is deze tocht ook afgelopen.
Het was een rustige wintertocht doorheen prachtige natuurgebieden.
Omdat ik wegens niet zo prettige gebeurtenissen verlof heb besluiten we te wandelen om de zinnen wat te verzetten. Wandelclub Egmont organiseert vandaag haar maandelijkse midweek in Leeuwergem
We schrijven in voor de 21 km, die er iets meer blijkt te zijn.
Na de koffie met cake gaan we van start, goed ingeduffeld want het is vrij koud, miezerig en duister weer. Dit weer maakt me nog triestiger als ik al ben maar ik ben in aangenaam gezelschap en ik wil er het beste van maken
We stappen langs een lange dreef op het Kasteel van Leeuwergem af.
Dit kasteel, eigenlijk op grondgebied van Elene werd al bewoond van in de 15de eeuw, is vierhoekig en staat op een verhoogd stuk land . Het is vrij evenwichtig van vorm en lijn.
In het park en de tuinen errond bevinden zich vijvers, mooie bloemenperken en prachtige wandeldreven. Volgens de site is er hier een enorm openluchttheater in haagbeuk : het Lovertheater; het biedt plaats aan 800 personen.
We verlaten het domein, en stappen langs een fruitkwekerij. In de bosjes liggen massas weggegooide peren. De geelblauwe pijltjes sturen onslangs een erg modderig pad. De parcoursmeester heeft hier voor de tweede maal op rij zijn best gedaan op een erg zomers parcours uit te tekenen.
Misschien is het een goed idee om de tochten van de zomermaanden, die ware betonwandelingen zijn om te ruilen met deze van november en december.
Niemand zal het de parcoursmeester kwalijk nemen en het uitpijlen zal ook makkelijker zijn.
Uiteindelijk bereiken we weer de verharde wegen.We komen voorbij een vervallen molen We gaan door Dassegem, dwarsen de steenweg naar Aalst, doorkruisen Walsegem engaan zo naar De Vos toe.Op anderhalve km van de eerste controle komen we voorbij een jeneverstokerij. Nee, niet voorbij want we gaan even binnen om ons bonnetje die we bij de start kregen om te ruilen voor een lekker citroenjeneverke. Daarna gaan we via enkele smalle paadjes en een kerkwegel, waar het heel traag vordert naar de controle toe in Oombergen, vlakbij de kerk.
Daar zitten onze vrienden Chris en Annieke die uitkijken naar vrijdag maar aleer het zo ver is hebben ze nog vanalles te doen.
Een andere kennis licht ons in over het feit dat ons wat te wachten staat op de volgende lus.
We besluiten het meteen aan den lijve te ondervinden. En of hij gelijk had. Eerst volgen we een oude tramroute. En dan gaan we rechtsaf richting Cotthem. Al gauw zakken we tot over onze enkels in het slijk. Ondoenbaar! Noodzakelijkerwijs klimmen we hogerop op een braak maïsveld. Hier is het toch iets beter te doen. Nochtans wordt dezewijk die tot St Lievens Houtem behoort het groene hart van deze gemeente genoemd. Het is er inderdaad prachtig en men kan er heerlijk wandelen in de zomer!
Via de Espenhoek stappen we richting Balegem en komen voorbij de steengroeve.waar de Balegemse Steen ontgonnen wordt of werd (want het ziet er allemaal vrij verlaten uit).
We komen op de superdrukke N42 maar worden op het hoger gelegen wandelpad gestuurd dat evenwel parallel loopt met de steenweg. Ook hier alweer veel modder. Verderop komen we terug op het parcours van de eerste lus. We zien alweer de kerk van Oombergen voor ons.
De laatste lus gaat eerst weer over de tramroute alvorens we aan de splitsing komen.
Weer even de richting van Cotthem uit , dus weer heel veel geploeter en dan even naar Hillegem op. Dan dwarsen we andermaal de N42. Via den Dries en voor de rest propere wegels bereiken we gans bemodderd weer Leeuwergem.
De Parel Van het Pajottenland organiseert vandaag de Decembertocht. De start is dit jaar in een ander zaaltje, evenwel slechts een halve km van de traditionele startplaats.
Nadat we ons hebben ingeschreven gaan we bij ochtendgloren op stap voor een tocht van iets meer dan 32 km. Via een betonpad gaan we over op een asfaltweg die er erg glad bijligt. We klimmen dan ook een berm op om via een akker een veiliger (parallel) parcours te volgen. We hebben een wijds uitzicht over de velden waar de ochtendnevel langzaam optrekt. Het zonnetje kleurt oranje en klimt stilaan hoger. Het belooft een mooie dag te worden.
Voor de eerste lus trekken we zuidwaarts weg van Vollezele. Vele veldwegen volgen elkaar op richting Galmaarden. Eigenaardig genoeg behoorde Galmaarden ooit tot het graafschap Henegouwen. Thans vormt Galmaarden een gemeente in fusie met Vollezele en Tollembeek.
Vele grote pachthoven vallen ons op onderweg zoals bv Hof Ter Haeghen. Sommige van deze hoven zouden dateren uit de 12de eeuw.
Het parcours is hier glooiend en zo krijgen we oa de Spieringenberg onder onze voeten geschoven. De eerste controle is in de vroegere startzaal in Vollezele.
De Vollezelenaren kregen niet voor niets hun spotnaam "de Hengstenaars". Immers, ooit was Vollezele bekend om zijn vele stoeterijen en voor het fokken van Het Brabantse Trekpaard.
We blijven even plakken in het mooie nieuwe zaaltje maar gaan dan op weg voor de tweede lus.
We trekken het nu noordwaarts naar Denderwindeke. In de verte zien we een regenboog, daar heeft het dus geregend. Hier is het nog lekker droog en schijnt het zonnetje, al is het wat koud.
We dalen de Congoberg af. "Congo" verwijst naar de vroegere mijnwerkers die vanuit deze streek ongewassen per trein naar de Waalse mijnen trokken en zoniet nog zwarter 's avonds terugkeerden.
Onderweg stuift ons plots een wandelaar voorbij net op het moment dat we een foto maken van een nogal raar monument, iets wat op een totempaal gelijkt. Als hij ziet dat we ook een foto van hem nemen, is hij plots niet meer gehaast en haalt zijn mondharmonika boven om een airke te spelen voor ons.
We gaan even de richting van Waarbeke en Nieuwenhove uit op dan uiteindelijk in Denderwindeke te belanden.De mondharmonika-virtuoos is er ook en hij komt vlak aan mijn oor spelen...... Vanaf deze welbekende controlepost maken we twee lussen alvorens terug te keren naar Vollezele. De eerste lus is verkeerdelijk aangegeven als zijnde slechts 4,25 km ipv 8,5 km.
Langs soms heel modderige paadjes en venijnige stenige wegjes gaan we via Liefferinge naar Neigem. Op de grens met Neigem en Meerbeke zien we een prachtig kasteel. Dit zou dateren uit de 13de eeuw. Voor ons zien we ook Neigembos. Via Meerbeke en de Varenberg komen we terug in Denderwindeke
Tijd voor onze boterhammenkes met een lekkere pot verse tomatensoep met ballekes. En dan op weg voor een kort stukje : slechts 4,25 km. We gaan niet ver uit de buurt want we hebben voortdurend de kerk van "Winnik" in het vizier.
Ooit waren er in Denderwindeke vijf windmolens en een watermolen. Op onze weg zien we één van deze windmolens : de molen "ter Zeven Wegen". Het is een korenmolen die in 1986 beschermd monument werd. Vlakbij deze molen zien we de kapel OLV van 7 weeën (7 maar???). Deze kapel maakt deel uit van de "Wegom". Dit is een bedevaartsweg. Oorspronkelijk waren er een twaalftal kapelletjes, allemaal opgericht ter bescherming tegen cholera en waarlangs jaarlijks een ommegang georganiseerd werd. Langs de modderige landweg die we volgen merken we nog een aantal van deze kapelletjes. Terug in Denderwindeke blijven we na deze korte lus toch lange tijd plakken.
Uiteindelijk vatten we toch de laatste lus aan terug richting Vollezele. Veel modder langs deze lus. Alhoewel de organiserende wandelclub voor alternatieve verharde wegen gezorgd heeft, kiezen we toch voor geploeter. En spijt hebben we daar niet van want het parcours leidt ons langs een prachtig domein met kasteel. Het kasteel van de familie Steenhoudt dateert uit de 17 de eeuw en oogt mooi gerestaureerd. Het ligt midden in het groen, omgeven door weiden en een prachtig bos met eeuwenoude bomen. Rondom zien we mooie vijvers.
We doorkruisen het bos en bemerken in het het struikgewas een kooi. Deze dient om oa fazanten te voederen om hun aantal op peil te houden. Rond deze tijd van het jaar is er weinig voedsel te vinden in de natuur en vandaar dat er wat bijgevoederd wordt.
Dan zien we aan de rechterkant een bordje met "laatste km" en tien minuutjes later zijn we terug in de startzaal. Het is er erg druk. Een lange rij wandelaars schuift aan voor de verse heerlijk ruikende wafels. Ik hou het bij een frisse schuimende Hoegaarden. Wafels bak ik zelf wel eens en iedereen mag dan komen aanschuiven.
Deze tocht was echt een Parel in het Pajottenland.
Voor onze wandeling van vandaag hebben we opnieuw voor een iets langere afstand gekozen. Al heel vroeg vertrekken we naar Mazenzele, waar wandelclub Horizon Opwijk de jaarlijkse Horizontocht organiseert, een 50 km wandeltocht. Het is vrij koud maar het is droog en daar kunnen we perfect mee leven.
Samen met onze inschrijfkaart krijgen we een pakketje bonnetjes voor bevoorradingen onderweg. We verlaten de startzaal en al direct duiken we een donker pad op. En het oud niet op bij eentje. De ene veldweg volgt de andere op . Het is uitkijken om niet te struikelen. Jammer dat het nog zo donker is want we wandelen vast door een mooi natuurgebied. We wandelen naar het gehucht Droeshout. Het landschap is hier glooiend en af en toe krijgen we zelfs enkele kuitenbijterjes te verwerken. Voordeel is dat we het allang niet meer koud hebben.
We doorkruisen het natuugebied Regenwortel. Na bijna 7,5 km komen we terug in Mazenzele voor de eerste controle. Hier op het plein aan de kerk huist de Sint Pietersgilde, de plaatselijke schuttersclub. We genieten even van een tas lekkere koffie en enkele minuten later gaan we alweer op pad. Ondertussen is het weer helemaal klaar en we kunnen onze zaklamp opbergen. Zelfs het zonnetje laat zich af en toe zien, al geeft ze niet zoveel warmte meer toch maakt ze de wandeling aangenamer.Via Den Dries en een resem padjes trekken nu naar Asse toe, gelegen op de rand van de Faluintjesstreek en het Pajottenland. We wandelen langs het Bladerenkwartier. Nu ja bladeren, zeg maar kasseien! Dan gaan we nog even door een bosje en we komen aan in een zaaltje in Asbeek voor de tweede controle. Straks zullen we hier nog eens terugkomen. We wisselen hier een bonnetje in voor een lekkere tas soep met brood.
Meteen daarna gaat het flink bergop richting Asse-ten-Berg. Het is hier een mooi wandelgebied en af en toe kunnen we genieten van mooie vergezichten. We ontwaren in het landschap zelfs een kasteel. Het is een lange lus van bijna tien km met heel wat heuvels maar wel doorheen een prachtige natuur. Modderige glibberige paadjes, niet verwonderlijk met wat er door de hemelpoorten omlaag gekieperd is . En dan bereiken we terug het parochiezaaltje van Asbeek. Hier zijn we halverwege onze vijftig en kunnen we over onze bagage beschikken. We werken hier ook onze lunch binnen.
En dan nu terug op pad, een gans andere richting uit. We verlaten nu even de Faluintjesstreek en trekken het Pajottenland door. Het parcours wordt nu iets vlakker maar zeker niet minder modderig. Aan de velden met schuingezette hoge stokken zien we dat we in de streek zijn van de hoptelers. Hop is een basisbestanddeel voor bier en de hop wordt vooral geteeld in de streek van Poperinge, Aalst en Asse. Jammer genoeg blijven er nog slechts weinig telers over. Toch zijn er in de streek verscheidene restaurants die de hoppescheut op het menu staan hebben. Het zijn jonge ondergrondse scheuten van de hoppeplant. De scheuten worden heel vroeg in het voorjaar geplukt, iets wat een heel tijdrovend werkje is.
Na een poosje komt de abdij van Affligem in zicht. Het is een Benedictijns klooster dat reeds vroeg in de 11de eeuw zou zijn ontstaan. De abdij werd in de loop der eeuwen verschillende keren verwoest maar telkens weer heropgebouwd of gerestaureerd. De abdij kennen we vooral van het abdijbier den Affligemsen. Bovendien kan de abij ook bezocht worden. Wij houden het bij een bezoek aan d oude brouwerij, de taverne die aan de brouwerij verbonden is. Het is er bovendien ook controle en we krijgen er een suikerwafel voor bij de koffie die we er nuttigen.
Geen paters te zien om onze zonden te vergeven en dus gaan we het richting Meldert zoeken. Langs vele kronkelende paadjes alweer en door het Kluisbos. Meldert ligt pal in de Faluintjesstreek. Ik vond niet zo direct wat er eigenlijk metfaluintjes bedoeld wordt maar de naam zou ontleend zijn aan het moerasachtige gebied in de vallei van de Molenbeek, tussen Meldert en Moorsel . Het zou afgeleid zijn van het Franse Falourde wat takkenbos zou betekenen. Jaarlijks is er in Meldert een soort van oogstfeest Pikkeling genaamd
We komen voorbij ene preiveld en blijven even kijken hoe een machine de prei netjes uit de grond haalt. Handwerk komt er niet meer aan te pas. We lopen nu naast de lege akkers en dan vlakbij een voetbalveld is er in een plaatselijk cafeetje nog een controle. We ontmoeten er enkele wandelvrienden en besluiten de resterende 12 km samen te wandelen.
Tussen twee weiden proberen we ons evenwicht te houden. Reeds vele wandelaars zijn ons voorgegaan en dat heeft de toestand van het paadje er niet op verbeterd. We huppelen dan ook van de ene oever naar de andere. Dan wandelen we via de Elderberg en de Zuremeersen en bereiken zo Baardegem waar we de allerlaatste controle hebben bij Ingrid.
Er resten ons nu nog maar een goeie 5 km. Deze zijn zeker niet de minste. Als kers op de taart mogen we het doorheen het Kravaalbos langs bladerige paadjes. Het Kravaalbos maakte ooit deel uit van het Brusselse Koolbos, net zoals het Hallerbos trouwens en het Zoniënwoud.
En zo bereiken we dan terug Mazenzele, de startzaal. We hebben blijkbaar onze hemel verdiend want bij het afstempelen krijgen we nog een potje versgemaakte rijstpap met bruine suiker (nee niet met gouden lepeltjes)
Het was een tocht doorheen een mooi gebied tussen de Faluintjesstreek en het Pajottenland. Meestal langs onverharde natuurwegen. Vaak was het heel modderig Gelukkig was het vandaag droog zoniet hadden deze wegjes wel eens voor veel gesakker kunnen zorgen.
Naar jaarlijkse traditie staat ook dit jaar de Stormtocht op ons wandelprogramma. Dit jaar heeft de tocht als thema : "een stad in beweging". Na een uurtje bollen komen we aan in Blankenberge waar we de auto achterlaten op "ons" plekje. We schrijven in en werken nog gauw een stuk oiljsterse vlaaien naar binnen en we gaan van start voor de maximum afstand. Via de Kerkstraat wandelen we naar de dijk. Er is flink wat wind maar ik heb een medicijn mee tegen de koude (hihi). Innerlijk verwarmd wandelen we over de zeedijk en vervolgens over de Pier waar we aan het einde rond het restaurant gaan en dan zo terugkeren naar de dijk. naar de Pier toe. Sedert augustus 1894 kan er over de Pier gewandeld worden maar tijdens WO I werd door de Duitse bezetters het Blankenbergse pronkstuk in brand gestoken. Jaren later werd alles gelukkig heropgebouwd en later regelmatig gerestaureerd. Het ronde gebouw achteraan heeft al heel wat bestemmingen gehad : pretpark - tentoonstellingsruimte enz De zee is heel woelig. Ideaal weer voor surfers en deze zijn dan ook talrijk aanwezig. We houden ze een tijdje in de gaten en zetten dan onze weg verder. We verlaten de dijk, dwarsen de tramsporen en gaan hoog naast de drukke rijbaan via een wandelpad naar Wenduine. In Wenduine gaan we even een stukje vande stad door om dan het Duinenpad op te gaan. Eerst klimmen we omhoog naar de spionkop, hoog op een duin en daar maken we een foto, precies op dezelfde plaats als waar we hem ieder jaar maken. We dalen terug af en volgen verder het Duinenpad doorheen een mooi natuurgebied. Dan komen we terug op de drukke kustweg. Gelukkig kunnen we even later het strand op. Ondertussen is het flink beginnen sneeuwen. Na een tijdje komen we aan een strandtaverne waar het controle is. Hier nuttigen we ons middagmaal bij een heerlijk vissoepje. We eindigen met mijn geheim opwarmrecept. Zo we kunnen er weer tegen en over het strand met de wind in het aangezicht vatten we de laatste lus aan. Het weer is ondertussen barslecht geworden. De wind en de sneeuw striemen in ons gezicht en kleuren onze wangen rood. Hier is in de zomer normaal een mooi wandelpad. Dit is nu verdwenen door opgehoopt zand. Het is best lastig om ons daarin een weg te banen. We wandelen daarom zo dicht mogelijk tegen de waterlijn omdat daar het zand makkelijker te begaan is. Een dik uur later verlaten we het strand dat ondertussen stilaan witter en witter kleurt. We gaan de dijk op en speuren naar de taverne waar we vorig jaar verpoosden maar vinden die niet onmiddellijk terug. Hoe was de naam ook alweer! Verkleumd en nat gaan we dan maar een koffiehuis binnen. Trees trakteert met pannenkoeken en wafels. De uitbaatster is wel wat vergeetachtig want driemaal komt ze haar bestelling verifiëren om dan uiteindelijk toch nog het verkeerde op te dienen. Ons humeur wordt er echter niet door verpest. Van hieruit is het nog slechts een paar honderd meter en de Stormtocht zit erop. Ik koop nog enkele plaatselijke lekkernijen en omstreeks kwart na vier vatten we de terugreis aan De wegen zijn herschapen in ijspistes waardoor het verkeer uiterst traag vordert Voor sommigen te traag : ze gaan dan ook deels over de middenberm om zo een rij vrachtwagens te kunnen inhalen. Onverantwoord! 70 km verderop en bijna vier en half uur later ben ik thuis. Ik zal deze Stormtocht niet te vlug vergeten
Het is alweer de derde woensdag van de maand. Traditiegetrouw organiseert den Egmont steevast een midweektocht. Deze maand met start in Velzeke.
Na de koffie gaan we van start. We dwarsen de drukke steenweg en komen alras op een kasseiweg, bij de wielrenners goed gekend : de Paddestraat
Onder een dreigend wolkendek wandelen we tussen velden ; meestal kaal maar hier en daar ook met Koolzaad bedekt. Dit is een energiegewas waaruit koolzaadolie wordt gewonnen, de nieuwe brandstof.
Even voorbij een waterzuiveringsstation dwarsen we de Zwalm en aan de Bruggenhoek draaien we links een veldweg op. Nu wandelen we vlak naast de Zwalm. Het is uitkijken geblazen want het is hier erg modderig
We gaan over een veldweg en komen zo aan een mooie witte hoeve : restaurant De Moriaan en meteen zijn we terug op de Paddestraat. We gaan over op de Egmontroute (what in a name) . Op het gehucht Knutsegem wandelen we voorbij de Sint Antoniuskapel en de Sint Antoniuskluis. Langs de Vollander en de bloemenrijke Strijpense begraafplaats komen we aan op de kontrole in het parochiecentrum van Strijpen.
Na de controle volgen we even de St-Andriessteenweg en draaien dan links een aardeweg in of zeg maar modderweg. Het is echt opletten en toch ga ik onderuit. Beetje bemodderd maar verder zonder erg.
De route die we volgen noemt trouwens het Roverspad, wellicht genoemd naar Jan De Lichte, een bandiet die eeuwen geleden de streek hier onveilig maakte. Later werd hij door Louis Paul Boon verheven als een volksheld, zelfs een soort van Robin Hood. Ondertussen is het fiks beginnen regenen. Via het gehucht Beiselhoven komen we terug in het veld voorbij een wachtbekken met debietregelaar. Aan de monding van de Bettelhovebeek zorgt deze voor dat de Molenbeek niet buiten haar oever treedt en dat er geen wateroverlast is in het Zwalmbekken. Het is hier dan ook moerassig . We komen terug in de bewoonde wereld en via enkele wegeltjes komen we op het Romeins Plein, het centrum van Velzeke. We draaien rechtsop. De her en der geparkeerde wagens zeggen ons dat we nabij het einde zijn.
Het parcours was mooi. Alleen jammer dat we dit omtrent deze tijd van het jaar voorgeschoteld krijgen. Misschien iets minder beton in de zomer maar een tocht zoals deze???
Ik ben annemie sterck, en gebruik soms ook wel de schuilnaam daisy walker.
Ik ben een vrouw en woon in () en mijn beroep is ambtenaar.
Ik ben geboren op 28/08/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, reizen, computeren,.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek