Walloniefietstocht2012
Ravel Wallonie 2012 met de Bende van Bob
Dagboek van een fietstocht Ravel Wallonie 2012 langs de Maas, Samber, de kanalen van Henegouwen en de Schelde met de Bende van Bob
29-10-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.01. Ravel Wallonie 2012 Voorblad

 

 

 

Ravel Wallonie 2012

 

Langs de Maas, de Samber,

de kanalen van Henegouwen & de Schelde

 

Met de “Bende van Bob”

 

Dagboek van een fietstocht van 16/04 tot 21/04/2012

 

29-10-2012 om 15:31 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.02 Dag 1 Hasselt - Visé maandag 16 april 2012

02 Dag 1 Hasselt - Visé   maandag 16 april 2012

 

 

“Eén week, dicht bij huis en vlakke weg” deze opdracht kreeg ik van de bende om een lentetocht te organiseren. Moeilijk was het niet. Nochtans, de vrienden Hugo, Antoine en Pol, echte Vlamingen, waren eerder verwonderd toen ik hen voorstelde in Wallonië te gaan fietsen.

 

Het grootste probleem bleek echter de datakeuze. In elke familie was er minstens één feest voor een van de kleinkinderen. Daarom kwam deze rit heel vroeg, de week volgend op de Paasvakantie. Onze grote tourrit  “Canal du Midi “ zat geklemd tussen maandag 7 mei en zaterdag 19 mei.

 

 

Fietsnummers zijn bij onze Waalse vrienden onbekend. Toch hebben ze iets uitgedokterd voor langeafstand fietsers de “RAVel”. Een letterwoord voor “Réseau Autonome Voie Lente”. Vrij vertaald als het “Netwerk van Autonome Trage Wegen”. Later hebben we ondervonden dat “autonome” een heel optimistische begrip is. Bij het samenstellen van deze rit koos ik als startplaats Hasselt om via de nummertjes op Ravel 1 te komen. Deze Ravel 1 loopt normaal van Maastricht tot Armentière.  Om terug te keren wilden we de Schelde gevolgen tot Gent en daarna de kanalen naar Brugge.

 

 Pech, op vrijdag 13 april krijg ik een triestige telefoon van Pol. Een van zijn vrienden is plots overleden. De begrafenis is op dinsdagmorgen. We beslissen om toch zoals gepland  te vertrekken. Pol zal ons op dinsdagavond vervoegen.

 

 

Het is 9h30 wanneer de fietswagon van de IC 1509 dubbeldekstrein stopt waar ik me bevind op het perron Brugge. Even wachten en daar komt een vriendelijke treinbegeleider de deur openen. Hugo is een half uur geleden vanuit Knokke vertrokken en is opgetogen wanneer ik mijn fiets naast zijn stalen ros vastleg. Het is echt een plezier om in deze soort rijtuigen te reizen. Alhoewel sommige treinbegeleiders het vertikken om de deuren van de fietswagon te openen. Ze zien je als fietser liever sukkelen, trap op trap af door smalle gangen, met risico op beschadigingen. Onbegrijpelijk en toch is het ons al voorgevallen. Een van mijn fietsvrienden heeft zelfs al enkele stations verder moeten meerijden omdat de begeleider de deur niet opende…..Een triestige houding van sommige medewerkers bij het spoor. Eens te meer een antireclame voor de NMBS.

 

 

In Brussel-Noord is het gedaan met de rust in het fietsrijtuig.  Met veel getater  stappen er twee zwaar bepakte fietsers binnen samen met een grote groep familieleden. Het wordt ons onmiddellijk duidelijk  dat de jonge mannen zojuist terug gekeerd zijn uit Santiago de Compostela via Zaventem. Ze zijn heel enthousiast ontvangen door vrienden en familieleden.

 

De mannen zien er erg vermoeid uit, voor zover we kunnen begrijpen, zijn het leerkrachten van een school uit Munsterbilzen. Ze zijn de fietstocht gestart op vrijdag 30 maart en hebben dus in twee weken ruim 2000km gereden.

Kris en Luc worden op de middag verwacht op hun school met hun bepakte trekfietsen. Wanneer wij hen vertellen dat wij in 2005 ook naar Compostela gefietst hebben, zijn we onmiddellijk hun beste vrienden.

 

http://www.gsm-opwegnaarcompostela.blogspot.be/

 

Na een poosje is het duidelijk dat zij veel te weinig pelgrim waren en niet genoeg genoten hebben van alle rituelen onderweg. Toch zijn ze voldaan en tevreden met de onderneming als steun aan gezinnen in nood. De jongens zijn dolblij dat ze vannacht in hun eigen bedje zullen slapen.

 

Om 11h50 stipt lopen we het station van Hasselt binnen. We worden op het perron hartelijk begroet door onze vriend Antoine. Hij is vanuit Beveren-Waas net als wij naar Hasselt gespoord.  Hij is iets vroeger dan wij toegekomen.

Op het middaguur vertrekken we, voor onze Walloniëtocht richting Hasselt Centrum.

 

 

We volgen de nummertjes langs de Demer. We komen in Diepenbeek voorbij de Universiteit, het Provinciehuis en zo aan het Albertkanaal. We blijven dit kanaal volgen , komen voorbij een elektriciteitscentrale met twee koeltorens. Aan punt 69, midden een enorme industriezonen steken we het water over en verlaten het kanaal richting Zutendaal. Het doet deugd om nu door een groengebied langs Rekem tot in Oud-Rekem te geraken.

 

Het plaatsje waar we nu binnen rijden, kennen we een beetje.

Oud-Rekem is een verrassend en prachtig  dorpje  dat we bezochten op onze Vlaanderen Fietsroutetocht in 2008. ( zie verslag op mijn blog linkerkant Vlaanderenfietsroute)

Destijds hebben we in café-restaurant “In de oude god” een verrassend streekgerecht gegeten. Na onze maaltijd moesten we van de kwieke waardin beloven voor haar dorp te stemmen via internet. En inderdaad Oud Rekem is het mooiste dorp van Vlaanderen gebleken. Dank zij onze stem natuurlijk!

 

 

Na wat zoekwerk, vinden we in een wat verlaten hoek naast een poort het Café – restaurant. Teleurstelling, het is gesloten en ziet er wat verwaarloosd uit. Niet getreurd, we zijn zojuist voorbij een andere herberg gefietst. Enkele minuten later genieten we van een met zorg geserveerde “Tripel” in “Onder de Linden”

 

 

Het dorpje heeft ook een waterkasteel “Aspremont-Lynden” en historisch waardevolle prachtige gevels. We blijven nog wat rondrijden en verlaten het dorp door de poort naast “de oude god”. We zijn het eens met de aanwijzing van mooiste dorp……Limburg is niet alleen een fietsparadijs het bezit ook heel wat verrassende plaatsjes waar je je onmiddellijk thuis voelt.

 

We hebben al een flink deel van onze kilometers in de benen en willen absoluut Maastricht bezoeken. Na het volgen van de Zuid-Willemsvaart zijn we zo’n 6 à 7 km verder verrassend vlug in de stad. Maastricht is een bruisende stad vol winkelstraten en mooie pleinen. We rijden over enkele bruggen tot op het marktplein. Je kunt het moeilijk geloven en toch is deze Limburgse stad in Nederland gelegen. Het lijkt echt Vlaams en er heerst volgens ons een Bourgondische sfeer. Hier kunnen we niet weg zonder te genieten van een terrasje in ’t flauwe zonnetje.

 

       

 

We beseffen niet goed hoe we de stad uit geraken…..plots hebben we opnieuw de nummertjes en komen via Oost-Maarland en Eijsden opnieuw aan het water.

In Lixhe moeten we over een brug een door een gigantische bouwwerf.

Zijn we nu in Vlaanderen, Nederland of Wallonië we hebben er absoluut geen benul van. Natuurlijk heb ik veel te veel belangstelling, als bouwkundige, voor de bouw van het sluis-en stuwcomplex. Automatisch en via omleidingen belanden we langs het Albertkanaal in Visé.

Nu de gps instellen en op zoek naar onze Chambre d’hôtes “Vers l’Oie”.

Na een telefoontje met de gastvrouw, worden we enkele minuten later hartelijk begroet door Ghislaine en Christiaan. Het gastenpaar weet hoe ze fietsers moeten ontvangen. We mogen onze fietsen in de garage stallen. Onmiddellijk worden we in de woonkamer getrakteerd op enkele frisse biertjes .

Na meer dan een uur babbelen weten we alles over “les oies de Vis锠 de ganzen van Visé. Het gesprek verloopt zonder probleem in een mengelmoes van Frans en Vlaams, iedereen begrijpt iedereen.

 

 

Na een wasje en een plasje krijgen we grote honger, op aanwijzen van onze gastvrouw wandelen we naar het centrum van Visé. We genieten van een prachtig Italiaans souper bij “la Mamma”……

Na enkele slaapmutsjes en een gezellige babbel waarbij we beseffen dat we feitelijk ,ook al blijft het goed fietsweer met wat zon, geluk hebben. Nog een korte wandeling en we liggen vlug onder de dekens.

Er zal wel gesnurkt worden zeker !!!

 

Start :         Hasselt   10h00

Aankomst: Visé  17h30

Afstand :    70km

Weer:         Fris, grijs met een flauw zonnetje 14°C

 

Verblijf:

Chambre d’hôtes “Vers l’Oie”

Avenue Roosevelt 53   4600 Visé

Madame Ghislaine Bonheur   0496 465 415

Bonheurghislaine2012@hotmail.com 

www.verloie.be

 

29-10-2012 om 15:51 geschreven door Via de la Plata


02-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.03 Dag 2 Visé – Sclayn dinsdag 17 april 2012

03 Dag 2 Visé – Sclayn dinsdag 17 april 2012

 

 

“Het regent niet maar ’t ziet er wel grijs uit”. Dat zijn de eerste woorden van Hugo, nadat hij de gordijnen openschuift. Zondag hebben ze op het KMI voor vandaag heel slecht weer voorspeld, veel regen en stormwind. We hopen dat Frank Deboosere zich vergist heeft en dat de andere kant van het land, waar wij ons nu bevinden, gespaard blijft van regen en wind.

 

 

Om 8h00 zitten we knus aan tafel in een warme eetkamer. Ghislaine legt ons in de watte. Ook Christiaan wilt dat wij niets tekort komen, we moeten er sterk op staan om door Wallonië te fietsen, beweert hij in ‘t Vlaams. Na een poosje krijgen we het gezelschap van een Engelstalig koppel. De man spreek een beetje Frans maar moet alles voor zijn vrouw vertalen en toch begrijpt iedereen elkaar, raar hoe vlug wij ons aanpassen….maar ’t is blijkbaar niet voor iedereen even gemakkelijk !

 

 

Stipt om 9h00 nemen we afscheid van het gastenpaar van “Chambre d’hôtes Vers l’Oie”. Hugo neemt enkele foto’s en daar gaan we dan……Spijtig, de foto’s kunnen niet worden getoond , onze vriend heeft zijn fototoestel ergens laten liggen, we vrezen tussen Visé en Luik.

 

We zijn goed ingepakt, want het is heel fris, we vermoeden zo’n 8°C. We fietsen over een brug en verder  langs het Albertkanaal . Zo komen we terug op onze Ravel.

 

Mooi achter elkaar volgen we het water, de wind wakkert aan maar het lukt ons om goed vooruit te geraken. Aan 20km/h rijden we zonder veel aandacht voorbij Hermalle en Herstal tot waar het kanaal aansluit op de Maas. Een enorm groot standbeeld van Koning Albert I, op de uiterste landpunt van het schiereiland, doet ons halt houden.  Het Albertkanaal, gegraven in de jaren 30 van vorige eeuw, verbindt Luik met Antwerpen en is in gebruik genomen in 1946.

 

 

We blijven de drukke Quai Wallonie volgen tot we links over de Pont de l’Atlas moeten naar een eiland in de Maas. Druk, druk, druk verkeer op de kaaien, het blijft gevaarlijk. Op de slechte bestrating moeten we goed uitkijken. Fietsers worden met moeite geduld op Quai Godefroid en Quai Van Beneden! We moeten over Pont Mativa en een eindje langs de Ourthe.

 

 

Na een bocht van 180° komen we via een kanaaltje opnieuw aan de Maas. Langs een spoorwegbruggetje steken we de stroom over en moeten nu als fietsers kilometers lang ons leven riskeren tussen het eerder gekke verkeer. Nu voorbij Sclessin, Tilleur en Jemeppe. We moeten heel goed opletten en van langs om meer opboksen tegen de wind…..We hebben bijna geen tijd om de triestige omgeving te bekijken. Het is ook niet om aan te zien, overal staan roestige en vervallen fabrieksgebouwen .Dit is dan Wallonië ’s vergane glorie !

Slechts één herkenbaar gebouw ziet er nieuw en heel opvallend uit! De steenrode voetbaltempel van Standard de Liège, wat een gedrocht midden geplooide en roestende gebinten van half afgebroken fabriek-sites.

 

 

Zo’n fietsmaten hebben is zalig. Nadat ik Hugo en Antoine verwittigd heb dat we na Luik minsten 20km de Maas moeten volgen op een heel drukke baan,nemen de twee sterke bonken één na één, kilometers aan een stuk de leiding.

Het is tegen de wind opboksen, ik ben blij te kunnen volgen achter hun brede ruggen _. Ze laten mij helemaal niet de kans om ook maar eenmaal op kop te komen. Onbegrijpelijk eigenlijk dat de ontwerpers van deze Ravel de fietsers op zo’n verkeersader sturen. Zijn er dan werkelijk geen alternatieven ???

 

En jawel een van mijn mail-fietsmaten “Jos Collin” heeft mij nadien het volgend alternatief doorgemaild. Volgens hem heel wat veiliger en mooier, misschien lastiger. Zeker te onthouden…..bedankt Jos. Zie hierna zijn voorstel:

Vanaf Luik (monding Ourthe) de Ourthe volgen tot in Tilff langs de Ravel5.

Vervolgens vanuit Tilff over Pleinevaux en Neuville-En-Condroz tot Engis fietsen en daar terug de Ravel 1 volgen naar Huy.

 

 

Wanneer we in Flémalle over “Pont-Barrage d’Ivoz-Ramet” naar de andere oever van de Maas moeten, vermoeden we dat het gedaan is met de verkeersellende.

Ondertussen zijn we al 30km ver, we stormen na de brug de helling naar beneden.

Hier krijgen we echter een heel ander probleem te verwerken. Het betonnen oeverpad is in staat van ontbinding……we dokkeren aan slechts 15km/h voorbij het kasteel van Flémalle. Hoog tijd voor een sanitaire stop!

 

     

               

 

Na een tijdje worden we de slechte weg gewoon, toch blijft het goed opletten om de langse barsten in de betonplaten te ontwijken. Nochtans is het zicht naar de andere oever toe niet te versmaden.  Hoge rotswanden afgewisseld met groen brengen ons voorbij piepkleine dorpen zoals Clermont en Hermalle-sous-Huy. 

 

 

In Ombret moeten we onder een brug door en krijgen we toch een iets beter_ fietspad. Gelukkig maar, we zijn helemaal door elkaar geschud en krijgen stilaan honger en vooral dorst.  

Tihange, dat we zo dicht bij de nucleaire centrale zouden komen is werkelijk een verrassing. We rijden tussen de Maas en een hoge afsluiting, even halt houden is de boodschap natuurlijk. De indrukwekkende koeltorens wekken bouwkundige bewondering op…… bij mij!

 

      

 

We hebben al meer dan 50 km op ons tellertje vandaag , wanneer we Huy binnenrijden. Het is ons nog niet veel voorgevallen,  een gehele voormiddag zonder aperitief.  Hier in Huy zal het eten en drinken worden……Plots rijden we naar rechts over de Pont de L’Europe. We moeten normaal de Maas op de andere oever volgen. We rijden echter rechtdoor de stad binnen met de hoop hier een eetgelegenheid te vinden. Iets verder stoppen we aan Café” Le Parc”.  We ploffen ons neer en bestellen onmiddellijk voor elk van ons een blonde Leffe…..dat doet deugd zeg!

 

 

De mannen aan de toog willen weten waar we vandaan komen.  Ze denken dat we wielerliefhebbers zijn die “le flèche Wallonne” die hier morgen aankomt,  komen bekijken.  Er ontstaat een heftige woordenwisseling tussen de aanwezigen over het stijging percentage van de muur……..Volgens sommigen zouden er stijgingen zijn van 25°. De mannen, duidelijk supporters van Philippe Gilbert, zetten het café op stelten.  Wat is het nu eigenlijk: “pourcentage(%) ou degrés(°)”  ???

Ze blijven maar opscheppen……De patroon kan de tooghangers bedaren en brengt ons een tweede Leffe. Eten is hier niet krijgen, maar frietjes kunnen we aan het kraam hier recht tegenover kopen en rustig binnen komen opeten. Maakt hij ons duidelijk. We vinden het een prachtig voorstel, wat we dan ook gretig doen.

 

 

Met nog ongeveer 20km voor de boeg vertrekken we vanuit Huy met een gevuld buikje. Bij Statte  ‘Déviation” we worden door wegwerkzaamheden het dorp ingestuurd.  Plots is het steil omhoog door troosteloze en onverzorgde straatjes. Het is duidelijk, eenmaal 100m weg van de Maasoever en je moet omhoog  op je kleinste verzet………we zijn het niet meer gewoon. Ik hoor wat gevloek en ketting gekraak.  Gelukkig stuurt een vriendelijke bewoner ons via een klein spoorwegtunneltje terug naar de oevers van de Maas.

 

 

In Ahin moeten over een heel mooie kabelbrug “Pont père Pire” naar de andere oever. Wonder boven wonder,  we krijgen hier zelfs een flauw zonnetje .

 

 

Plots rinkelt mijn gsm.  Pol staat vertrekkend klaar in Brugge. We moeten hem overtuigen om te starten, blijkbaar is het al een gehele dag hondenweer in Brugge. Storm en regen doen hem twijfelen. Wanneer wij hem vertellen hoe goed het hier is besluit hij de trein te nemen en zal rond 19h in Andenne toekomen. We wensen hem goede reis en zullen hem straks traceren natuurlijk!

 

Na Ben en Andenne komen we in Sclayn. We blijven op de oever en herkennen onmiddellijk de gevel van onze vooraf gereserveerde “Chambre d’hôtes  L’écluse”. Wat een hartelijke ontvangst! Gastheer Georges helpt ons naar de fietsenstalling en presenteert ons direct een biertje. Caracole, voor ons een helemaal onbekend streekbiertje. Lekker en bitter met een heerlijk dorstlessende hoppesmaak. Mieke , onze gastvrouw, komt ons vervoegen en zorgt voor hapjes. Het wordt een hartelijke babbel tussen pot en pint, een  meer dan humoristisch gesprek.

 

 

 Georges laat ons de complete Caracole collectie proeven.  Na troublette (wit) moeten we ook nog Ambe, Saxo en Nostrademus (diep bruin) proeven…..we worden er duizelig van.  Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt! Ook al spreken we een andere taal iedereen begrijpt iedereen…..’t Kan ook niet anders….. of is de Caracole die er voor iets tussen zit? Toch onthouden we het volgende: Caracole is geïnspireerd op de bijnaam voor de inwoners van Namen. “Trage slakke” . ‘t Is trouwens het embleem van de Waalse hoofdstad. Ons gastgezin kan er heel wat grapjes over maken. ’t Zijn plezante gasten die Walen……..

 

 

Na de lange en zware ontvangst willen we ons toch wat verfrissen en een ander pak aantrekken. We worden hier werkelijk totaal verwend, de gehele 2° verdieping krijgen we ter onzer beschikking. Een grote living met een fameus uitzicht op de Maas tot bij Marche les Dames.  Twee kamers en een badkamer met alle snufjes.

In speeltempo nemen we om beurten een lekkere douche. Rond 20h zijn we heel verwonderd dat onze vriend Pol zich nog niet heeft gemeld . Wat blijkt wanneer ik hem telefonisch oproep…..??  De sloeber, zit beneden al meer dan een half uur te pintelieren samen met het gastenpaar…..

 

Op aanraden van de gastvrouw gaan we souperen in Brasserie “Midis” . Pol moet ons veel vertellen , hij heeft een bewogen dag achter de rug. Ieder van ons kent  _zijn vandaag begraven vriend. We kwamen hem regelmatig tegen op onze dagritten  in de omgeving van Damme. De man wist, als gepensioneerde bierhandelaar, alle goede terrasjes te waarderen…..Gelukkig heeft hij er goed van genoten!

 

 

Met een goed gevuld buikje slenteren we terug naar ons verblijf….

Maar wat blijkt, het gastenpaar samen met enkele familieleden zitten ons nog op te wachten. Ze willen ons nog trakteren op een slaapmutsje. Het wordt echter nog een heel lange praatavond. Terwijl we gaan eten waren hebben ze mijn blog bekeken en hebben kunnen vaststellen dat wij alle vier oud “Compostela pelgrims “ zijn.

De band als gelijken is dus heel groot als blijkt dat Mieke en Georges het stuk tussen Leon en Ponferrade met als hoogtepunt de “Cruz de Ferro” als pelgrims gestapt hebben.

 

Hun B&B hier in Sclayn ligt zelfs op een pelgrimsroute de “Via Mosana” een veel gestapte pelgrimsweg langs de Maas, hoofdzakelijk gebruikt door Nederlanders en Duitsers.   Regelmatig hebben ze stappers, die komen via Maastricht of Luik om zo langs de stroom in Namen te geraken.

 

De weg door Namen wordt zelfs aangegeven door bronzen jakobsschelpen die stevig verankerd zijn in de Waalse grond. Vanaf de "Pont des Ardennes", leiden deze schelpen hen op weg naar Compostela door de Waalse hoofdstad. We zullen ze morgen wel opmerken verzekert Georges ons.

 

 

Het wordt heel moeilijk om nog deftig de gesprekken in een mengelmoes van Waals, Frans en West-Vlaams en af en toe algemeen Nederlands  te blijven volgen…..We spreken af - morgen om 8h30 ontbijt! Slaapwel iedereen!

 

Start :         Visé   9h00

Aankomst: Sclayn  16h30

Afstand :    74km

Weer:         Fris, grijs veel wind +/- 4 à 5BF & 14°C

 

Verblijf:

 

Chambres d’hôtes  L’Ecluse

 Rue du bord de L’eau 250   5300 Sclayn

Mieke  &  Georges Henriette-Delory

081 58 82 97   of  0473 38 09 27

 

Mieke.delory@skynet.be

02-11-2012 om 17:09 geschreven door Via de la Plata


05-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.04 Dag 3 Sclayn – Buzet woensdag 18 april 2012

04 Dag 3 Sclayn – Buzet woensdag 18 april 2012

 

 

Gelukkig heb ik mijn gsm stopwatch om 7h45 laten aflopen. Hugo is al klaar en Antoine is badkamer gebruiker. Mijn slaapmaatje Pol weet nog van de wereld niet.

Toch zijn we net op tijd beneden en laten we het gastgezin niet wachten om te ontbijten. Mieke en Georges  zijn druk in de weer en presenteren ons een fameus maal. Ook zij, als fervente stappers en fietsers, weten dat een goed ontbijt wordt gewaardeerd .  “Trek maar een extra jas aan”, verwittigd onze gastheer ons.

“’t Is slechts 6 à 7 °C  en langs het water staat de wind op kop”.

 

       

      

Met spijt verlaten we “L’écluse”,  het was een onvergetelijk verblijf. Hierover zullen we nog jaren spreken, verzekeren we het gastgezin. Ondertussen hebben we al wat Waalse maniertjes geleerd, iedereen kust iedereen hier, waarom zouden wij het ook niet doen. Voilà, om 9h00 stipt zijn we opnieuw vertrokken voor een volgend avontuur.

 

 

Rustig aan volgen we de Maas, het blijft een goede trekweg. Toch moeten we af en toe de oever verlaten, industriekaaien verhinderen soms de doorgang.  Het zicht op de linker oever is fenomenaal. Iets voorbij Namèche rijden we voorbij de fameuze rotsen van Marche-les-Dames…..Geschiedenis jongens…..”Wat hebben we op school geleerd” ???  Koning Albert I is hier verongelukt bij de beklimming van de rotsen aldaar. Toch blijft er een duister waas over dit ongeval hangen. Heel logische vragen bleven onbeantwoord!!

Wij trekken het ons echter niet aan en peddelen rustig verder richting Namen.

Namur, de Waalse hoofdstad en zetel van het Waalse parlement.

We herkennen duidelijk de gebouwen gelegen op de samenvloeiing  van Sambre et Meuse met op de achtergrond  de citadelle.  

 

       

 

Geen van ons begrijpt hoe het mogelijk is dat Wallonië twee regeringen heeft,  dat van het Waalse gewest hier in Namen en dat van de Franstalige gemeenschap in Brussel.  Na een poosje worden we het over een zaak eens, er zijn in ons land zes regeringen. Ja teveel, veel teveel….Toch denken we dat er tweemaal zoveel Vlamingen zouden zijn! Raar hé. We blijven niet filosoferen, want het verkeer vraagt teveel van onze aandacht. We moeten over “Pont des Ardennes “ van Jambes naar Namur. Het drukke verkeer doet ons voor alle veiligheid op het voetpad rijden. Zo geraken we zonder probleem op de kade aan de rechteroever van de Samber.

 

         

 

We moeten onder enkele bruggen door en houden halt recht tegenover de “Citadelle”. Maar we laten ons niet verleiden om de steile hellingen op te klauteren.

We moeten ons echter met drank bevoorraden. We vrezen dat we straks kilometers lang geen verkooppunten meer zullen tegenkomen.

 

 

We blijven de Samber volgen tot we niet meer verder door kunnen rijden. Noodgedwongen stappen we af en wagen ons over de sluis en stuw naar de andere oever. Na enkele industriezones  rijden we nu in een groen landbouwgebied . De rivier maakt kort na elkaar een viertal slingerbochten.

 

 

Links van ons zien we het “Monastère des Clarisses de Malone”. Maar dat dit zo’n bekende plaats zou worden wisten we toen helemaal nog niet!

 

Het bochtige parcours doet ons duizelen omdat de wind soms links en soms rechts van ons blaast…..We vorderen langzamer dan voorzien. Steeds meer krijgen we af te rekenen met grijze donkere wolken die op ons afkomen. Hopelijk blijven we gespaard van veel regen. Kort na elkaar rijden we dorpen zoals Floriffoux, Floreffe, Franière en Soye voorbij, zonder veel teken van leven. We zullen het vandaag opnieuw zonder aperitiefpauze moeten doen. Gelukkig hebben we onze bidons met water gevuld! Mornimont en Han-sur-Sambre zijn de volgende dorpen zonder zichtbare eetgelegenheden. Dus doorstuiven tot Auvelais en daar hebben we prijs.

Het is er zelfs wekelijkse markt, en dit vlak bij de oever….Hebben we geluk ja! Honger maar vooral dorst doet ons het dorp binnen fietsen op zoek naar een terrasje.

 

 

Een terras is vlug gevonden .We wringen ons tussen de marktbezoekers en worden onmiddellijk bediend……oh lala die Leffe smaakt zeg!  Eten kunnen we hier niet krijgen, maar de mensen naast ons verwijzen ons naar het warenhuis “Champion” iets verder. Daar maken ze sandwiches en is er een kleine zitplaats. Kom jongens we laten het ons daar smaken. Een broodje met een soepje.…..en een biertje natuurlijk.

 

Wanneer we in Tamines over de brug naar de andere oever moeten hebben we juist 50km op ons tellertje. Het is niet te geloven hoeveel kilometers we afgelegd hebben langs die erg kronkelende Samber! We vermoeden dat de afstand langs de rivier dubbel zolang is als deze langs de weg. Zo  heeft onze gastheer Georges er deze morgen ook overgedacht!  

 

 

In Châtelet moeten we de Samber verlaten. We klauteren rechts naar boven langs een smal paadje. We rijden recht naar het station van Châtelineau. Gelukkig kan ik nu met de gps het traject van de Ravel1 blijven volgen…..De groene pijlen op de baan hebben hun beste tijd gehad en zijn dringend aan vernieuwing toe.

 

 

Nu kunnen we langs een groen pad met prima asfalt een oude spoorwegbeding blijven volgen.  Af en toe zijn er gevaarlijke kruisingen tussen verlaten industrie gebouwen.  In Gilly, moeten we  kort na een enkele drukke autowegen en een spoorlijn kruisen.

 Jumet, op ons tellertje staan er ondertussen 70 kilometers. We stoppen onafgesproken aan een volkscafé.  Wat een gezellige drukke boel is het hier…..Gelach en getater stopt wanneer we binnenstappen. Wanneer we elk een blonde Leffe en onze Antoine een Duvel bestellen, komen de tooghangers terug in actie. Een van de mannen, een jongeling,  hoort ons West-Vlaams. Fier als een gieter, komt hij een mondje meepraten. Hoe is die hier in godsnaam aangespoeld?

 

 

Van Jumet moeten we naar Roux, het blijft nog altijd oplopend vals plat. Wat een aangename weg door het bos d’Heigne. Toch zijn er hier en daar sluikstorten die de natuur verstoren, schande!

Iets voorbij Roux duiken we door een park naar beneden en stuiven over een smalle brug. Eindelijk zijn we aan het kanaal Brussel-Charleroi gearriveerd.

 

We volgen het kanaal en rijden voorbij Gosselies, Courcelles en Viesville.

Het wordt steeds donkerder, tot iets voor Luttre, het onvermijdelijke gebeurd. Onder een brug moeten we onze zeiltjes aantrekken, niet zo aangenaam natuurlijk.  In Luttre moeten we over een voetgangersbrug…..ai het is de fietsen naar boven en beneden dragen. Een fietsgootje naast de trappen, daar hebben ze hier blijkbaar nooit van gehoord!  Mijn maatjes moeten mij nu volgen ,enkel de gps weet langs waar we moeten rijden. De hellingen volgen elkaar op, dat was te verwachten.

Dwars door uitgestrekte landerijen is het opboksen tegen regen en wind.

Vlak bij een grote boerderij kunnen we gelukkig enkele minuten schuilen.

Lang duurt het niet eer we bezoek krijgen van de nieuwsgierige boer. En jaja het is een Vlaming. Blij dat hij nog eens echt Vlaams met ons kan spreken…..Wanneer de vlaag voorbij is kunnen wij verder .Het is echter oppassen geblazen voor zoveel slijk op boerenwegels!

 

 

We kruisen een spoorlijn en volgen deze tot in het dorp Obaix. Dan moeten we door een tunnel onder de spoorweg en arriveren in Buzet. Zonder probleem brengt de gps ons bij  “Le coteau du Buzet”, onze vooraf gereserveerde chambre d’hôtes voor vandaag. Het is 17h30, iets vroeger dan de afspraak, gelukkig worden we verwelkomd door een van de dochters. We krijgen onmiddellijk twee mooie ruime kamers met prima sanitair ter beschikking.  

 

Terwijl we onze tassen van de fietsen afnemen komt onze gastvrouw Isabelle toegelopen. Ze had ons wat later verwacht, maar is heel enthousiast! Enkele minuten later is haar man Pierre er ook…..

Zoals we gewoon zijn in Wallonië krijgen we onmiddellijk een stevig biertje aangeboden…..natuurlijk appreciëren we dat!

 

 

 Pierre, onze gastheer, is een hartstochtelijke fietser en laat ons genieten van een heerlijke magnum “St-Feuillen Tripel”. We zijn opgetogen , wat een smaak, een unieke combinatie van hop- mout- en gistaroma ,echt verrassend lekker.

Onze fietsen kunnen we in een fietsenstalling bergen…..Neen toch ! het is hier werkelijk een fietsatelier. Pierre doet met de gehele familie jaarlijks ook grote tochten.

 

Na onze was- en plasbeurt willen we de innerlijke man versterken. Onze gastvrouw belt enkele adresjes dichtbij, maar deze zijn dicht. Ze stelt voor ons tot Pont à Celles te voeren en straks terug te halen. Wat een service krijgen wij zeg!

In L’Improviste worden we door de chef, de man is van Bosnische origine, echt verwend……Hij presenteert ons een overvloedig Italiaanse maaltijd, met prima aangepaste wijnen. We zijn het er over eens, hier hebben we genoten van een prachtig eetfestijn. 

 

 

Pierre komt ons ophalen en na een slaapmutsje kruipen we moe maar voldaan… deze avond op tijd, onder de lakens. Slaapwel jongens, zullen we oordopjes nodig hebben???

  

Start :         Sclayn   9h00

Aankomst: Buzet  17h30

Afstand :    88km

Weer:         Fris, grijs veel wind +/- 4 à 5BF & 11°C

 

Verblijf:

 Chambre d’hôtes  Le Coteau du Buzet 

Rue du Marais 11  6230 Buzet

Isabelle & Pierre Grégoire-Taminiaux

071 84 39 38  of  0475 87 11 73  of  0477 55 93 04

Pg61@skynet.be

http://home.scarlet.be/lecoteaudubuzet/

05-11-2012 om 18:26 geschreven door Via de la Plata


08-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.05 Dag 4 Buzet – Mons donderdag 19 april 2012

05 Dag 4 Buzet – Mons donderdag 19 april 2012

 

 

We hebben geluk vandaag……we moeten niet zoveel kilometers fietsen. Iets langer slapen doet deugd, na die winderige rit van gisteren. Wanneer we aan de ontbijttafel zitten komt Isabelle ons een door haar man getekende schets van de te volgen weg brengen. Zij moet ons overtuigen, de beschreven route te rijden.  Pierre meent dat we dit deel van Wallonië zeker moeten zien!

 

 

We zijn echt nieuwsgierig wat hij ons van zijn regio wilt tonen.

Na een overvloedig ontbijt met een assortiment aan zelf gemaakte confituren verlaten we ‘Le Coteau du Buzet” . Zoals het hoort bij onze Waalse vrienden, met een afscheidskus natuurlijk.

 Isabelle vraagt ons om het aapje op de markt van Mons te aaien. Met jullie linker hand hé, gebiedt ze lachend , je kan dan een wens doen….Nog een groepsfoto en weg zijn wij!

 

 

Na 4 km zijn we in Pont à Celles aan het kanaal Brussel-Charleroi. Het is fris maar niet meer zo dreigend als gisteren. ’t Beloofd een mooie fietsdag te worden. Zoals gewoonlijk moeten we onze eerste kilometers wat gezapig afleggen. Hugo is een diesel. We kennen onze vriend, eenmaal op dreef neemt hij de kop van het peloton,  beuken tegen de wind is zijn specialiteit. Ja dan moeten we ons reppen om in zijn wiel blijven!

 

 

  Tussen flauw hellende groene bermen peddelen we rustig voorbij Gouy-les-Piéton naar Seneffe. Plots verhindert een zijkanaal “la Marlette” ons om recht door te rijden. We moeten naar links, door een watersport centrum over een baileybrug, om terug aan het grote kanaal te geraken.

 

In Seneffe is er de splitsing van het kanaal naar Brussel en deze naar Mons “Canal du Centre”. In Manage bij de industriezone “Le Nautic” moeten we even weg van het kanaal, over een brug naar de andere oever. Na Bois-d’Haine is er geen industrie meer en rijden we tussen het groen naar opnieuw een splitsing. Rechts het nieuwe kanaal naar de Strepy-lift en links het “Canal du Centre Historique”. 

 

           

We moeten noodgedwongen het nieuwe kanaal volgen tot we aan “Barrage Guillotine” over een brug kunnen. Maar de eigenaardig constructie moet eens van dichtbij bestudeerd worden. Ik veronderstel dat er een afsluitpoort naar beneden kan komen. Om een te hoge waterstand in het aanloopkanaal naar de scheepslift te vermijden.

 

   

Het kanaal dat we nu volgen is veel smaller en ouder en toch is er wat industrie, hoofdzakelijk verwerking van oud ijzer. Aan het oude sluiswachters gebouwtje “Pont de Houdeng” komen we aan de 1° van de vier hydraulische liften van het Canal Historique du Centre”.  Enkele panelen leren ons meer over de geschiedenis van dit vernuftig staaltje van staalbouw uit de 19° eeuw.

 

 

We lezen dat dit nu door Unesco als werelderfgoed opgenomen is.  De vier liften overbruggen een hoogteverschil van elk 17meter met als energiebron “Water”. Het ontwerp van Ingenieur Clark is nog steeds in werking voor pleziervaart en toeristenbootjes.

 

Het kanaal Houdeng-Goegnies  is gegraven om te voldoen aan de behoefte van de kolenindustrie, voor schepen tot 300 ton. Het grote probleem, een hoogteverschil van 66 m op 7km overwinnen werd opgelost met deze vier “Ascenseurs  Hydraulique” en zes gewone Ecluses. Ze werden uitgevoerd door Cockerill Seraing. Technische moeilijkheden,  hoge uitvoeringskosten en tonnage beperkingen moesten concurreren tegen de spoorwegen. Ja ze hebben het overduidelijk verloren…..

 

We blijven lang de werking van de lift nr.1 volgen…..maar het verloopt niet te best. Bepaalde onderdelen sluiten niet, jaja ’t blijft maar duren! We rijden verder en komen voorbij “Cantine des Italiens” een levende getuigenis van de massa-immigratie van Italianen voor de steenkool-  en metaalindustrie na de 2° Wereldoorlog in 1946. Deze houten barakken zijn de laatste overblijfselen en nu blijkbaar als museum ingericht. We zijn er echter voorbij zonder dat we een toegang opgemerkt hebben vanaf ons fietspad.

 

  

Mij maatjes en ikzelf zijn heel blij met de door Pierre voorgestelde route.  Hier is het ongelofelijk mooi, groen en rustig. Ja dit hadden we nooit kunnen vermoeden, het is een unieke ervaring om zoveel onbekends te kunnen bewonderen. We zijn het met elkaar eens dit is  het mooiste stukje dat we op onze Wallonië tocht tot nu toe ervaren hebben. Toch zijn we zeker dat het in de weekends en zomermaanden hier heel druk kan zijn.

 

 

 Kort naeen peddelen we voorbij liften 2 en 3 en een gebouw met twee torens,  het is blijkbaar het waterwegen kantorengebouw  van het gebied.

Van hieruit kan alles ook per plezierboot en of toeristentreintje bezocht worden. Na lift 3 in Bracquenies moeten we door een park naar beneden en rijden enkele antieke brugjes voorbij.  In de verte zien we boven de huisjes het silhouet van een monsterlijk kunstwerk “De scheepslift Strepy-Thieu”.

 

 

Langs een aardeweg door de kleurrijke maar slordige achterbuurtjes komen we bij het kunstwerk. Deze kabelscheepslift vervangt de 4 antieke liften en is 73m hoog en kan schepen van 1350 ton naar boven en of naar beneden brengen. Deze lift is in gebruik genomen in 2002.  Als bouwkundige moet ik bewonderend kijken, het is een uitzonderlijk bouwwerk met een kombinatie van staal en beton. Wanneer we het bezoekerscentrum binnenstappen denken we hier de mogelijkheid tot eten en drinken te vinden. Meer dan papieren foldertjes zijn er niet.

 

 

We vermoeden dat dit gedrocht een van de compensaties voor Zeebrugge is. Transfer van Vlaanderen aan Wallonië dus.  Zouden er veel schepen van deze lift gebruik maken, na de sluiting van de mijnen en het minimaliseren van de staalindustrie? Wat zou dit hier allemaal gekost hebben…en dit waarschijnlijk, om te voldoen aan de dwaasheid van enkele “Rode Waalse rakkers” ? Wie zou hier het meest aan deze vergezichten verknoeier verdiend hebben ? Dit zou best wel één van de fameuze Belgenmoppen kunnen zijn. Haha we hebben weer heel wat stof  om onderweg over te filosoferen.

 

In het dorpje Thieu  vinden we helemaal niets, noch café noch winkel. Waarom zouden we niet verder rijden naar Mons ’t is tenslotte nog maar 13h00.

Voilà opnieuw geen aperitief vandaag jongens. We komen opnieuw langs het kanaal Alles is hier nieuw en verzorgd….In Obourg zien we op de andere oever de fameuze en alom bekende cementfabriek van Holcim. Een kilometer verder rijden we over een sluizencomplex naar de andere oever.

 

 

Wanneer we het bordje  Mons voorbij rijden is het 13h30, dorst en honger doet ons onder een viaduct links afrijden. 100m verder op een pleintje ziet Pol een Pizzeria.   Het restaurant zit overvol, gelukkig kunnen we een tafeltje bemachtigen.

Het is hier op en top Italiaans alles moet snel, snel besteld worden, neen Antoine niet twijfelen aub! We krijgen onmiddellijk de bestelde blonde Leffe. De fameuze pizza volgt heel vlug. Na een koffie en met een zalig gevuld buikje gaan we op weg naar onze verblijfplaats voor vandaag.

 

Vooruit, de Gps instellen en het is 15h30 wanneer we zonder enig probleem bij de vooraf gereserveerde  B&B aankomen. Op hoop van zegen, zou het gastgezin ons nu reeds kunnen ontvangen? Jaja de deur wordt na enkele minuten geopend door de onderhoudsvrouw die ons meldt dat mijnheer  Robert niet aanwezig is en zij ons niet kan ontvangen. Gelukkig bestaat de gsm. Ik roep onze gastheer op….en we kunnen onze fietsen bergen, andere kledij aantrekken en de stad bezoeken. Om 18h komt hij thuis en zullen we over de kamers  kunnen beschikken. Voilà na veel en lang aandringen is het opgelost! 

 

 

Daar gaan we dan als echte toeristen de voor ieder van ons onbekende stad Mons bezoeken. Moeilijk lijkt de stad niet .Na enkele minuten staan we op” la Grande Place”.  Toegegeven Mons is een stad waar je niet zomaar komt! Voor de bendeleden is het dan ook de eerste maal dat wij de hoofdstad van Henegouwen bezoeken.  En zoals Isabelle deze morgen vroeg, zien we het gotische stadhuis, zoeken het aapje en zoals de legende vertelt, wrijven we flink over het kopje……Benieuwd welk geluk ons nu zal overkomen na al dat wrijven ??? Wat meer is….nu behoren we tot de groep beroemde mensen zoals Keizer Karel, Napoleon en de Keizer van Japan. Zij waren ons voor met het aaien van het aapje!

 

 

 

Dat Mons op een helling gelegen is ondervind je onmiddellijk wanneer je de stadshuistoegangspoort binnenstapt.  We zijn echt verwonderd en wanen ons op de binnenplaats, in Brugge. Toegeven alles is hier mooi bewaard en heel verzorgd. Ja het is er aan te zien dat Elio hier de scepter draagt! De kern van de stad is niet groot, je ontwaard een aantal ringen en smalle straatjes….spijtig dat men hier en daar toch storend, auto’s parkeert!  

 

 

We bezoeken de Waudru-kerk met binnenin de “Car d’Or” de vergulde wagen van de jaarlijkse processie…Toch slenteren we terug naar de markt waar we op een terrasje met een St-Feuillien genieten van een flauw zonnetje.  Na het gezellig drankpartijtje, slenteren we terug naar onze chambre d’hôtes. In tegenstelling met de vorige dagen, worden we hier eerder koel en wat uit de hoogte ontvangen door de gastheer Robert.

 

 

Toch zijn we opgetogen met de heel sjieke en zeer comfortabele kamers .

Na onze was- en plasbeurt wordt het hoog tijd om de innerlijke mens te versterken.

Op aanraden van onze gastheer zakken we terug af naar de grote markt.

 

 

We stappen onmiddellijk en zonder aarzelen Bistro l’Excelsior  binnen.

De gelagzaal van de brasserie lijkt een “art nouvau Parijse bistro”. Sierlijke glasramen , tafeltjes met glimmend koper en de groen lederen zitbanken doen ons onmiddellijk neerploffen. Er heerst een Italiaans-Franse sfeer .We kiezen natuurlijk voor een St-Feuillien. Wat een service, we worden in sneltempo uitstekend bediend door,  een op en top uitziende Italiaanse garçon. Ook ons eten wordt met veel zwier, zoals het hoort geserveerd. Na een heel aangename praat- drinkavond en een flink gevuld buikje slenteren we terug naar onze verblijf. Oordopjes zullen zeker nodig zijn!

 

Start :         Buzet   9h30

Aankomst:           Mons  15h30

Afstand :    61km

Weer:         Fris en grijs +/- 13°C

 

Verblijf:

B&B  Compagnons 11 

Rue des Compagnons 11   7000 Mons

Françoise Menier  &  Robert Herouet 

065 33 44 14  gsm 0499 99 76 60 of 0475 28 07 27

info@compagnons11.be

http://www.compagnons11.be/

 

08-11-2012 om 17:33 geschreven door Via de la Plata


12-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.06 Dag 5 Mons – Bossuit vrijdag 20 april 2012

06 Dag 5 Mons – Bossuit vrijdag 20 april 2012

 

 

Alles verloopt wat langzamer. Worden we door het Waalse virus besmet misschien? Wat een luxe hier in deze chambre d’hôtes. In de badkamer is er zelfs een sauna en een doorloopdouche. Ach, wij als fietsers hebben geen nood aan al die zaken. Een goed bed, een gewone douche en een flink ontbijt, meer vragen we niet. Allé….Je weet het natuurlijk nooit op voorhand. Toch zijn we om 8h30 klaar en we willen ontbijten.

 

 

Ai ai, ook al is het hier een B&B de luxe, we missen de aangename Waalse warmte van de drie vorige dagen….Alles lijkt wat aristocratisch en koeler. Het ontbijt is goed maar zakelijk, de gastheer blijft afzijdig en wat meer is, een gastvrouw laat zich helemaal niet zien! Afrekenen en vertrekken is de boodschap. Na wat aandringen, kunnen we toch een foto maken samen met de gastheer.

 

 

Voor we de stad verlaten, maken we nog een kort ritje door het centrum. Deze stad blijft ons bekoren….. Wanneer we over een lange viaduct voorbij het station rijden herkennen we de weg langs waar we gisteren de Ravel hebben verlaten. Enkele minuten later zijn we bij “Le grand large”.

Tussen enkele watersportcentra en rond het meer geraken we op de oever van het kanaal.

 

Onmiddellijk moeten we over een voetgangersbrug, naar de andere oever van het kanaal naar Péronne. Tussen het groen krijgen we een aangenaam fietspad tussen een drukke weg en het kanaal.

 

 

Snel zijn we voorbij de industrieterreinen van Ghlin tot Boudour naar Tertre. Tussen Tertre en Hautrage komen we in een groene veeteelt- en landbouwzone met een goedlopend oeverfietspad tot bij de splitsing van Pommeroeul. Het verwonderd ons, kilometers lang is er hier langs het kanaal geen industrie te bespeuren. In Blaton moeten we over een brug van het kanaal naar Ath.

Via een rondpunt komen we terug op onze Ravel langs het kanaal. Op het rond punt staat het skelet van een “Dinosaurus” deze leefde volgens onderzoekers zo’n 125 miljoen jaar geleden.

 

 

Ze zouden zo’n  levensduur hebben gehad van gemiddeld 180 jaar. In Bernissart zijn rond 1878 de overblijfselen van een 30-tal “Iguanodons”, een variatie op de “Dinosaurus”, opgegraven in een kolenmijn.

 

 

Na Blaton komen we voorbij  “La Porte de Garde de Bernissart”.  Opnieuw een van die eigenaardige constructies. We blijven het kanaal oeverfietspad volgen, het pad ligt er slijkerig bij…..We moeten afstand houden anders zijn we besmeurd door vieze modderspatten van je voorganger.

In Péruwelz komen we voorbij een plezierhaven in een zijarm van het kanaal.

 

 

Na Roucourt moeten we  het kanaal verlaten in Callenelle.  We moeten verder langs een smal water “ Canal Historique”. Een prachtig stukje groen, het lijkt wel een lange dreef. Het is zalig fietsen voorbij het slapend dorp Maubray.

Het wordt steeds donkerder, straks krijgen we nog een nationale drass. ’t Wordt hoog tijd voor een aperitiefmoment. Net voor Péronnes hebben we geluk.

 

 

Zonder veel woorden stoppen we en vleien ons neer in een van de pleziervaart kantines. We bestellen blonde Leffe en een Duvel voor Antoine. Het wordt noodgedwongen meer dan één aperitief. Het geluk is met ons, de regen valt met bakken uit de hemel…..Zouden we ondertussen iets kunnen eten? Na wat aandringen is de waardin bereid voor ons een “croque monsieur” klaar te maken maar we moeten wat geduld oefenen…..

Geen probleem madame, we zullen nog een drankje nemen en ons wat opwarmen!

 

 

Na onze, wel iets te lange verplichte drank- eet- en rustpauze, trekken we verder. We moeten diep in onze tassen zoeken naar ons zeiltje….Want het blijft nog_ nadruppelen. Langs “Le grand large de Péronnes”  met enkele vervallen oude droogdokken komen we bij een groot sluizencomplex naar de Schelde. Voorbij de sluizen moeten we naar de andere oever richting Antoing.

 

Na enkele kilometers kunnen we ons regenmanteltje opbergen en komt de zon zelfs tussen de wolken doorpiepen.

Net vóór Antoing zien we aan de overzijde vervallen kalkovens. De kalkindustrie is historisch nauw verbonden met de streek. Kalk de voorloper van cement, wordt hier al eeuwen ontgonnen om de stenen voor de woningen aan elkaar te kleven.

 

 

Kalk is eigenlijk een overblijfsel van zeeorganismes, zoals schelpen en schaaldieren. De kalksteen wordt gebrand om er kalk van te maken. Wat na de verbranding aan 800°C over blijft is kalk. Het overblijfsel moet nog geblust worden door besproeiing met water. Het volume vergroot fors en is pas dan bruikbaar.

 

 

Juist voorbij Antoing zien we de grote cementfabriek van CBR. Cement is gekomen in vervanging van kalk. Het wordt bekomen door een veel hogere temperatuur bij de verbranding. Men gaat tot 1400°C. Zo ontstaat er een smeltingsproces en bekomt men cement in plaats van kalk. Alles gebeurt in een draaiende oven. Cement moet ook niet geblust worden. Het is een Engels procedé vandaar de naam Portlandcement.

 

Na Bruyelle, Calonne en Chercq, ontwaren we opnieuw veel industrie op de Scheldeoevers. We rijden op de trekweg tussen het water en hoge bakstenen muren van rode fabrieksgebouwen. In de verte duiken plots de contouren van Tournai op.

We herinneren het nog zeer goed als was het gisteren. Toen we terugkwamen van onze “Elzas fietstocht” in 2009 wilden we Doornik bezoeken. Hevige regen deed ons toen echter doorrijden……’s avonds hadden we spijt dat we Tournai niet binnengereden zijn. Drie jaar later en de bende staat eindelijk op de” Grand’Place” de Tournai.

De stad is in blijde verwachting van de “Tour de France”. Aan het belfort hangt een enorm grote “Maillot Jaune”. Raar maar waar de 2° rit van de Tour de France “Visé - Tournai “zal hier op 2 juli aankomen. Net de rit die we de laatste drie dagen gedaan hebben, maar dan wel langs de Waalse waterlopen.

We staan in bewondering, deze grote markt is prachtig. Aan de ene zijde de enorm grote kathedraal de “Notre-Dame” en de andere kant het 70m hoge Belfort. Links van ons een statige rij mooie gebouwen en aan de andere kant zonneterrassen. We zijn het eens, deze zeer oude stad is de parel van Henegouwen. Een stad vol geschiedenis die terug gaat tot Koning Clovis. We maken met plezier gebruik van een uitnodigend terras.

 

Nu onze dorst is gelest, gaan we op zoek naar de Scheldeoever. We moeten voorbij de alom bekende “ Pont des Trous “ op de Quai des Salines. Een overblijfsel van de stadsomwalling met metersdikke muren. We zien duidelijk dat de middelste doorgang verhoogd werd voor de scheepvaart. Vroeger kon men blijkbaar met dit bouwwerk alle doorgang gewoon afsluiten, ook op het water.

 

 

We blijven op de rechter oever, weg van het drukke verkeer. Heel vlug zijn we tussen de groene velden voorbij Froyennes op weg van Esquelmes naar Kain. We naderen onze bestemming voor vandaag. In Spiere-Helkijn weten we het echt niet. Zijn we nu al in Vlaanderen? Hier is het blijkbaar heel moeilijk, wij denken dat de Schelde de natuurlijke taal-en provinciegrens vormt.

 

 

Maar er zijn door het rechttrekken van de Schelde enkele mooie oude armen met veel natuur afgesneden. Gevolg “enclaves” aan beide kanten, vooral aan de noordelijke kant, onze kant dus. Daar liggen nu enkele stukje Henegouwen, waar je uit Henegouwen enkel aan kunt als je de Schelde overzwemt. Als je langs de Schelde op het jaagpad fietst, rij je soms enkele tientallen meter door Henegouwen en aan de andere kant door West-Vlaanderen, zonder het te weten. Wat je als fietser allemaal te weet komt is onwaarschijnlijk, vinden wij!

 

 

Om 17h rijden we het oud pompgebouw domein van Bossuit op. Dit pareltje van industriële archeologie is na de renovatie het informatie punt van VVV-West-Vlaanderen Scheldestreek. Hier hebben we een trekkershut gereserveerd. Hugo en ikzelf hebben hier ooit onze allereerste overnachting op onze Compostela oefentocht samen met onze medepelgrims Jacques en Medard in 2005 doorgebracht. We hebben geluk. De verantwoordelijke juffrouw is nog aanwezig, we krijgen onmiddellijk de sleutels en kunnen een douche nemen in het gerenoveerd pompgebouw.

 

 

Maar dat doen we niet, onze vriend Pol moet deze avond thuis zijn en wilt ons trakteren vooraleer hij doorfietst tot Kortrijk, alwaar hij naar Brugge zal sporen.

We vleien ons neer in het heel mooie taverne-restaurant “Beaufort” eveneens in het pompgebouw. Na enkele frisse dorstlessers neemt onze vriend afscheid van de bende.

We zullen elkaar volgende week terugzien om duidelijke afspraken te maken voor onze “Canal du Midi” fietstocht.

 

 

Hugo, Antoine en Bob genieten, na onze was- en plasbeurt, van een feestelijk avondmaal met aangepaste wijn, in het restaurant “Beaufort”.

We moeten ons warm induffelen in de slaapzak…..we zijn wat moe.

 Na enkele ogenblikken is het muisstil…..hopelijk een gehele nacht!

 

 

Start :         Mons   9h30

Aankomst:           Bossuit  17h00

Afstand :    75km

Weer:         Fris en grijs,  later zon  +/- 17°C

 

Verblijf:

Trekkershut  Pompgebouw Bossuit

Doorniksesteenweg 402   8583  Bossuit (Avelgem)

VVV West-Vlaamse Scheldestreek 

Kimberly Scheerlinck

www.westvlaamsescheldestreek.be

vvv.scheldestreek@skynet.be

12-11-2012 om 10:27 geschreven door Via de la Plata


15-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.07 Dag 6 Bossuit – Brugge zaterdag 21 april 2012

07 Dag 6 Bossuit – Brugge zaterdag 21 april 2012

 

 

Slapen in een slaapzak,  we zijn het niet meer gewoon…..en toch voelt iedereen zich tiptop en goed uitgeslapen. Een na een nemen we een douche in het pompgebouw. Niet dezelfde luxe zoals gisteren, maar we zijn vlug tevreden.

Na onze lange en uitgebreide feest- en praatavond van gisteren, hebben we de uitbaters kunnen overtuigen om voor ons een ontbijt klaar te maken. Gelukkig is er in de trekkershut een koelkast waar we alles vers hebben kunnen houden.  Geen koffie maar chocomelk vandaag.  ‘t Is genieten van het overvloedige ontbijt in de gezellige warmte van de trekkershut. Opruimen, fietsen beladen, opkuisen en we zijn er mee weg voor onze laatste fietsdag.

 

 

Als wij om 8h30 het hazenpad kiezen, is er nog  geen leven te bespeuren op het domein. Het is grijs en fris, we vrezen dat we vandaag onze capes zullen nodig hebben.  Nadat de sleutel in de brievenbus is gedeponeerd, vertrekken we vanuit Bossuit. In Avelgem rijden we onder de alom bekende “Brug van de Waterhoek”. Inderdaad de door Stijn Streuvels beschreven brug uit zijn boek “De teleurgang van den Waterhoek”. Maar het is bijlange niet meer de fameuze metalen vakwerkconstructie natuurlijk. De oorspronkelijke brug is vernietigd in WO II. Wie herinnert zich de film “Mira” niet, met Willeke van Ammelrooy en Jan Decleir begin jaren 70. De film werd echter opgenomen aan de Durme nabij Hamme vandaar de “Mirabrug” daar, weet Antoine ons te vertellen.

 

 

Veel industrie nu, vanaf Avelgem tot Kluisbergen rijden we ook nog naast de elektriciteitscentrale van Ruien. Iets verder komen we voorbij de “Prefabbeton fabriek Van Maercke”. Ik moet terugdenken aan mijn actieve professionele tijd.

Er waren perioden dat ik hier bijna wekelijks kwam in Berchem-Kerkhove.

 

 

Voorbij Berchem peddelen we rustig tussen de Schelde en rechts van ons de Vlaamse Ardennen heuvels, voorbij Melden naar Oudenaarde. Hier zijn heel wat afgesneden meanders met oude Scheldearmen, puur natuur met veel watervogels. Het is zalig fietsen op de ruime, goedlopende trekweg. Het weer valt mee, misschien krijgen we nog zon vandaag!

 

 

Het is nog geen 10 h en we staan op de markt van Oudenaarde met haar prachtige stadhuis. Spijtig, deze parel van een bouwwerk verliest al haar waarde met die verdomde geparkeerde auto’s eromheen.

 In de kantine van het “Centrum van de Ronde van Vlaanderen” kunnen we ons wat opwarmen en een kopje koffie drinken. Er heerst al een wielertoeristen drukte. Een ploeg luidruchtige Hollanders wordt op sleeptouw genomen door Freddy Maertens.

 

 

We menen dat hij zijn beste “Vlaamsch” zal moeten bovenhalen……zou hij zich verstaanbaar kunnen maken???  Nadat de enthousiaste bende verdwenen is kunnen we eindelijk rustig genieten van ons 2° kopje koffie. Na wat rondsnuffelen vinden we het hoog tijd om onze weg verder te zetten langs de Schelde.

 

 

We beslissen de nummertjes op de linkeroever te volgen. Eenmaal voorbij de sluis, volgen we het fietspad tot Eine.  Nadat we onder een brug doorrijden is er geen autoverkeer meer toegelaten op de Scheldeoever. Toch stuiven ons nog regelmatig toeterende snelheidsduivels voorbij op de brede trekweg……Links liggen er regelmatig oude afgesneden Scheldebochten, zoals de natuurgebieden de “Sterre”, de “Weiput” en de “Mesureput”.  Bij de sluis van Asper houden we een rustpauze na een strak tempo, zijn we ondertussen al 45 km ver.

 

In Eke en Zevergem komen we voorbij de Scheldemeersen gevormd door oude afgesneden Scheldearmen. Prachtige wandelgebieden voor vogelaars en natuurliefhebbers, zo dicht bij de grootstad Gent. Iets verder een splitsing van de Schelde naar Merelbeke .Wij blijven het Scheldekanaal volgen tot Zwijnaarde. We rijden voorbij de oude fabrieken van Fabelta en komen onder de brug van de E40 over het Scheldekanaal.

 

 

Ik kan met trots mijn maatjes melden dat dit de allereerste brug is, welke ik ooit gebouwd heb, zo’n dikke 40 jaar geleden. Er bestond een brug maar deze is afgebroken. Ik moest een nieuwe bouwen, viermaal breder en langer, om de E3 (nu E17) op- en afritten te creëren, terwijl alle verkeer bleef doorgaan.

 

Wanneer we de ringvaart over zijn moeten we noodgedwongen afscheid nemen van onze vriend Antoine. Hij zal de Schelde blijven volgen om in Beveren-Waas thuis te komen. We maken een afspraak om elkaar terug te zien en onze “Canal du Midi” fietstocht te concretiseren. Hugo en Bob blijven de gekanaliseerde rivier volgen tot in Gent. We fietsen langs het water tot de Stropbrug naar de Bijloke. Dan langs de Leie naar de watersportbaan. Zalig toch die fietsnummertjes!

 

 

Door Drongen en Vinderhoute  komen we aan de Brugsevaart in Bierstal.  Het kanaal wordt gevolgd tot aan het sluizencomplex “Schipdonk” in Merendree. Hier buigen we Noordwaarts af en volgen nu het Schipdonkkanaal.  Opletten geblazen bij de oversteek  van de drukke steenweg aan het “Motje” in Zomergem. Na Ronsele zijn we heel vlug in Eeklo. Hugo ruikt zijn thuishaven en is niet meer te houden….het is aanklampen geblazen tot Maldegem.

 

 

Na Moerhuizen aan Stroobrugge, moet mijn vriend en schoonbroer Hugo rechtdoor naar Knokke. Ikzelf neem de Paddepoel richting Damme-Sijsele naar Male. Om 14h30 eindigt onze voorjaarsfietstocht….. Wonder bij wonder ik ben droog thuis geraakt. Nog geen half uur later begint het te regenen…..het geluk was echt met ons!

 

 

Start :         Bossuit   8h30

Aankomst:          Male St-Kruis   Brugge  14h30

Afstand :    107km

Weer:         Fris en grijs dreigende wolken +/- 13°C

 

15-11-2012 om 11:34 geschreven door Via de la Plata


17-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.08 Epiloog Ravel Wallonië-Fietstocht 2012

 

 

08 Epiloog Ravel Wallonië-Fietstocht 2012

 

 

Hugo, Antoine en Pol, vrienden wat hebben wij weer genoten van deze prachtige fietstocht! Het weer was ons toch wel min of meer gunstig gezind, we kregen niet het aangekondigde rotweer zoals in Vlaanderen. Ach die enkele regenvlagen zijn vlug vergeten.

 

Deze Wallonië fietstocht was een vlakke rit door het volgen van de vele waterwegen, stromen rivieren of kanalen. Voor wie een actieve vakantie wenst dicht bij huis, is dit een aanrader.

 

Toen we een rit als voorbereiding op onze jaarlijkse grote fietstocht moesten uitkiezen, viel de keuze op Wallonië.  Mijn fietsmaatjes reageerden eerder koel en waren wat terughoudend als heuse Vlamingen!

 

 

We hebben enkele bedenkingen zowel positief als negatief:

Ons verblijf was veel tekort om veel te kunnen concluderen.

De tocht was 470km met 300km op Waals grondgebied.

Toch moeten onze Waalse broeders nog zeer veel veranderen om hun regio fietsvriendelijk te maken. De bewegwijzering van de Ravel1 is uiterst miniem.

Gelukkig is het voortdurend de een of andere waterweg volgen. Zonder gps was het doorkruisen van steden zoals Luik en Namen een drama. Net zoals de verbindingsstrook tussen de Samber en het kanaal naar Brussel bij Charleroi.

Onbegrijpelijk is het echter, hoe de ontwerpers van deze Ravel je zo’n +/- 20km lang op een levensgevaarlijke verkeersader sturen net na Luik. Om maar te zwijgen van de kilometers lange slechte oeverfietspaden…..Toch trachten ze hier en daar het pad te verbeteren. Gedaan met klagen over de fietspaden in Vlaanderen aub!

 

 

Bij drie van de vier Chambre d’hôtes, bewaren we de beste herinneringen aan de gastgezinnen. We moeten het toegeven, we waren meer dan welkom. Meer zelfs je voelde af en toe, een zekere bewondering tegenover Vlaanderen en de Vlamingen. Wat een verschil met de Francofonen in Brussel. Daar worden we soms, slechts gedoogd als hardwerkende Vlamingen…..

 

 

Wat we het best zullen onthouden is onze lange en diepgaande gespreksavond met het gastgezin en hun familie in “L’écluse” te Sclayn. Georges, een eminente bierkenner, en Mieke als onverbeterlijke gastvrouw, lieten ons tussen pot en pint genieten van een meer dan humoristische en zware verbroederingsavond.

Ook al spreken we een andere taal iedereen begrijp iedereen. Ook hier hebben ze wel degelijk dezelfde samenlevingsproblemen. Er over spreken lijkt eerder een taboe, je wordt hier onmiddellijk als racist beschouwd, leren we tussendoor.

 

De afwisseling tussen kilometers lange vergane industriële glorie op de Maasoevers na Luik en deze langs de Samber bij Charleroi tonen ons imposante roestende vervallen fabriekskathedralen. Toch hebben we ook weidse lege landbouw- landschappen gezien tussen Namen en Charleroi.

 

 

Het mooiste stukje Ravel was echter het “Canal Historique” rond La Louvière met de oude scheepsliften.

 

Mons vonden we als stad het meest aantrekkelijke, hoewel de stad bezaaid is met historische gebouwen waanden we ons in Italië, zeker in de eet- en drankgelegenheden. Ook Doornik vonden we een aantrekkelijke prachtstad.

 

Arm Wallonië wordt er soms gezegd, dat hebben we ook kunnen constateren. Wanneer je langs de achterkant van de werkmanshuisjes rijdt. Vele keren fiets je langs slordige en verwaarloosde kleurrijke koterijen en tussen achtergelaten zwerfvuil. Je waant je in een andere wereld, dit kunnen we ons in Vlaanderen niet meer voorstellen. Toch hebben we, soms heel dichtbij die arme wijken, ook door rijkere en mooie buurten gereden met villa’s en verzorgde tuinen…..wat een contrast!

 

We hebben ook nieuwe industrie opgemerkt, hoofdzakelijk recuperatie van staal, blik, beton en zelfs glas. Er lijkt toch nog hoop voor onze buren in Wallonië.

 

Het was fietsend genieten van natuur, gastronomie, zwanzende en plagende  vriendschap. De onbekende steden en dorpen waren telkens een verrassing, wat valt er toch zo dicht bij huis, veel, ja heel veel te ontdekken.

 

We dromen al van onze volgende grote rit in Frankrijk van de Oceaan naar de Middellandse zee, we zijn het nu gewoon langs de waterwegen……Op naar Bordeaux en het “ Canal du Midi”.

 

Bedankt vrienden het was heerlijk.

Bob.

 




17-11-2012 om 12:25 geschreven door Via de la Plata




>

Blog tegen de regels? Meld het ons!
Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!