Santiago de Compostela 1997

Foto

Reisverslag van pelgrim Willy!

Inhoud blog
  • Calvi del Umbria - Rome 106 km
  • San Damiano - Calvi del Umbria 72 km
  • Assisi - San Damiano 59km
  • Pieve S. Stefano - Assisi 110km
  • Celleta - Pieve S. Stefano 97km
  • Ferrara - Celletta 135 km
  • Oriago ( Venetië ) - Ferrara 129 km
  • Bezoek aan Venetië
  • Campolongo sul Brenta - Oriago (Venetië) 89 km
  • Lavis - Campolongo sul Brenta 103 km
  • Laces - Lavis 117 km
  • Prutz - Laces 104 km
  • Nenzing - Prutz 93 km
  • Roggenbeuren - Nenzing 129 km
  • Tübingen - Roggenbeuren 150 km
  • Bruchsal - Tübingen 114 km
  • Selzen - Bruchsal 140 km
  • Remagen - Selzen 158 km
  • Susteren - Remagen 147 km
  • Essen - Susteren (Nederlands Limburg) 141 km
  • Inleiding

    Rome  2009
    Verslag van broer Herman
    Foto

    Santiago de Compostela 2007
    Verslag van broer Herman

    Foto
    Op spaken naar Rome

    10-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inleiding

    In 2007 fietste ik, voor de derde maal, vanuit Essen naar Santiago de Compostela. Een afstand van ongeveer 2400km, samen met mijn broer Herman. Voor hem was het de eerste keer naar deze bestemming. Het lot besliste er echter anders over. Een val van m’n broer, nog niet eens ernstig, deed de reis vroegtijdig stoppen omdat hij een beentje ter hoogte van de duim brak. Nog een 600-tal km hadden we voor de boeg!
    We maakten toen al de afspraak om in 2009 deze tocht opnieuw te ondernemen. Er ging een jaar overheen toen Herman mij voorstelde om naar Rome te fietsen. “Voor jou wordt het voor de vierde maal door Frankrijk fietsen” zei hij “en ik heb begrepen dat jij ook weleens naar Rome wilde fietsen”.
    Ik vond het idee prachtig, fietsen door een stukje Nederlands Limburg, Duitsland, Oostenrijk, een klein beetje Zwitserland en het overgrote deel natuurlijk door het prachtige Italië.
    Waarom ik deze landen zo voor de vuist kan opnoemen komt omdat we al redelijk snel besloten hadden om de fietsgids “Amsterdam - Rome” te volgen. We verkozen om de route via Venetië te rijden. Mijnheer Reitsma, de schrijver van de drie te volgen boekjes, heeft het allemaal zo fijn uitgezocht dat het echt stom zou zijn om daar geen gebruik van te maken. In elke stad of dorp, groot of klein, heeft hij namelijk de overnachtingsmogelijkheden, de campings en de eetgelegenheden vermeld met ook nog eens de prijsklasse in een beoordeling van een tot vier. Overigens gaat deze fietstocht langs de rustigste wegen. Waarom dus het warm water uitvinden als het al bestaat!
    Zo kabbelde het jaar 2008 naar zijn einde en kwam 2009 in zicht. Het jaar van onze fietstrip naar Rome!
    Alle voorbereidingen werden getroffen: de tenten werden gecontroleerd, alsook de slaapzak en het slaapmatje. Mijn fiets kreeg een extra beurt. Nieuwe achterpion, nieuwe ketting, nieuwe remblokken, nieuwe binnen- en buitenbanden en nooit vergeten beste fietser, de reservespaken! Alles werd nauwgezet nagekeken. Voor m’n stalen ros uit 1996 was het de vierde keer dat hij weer flink wat kilometers onder de wielen kreeg, maar het beestje kon het zeker aan. Dat wist ik zeker!
    Waarom zo vroeg? Wel, het is aangeraden om met al die nieuwe onderdelen wat kilometers te malen, dan kom je er thuis nog achter als er iets niet in orde blijkt te zijn.
    En zo naderde 16 augustus 2009, de dag na moedertjesdag en… een zondag. Het vrachtverkeer kon ons al geen parten spelen.
    Beste lezer, ik laat jullie meegenieten van onze tocht en misschien krijg je wel het water in de mond om ook eens een fietstocht te ondernemen die wat langer duurt dan dat je gewend bent. Het werkt lauwerend! Neem dat van mij aan.

    Veel leesgenot!!

    Willy Beyers.


    >> Reageer (1)
    16-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Essen - Susteren (Nederlands Limburg) 141 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het wekkertje liep vanmorgen stipt om 6u af. Voor mij persoonlijk hing er wat spanning in de lucht, niet veel maar toch…,het is ook niet niks om de ongeveer 2100km naar Rome te fietsen in drie weken!
    Mijn fiets had ik gisteravond al bepakt, kwestie van niet voor verrassingen komen te staan op de dag van vertrek! Vrouwtje Paula was ook vroeg uit de veren, ze reed mee naar broer Herman in Wildert, vandaar begon onze reis echt.
    Een stevig ontbijt met een tas groene thee moest mij de komende uren van brandstof voorzien. Voor de middag hadden we een lunchpakket en daarmee moesten we de dag doorkomen. Vanavond zouden we wel zien wat de pot schafte.
    Om 6.40u waren we op weg, en… verbazing, toen buurman Robert Schuybroek in vol ornaat (lees koerspak) klaarstond om ons te vergezellen naar Wildert! Hij ging ons begeleiden tot op de weg naar Loenhout in Wuustwezel, dan fietste hij terug om in te pikken bij het groepje wielertoeristen waarmee hij op zondag altijd z’n ritje maakt. Een toffe peer die Rob, altijd al geweest. Altijd bereid om te helpen als het nodig is!
    Het ontvangstcomité in de Middenstraat was al op de been. De een al gewassen, de ander nog met pluimen stekend in alle richtingen. Wardje hing uit het raam van de slaapkamer, hij kon zijn broek niet vinden, vandaar… Jef draaide wat ongelovig en schuddebollend met de handen in de broekzakken rond onze fietsen, probeerde eens om ze op te tillen maar dat lukte niet. Veel werd er niet gezegd, maar stuk voor stuk droop het respect voor datgene wat we gingen ondernemen van hun aangezichten. Marcel was de fotograaf van dienst, en moest derhalve verschillende fototoestellen hanteren.
    Een innige omhelzing, nog een dikke kus en om 7.10u waren we definitief vertrokken. Het gaf een gerust gevoel, te weten dat je alles met een gerust hart aan de vrouwtjes kon overlaten, het zijn allebei plantrekkers om het op z’n kempisch uit te drukken.
    Het weer was een beetje grijs en af en toe voelden we wat miezerigheid maar van regen bleven we gespaard. De temperatuur was ideaal, prachtig weer om te fietsen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om in Brecht naast het kanaal naar Limburg te fietsen maar we besloten door de kempen via Loenhout, Hoogstraten, Wortel en Merksplas naar Turnhout te bollen. Vandaar ging het naast het kempisch kanaal richting pannenkoekenboot, en langs het kanaal Herentals-Bocholt en de zuid-Willemsvaart naar Neeroeteren.
    Herman kuchtte onderweg zijn longen zuiver, hij is namelijk vertrokken met een stevige verkoudheid. Het heeft weinig gescheeld of zijn vertrek kon niet doorgaan!
    Aan de brug, in de omgeving van taverne ”Het paradijs” namen we onze eerste stop, een mueslikoekje en wat chocolademelk moest de brandstof op peil houden!
    Aan knooppunt nr 232 moest Herman nog een PC- harddisk leveren aan een jongeman, voor de luttele som van 5 euro, waarvoor het internet allemaal goed is!
    Onze provincie werd geruild voor het mooie Limburg en na verloop van tijd werd het kanaal Herentals-Bocholt bedankt voor het aangename gezelschap en fietsten we naast de zuid-Willemsvaart richting Neeroeteren.
    Aan een van de sluizen die de zuid-Willemsvaart rijk is maakten we ons lunchpakket soldaat, ook de mueslikoeken die Niels gebakken had werden aangeboord. Het was rustig fietsen naast de vaart en we passeerden er oude bekenden zoals het “Haeckshof” en het “Mussenburghof”, oude bekenden omdat mijn vrouw en ik al verschillende malen Limburg hebben verkend met de fiets en hier een onderkomen hebben gevonden.
    Na de middag kregen we zowaar het gezelschap van een schuchter zonnetje, in het begin. Later werd het zelfs warm! We verlieten de zuid-Willemsvaart om koers te zetten naar Maaseik.
    Het gerinkel van de GSM van Herman noopte ons om even halt te houden, het was Tom de oudste zoon van m’n broer. Hij moest voor zijn werkgever naar Ludwigshaven, was wat vroeger vertrokken met zijn koersfiets in de auto en kwam ons morgen misschien een eindje gezelschap houden, in Remagen of elders. Om 14.30u zaten we op een terrasje op het marktplein in Maaseik, genietend van een goede tas koffie. Een pintje is voor mij uit den boze, het kruipt in de benen en dat is niet de bedoeling! We hebben er 130km opzitten en het ziet er naar uit dat de vooropgestelde 133km ruim overschreden gaan worden. Een vriendelijke mijnheer maakte van ons beiden nog een foto voor het album en de laatste etappe naar Susteren werd aangevat.
    Een gezellige boerderijcamping viel ons ten deel, ruimte zat en na een deugddoende douche wandelden we naar de overkant. Een andere camping met meer faciliteiten en ook met eetgelegenheid, al moeten we dat met een korrel zout nemen want onze maaltijd voor vanavond was een simpele friet met de alomgekende curryworst! We tilden er echter niet zwaar aan, als dat het enige probleem gaat zijn op onze verre tocht mogen we niet klagen.
    Voor m’n tent schrijf ik de laatste woorden in mijn dagboek, thuis zijn die geheugensteuntjes welkom om m’n echte dagboek te kunnen schrijven. Herman maakt gebruik van een digitale dictafoon. Op mijn tweede reis naar Santiago de Compostela heb ik ook gebruik gemaakt van zo’n ding maar thuisgekomen viel het omzetten van het gesproken woord naar het geschreven woord tegen en dus houd ik het op het noteren van trefwoorden en beknopte zinnetjes.
    Om 21u zoeken we onze slaapzak op, het wordt trouwens steeds vroeger donker! Ik voel het aankomen, we gaan ronken deze nacht.
    De vooropgestelde 133km zijn er uiteindelijk 141 geworden


    >> Reageer (0)
    17-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Susteren - Remagen 147 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ongelooflijk goed geslapen vannacht. Een van de nadelen van een tent als de zomer op z’n einde loopt zijn de vochtige nachten, het koelt ’s nachts flink af met als resultaat dat de tent ’s morgens nat is. Het noopt de kampeerder om, als de gelegenheid zich voor doet, zijn tent te drogen te leggen. Wij maken gewoonlijk gebruik van de middagpauze om dit klusje te klaren.
    Om 7.25u zaten we al op de fiets. Het zonnetje staat deze morgen al helder aan de hemel en het dwingt ons om ons velletje te voorzien van een zonnefilter, verbranden geeft teveel hinder als de dag voorbij is en het is overigens heel ongezond. Ik kies voor factor nr20, je hoeft dan maar twee keer per dag te smeren.
    Als we Susteren achter ons laten hebben we plots de Duitse grens, of datgene wat ervan over blijft. Het Europa van vandaag heeft ervoor gezorgd dat grenzen letterlijk vervagen!
    Het landschap wordt glooiend en ik besef dat het vlakke land voor drie weken verleden tijd is of toch zo goed als. Om 10u bereikten we de route die we vanaf nu gaan volgen.
    Gisteren was het een aanlooproute en vanaf nu maken we gebruik van de fietsroute die klaar en duidelijk beschreven is. Het is even wennen, want ook vanaf nu moeten we nauwgezet de beschrijving volgen. Doe je dat niet dan wordt het moeilijk om de draad weer op te nemen.
    Het gerinkel van de GSM van Herman doet vermoeden dat “den Tom” weer aan de lijn is, later op de dag spreken we verder af dan kunnen we een betere schatting maken waar we ongeveer zullen zijn. Even na de middag hebben we onze tenten te drogen gelegd op een stoppelveld.
    In het kleine stadje Zülpich houden we een kleine stop, meestal voornamelijk bedoeld om wat drinken in te slaan. Maar Zülpich is ook een mooi stadje. Het bezit nog vier poorten en nog vele stukken van een middeleeuwse vestingsmuur. In het oude centrum is een oud raadhuis met zijn speciale toren, bewaard gebleven. Zülpich bezit ook een museum, het Probsteimuseum, met een Romeinse en een Frankische collectie. In het jaar 496 was er de slag bij Zülpich. De heidense Frankische koning Chlodovech I beloofde zich te laten dopen toen hij deze veldslag dreigde te verliezen. Zijn kansen om te winnen werden groter en de vijand werd zelfs verslagen. Met kerstmis van datzelfde jaar liet hij zich in de stad Reims, dopen door bisschop Remigius. Voor diegenen die de naam Chlodovech niet herinneren, in onze geschiedenisboeken hebben we geleerd dat Clovis (Chlodovech) zich in Reims heeft laten dopen!
    Nog een telefoontje van Tom. Om 16u zullen we hem ontmoeten in Euskirchen, voor ons was dat nog een dik half uurtje fietsen! Tijd genoeg dus en we besloten nog eens een kleine pauze in te lassen. Terug op de fiets een flinke vloek van mijnentwege met God en nog een verhaal erachter, mijn handschoenen! Ik was ze waarschijnlijk vergeten op de plaats van onze kleine pauze daarnet. Het was een drietal kilometer terug, de moeite om eens terug te gaan kijken. Mijn broer zette zich in het malse gras en wachtte tot ik terug was. Na een dik kwartier was ik weer op de afspraak, echter zonder handschoenen…, niets gevonden en 6km voor niets afgelegd!
    Tom was op de afspraak, we reden met z’n drieën door de zachtglooiende heuvels met af en toe wat venijnige klimmetjes. Na een tiental kilometer namen we afscheid van Tom.
    We fietsten vandaag over rustige agrarische wegjes, geen auto te bekennen. Af en toe moesten we eens een drukkere Keissweg oversteken en negentig procent van de tijd fietsten we alleen. Tenslotte zijn we in Remagen aangeland, het was inmiddels 18.30u.
    Remagen is natuurlijk vooral bekend om zijn brug, alleen de twee bruggenhoofden op de beide oevers zijn nog over. Het was hier in Remagen dat de Amerikanen in 1945 een eerste mogelijkheid forceerden om de Rijn over te steken.
    De camping lag een kilometer verder en we besloten om een “Zimmer frei” te nemen, in deze contreien zijn campings duur en we hadden een kamer gevonden voor 50euro voor twee personen, ontbijt inbegrepen! Daar moesten we niet lang over nadenken.
    Bij het ontkleden stelde ik vast dat m’n fietshandschoenen in een van de achterzakjes van m’n shirt zaten!! Zulke dingen kleuren de dag… dus niet zeuren, er gebeuren veel erger dingen niet?
    Na een verkwikkende douche wandelden we naar de promenade vlak naast de Rijn, we aten een stevige groentensoep (maar volgens mij was ze zuur) en een heerlijke spaghetti met een flink glas Duits bier. Om 10u zochten we ons bedje op, zalig!
    Morgen wacht er een stevige trip naar Selzen, veel fietsen langs de Rijn wat betekende dat het een overwegend vlak parcours zou worden.


    >> Reageer (0)
    18-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Remagen - Selzen 158 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het ontbijt van deze morgen was uitgebreid. Onze 81-jarige hospita had moeite gedaan om onze inwendige mens serieus te versterken. Verschillende confituren, beleg van hesp, kaas en gesneden worst vielen ons ten deel, ook het platte kaasje ontbrak niet… en het brood varieerde van wit naar heel donker grof.
    Ook de nacht heeft ons goed gedaan, goed geslapen allebei! Gisteravond, bij het terugwandelen naar de kamer hebben we nog een internetcafé gevonden. Het moment voor Herman om al wat foto’s op zijn blog te plaatsen, het viel zwaar tegen. Het programma die deze handeling moest ondersteunen ontbrak. We hebben wel van de gelegenheid gebruik gemaakt om het thuisfront te verrassen met een e-mailtje.
    Het was weer prachtig fietsweer! Het grootste gedeelte van de dag fietsen we langs de Rijn. Bad Breisig was het eerste stadje dat we aandeden deze morgen, en het dient gezegd; het was een mooiere promenade langs de Rijn dan in Remagen.
    Dit plaatsje heeft een poppenmuseum en een ikonenmuseum, met prachtige ikonen uit Rusland en de Balkanlanden.
    We steken ook de Vinxtbach over. Dit riviertje vormde ooit de grens tussen Neder- en Oppergermanië.
    Na een viertal kilometer weer een vloek met een hoop erachter; broerlief had ook een reden. Handschoenen vergeten! Hij beslistte om ze te laten liggen waar ze waren, ze zijn toch versleten en als ik ze nodig heb koop ik wel een paar nieuwe. Deze beslissing bespaarde hem in ieder geval een kilometer of tien.
    De Rijn lag er rustig bij en het fietsen erlangs gaf een rustig gevoel, ook omdat het ons geen moeite kostte. Maar het begon warm te worden en een digitale thermometer wees al tegen de dertig graden aan, weliswaar in de zon maar toch…
    We passeren Andernach, een stadje aan de Rijn dat een van de mooiste kerken van het Rijngebied bezit! Met de bouw van de Liebfrauenkirche werd begonnen iets voor het jaar 1200. De kerk bezit een rijke selectie barok houtsnijwerk, ook een 14de eeuws kruis is er in ondergebracht.
    Andernach is ook de trotse bezitter van een laat-gotisch Rathaus en sommige gedeelten van de huidige stadsmuur stammen nog uit de Romeinse tijd. We hebben te weinig tijd om al dat moois wat langer te bekijken, maar het loont de moeite om er een vakantie aan te spenderen om al die oude stadjes eens te bezoeken.
    Een eind na de middag weer telefoon van Tom! Hij gaat ons weer een eindje vergezellen, weer zo’n tiental kilometer, daarna 350km terug naar huis.
    De landelijke wegen waar we altijd alleen fietsen zijn een unicum, maar fietsen langs de machtige Rijn is het summum! De fietspaden zijn soms wat verouderd en aan reparatie toe, maar het overgrote deel van goede kwaliteit. Soms reden we zonder moeite 27km/u, zo licht bolde het asfalt.
    Ik heb het nog niet gehad over de vele burchten en kastelen langs de Rijn, die we vandaag al hebben gezien, ik som er enkelen voor jullie op: de Festung Ehrenbreitstein bij Koblenz, de burcht Stolzenfels dicht bij het dorpje met dezelfde naam, de Marksburg in Braubach aan de overkant van de Rijn en de burcht Rheinfels, hoog boven St Goar gelegen.
    Allemaal pareltjes die aan onze tocht een onvergetelijke belevenis bezorgden.
    De stad Koblenz viel wat tegen, overal bouwactiviteiten langs de Rijn, met de onherroepelijke bouwkranen op de achtergrond bij elke foto die we maakten. Toch is er ook hier gezorgd voor de fietser, eens de drukte van de stad voorbij fietsten we weer over uitstekende fietspaden.
    In Boppard bouwden de Romeinen in de 4de eeuw een kasteel van waaruit de Rijn als nieuwe grens werd verdedigd. De muren van dit kasteel zijn te zien in de Angerstrasse. Onder de St Severuskirche werden de grondvesten van dit kasteel ontdekt, verder zijn in de St Severuskiche diverse wandschilderingen te bewonderen.
    We fietsen nu richting St Goar, sommigen onder jullie kennen waarschijnlijk dit plaatsje omdat in de binnenbocht van de Rijn de legendarische Lorelei opdoemt. Het bekende Lorelei-verhaal, waar een schipper op de rotsen loopt omdat hij slechts aandacht had voor een zingende schoonheid die haar gouden haar kamde.
    Aan de Lorelei is het klassiek druk, zo ook vandaag. Een grote groep fietsers kwam uit de tegengestelde richting, aan de Lorelei piepten hun remmen en in een voor ons bekend Antwerps dialect hoorden we roepen: “Pas oep teigeliggers”!! Zulke momenten sierden de dag, alhoewel deze mensen niet beseften hoe gevaarlijk ze waren. Ze stopten op de rijweg en ook op het fietspad, auto’s moesten gegarandeerd op de remmen staan!
    Bingen was het laatste stadje dat we aandeden aan de Rijn, de bekendste dochter van dit actieve stadje was Hildegard van Bingen. Ze componeerde muziek, schreef futuristische boeken, maar ook boeken over natuur- en geneeskunde. Ze leefde van 1098 tot 1179.
    Aan de overkant ligt het bekende Rüdesheim, het is een paradijs voor wijnliefhebbers en ik twijfel er niet aan dat velen onder jullie beste lezers, dit stadje al bezocht hebben.
    Het parcours veranderde van pas, de vlakte naast de Rijn werd geruild voor een ietwat heuvelachtiger traject. Voor ons was dat niet vreemd, we wisten dat schone liedjes niet lang zouden duren.
    Uiteindelijk bereikten we rond 17u Niederolm. In een schappelijk Italiaans restaurantje met als toepasselijke naam: “Dass kleine Venedig” (Venetië) deden we ons tegoed aan een slaatje als voorgerecht en een risoto met kip-curry samen met wat groenten als hoofdgerecht. Voor de eerste keer op onze tocht hebben we alles door kunnen spoelen met een goed glas rode wijn.
    Het eindpunt voor vandaag was Selzen, om 19u kwamen we in dit godvergeten dorpje aan. Het adres in onze gids voor een onderkomen was bezet, maar de vriendelijke mevrouw deed de moeite om enkelen van haar collega’s te polsen of zij nog plaats hadden. Nog twee adressen deden we aan, telkens zonder resultaat. Uiteindelijk vonden we een onderkomen bij een wijnboer, tevens ook een gasthof en een B&B! Het was er een gezellige bedoening, eten hadden we al gedaan in Niederolm! Hier had het waarschijnlijk ook gesmaakt.
    De kamer was ruim, met een afzonderlijke douche en toilet, wat wil je nog meer. We namen er een frisse pint want het was weer warm vandaag en ook ’s avonds voelde het nog steeds warm aan.
    Morgen gaat onze tocht naar Bruchsal, volgens onze tellingen een tocht van 126 kilometer. We zijn het afgeleerd om ons daar op vast te pinnen, morgenavond weten we de juiste afstand!
    Slaapwel!


    >> Reageer (0)
    19-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Selzen - Bruchsal 140 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Om 6u vanmorgen liep het wekkertje af en om 7u zaten we aan de ontbijttafel. Ongelooflijk ontbijt, 3 broodjes de man, 2 soorten confituur, een gekookt eitje, een koude schotel met: gerookte hesp, 2 soorten kaas, 2 soorten worst en gekookte ham. Een grote kan koffie, een glas druivensap en als toetje een yoghurt! Ik wil jullie laten meegenieten, vandaar de opsomming van de ingrediënten.
    Om 7.25u zaten we op de fiets, geen flies nodig deze keer! Het werd overdag steeds warmer met als gevolg dat ook de nachten weinig voor afkoeling zorgden. We besloten ook om voor het vertrek al in te smeren, dan ging het allemaal in een moeite door.
    Het landschap was glooiend maar niet zo mooi als gisteren, rivieren zorgen altijd voor mooie vegetatie langs de oevers. De rit begon in een overwegend agrarisch landschap maar ook wijngaarden vielen ons ten deel, althans in het begin.
    We fietsten door oneindige loofbossen, over alweer afzonderlijke fietspaden. Soms waren deze fietspaden in asfalt, maar er waren er ook in verharde steenslag. Je hebt de neiging om te denken dat steenslag minder goed fietst, maar niets is minder waar. Het zacht geroffel van de banden was zelfs een aangenaam geluid.
    Ik val in herhaling misschien, maar ik moet het toch weer melden: het was weer warm, volgens sommigen 35 graden. Wij houden het op een 30 graden en dat is warm! We hadden er nu nog geen erg in dat het, qua temperatuur, nog warmer ging worden.
    In Nierstein steken we de Rijn over met de overzet en af en toe vangen we nog eens een glimp op van deze machtige rivier. In de buurt van Bregenz zullen we hem terugzien, maar dan als een snelstromende bergrivier.
    Vanaf nu rijden we op de bovenrijnvlakte, met vooral weer een uitgebreid agrarisch landschap. De boeren rijden af en aan, de graanvelden zijn bijna allemaal stoppelvelden geworden. Hier en daar ontwaren we nog wat zonnebloemen en ook de mais moet nog geoogst worden. Het is wel duidelijk dat de oogst van het graan menig fazant in vreugde doet uitbarsten! De graanrestjes worden gretig opgepikt. Ook de bosduiven zijn hier, net als bij ons, van de partij.
    Lorsch is na Gernsheim het eerste dorpje waarover wat te vertellen valt. We fietsen langs de resten van een klooster dat hier in het jaar 774 gebouwd werd. In Lorsch is ook het befaamde “Museumszentrum Lorsch” ondergebracht. Het kloosterleven in de tijd van Karel de Grote wordt in dit museum uitvoerig in de verf gezet. Ik kan me voorstellen dat geschiedkundigen zich hier weer maar eens in een eldorado bevinden. Voor de grote lijnen van de geschiedenis kan ik zeer zeker interresse opbrengen, maar wanneer het gedetailleerd wordt ben ik geneigd om af te haken, waarschijnlijk zit de door en door technische opleiding die ik genoten heb daar voor iets tussen.
    We fietsen door Heppenheim en het marktplein geeft een gezellige indruk, mede door het in vakwerk gebouwde raadhuis uit 1551 en de neo-gotische kerk.
    In Weinheim gaan we nog eens op zoek naar wat eten, ook een frisse cola zorgt weer voor wat directe suikers. Weinheim bezit ook weer een gezellig marktplein waar we in de luwte van de bomen een kleine pauze nemen.
    Al een tijdje dachten we de torens van Heidelberg te ontwaren in de verte, maar toen we korter bij kwamen zagen we dat de richting fout was. We fietsten richting Ladenburg, een zeer charmant stadje, vol gebouwd met oude vakwerkhuizen. Je waant je in de middeleeuwen, gezellige straatjes met de voor de ouderen onder ons, de zeer bekende kinderkopjes.
    De moeite waard zijn de St Galluskirche en de Bisschofshof. Het was de residentie van de bisschop van Worms. In Ladenburg stikt het van de leuke restaurantjes en winkeltjes. Ladenburg is ook oeroud! Het was een Keltische nederzetting en in het jaar 98 na Christus werd het een Romeinse handelsplaats.
    Het kompas werd ingesteld op Heidelberg, met een zeer mooie oude binnenstad. We krijgen het gezelschap van de Neckar, de rivier die hier mede het landschap siert. Soms is ze bruisend en dan weer kalm, maar ze zorgt ervoor dat we weer fietsen in een mooi decor!
    De middagzon was al een eindje gepasseerd toen we aan de rand van de stad aankwamen, we moesten nog wat te eten hebben en we bezondigden ons in een Mc Donalds aan een belegde sandwich waarvan ik de naam al lang vergeten ben, we lieten ons verleiden tot nog een tweede en ik moet eerlijk bekennen, het smaakte heerlijk.
    Een vrouw op jaren, maar waarschijnlijk niet veel ouder dan wij, aan de tafel naast ons vroeg belangstellend wat onze plannen waren. Toen we haar vertelden dat we vanuit België naar Rome fietsten gaf ze te kennen dat ze diep respect voor ons had. We zeiden dat het eindpunt voor vandaag Bruchsal was. Ze zei ons dat Bruchsal de grootste gevangenis van Duitsland herbergde, dus oppassen is de boodschap!
    De namiddag vorderde snel en ons einddoel kwam in zicht, eerst fietsten we nog door een eindeloos woud met niets anders de loofbomen, kilometerslange dreven in verharde steengruis vielen ons ten deel. De lommer van de bomen deed meer dan deugd want het was weer de hitte die ons al de hele dag vergezelde.
    Eerst hadden we Forst, een dorpje met een recreatiegebied in zijn omgeving. Dat zag je aan de vele eetgelegenheden en ook aan een meer waar, met deze temperatuur, vele dagjesmensen er een dagje uit van hadden gemaakt.
    In Bruchsal moesten we een lokale bewoner raadplegen om te vragen waar de camping van de natuurvrienden was ondergebracht en zoals nogal dikwijls het geval was op onze tocht, werd het aantal gereden kilometers opgedreven door het zoeken naar een onderkomen voor de nacht. Ook nu was dat weer het geval, er kwamen een zestal kilometer bij. Wij troostten ons dan door te zeggen dat ze er morgen afgetrokken werden!
    Maar eerst toch nog even wat wetenswaardigheden over Bruchsal vertellen. Met zijn kleine 40000 inwoners is het geen grote stad maar in het centrum staan toch een paar te vermelden gebouwen, o.a het Barockschloss, het werd in de 18de eeuw gebouwd als verblijfplaats voor de Bisschop van Speyer. Bruchsal herbergt ook een museum van mechanische instrumenten en het merkwaardigste instrument is het orgel, dat gebouwd werd voor de Titanic.
    Bruchsal werd in 1945 totaal verwoest bij een bombardement, waarbij zo’n duizend mensen omkwamen.
    Het had toch nog wat voeten in de aarde vooraleer we de camping hadden gevonden. Volgens de een vlakbij en volgens de ander nog 24 kilometer, uiteraard had de eerste gelijk!
    We kregen een onderkomen voor 13 euro voor twee personen, daar hadden we wel oren naar en de tenten waren spoedig opgezet. Na een zalige douche heb ik ervan geprofiteerd om een wasje te doen, alles was kort bij de hand en de hoge temperatuur zou een groot deel van m’n kleding drogen.
    Hier hadden we ook de mogelijkheid om een stevig maal te gebruiken aan zeer democratische prijzen, waar we dan gretig op ingegaan zijn. Een ontbijt was niet mogelijk maar dat is een probleem voor morgen.


    >> Reageer (0)
    20-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruchsal - Tübingen 114 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het was de voorbije nacht verschrikkelijk warm in de tent, ik lag op m’n slaapzak in plaats van erin. Ik heb zelfs overwogen om buiten te gaan liggen, maar de muggen zouden waarschijnlijk spelbrekers geworden zijn!
    We zaten vanmorgen op de fiets om 7.15u en we begonnen aan de rit zonder ontbijt, dus spraken we onze voorraad aan. Die mueslikoeken zijn een bijna volwaardig alternatief voor het ontbijt, mits je niet te lang wacht om bij te tanken.
    Vanaf de camping was het gewoon de weg op en zaten we al op de route. Na een paar kilometer gingen we van het fietspad naast de weg af om alweer een rustig fietspaadje aan te doen tussen hoge rietbegroeiïng. Zalig fietsen, we maakten hier ook menig foto omdat de natuur prachtig was.
    In Grötsingen, het eerste dorp dat we tegenkwamen na een tiental kilometer, vonden we een bakker. Twee krentenkoeken, croissants en een paar belegde broodjes. Om de voormiddag door te komen moest dit voldoende zijn, samen met een frisse cola om de suikers aan te vullen.
    De rit van vandaag verliep normaal langs de Nagold en de Würm. Tot in Pforzheim volgden we de Nagold, vanaf Pforzheim besloten we om de alternatieve route te volgen omdat het vandaag weer warm beloofde te worden. Een foute beslissing bleek achteraf, want het was misschien iets korter maar we hadden meer beklimmingen, geen grote maar in de hitte kan je de minste beklimming beter vermijden. De gewone route liep langs de Wurm, weliswaar kronkelend maar in de luwte van de bomen en… over een aangelegd fietspad!
    De stad Pforzheim is het Duitse centrum van de sieraad- en de uurwerknijverheid, de stad heeft een grote goudsmidschool en het Schmuckmuseum herbert sieraden van Grieken, Etrusken en Romeinen. De Schlosskirche is een van de weinige monumenten die de stad rijk is.
    Even voor Weil der Stadt in Merklingen, gaan we terug op de route en fietsen we weer naast de Wurm. Ik vond het Würmtal ongelooflijk mooi, prachtige uitzichten met een afwisselende vegetatie. In de alpengarten , bij het dorpje Würms, zijn zo’n 5000 verschillende soorten alpenvegetatie samengebracht.
    De rit van vandaag verloopt eigenlijk rustig, we nemen ruim de tijd om onze maag te vullen.
    Vanaf Hildrizhausen fietsen we door een natuurpark dat zijn gelijken niet kent. Twee hekken moesten we zelf opendoen en sluiten, waarschijnlijk om het wild dat hier zit, niet naar de bewoonde wereld te laten ontsnappen. We fietsen weer door oneindige dreven, onder loofbomen met een dik gebladerte dat onze tocht alweer lommerrijk maakte. Soms was het moeilijk afscheid nemen van zoveel natuurpracht!
    Bij het dorpje Bebenhausen komen we weer in de actieve wereld en ook in de hitte van de dag. Tübbingen komt in zicht, ons eindpunt voor vandaag.
    Tübbingen is met zijn kleine 100000 inwoners een vriendelijke en vooral schilderachtige stad, gelegen aan de Neckar. Heel mooie vakwerkhuizen sieren de gevels en her en der vind je er schilderachtige hoekjes. Wij hebben te weinig tijd om al dat moois te bezoeken maar ik doe de moeite om er een paar uit te pikken.
    Veel gevels zijn versierd met graffito (niet te verwarren met graffiti zoals wij dat kennen). Graffito is het bezetten van een donkere muur met een dun laagje kalk, daar worden dan figuren in geëtst zodanig, dat de donkere muur weer zichtbaar wordt. Het prachtige Rathaus aan de Marktplatz is hiervan een mooi voorbeeld. Ook de 15de eeuwse Stiftskirche aan de Holzmarkt is de moeite waard. Verder is Tübbingen een studentenstad.
    Aan de Tübinger universiteit studeren zo’n 25000 studenten, dat maakt van Tübbingen waarschijnlijk ook een stad met vele culturen. De astronoom Kepler onder andere, is een beroemdheid die in Tübbingen studeerde.
    De Stocherkahne is een soort punter waarmee de studenten op de Neckar spelevaren in hun vrije tijd. Vanaf een eilandje in de Neckar heb je naar het schijnt een prachtig uitzicht op de oude stad, al wandelend over de lommerrijke Platanenallee.
    Uiteindelijk bereiken we de camping. Druk, mooi en duur… maar kom alle voorzieningen zijn aanwezig en we kunnen er zelfs eenvoudig maar goed eten. Restaurants hebben op campings weinig succes, de meeste campingbezoekers koken hun potje zelf, vandaar…
    Om 19u. waren de tentjes opgesteld en na een verkwikkende douche konden we ook eens aan eten denken, Herman had vernomen dat er in Tübbingen een cybercafé was. Een gelegenheid voor hem om weer wat foto’s te plaatsen, ik bleef achter, dronk nog een glas en zocht daarna mijn slaapzak op. Ik moet redelijk vlug in slaap gevallen zijn, want ik werd wakker van m’n broer die terugkwam.
    Morgen wacht ons een tamelijk zware dag met de eerste beklimming tot nu toe!!!


    >> Reageer (0)
    21-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tübingen - Roggenbeuren 150 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Om 5.50u waren we uit de veren. Het plan was om 7u vertrekken, maar daar kwam deze keer niets van in huis. Een lekke achterband verhinderde het vroege vertrek, spijtig we wilden de hitte voor zijn.
    Omdat ik op mijn achterwiel geen snelkoppeling had om het te demonteren moest er een sleutel aan te pas komen, maar die brak! Een ongeluk komt dus wel degelijk nooit alleen.
    Een vriendelijke Nederlander, ook onderweg naar Rome per fiets, hielp me uit de nood. Hij leende me een sleuteltje nr15 zodat ik aan de werkzaamheden kon beginnen. De herstelling was vlug gebeurd en om 7.25u zaten we op de fiets.
    Gisteravond had ik er voor de eerste keer last van, venijnige steekvliegen. Eerst dachten we aan muggen, maar bij het maken van een lijk zagen we dat het kleine vliegjes waren, mijn armen en benen stonden onder de rode pukkels! Ook mijn broer had er last van.
    Het weer was wat veranderd nog geen zon, en dat zou tot de middag duren. Voor ons geen probleem. Klimmen zonder gezelschap van de zon was mooi meegenomen
    De bedoeling was om vandaag een negentig kilometer te bollen. Met de beklimming van de Schwabische alp erbij, leek dat een mooie afstand.
    Het was echt zoeken deze morgen om de juiste route te pakken te krijgen, echt hulp van voorbijgangers was er niet en degenen die wel wilden helpen wisten het zelf niet, want als we naar de postbode geluisterd hadden zouden we misschien al terug thuis geweest zijn.
    Maar… niet zeuren, uiteindelijk lukte het toch en fietsten we richting Schwabische alp, onze eerste beklimming op onze tocht naar Rome! Na een tiental kilometer vonden we een bakker. De heuvels die we tot nog toe achter de kiezen hadden waren een voorproefje. Niet dat de Schwabische alp een enorme klimpartij wordt, maar we moeten deze keer een hoogteverschil opvangen van 400m. Vanaf Tübbingen begint eigenlijk al een vals plat dat duurt tot ongeveer in Nehren, daarmee overbruggen we toch al een 100m hoogteverschil. De overige 300m worden genomen met steigingspercentages van 4 tot 7%.
    Klimmen is voor mij echt een opgave, maar ik draai op de goede versnelling en het lukt wonderwel, tijdens de beklimming begon het lichtjes te regenen. Mijn broer volg ik niet, hij trapt een tandje groter. Ieder op zijn eigen tempo, dan breekt het lijntje niet zeggen ze bij ons!
    Je staat er toch van versteld dat een hoogteverschil van 400m snel uitgesproken is, maar de realiteit is enigszins anders, het vergt nogal wat kilometers vooraleer de top bereikt wordt. Juist voor Melchingen krijgt de beklimming zelfs col-allures! Eenmaal boven kom je op een hoogvlakte, in een agrarisch landschap met ook wel bossen en nog landelijke dorpjes.
    Vanaf Gammertingen volgt de route de Lauchert en bij Sigmaringen wordt dit riviertje opgeslokt door de Donau.
    Sigmaringen was de vroegere hoofdstad van het vorstendom van de Zwabische tak van het vorstenhuis Hohenzollern.. Het overgebleven slot, boven de Donau in Sigmaringen, is hier zowat de belangrijkste bezienswaardigheid, we legden dit fraaie beeld trouwens vast op de gevoelige plaat.
    We zouden in Rulfingen overnachten, maar het was nog vroeg. De beklimming van de Swabische alp was meegevallen en de conditie was zeer goed. Het besluit om er een 40-tal kilometer bij te doen was vlug genomen.
    Onze tocht ging dus gewoon verder, over de Oberschwaben. Met een heuvelachtig panorama van velden, weiden en bossen.
    Na Sigmaringen kwamen we in Mengen, in de binnenstad staan een aantal zeer mooie vakwerkhuizen. In het Römermuseum kan je zien hoe het dagelijkse leven van de Romeinen eruit zag.
    Ook Pfullendorf straalt met zijn ontelbare vakwerkhuizen, de middeleeuwse sfeer uit. De Obertor, een poort uit de 14de en 15de eeuw doet menigeen zijn gedachten verhuizen naar deze vroegere tijden. Het Schroberhaus, een vakwerkhuis uit het jaar 1317 is een van de oudste woonhuizen uit Zuid-Duitsland. Verder zijn in Pfullendorf ook nog te bewonderen: het 16de eeuwse raadhuis, de gotische St Jacobskirche en het 19de eeuwse Heiliggeist Spital met een interessante laat-gotische kapel.
    Na de middag kwam het zonnetje erdoor en een uur later werd het zelfs warm! Van Sigmaringen tot Mengen fietsten we vandaag een stuk naast de Donau, in de luwte van de loofbomen. Op zo’n 5 kilometer van het einddoel hoorde ik een droge tik, het kwam van mijn achterwiel en m’n vrees was gegrond: een gesprongen spaak! Nu is een kapotte spaak op zich geen probleem, het is alleen afwachten wanneer de volgende het begeeft. Als een spaak breekt heeft dat zijn reden, waarschijnlijk zal het gewicht dat ik meesleur wel de uiteindelijke oorzaak zijn. Ik zal vanavond eens bekijken of ik ze zelf kan vervangen.
    In Obersiggingen hadden we op de kaart een onderkomen ontdekt, een B&B. Na een paar keer vruchteloos aanbellen moesten we afdruipen, het was anders wel prachtig gelegen.
    De volgende gelegenheden om te overnachten stonden ons niet aan, te chick oordeelden we.
    Een bord met “Zimmer” stuurde ons naar rechts. In het dorpje Roggenbeuren, een tweetal kilometer van de weg was een gasthof, je weet wel, de combinatie van een boerderij, restaurant en kamers.
    In gasthaus Ochsen waren we voor 32euro de man onder de pannen, inclusief een ruim ontbijt. Een kamer met douche en een goed bed, we knikten instemmend want het zijn vandaag toch nog 150km geworden.
    In het restaurant deed ik me tegoed aan een varkenshammetje met een slaatje en fritten, een wijntje van het huis en achteraf een goede tas koffie.
    Bij nazicht van mijn spaak had ik tegenslag, ze was afgebroken aan de kant van de velg, dus het nippeltje moest ook vervangen worden want in het oude zat nog een stukje spaak dat je er met geen mogelijkheid uitkrijgt. Ik wist zeker dat ik nieuwe nippeltjes had meegenomen, maar ze waren nergens meer te vinden!
    We laten er een nachtje overgaan en morgen zien we wel verder. Eerst nog een wasje doen zodat het deze nacht al wat kan drogen en daarna genieten van een welverdiende nachtrust!


    >> Reageer (0)
    22-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roggenbeuren - Nenzing 129 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik ben vannacht wakker geworden van de regen en van broer Herman die met krampen het bed uit moest, vervelend.
    We kregen een stevig Duits ontbijt, de voormiddag zouden we zonder problemen doorkomen. De koffie smaakte uitstekend en in een klein half uurtje zat alles wat op de tafel stond achter de kiezen.
    We vertrokken om 7.30u, in de gietende regen. Deze keer had ik een doodgewoon regenzeiltje meegebracht en ook Herman gokte op het gewone regenzeil. Geen slechte keuze vonden we. Je blijft droog en omdat de wind onder het zeiltje vrij spel heeft krijgt het zweet geen kans.
    De kapotte spaak is een ander paar mouwen, ik heb besloten om een fietsenmaker te bezoeken als de gelegenheid zich voordoet. In afwachting van… hoop ik dat er geen tweede spaak de geest geeft, wellicht is er aan de Bodensee een fietsenmaker.
    Het landschap was groen en zeer afwisselend, het traject bracht ons van dorpje naar dorpje over rustige landelijke wegen en ook weer langs met steenslag verharde fietspaden.
    Aan een jogger vroeg ik of er in de buurt een fietsenmaker was. Ik had geluk, hij vertelde me dat er in Kressbron, een redelijk groot dorp naast de Bodensee en nog wel op onze route, een grote fietsenzaak was met goede techniekers. Meer goed nieuws moest ik niet hebben, de wetenschap dat m’n spaak waarschijnlijk vervangen kon worden deed wonderen.
    In Langenargen fietsten we over de oudste kabelhangbrug van Duitsland, met een spanwijdte van 72m overbrugt ze de Argen die haar loop beëindigt in de Bodensee.
    Kressbron is al een wat groter dorp, en enkele minuten na het binnenrijden ervan kreeg ik de fietsenzaak al in het vizier. Spaak stuk? Geen probleem mijnheer, langs de andere kant is de werkplaats en u wordt dadelijk geholpen. Goede en vriendelijke bediening, de andere spaken werden ook gecontroleerd, want rijden met een spaak die stuk is geeft overbelasting op de anderen en we mogen niets aan het toeval overlaten! Omdat het wiel uit de kader moest en de pion ook gedemonteerd moest worden was het algauw een half uur werk. De banden van beide fietsen werden nog eens op de juiste spanning gezet, ik kreeg nog wat spaaknippeltjes toegeschoven en voor 31 euro waren mijn problemen opgelost. Wel veel geld, maar met een zwadderend wiel een berg afdalen is levensgevaarlijk. Uiteindelijk was het toch een half uur werk en ik fietste een stuk geruster dus… niet morren.
    Na Wasserburg rijden we Lindau binnen, eerst nog aan een kraampje het eten voor vanmiddag kopen. De vriendelijke mevrouw die ons bediende, vroeg vol verwondering waar we vandaan kwamen en waar de reis naartoe ging. Haar mond viel open van verbazing toen we haar vertelden dat we bijna twee weken onderweg waren en dat het einddoel Rome was.
    Ze wenste ons een voorspoedige reis en keek ons ongelovig aan toen we weer op onze fiets stapten.
    Lindau is een druk bezochte stad door een niet aflatende stroom toeristen, toen wij er waren was het seizoen zo goed als gedaan, maar in volle zomer is het hier een drukte van jewelste. Een stuk van de stad ligt op een eiland dat door bruggen met de rest van de stad is verbonden. Vanuit de stad heb je prachtige zichten op de Bodensee en als het heel helder is zie je de Zwitserse alpen schitteren. Aan de haven staat de Mangturm, een verdedigingstoren uit de 13de eeuw die ook dienst deed als vuurtoren.
    Voor het vertrek hadden we al beslist om aan de Bodensee geen overnachtingsplaats uit te kiezen, wegens te druk maar vooral wegens te duur! Tot een eind van de Bodensee vandaan worden er prijzen gehanteerd om u tegen te zeggen.
    We fietsten verder naar de laatste stad aan de Bodensee: Bregenz. Het is tevens het eindpunt van het eerste deel van onze route, boekje nr1 kan dus opgeborgen worden.
    Bregenz wordt opgesplitst in twee delen: de klein historische binnenstad of de Oberstadt en de Unterstadt. In de Oberstadt staat het Altes Rathaus, een prachtig gebouw in vakwerk uit 1662. De grotere en later gebouwde Unterstadt is het drukkere gedeelte, waar ook de Bodensee promenade is.
    Maar Bregenz is vooral bekend om zijn jaarlijks terugkerende “Bregenzer Festspiele” een spektakel van muziek en toneel.
    We merken het nauwelijks maar met Bregenz rijden we Oostenrijk binnen, het is de hoofdstad van Vorarlberg of de provincie voor de Arlberg.
    In Bregenz hadden we wat moeite om op de route te komen, we reden zelfs een eind terug om dan opnieuw de draad op te nemen. Deze keer lukte het en in de striemende regen fietsten we verder, we moesten zelfs schuilen omdat het te gortig werd.
    Na Hard, de eerste grotere plaats na Bregenz, reden we over de Bodensee-Radweg, een mooi fietspad langs de Nue Rhein. We keken al tegen de komende alpen aan!
    Het traject loopt door een prachtige natuur, veel bloemen en groene vegetatie langs de waterkant, het dwingt ons meerdere malen tot stoppen en een paar foto’s te nemen. We fietsten langs de Rijn op Oostenrijks grondgebied, aan de andere oever was het Zwitserland.
    De halte voor vandaag is Feldkirch, maar het is alweer te vroeg en we besluiten om er een twaalftal kilometer bij te doen en hier eerst een hapje te eten, het is 13.30u en onze maag begon te knorren. Een warm broodje met een dikke plak spek, njam,njam lekker! Nog een frisse cola en we konden er weer een hele tijd tegen. Vanaf Feldkirch werd de Rijn gewisseld met de Ill, een onstuimige en snelstromende rivier.
    En zo zijn we na enige tijd in Nenzing aangeland, een dorpje op de route. Het eerste adres, een B&B gaf geen resultaat, niemand kwam opendoen. Aan het station vonden we “Gasthof Gamperdona” met zimmer frei en ook een restaurant. De gastvrouw was een Belgische, uit Brussel. Ze was in haar 3de levensjaar met haar ouders naar Oostenrijk verhuisd en is er gebleven, maar ieder jaar brengt ze nog een bezoek aan België.
    Voor 30euro per persoon, inclusief ontbijt, konden we het wel uithouden tot morgenvroeg. Aan het station was een telefooncel en we maakten er allebei gebruik van om nog eens met het thuisfront te bellen, alles was onder controle… niets speciaals te melden. Alleen, m’n schoonzus had haar handen vol met het verzorgen van de vogels!
    Morgen fietsen we normaal naar Pettneu, maar nu al is duidelijk dat het dan maar 50 kilometer zullen zijn, de kans is groot dat we verder fietsen, alhoewel, de beklimming van de Arlberg… we zullen morgen wel zien!


    >> Reageer (0)
    23-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nenzing - Prutz 93 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zalig geslapen vannacht, een goed bed doet wonderen. We waren de enige gasten, het toeristisch seizoen is zo goed als voorbij, zeker wat Oostenrijk betreft! Het ontbijt was van het klassieke soort, verschillende soorten confituur, honing, kaas en hesp en wat oudbakken broodjes maar ja, op zondag zijn de bakkers waarschijnlijk gesloten. We tilden daar trouwens niet zwaar aan en het smaakte goed.
    We zaten om 7.20u op de fiets. Het weer was nevelig en bewolkt maar de bazin beloofde ons dat het een schitterende dag ging worden. Ik trok m’n windjackje aan, het voelde fris aan en dat waren we niet meer gewend!
    De rit begon weer over een prachtig fietspad. Ongelooflijk mooi, we vroegen ons af wanneer we wat meer moeite moesten gaan doen dan alleen maar vrolijk trappen. Uiteindelijk was de Arlberg niet veraf! Het duurde niet lang tot we voelden dat het vals plat eraan begon te komen.
    Vanaf Nenzing moesten we 1300m naar omhoog! Geen kleinigheid. Diegenen onder jullie die al bergen beklommen hebben weten wat ik bedoel. Boven op de top van de Arlberg;, in St Christoph am Arlberg, is de hoogte ongeveer 1800m.
    In Bludenz begint de beklimming pas echt, de route gaat door het smalle Klösterdal dieper de bergen in. We fietsen over de oude hoofdweg, door mooie dorpjes als: Stallehr, Bings, Braz en Garatz. Bij Garatz nemen we noodgedwongen een tunneltje en het achterlicht wordt voor de veiligheid ingeschakeld.
    In Dalaas voel je dat het menens wordt. De hellingen gaan van 5 tot 10 procent en het wordt nog steiler! Het wordt zweten en zwoegen, want de voorspelling van de bazin van ons pension in Nenzing kwam uit, heldere blauwe lucht en het zonnetje klaar aan de hemel. Voor mij begon de marteling, het zou vandaag meer dan 30° worden!!!
    In Klösterle kwamen we een beetje op adem, het was er een 500tal meter minder steil. Maar dan was het afgelopen, voor de eigenlijke klim over de col begon, gingen we in Stuben am Arlberg, op een terras in het zonnetje even genieten van een goede tas koffie met een stuk kwarktaart en werd het moreel wat opgekrikt, althans bij mij toch.
    Het was tamelijk druk op de weg, blijkbaar maken veel mensen gebruik van het mooie weer om een dagje uit te plannen.
    Mijn broer maakte de kloof tussen ons geleidelijk aan groter en op een bepaald moment fietste ik weer alleen, op mijn tempo. Het landschap werd kaler en ook ruiger, als je hier in het voorjaar bent is de kans groot dat je tussen de sneeuw naar boven fietst. Ik weet het van m’n vorige compagnon Leon, die met mij de tweede maal naar Santiago de Compostela fietste. Hij is in het voorjaar van 2006 alleen per fiets naar Assisi geweest. Hij heeft me verteld dat hij de Arlberg was afgedaald zonder handschoenen en onderweg moest stoppen om zijn verkleumde ledematen op te warmen in een hotel in Sankt Anton!
    Ik ben tijdens de beklimming verschillende malen afgestapt, de helling ging namelijk tot 12%, al fietsend haalde ik 5km/u, te voet was het 4km/u. Het was telkens een opluchting om eens een keer andere spieren te gebruiken. Boven op de top in St Christoph, op een hoogte van 1793m, stond broer Herman al te wachten. Hij was al zo’n 15 minuten boven! Ik was er om 13.15u.
    De helmen werden opgezet en de windjacks aangetrokken, afdalen gingen we veilig doen en liefst zonder kou te lijden.
    Nooit geziene decors en panorama’s… en de stilte, want we namen de afdaling soms langs binnenwegen, het is allemaal moeilijk te omschrijven. Ik heb de Arlberg tweemaal gedaan met de auto en, geloof me, met de fiets ervaar je de schoonheid van het landschap en de natuur pas echt! Je hoort alleen het zachtjes suizen van de wind en het klateren van het water in een bergbeekje, zeker als je de tunneltjes van de hoofdweg omzeild door de kleine wegjes te nemen, die alleen voor wandelaars en fietsers bestemd zijn.
    De eerste, wat grotere plaats, is St Anton am Arlberg. Het is de bakermat van het alpine skiën, er is trouwens een ski- en heimat museum gevestigd.
    In de zomer zijn er twee bergbanen in gebruik. Een stoeltjeslift naar Gampen (1850m) en een gondel naar Galzig (2185m), de Vallugagrat (2642m) met de top van de Valluga (2811m) is zeer de moeite waard, dat kan niet anders.
    We dalen nog steeds en we fietsten door het Stanzertal. Pettneu was de halte voor vandaag, het is nog vroeg en we nemen het besluit om door te fietsen naar Prutz, in het Inntal.
    Na Pettneu passeren we Schnann, Flirsch, Strengen en Pians. In Pians doen we ons tegoed aan een heerlijke pizza, het is inmiddels twee uur en er moest bijgetankt worden.
    In Landeck fietsen we even door het centrum om de richting Italië te volgen. Buiten Landeck genoten we weer van een afzonderlijk fietspad.
    Ten oosten van Landeck gaat de Venetbahn naar de Krahberg (2208m). Als we een paar kilometer op Inntalradweg rijden kan je naar de Zammer Lochputz. Door tunnels, trappen en een brug kan je bij een woeste bergrivier komen, die zich door een kloof naar beneden stort. We volgden de Inn op de rechteroever en in Urgen hadden we nog een venijnig klimmetje en gingen we over een planken brug naar de andere oever. Het was ook hier fietsen in een prachtige natuur.
    Om 16.30u arriveerden we op een verzorgde camping in Prutz. Alle nutsvoorzieningen waren er ruim aanwezig. We kregen een plaatsje dicht in de buurt van het sanitair blok, voor 23euro/2 personen konden we met een gerust gemoed de nacht ingaan!
    Na het douchen en omkleden wandelden we naar het dorpje en in Gasthof Rose konden we weer eens deftig eten, met een goed glas wijn en een ijsje als toetje.
    Zo’n twintig jaar geleden hebben we in Prutz een paar jaar na mekaar onze vakantie doorgebracht met de kinderen. Het boerderijtje aan de rand van het dorp staat er nog steeds en is nog niets veranderd. Ik herinner me nog levendig dat je vanuit Prutz naar het hoger gelegen Ladis, ten westen van het dorp, kon wandelen.
    Ladis is iets speciaals, de kern van het dorpje is in een cirkel rond een natuurlijk meertje gelegen en het biedt een ongelooflijk schilderachtige aanblik!
    De avond valt snel en eens dat de zon achter de bergen is verdwenen valt ook de warmte en wordt het zelfs frisser. Tijd om ons tentje op te zoeken, morgen rijden we Italië binnen!


    >> Reageer (0)
    24-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prutz - Laces 104 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Allebei een goede nacht achter de rug. Gisteravond laat nog wat gesputter van een paar tieners waarvan de ouders waarschijnlijk dachten dat ze nog niet rijp waren voor het bed.
    Om 7u waren we gepakt en gezakt en na het vullen van de drinkbussen waren we om 7.10u op weg naar het centrum van Prutz. We vonden een bakker die op dit uur al open was en namen ons ontbijt op het rustige pleintje in het kleine centrum.
    Vandaag staat de Rechenpas op het programma, niet zo zwaar als de Arlbergpas, maar we moesten toch een hoogte overbruggen van iets meer da 600m!
    Pfunds is het laatste dorpje in Oostenrijk, daarna gaan we voor een uurtje de grens over om een stukje door Zwitserland te rijden, om dan de klim naar Nauders in Oostenrijk aan te vatten. Tot aan de klim naar Nauders volgen we de onstuimige Inn. We fietsten al klimmend de Zwitsers-Oostenrijkse grens over. Het is echt een beklimming die zigzaggend naar de 1454m hoge Norbertshöhe gaat en de rit gaat door bosrijk gebied. Af en toe steken een paar mountenbikers de weg over die de afdaling aangevat hebben door de bochten af te snijden… zeer steil overigens!
    Na deze beklimming die toch nog wat krachten vergde, kwamen we in Nauders het laatste stadje voor de Italiaanse grens. Oorspronkelijk hadden we hier een overnachting, maar we wisten dat we er voor de middag zouden aankomen en dat we zouden doorfietsen. Waar we de nacht gaan doorbrengen bepalen we rond de klok van 16u, het zal ook afhangen van de temperatuur en van de conditie.
    Vanaf Nauders moeten we het laatste stukje van de Rechenpas nog voor onze rekening nemen, ongeveer 150m hoogteverschil moesten we nog overwinnen. De Rechenpas is voor auto’s 1504m en voor de fietsroute 1520m. We fietsen parallel met de hoofdweg, maar zien hem praktisch niet. De Rechenpas heeft hier een zeer kleine moeilijkheidsgraad, maar in de andere richting fietsend is het zeer steil met hellingen die gaan van 8 tot 10% in het begin en even voor Burgeis van 15 tot 18%! Daarna nog even tot 14%. Wij hebben geluk dat we in de goede richting rijden. Voor we het weten rijden we al terug bergaf, richting Rechensee. Het zijn hier machtige panorama’s, veel groen en er staan nog veel weidebloemen in de bloei.
    Rechen, Resia in het Italiaans, is samen met een groot deel van Graun, in 1950 onder water gezet door de bouw van een stuwmeer. Alleen de Romaanse kerktoren steekt nog boven het water uit.
    Aan de Rechensee maken we gebruik van de stralende zon om onze tenten te drogen en een hapje te eten, we hebben tijd in overvloed want al een paar dagen lopen we vooruit op het schema.
    Daarom neem ik tijdens deze pauze even de tijd om wat te vertellen over Zuid-Tirol, want dat is de naam van dit gedeelte van Noord-Italië.
    Zuid-Tirol en Trentino maakten tot de eerste wereldoorlog deel uit van Oostenrijk. De provincie Trento is echt Italiaans, maar Bolzano of Bozen ligt in Zuid-Tirol. De overgrote meerderheid in Zuid-Tirol spreekt Duits en voelt nog nauwe samenhang met Tirol in Oostenrijk. Onder Mussolini echter, kwam de Duitstalige bevolking onder druk en werd er propaganda gemaakt om Italianen naar Bolzano te laten emigreren. De meerderheid in Bolzano spreekt daardoor Italiaans. Het platteland is Duitstalig gebleven.
    De talrijke schuttersverenigingen die zowat elk dorp rijk is in Tirol en Zuid-Tirol hebben nog lang na de tweede wereldoorlog, bij hun feesten en bijeenkomsten verwezen naar de terugkeer bij Oostenrijk. Allerlei verdragen en afspraken hebben ervoor gezorgd dat de Duitse taal weer werd toegelaten, en dat Zuid-Tirol een zekere onafhankelijkheid heeft gekregen ten aanzien van het Italiaanse staatsbestel.
    Onze tentjes waren in een mum van tijd droog en werden netjes terug ingepakt. De Rechensee is een enorme plas water waarlangs een rustig fietspad is aangelegd, regelmatig stopten we om een paar mooie foto’s te maken. Heel waarschijnlijk teveel, maar thuis zal ik het koren wel van het kaf scheiden.
    Na Burgeis, een klein boerendorpje, ligt Mals. Het uitzicht van dit kleine stadje wordt bepaald door drie romaanse en één gotische toren en een grote verdedigingstoren. In de Sankt Benediktkirche zijn Karolingische fresco’s uit de 9de eeuw te bewonderen.
    Glurns wordt nog steeds omringd door een stadsmuur met torens en poorten uit de 15de eeuw. Het is een klein en rustig stadje waar nog echt de sfeer van vroegere tijden hangt.
    We hebben al een tijdje het gezelschap gekregen van de Adige, een snelstromende rivier die tot in de buurt van Venetië, Noord-Italië beheerst. Vanaf nu fietsen we ook door de fruitschuur van Italië, ik had al gehoord en ook gezien in documentaires op TV, dat veel fruit uit Noord-Italië kwam.
    In werkelijkheid tart het elke verbeelding! Ik som de fruitsoorten even voor jullie op: appelen, peren, pruimen, druiven, granaatappels, cavayons en veel kwekerijen met gecultiveerde braambessen. Onnodig te vermelden dat we ons af en toe bezondigden met het plukken van een appel of een peer!Maar wat dit alles nog indrukwekkender maakt is dat de fietspaden kris kras door de plantages lopen. En omdat het allemaal laagstamfruit is konden we vanop de fiets over de fruitboompjes heen kijken en hadden we een ongelooflijk panorama met op de achtergrond de bergen.
    Sinds de Bodensee heb ik een beetje last van een gezwollen rechterenkel, eerst dacht ik aan een ontsteking in de buurt van de achillespees. Maar al een hele tijd begint het te jeuken, waarschijnlijk heb ik een beet gehad van een of ander beestje. De zwelling is ook aan het wegtrekken, des te beter.
    Tussen Glurns en Lasa zien we wegwijzers naar de Passo di Stelvio (2757m), in Prato allo Stelvio begint de klim naar deze reus al gestaag, wij laten hem rechts liggen. Alhoewel de sportievelingen dit ommetje meepikken op hun trip naar Rome!
    De vroegromaanse St Sisiniuskirchlein in Lasa is één van de oudste kerkjes in het dal. Laas of Lasa is ook bekend om zijn marmerwinning, vanop een hoogte van 1600 tot 2300m worden deze blokken naar beneden gehaald. Het marmer uit Laas bezit een hoge kwaliteit en was al bij de Romeinen bekend.
    Het dal waar we doorfietsen is het Vinschgaudal en meteen het droogste dal van de oostelijke alpen. Al heel lang transporteren de boeren het water uit het hooggebergte via kanalen en goten naar de landerijen en dit volgens strikte afspraken. Die kanalen en goten worden de “Waale” genoemd, van dit systeem van bevloeien zijn er nu nog een vijftigtal in gebruik en het bereikte zijn hoogtepunt tussen de 12de en 15de eeuw. Langs de Waale lopen paden die erg in trek zijn bij wandelaars.
    Schlanders is de hoofdplaats van het Mittelvinschgau, de toren van Pfarrkirche is al van ver te zien, want met zijn hoogte van 92m is het de hoogste van Zuid-Tirol! De gotische Spitalkirche is versierd met fresco’s uit de 13de en 16de eeuw.
    Inmiddels is het 5uur in de namiddag en het zoeken naar een slaapplaats dringt zich op, het wordt een camping in Laces, even buiten het stadje.
    Het is weer bloedheet als we de tenten opzetten, maar we hebben geluk! Er zijn een paar restaurants en een hotel vlak aan de ingang van de camping. Toen ik ons liet inschrijven zag ik in de hall van het hotel een PC staan, op de vraag of er een mogelijkheid was om op het internet te gaan kreeg een positief antwoord, goed nieuws voor Herman. Een nieuwe lading foto’s voor de thuisbasis? Na het eten gaat hij bekijken of het kan.
    Op de menukaart stond een menu voor 12euro, het leek ons wel wat. Gedaan met het zoeken welke antipasti, minestre, de primo piatto, de secondo piatto, de contorni enz…
    Zo’n menu is all in. Soms slaat het tegen, maar in de meeste gevallen heb je het buikje vol! “Het buikje vol” was ook nu van toepassing, samen met een liter Vino Rosso de la Casa (wijn van het huis) voor 7euro? Als het eten niet gesmaakt heeft? Met een liter wijn, dat is dus een halve liter de man, trek je je daar niets meer van aan!
    Broer gaat na het eten proberen om foto’s op z’n blog te plaatsen. Ik blijf nog wat zitten en schrijf mijn nota’s bij voor m’n dagboek. Dat deed ik elke avond zeer nauwkeurig, ook tijdens de rit in de pauze. De ervaring heeft mij geleerd dat je, eens terug thuis, alles weer perfect weet te herinneren.
    Na het aanvullen van mijn dagboek was Herman nog altijd bezig met zijn foto’s! Het plaatsen op zijn blog lukte, maar… oh zo traag!
    Het was pikdonker, toen we om 22u onze slaapzak opzochten.


    >> Reageer (0)
    25-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laces - Lavis 117 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Omdat het campingkantoor pas om 8u open ging om onze identiteitskaarten op te halen, besloten we om voor die tijd al wat te eten in de aangrenzende bar. Deze keer hadden we belegde broodjes op de kop getikt in plaats van de te zoete koeken.
    Ik heb vannacht zeer goed geslapen, het was wel warm in de tent maar niet van die vochtige en drukkende warmte, dat scheelt! De tent was van buiten ook droog.
    Onze route ligt vlakbij, ook dat is meegenomen. We hebben nog steeds, de immer aanwezige Adige naast ons en het eerste dorpje waarover ik wat kan melden is Naturns. Niet dat het spectaculair is maar in de St Proculuskirchlein kan je fresco’s bewonderen uit de jaren 750-820! Volgens historici is in die fresco’s de invloed te zien van Ierse monniken. Ongelooflijk dat deze kunstwerken, tot op de dag van vandaag, bewaard zijn gebleven als je weet hoeveel oorlogen en misschien wel natuurrampen ze overleefd hebben.
    Nog steeds rijden we over het prachtig fietspad en ook de Adige blijft ons gezelschap houden. Even voorbij Töll nemen we voorlopig afscheid van de Adige en gaan we de verkeersweg over. Hier eindigt ook het fietspad, tot in Algund hebben we een afdaling van twee kilometer tussen de 4 en 10%. We fietsen nu richting Merano, maar we blijven aan de rand van de stad.
    Merano is een stad met 34000 inwoners. In de 14de eeuw hadden de graven van Tirol in Merano hun verblijfplaats waardoor de stad een belangrijk handelscentrum was, met al de voordelen daaraan verbonden. Toen deze edelen naar Innsbruck verhuisden boette de stad aan belangrijkheid in.
    Door haar ligging in het beschutte dal werd Merano in de 19de eeuw een bekend kuuroord, met hotels en majestueuze villa’s die tot op de dag van vandaag nog steeds te bewonderen zijn.
    Langs de oevers van de Passer zijn mooie promenades waar veelvuldig gebruik van gemaakt wordt om een wandeling te maken.
    Op de rechteroever van de Passer bevindt zich de oude binnenstad. In de Laubengasse, met veel winkels en galerijen, is ook de Dom waar fresco’s en mooie gebrandschilderde ramen te bezichtigen zijn. De Tappeinerweg, te bereiken vanaf de Dom, is een wandelweg van ongeveer 4km, met de mooiste uitzichten over en op de stad.
    Ten oosten van de stad staat het Schloss Trauttmansdorff omgeven door prachtige tuinen, voor de liefhebber de moeite waard om ze te bezoeken. In het Schloss is een permanente tentoonstelling ondergebracht die 200 jaar toerisme in de kijker plaatst.
    Na Merano fietsten we via de dorpjes Burgstall en Gargazon naar Vilpian. Vilpian was de oorspronkelijke stopplaats voor vandaag, maar ik heb het al gezegd en jullie hebben het al gemerkt, we lopen steeds verder uit op het schema. Het fietsen gaat bijzonder goed, en het is pas 11u. We fietsen gewoon verder en beslissen dat Lavis de halte voor vandaag wordt.
    Eens Vilpian achter ons fietsen we weer over een rustig fietspad. Het dal is hier zo smal dat het fietspad, de verkeersweg en de spoorweg op kijkafstand van elkaar lopen.
    Na Terlan en Adrian stomen we richting Bolzano, we laten de stad links van ons liggen en we blijven op de splitsing de hoofdroute volgen. Er is namelijk een lichter alternatief naast de Adige. De hoofdroute is echter veel mooier, een beetje zwaarder en ook een tiental kilometer langer. Maar het is een aanrader om de hoofdroute te blijven volgen.
    Over een voormalige spoorlijn, die nu is omgedoopt tot een mooi fietspad, klimmen we naar Kaltern tussen onmetelijke wijngaarden van rode en witte druiven. Als we deze beklimming achter de rug hebben dalen we af naar de Kalterer See, alweer door de wijngaarden. Op de achtergrond reusachtige rotsen die de vallei omsluiten.
    De Kalterer See ligt in een decor waar je niet genoeg van kan krijgen, de dorpjes kleven op de hellingen rond het meer. We besluiten om hier, op een terras, onze middagmaaltijd te nemen om zo wat langer van al dat moois te genieten.
    We bestellen een lekkere spaghetti en strooien kwistig met de Parmezaanse kaas. Deze pauze doet deugd want het is niet warm, maar heet, heet en nog eens heet.
    Langs Tramin gaat het naar Cortina waar de hoofdroute en de alternatieve lichtere route weer samenvloeien. We krijgen vanaf nu weer het gezelschap van de Adige en na enige tijd komt Lavis in het vizier.
    Lavis is een rustig slaperig stadje op een kleine 10km van Trento. We vinden een hotelletje met één sterretje, maar voor ons maakt dat niets uit. Trouwens, eens de kamer binnen hadden we nog maar eens het bewijs dat sterren relatief zijn.
    Alles wat we nodig hadden was hier aanwezig, ik som het even voor u op beste lezer: een nette tweepersoonskamer, een afzonderlijke douche met wc, en een terras met droogrek en dat voor de prijs van 25euro/persoon ontbijt inbegrepen! Akkoord, het ontbijt moet in Italië altijd met een korreltje zout genomen worden. Maar alleen al de manier waarop deze jonge eigenaar het vertelt doet je zowaar al naar morgenvroeg snakken!
    Na het douchen doen we allebei nog een wasje, het was nodig en met deze temperatuur is het morgen zeker droog.
    Inmiddels was het 19.30u geworden en we wandelden het centrum verder in om wat te eten. Een pizzeria op het marktplein trok de aandacht en we besloten om niet verder te zoeken. Het was niet alleen een pizzeria maar ook een restaurantje, knus en gezellig ingericht met vriendelijke bediening.
    Ik bestelde een antipasti van gerookte hesp, spekreepjes en saucis met stukjes meloen. Als hoofdschotel, een vers gemaakte pizza met kaas en gerookte hesp. Een liter Vino Rosso de la Casa, voor de slordige som van 5euro!
    Wij gingen in ieder geval bijna zingend ons bedje opzoeken.


    >> Reageer (0)
    26-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lavis - Campolongo sul Brenta 103 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het was snikheet vannacht op de kamer, om middernacht ben ik opgestaan om een koude douche te nemen. Ik pas deze truc wel meer toe als het te warm is, je gaat zonder af te drogen op het bed liggen. Door de warmte gaat het water op je lichaam verdampen en dat geeft afkoeling, het is het principe van de ijskast. Gegarandeerd grijp je na twee minuten naar een laken. De kunst is dan om stilletjes te blijven liggen en uiteindelijk val je vanzelf in slaap
    Maar… we hebben vannacht heel goed geslapen en vanmorgen was ons wasje van gisteren zo goed als droog.
    De eigenaar van het hotel was een snaak van rond de dertig. Een echte Italiaan! Alles werd met de nodige hand- en armbewegingen uitgevoerig uitgelegd. Breakfast? Geen probleem, we konden kiezen tussen koeken met créme en koeken met créme… niet klagen, in Italië is het ontbijt nu eenmaal koeken met créme en dat is hier niet anders. Nog een stevig tasje koffie en de dag kon beginnen.
    De maestro had onze fietsen verhuisd naar de garage aan de overkant van de straat, ze stonden in de hall van het hotel en dat was natuurlijk geen gezicht.
    Na het ontbijt werden de fietsen geladen, nog een foto van de maestro met één van z’n vaste klanten en om 7.15u waren we op weg.
    Het was vanmorgen niet nodig om een windjackje aan te trekken, een digitale thermometer in het stadje wees 23° aan!
    We fietsten weer comfortabel op een fietspad richting Trento, we bleven naast onze vriendin de Adige. Daardoor ook aan de rand van de stad. Langs de oever krioelde het van de tamme konijnen, in alle kleuren. Daar zagen we trouwens aan dat ze tam waren.
    Bij de voorbereiding van onze tocht hadden we al beslist dat we de route over Venetië gingen nemen, en nu was het zover. Eens Trento voorbij gingen we vanaf Materello de Venetiëroute volgen, richting Lago di Caldonazzo.
    In Materello begon de beklimming van een steile pukkel, die de vallei van de Adige scheidt van het meer. Aanvankelijk begon de beklimming met een iets meer dan twee kilometer lange helling van 10% en enkele stukken van 14 tot 17%!!! Daarna fietsten we met hellingen van 5 tot 8% door een bosrijke omgeving. Af en toe stopten we om tussen de bomen te genieten van mooie vergezichten in het dal, met de stad Trento aan onze voeten.
    De beklimming gaat tot Vigolo Vattaro, en tot Bosentino gaat het wat bergaf met af en toe nog eens een heuveltje dat we over moesten. Vanaf Bosentino begint de 2.4km lange afdaling, 8 tot 11%, naar Calceranica al Lago. Aan het meer nemen we een kleine pauze, we smeren ons velletje weer in, want het zonnetje is al geruime tijd van de partij!
    We volgen de Cyclopista del Valsugana. De Valsugana is bij toeristen weinig bekend, maar het is een mooie streek, met veel bossen, weiden en een massa wilde bloemen.
    Borgo Valsugana is een leuk stadje, er was juist een markt. Misschien lukt het ons om hier wat te eten. We maakten een praatje met een Nederlands koppel die hun vakantie hier in de buurt doorbrachten. Met uitzondering van een beetje fruit was er op de markt weinig eetbaars te ontdekken. Ik probeerde in een viswinkel een vers gebakken visje aan de haak te slaan, maar het werd noppes!
    De Cyclopista is aangelegd langs de Brenta en soms wordt er gebruik gemaakt van stille weggetjes waarlangs soms picknicktafels en bankjes zijn geplaatst. Af en toe zijn er zelfs barbequemogelijkheden!
    We vervolgden onze tocht door een onvergetelijke natuur. Het leek soms dat wij alleen op de wereld waren. We besloten om het fietspad te verlaten en naar Grigno af te zakken, een rustig dorpje op een paar kilometer van de route. Het was inmiddels 13.15u en hoog tijd om de magen te vullen. Dat sloeg tegen, het enige winkeltje in het dorpje was een bar- tabacci. Er lagen zes broodjes in de toonbank, belegd met saucijs. Ik kocht ze alle zes, blij dat we waren omdat we geen koeken met créme moesten eten!
    In de buurt van Primolano maken de rotsen het dal tot een smalle, indrukwekkende kloof. De Cyclopista gaat over in een gewone weg maar de bergen blijven voor het decor zorgen, tot ze in de buurt van Bassano del Grappa plots ophouden.
    Nog steeds lopen de cyclopista, de verkeersweg en de spoorweg broederlijk naast elkaar en ook de Brenta blijft in de buurt.
    We fietsen ook nog steeds eenzaam en alleen, maar af en toe passeren we al eens wat meer mensen, hetzij op wandel, hetzij per fiets. Dat betekent dat we toch weer wat in de bewoonde wereld aankomen. In Sasso Stefano viel ons oog op een B&B, maar we besloten om het kleine hotelletje, vermeld in de gids als overnachtingsplaats te nemen.
    Het lag in Valstagna, een feeëriek stadje naast de Brenta. Het was een stukje te voet naar omhoog, in een rustig straatje. Toen ik eraan kwam viel het me al op dat er weinig beweging was, maar goed op dit uur kon het zijn dat het gesloten was. De uitbater van een bar-tabacci vertelde aan m’n broer dat het inderdaad gesloten was… een streep door de rekening. Misschien hadden we toch de B&B moeten nemen? Wat verder in de hoofdstraat vonden we het tweede opgegeven adres, daar was alles volzet! De bazin gaf ons het adres van een Albergo in Campolongo sul Brenta, een viertal kilometer verder. Verder fietsen daar hadden we geen probleem mee, terugfietsen voor een onderkomen dat deden we uit principe niet, de processie van Echternach indachtig…
    Soms prezen we ons gelukkig dat de voorgaande adressen ofwel gesloten, ofwel volzet waren. Zo ook vandaag. We konden terecht in deze Albergo, met restaurant nota bene, in een ruime tweepersoonskamer met afzonderlijke douche en wc en inclusief ontbijt voor 30euro/persoon. Onze fietsen kregen een apart onderkomen.
    We douchten uitgebreid en we spoelden met heerlijk koud water de hitte van ons lijf, want warm is het vandaag alweer geweest! Op de kamer was ook een klein terrasje aanwezig en we maakten van deze gelegenheid gebruik om het zweet van onze kleren te drogen, in Venetië blijven we een dag en dan hebben we de gelegenheid om nog eens een wasje te doen.
    Broer vroeg of ik een nagelschaartje bij me had, m’n antwoord was negatief. Spijtig zei want ik moet de nagel van m’n grote teen dringend bijwerken, zoniet is hij eerder in Rome dan ik! Leuke anekdotes!
    Het restaurant was nog niet open en bij een stevige pint bier vulde ik mijn dagboek aan: geheugensteuntjes, wat trefwoorden en anekdoten ook enkele volzinnen zijn voor mij voldoende om onze belevenissen thuis weer voor de geest te halen.
    Nadien wandelde ik naar beneden, aan de oever van de Brenta was het goed toeven. Ik had een vliegvisser in de gaten die met lieslaarzen aan, door de snelstromende rivier waadde. Een afbeelding van de vlagzalm aan een boom deed mij vermoeden dat die hier te vangen was.
    Rond 20u was de keuken geopend. Een salada mixta met brood als anti pasti, een hoofdgerecht van tagliatelli met kip samen met een liter Vino Rosso de la Casa deed de wereld er voor ons weer anders uitzien.
    Om 21u zakten we af naar onze kamer voor een verkwikkende nachtrust!


    >> Reageer (0)
    27-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Campolongo sul Brenta - Oriago (Venetië) 89 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Na een rustige nacht in een kamer die verstoken bleef van de felle middagzon, liep het wekkertje deze morgen af om 7u. Vroeger had geen zin want het ontbijt werd pas vanaf 8u geserveerd. En wat voor ontbijt!
    We waren weer in de prijzen gevallen. Een compleet ontbijtbuffet! Ik kan het niet nalaten om het allemaal nog eens op te noemen: twee soorten fruitsap, koffie en thee. Warme melk en cacaopoeder om chocolademelk te maken. Als beleg: ham, kaas, gerookte ham, saucijs en paté. Drie soorten confituur en honing. Gebakken omelet met spek. Twee soorten muesli. Broodjes, croissants en gewoon brood. Twee soorten cakes en verschillende cakes in vacuüm verpakte zakjes. Onnodig te vertellen dat we hier ons best gedaan hebben, ook voor onderweg!
    Om 8.25u zaten we op de fiets. De route ging vanaf het begin over de gewone wegen, het kon niet blijven duren. De fietspaden zijn hier opgeborgen, ze maken echter plaats voor rustige landwegen die van dorp naar dorp lopen. Na zeven kilometer komen we in Bassano del Grappa, en zoals het nogal dikwijls is in een stad, moest de kaart extra geraadpleegd worden.
    Bassano del Grappa is een stadje met 40000 inwoners. In de oude binnenstad heb je gevels die met mooie fresco’s versierd zijn. Bassano del Grappa is ook de bakermat van de “Grappa” , een drank die te vergelijken is met een soort jenever. Ik moet bekennen, zelf ben ik er niet zo gek op. Er zit serieus wat alcohol in maar voor mijn gevoel smaakt het naar niets. Ook is Bassano bekend voor zijn keramiek en je kan in het Museo della Ceramica, in het 18de eeuwse Palazzo Sturm, heel wat mooie keramiek bewonderen.
    Vanaf de houten brug over de Brenta, de Ponte Nuovo, heb je een prachtig uitzicht op de stad.
    Ik moet zeker nog vermelden dat m’n broer de taak van navigator vanaf het vertrek op zich heeft genomen en geloof me, veel verkeerd hebben we niet gereden! Zelf doe ik niets liever dan landkaarten bestuderen, ik interesseer mij daar enorm voor. Maar als er iemand bij is die dat ook graag doet en het bovendien erg nauwgezet doet zoals mijn broer, dan word ik lui en hou ik me liever bezig met het landschap, de vegetatie en de dagelijkse zoektocht naar eten. Dus… bedankt broer dat ik me van die taak mocht vrijstellen.
    Een wielertoerist zou ons wel op de goede weg zetten, tenminste zo hadden wij het begrepen. Maar vrij snel hadden we door dat we niet in de goede richting fietsten. Wel richting Venetië, maar niet zoals wij dat wilden! Onze route ging namelijk over de rustigste wegen en met hem liep dat enigszins anders.
    We probeerden hem aan het verstand te brengen dat we niet akkoord waren, hij liet ons verstaan dat we dan maar onze plan moesten trekken en dat deden we ook! We draaiden terug en in en mum van tijd hadden we onze route te pakken.
    Het dient ook gezegd, we reden door een landschap met één sterretje. Eentonig, en ook een saai landschap. De po-vlakte diende zich aan, het kan niet altijd rijstpap zijn met…
    Voor de middag was het al 30° en we besloten in S.Pietro een pauze te nemen en wat te eten. Worstjes met ingebouwde kaas en brood, tezamen met een cola om de suikers op peil te houden. Op de middag was het nooit belangrijk wat we aten, het moest wel voedzaam zijn!
    Na enige tijd bereikten we Citadella, het stadje werd in het jaar 1220 gesticht. Het oude gedeelte heeft een aaneengesloten, twaalf meter hoge stadsmuur. Indrukwekkend!
    Deze stadsmuur is cirkelvormig en wordt op de kaart als zodanig aangegeven. Het is zeer merkwaardig, je zou in zo’n oude stad een waaier van oude gebouwen moeten aantreffen maar dat is niet het geval. In de neoklassieke parochiekerk zijn wel enkele schilderijen te bewonderen uit de Venetiaanse school.
    Op de trappen van deze parochiekerk doen we ons tegoed aan een mueslikoekje, en een vriendelijke mijnheer maakt van ons beiden nog een foto. Herman hoopt om in Venetië zijn slag te slaan in een cybercafé. Het thuisfront snakt naar foto’s!
    Inmiddels is de temperatuur opgelopen tot 38°, tenminste als je de digitale thermometers onderweg mag geloven! Doe er 3° af, dan is het nog 35°! Teveel van het goede vinden we allebei. Gelukkig was er een windje, weliswaar een warm, maar het hielp het zweet drogen.
    De route volgde na enige tijd een kanaal met oude Venetiaanse villa’s op zijn oevers. Heel veel van die prachtige gebouwen zijn verwaarloosd en wij begrepen daar niets van. Anderen echter zijn te bezoeken.
    In Stra is dat de indrukwekkende Villa Pisani en de vroeg 17de eeuwse Villa Foscarini Rossi. In Mira staat de 18de eeuwse Villa Widmann Ressonico Foscari.
    Rond 17u bereikten we Oriago in de buurt van Mestre op een tiental kilometer van Venetië. Er was een gezellige camping met een bescheiden restaurant, goede sanitaire voorzieningen en de mogelijkheid om met de bus naar Venetië te gaan, 2,20euro heen en terug.
    De tentjes werden opgesteld voor twee nachten, voor Venetië hadden we een dag uitgetrokken, de moeite bleek achteraf.
    Hier maakten we ook van de gelegenheid gebruik om nog eens een uitgebreide was te doen, de temperatuur hadden we mee want ook ’s nachts zou het wel drogen. We hadden morgen trouwens een hele dag om die klus te klaren.
    Op het terras van het resto namen we een pintje, schreven ons dagboek bij en om 19.30u konden we aan tafel.
    Voor mij een voorgerecht van meloen en parmaham en een spaghetti carbonara, dit is spaghetti met gesmolten kaas en gebakken spekjes.. lekker.
    Een karafje rode wijn zorgde ervoor dat de vertering van ons eten vlotjes verliep en om 21.30u lagen we in ons tentje!


    >> Reageer (0)
    28-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezoek aan Venetië
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Om 7.20u deze morgen stak ik het kopje buiten. Het was warm en vochtig vannacht, maar vanochtend was het frisser! Er hing een dichte mist en het zag ernaar uit dat we Venetië gingen bezoeken zonder het gezelschap van de zon. Het wasje van gisteravond was dus niet droog… het kan verkeren zei Bredero!
    Voor ons was het een verademing, de koelere temperatuur, het voelen van een beetje vocht, al was het maar nevel.
    Maar tijdens het ontbijt vertelde de baas van het restaurant ons dat het weer warm ging worden, wij fronsten de wenkbrauwen. Dan moet er nog veel veranderen en toen we de bus naar Venetië namen was er geen zon te bekennen.
    Het eiland is een klein half uurtje rijden vanaf de camping, het is maar een tiental km maar de verkeersdrukte zorgt altijd voor vertraging.
    De wonderen zijn de wereld niet uit. Toen we van de bus stapten op de Plaza Roma brak de zon door en nog geen uur later was het al deftig warm!
    Op de Plaza Roma begonnen we aan onze voettocht door de stad. Het was er al druk alhoewel het nog maar iets over 9uur was. De weg hoefde je eigenlijk niet te vragen en ook ons stadsplannetje was overbodig om in het hart van de stad te geraken, je hoefde alleen de mensen te volgen want allemaal hadden ze hetzelfde doel.
    We wandelden door de kleine steegjes en vele malen gingen we over een brugje dat een van de vele kanalen overspande. Letterlijk alles wordt hier vervoerd met de boot, bevoorrading van winkels en restaurants, de bedeling van de post, het openbaar vervoer en de vele watertaxi’s. Het is een raar gevoel!
    Venetië is een aaneenschakeling van oude koopmanswoningen, statige gebouwen zijn ook de vele oude herenhuizen die hier door de Venetianen indertijd zijn neergezet. De vele oude kerken stralen de tijd van toen uit, om van de vele gezellige pleintjes maar te zwijgen. Zij vormen mee het decor waarin Venetië zich al eeuwen koestert.
    Het Dogenpaleis en de paleizen langs het Canal Grande, het San Marco met zijn prachtige Mozaïeken, het werkt lauwerend.
    Toen het Romeinse rijk op z’n einde liep en de barbaren Italië binnenvielen, onder andere de Visigoten in het jaar 402 en de Hunnen in 452, namen vele Venetianen die de kust bewoonden hun toevlucht tot de eilanden en lagunes om te ontsnappen aan de geweldenaars.
    Toen in 476 het Westromeinse Rijk ophield te bestaan kwam er een hele periode van machtswisselingen en in het jaar 726 kozen de lagunebewoners voor het eerst een eigen leider, de Doge. Ze bleven echter deel uitmaken van het Byzantijnse rijk. Nadat de zoon van Karel de Grote, Pippijn, het hele gebied bijna voor zich had besloot de Doge in 811 zijn bestuurszetel te verplaatsen naar veiliger oorden. Naar de eilanden van Rivo Alto, nu Rialto en eigenlijk is daarmee de stichting van Venetië een feit. Venetiaanse schepen brachten graan, hout en wijn naar Constantinopel, ze kwamen terug met producten uit het oosten: zoals zijde, suiker, katoen en allerhande specerijen. Tussen de grootmachten uit die tijd, zoals het Byzantijnse Rijk, het Duits-Roomse Keizerrijk en de Islamitische wereld betrachtte Venetië veel diplomatie en breidde op die manier zijn handelsrechten verder uit.
    Beste lezer, in een notendop van een paar regels, de grote lijnen van de geschiedenis van Venetië uitleggen is nog te doen. Voor meer en gedetailleerde fasen voel ik mij niet geroepen, ik weet er trouwens ook te weinig van. Er bestaan oneindig veel en goede boeken over de geschiedenis van Venetië.
    Eten en drinken is in Venetië geen probleem, alleen loont het de moeite eens een zijstraatje aan te doen, de kwaliteit is dezelfde maar de prijs is des te interessanter, het is maar dat je het weet!
    In een van de nauwe straatjes ontdekte ik een cyberhuis. Nee, geen café, maar een locatie waar naar hartelust en tegen betaling gesurft kon worden. Ook m’n broer kwam hier aan zijn trekken en hij profiteerde ervan om een hele rits foto’s op zijn blog te plaatsen.
    Na de middag werd het heet en we sprongen van schaduw naar schaduw. Op de brug der zuchten, die het Dogenpaleis verbindt met de gevangenis neemt een vriendelijke Nederlander een foto van ons beiden, hij was op culturele uitstap met een groep en de bedoeling was om te bezichtigen wat er maar te bezichtigen was.
    In de late namiddag lieten we ons nog eens verleiden met het eten van een (serieus) ijsje en zochten we de bushalte op.
    Een klein uurtje later waren we terug op de camping, onze gedroogde was kon opgeborgen worden en geloof het of niet, van al dat geslenter waren we meer vermoeid dan van het fietsen!
    Na het eten van een lekkere spaghetti hadden we er niets op tegen om de slaapzak op te zoeken.


    >> Reageer (0)
    29-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oriago ( Venetië ) - Ferrara 129 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Om 5.30u stonden we op en om 6.40u zijn we vertrokken. Het ontbijt hadden we genomen op het terras van het restaurant. De hitte van de voorbije dagen noopte ons om zo vroeg mogelijk op de fiets te zitten. Gisteravond bij de afrekening zei men dat het weer warm ging worden, maar de chef van het restaurant vertelde dat het vandaag 10° minder ging worden. En misschien zelfs een beetje regen.
    We zullen zien! Maar het leek erop dat hij gelijk had. Het was vanmorgen niet meer zo warm als dat we gewend waren, 22° is warm ’s morgens maar het voelde frisser aan. En er was ook een beetje bewolking!
    Op weg naar Oriago, eergisteren, hadden we al kennis gemaakt met het prille begin van de Po-vlakte. Vandaag waren we er middenin en nog even fietsten we langs de Brenta. De po-vlakte is een eentonig decor, met niets dan agrarische activiteiten, vooral veel maïs en graan. De dorpen liggen ver uit elkaar en we moeten zorgen dat we in elk dorp eens kijken of het eten en drinken nog op peil is.
    De rit verloopt in het begin naast de lagune, maar ze is aan het oog onttrokken door dichte houtbegroeiing en tussen ons en de lagune liep ook nog een kanaal. Afstappen om door het houtgewas enkele mooie foto’s te maken zat er dus niet in.
    Hier was het fietspad een verharde weg van grint, het bolde goed en we vorderden snel. Als we voor de middag de meeste kilometers reden waren we de hitte voor, al zag het er nu nog niet naar uit dat het warm ging worden.
    Bij Cavarzere staken we de Adige over, als je onthouden hebt beste lezer , wanneer we voor het eerst kennis maakten met deze rivier dan begrijp je hoe lang ze is. Binnenkort heeft ze haar taak volbracht en eindigt ze in de Adriatische zee. Maar nu, hier in Cavarzere, nemen we definitief afscheid van onze vriendin!
    Half de voormiddag begint het zowaar te regenen, in die mate dat we genoodzaakt zijn om onze zeiltjes aan te trekken.
    Na Adria stevenen we af naar de Po. Een machtige rivier die helemaal in het westen van Noord-Italië ontspringt.
    We rijden kilometers lang over het dijkwegje dat alleen voor fietsers is toegelaten. De rivier biedt afwisseling, soms ligt ze als een meer te glinsteren in de zon, dan weer stroomt ze tussen de zandbanken. Veel populierenplantages zorgen er ook voor dat ze af en toe niet meer te zien is.
    In het verleden zijn er dikwijls grote overstromingen geweest, waarna de rivier niet zelden een nieuwe bedding koos. De Italianen noemen met veel respect, de Po ook weleens “il Grande Fiume” de grote rivier. Terecht, want de landerijen moeten net zoals bij ons door hoge dijken worden beschermd. Doordat de Po grote hoeveelheden zand en slip uit de alpen aanvoert vult ze daar haar eigen bedding mee, zodat er steeds hogere dijken nodig zijn. Een rivier zoals de Rijn kan dat slib achterlaten in de Bodensee, waardoor de rivierbedding minder last heeft van ophoping van slib.
    Om die reden is er nauwelijks scheepvaart op de Po, met uitzondering van een veer hier en daar en enkele pleziervaartuigjes.
    Vandaag hebben we ook kunnen proeven van tomaten die op grote velden, gewoon op de grond groeien. Ze liggen gewoon tussen het lover en ze zijn ontzettend lekker!
    In Papozze kan je met een veer de Po over, maar het vaart zeer onregelmatig. Ik had weleens de Po willen oversteken want op die plaats schat ik hem toch een driehonderd meter breed. We verlaten even het dijkwegje om in Crespino een frisse cola te drinken, we verorberen nog een mueslikoekje en fietsen terug de dijk op. Het is weer verschrikkelijk warm, een drukkende warmte.
    In de blakende zon fietsen we over de onbeschutte dijk verder naar Polesella, daar steken we de Po over via een brug langs de verkeersweg, om dan aan de andere oever terug over de dijk te fietsen.
    Ferrara komt in zicht in de late namiddag, de camping ligt voor de stad in een soort recreatiegebied. Er wordt geluierd op de grasvelden, joggers en wandelaars komen aan hun trekken en er is ook een sporthal met restaurant.
    Het was een gemeentelijke camping en we kregen een plaatsje toebedeeld in de zon op het zand, maar we besloten stiekem om ons tentje op het gras neer te zetten en ook min of meer onder de bomen.
    Ik had het bij onze aankomst al gemerkt maar nu wist ik het bijna zeker, we krijgen onweer. In de verte pakten de wolken samen en aan de wind te merken kwamen ze onze kant uit.
    Na het opzetten van ons tentje namen we allebei een verfrissende douche, je kan niet beschrijven wat water soms kan betekenen, althans voor mij!
    We namen het kloeke besluit om het nakende onweer te trotseren, het was misschien pas voor de late avond, en we reden naar het centrum. Eerst kwamen we in het recentere gedeelte van de stad terecht, waar we op een terras wat dronken.
    Later zakten we af naar de oude stad en ik moet zeggen, de moeite waard. Smalle straatjes in de middeleeuwse kern met als voornaamste bezienswaardigheden: de Duomo, het Palazzo dei Diamanti en het Palazzina di Marfisa d’ Este.
    Toen wij er waren was het Ferrara Buskers Festival aan de gang, straatmuzikanten van over de hele wereld nemen daar aan deel, met alle soorten instrumenten. Overal waren biertentjes opgesteld en kon jeje tegoed doen aan allerlei versnaperingen.
    Deftig gegeten hebben we vanavond niet gedaan, met uitzondering van wat zoetigheid hielden we het voor de rest bekeken, maar onze maag was min of meer gevuld.
    We zakten af naar ons tentje en waren van plan om nog wat in het gras buiten te liggen, toen ik plots een grote regendruppel voelde. Om 19.30u lagen we in onze tent naar het losgebarsten onweer te luisteren en de regen gutste onophoudelijk over het tentzeil. Mn broer riep dat hij een lek had maar bij mij was dat ook, als je even met je hand over het binnenzeil gaat stopt het vanzelf.
    Het moet rond 1u geweest zijn vannacht, toen ik wakker werd van voetstappen en stemmen. Gisteravond hadden we nog een groepje scouts zien aankomen, ze stelden hun tenten in de regen op. En nu, midden in de nacht, waren ze aan het verhuizen naar veiliger oorden… problemen met het water? Wie weet!
    Tot we in slaap zijn gevallen gutste de regen!


    >> Reageer (0)
    30-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ferrara - Celletta 135 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De regen plensde deze morgen zonder ophouden op het tentzeil. Ik was om 6u wakker en draaide me nog eens om. We baalden al een paar dagen van het warme weer, nu er een regendruppeltje viel draaide ik me nog eens, eigenlijk om mee te lachen. Ik ga me toch niet laten boenen door een paar regendruppels?
    Toch bleef ik nog een half uurtje in m’n slaapzak, het kantoor ging pas om 8u open, we moesten nog afrekenen en onze identiteitskaarten ophalen zodoende…
    Om 8.20u waren we op weg, we hebben noodgedwongen onze tenten met inhoud in de gietende regen moeten inpakken, en nu… reden we de eerste meters in de regen. Eerlijk gezegd het deed deugd en uiteindelijk, met het regenzeiltje aan leden we niets.
    We fietsten naar het oude centrum van Ferrara, de kraampjes en stalletjes van gisteren lagen er verlaten bij en verkeer was er niet, met uitzondering van een verdwaalde automobilist.
    Het bleef onophoudelijk regenen en er kwam ook nog een deftig windje opzetten, pal op de kop! Maar goed, op een klein half uurtje waren we aan de rand van de stad. Dat was vlot gegaan. De eerste tien kilometer volgden we de Po Morte di Primaro, een oude zijarm van de Po.
    Toen we Ferrara verlieten kwamen we al heel snel in een vrij groen landschap, dat we al kenden van een paar dagen terug. Boomgaarden van appelen en peren, maar ook kwekerijen van abrikozen, perziken, kiwi’s en pompoenen!! Gedurende een kleine veertig kilometer veranderde dit decor niet en we profiteerden ervan om nog eens een lekkere verse peer te plukken.
    Plots veranderde het landschap, al het fruit was verdwenen. Er werd plaats gemaakt voor een afwisselend panorama van immens grote akkers van maïs en bieten. Af en toe wat zonnebloemvelden en jaja ook weer de lekkere tomaatjes die tegen de grond groeiden. Ik maakte weer van de gelegenheid gebruik om er een paar te eten en een voorraadje mee te nemen in de zakken van m’n shirt.
    Wat nu opvalt zijn de kaarsrechte wegen, waar we alleen op fietsten. Ook waren er verschillende kanalen en gemalen. De Valle del Mezzano waar we nu doorrijden, werd in de jaren zestig drooggelegd. Met de eigenlijke inpoldering van het oosten van de provincie Ferrara werd al begonnen rond 1870.
    Tussen Longastrino en Sant’ Alberto was een grote lagune de “Valli di Comaccchio” het is tegelijkertijd een enorm vogelreservaat waar flamingo’s, puperreigers, kraanvogels, lepelaars en zelfs visarenden vertoeven. Wij zagen op een gegeven moment de koereiger, in onze contreien totaal onbekend, hij is totaal wit.
    We maakten wat tijd vrij om deze prachtige natuur te bewonderen, het was een af en aan vliegen van vogels. Het was een aangenaam schouwspel en natuurlijk maakten we een paar foto’s voor het album, alhoewel het op foto allemaal een beetje tegensloeg. Voor dit soort foto’s moet je eigenlijk een groothoeklens hebben.
    De regen is al een tijdje achterwege gebleven, het bleef wel regenachtig maar het was uitstekend weer om te fietsen. We kregen ook weer een andere rivier in het vizier namelijk de Reno.
    Met een pontje staken we de Reno over om verder koers te zetten naar Ravenna, daar stopt de Po-vlakte en komen de Apennijnen in zicht!
    Over het ontstaan van Ravenna zijn de meningen verdeeld, wel zeker is dat de Romeinen in de 2de eeuw voor Christus een groot deel van de Po-vlakte hebben gekoloniseerd.
    De bekendheid van Ravenna begon toen de Westromeinse keizer Honorius in het jaar 402 zijn zetel verplaatste van Milaan naar Ravenna, bevreesd als hij was voor de invallen van de barbaren.
    Naar mijn gevoel is Ravenna een sobere stad, niet zo kleurrijk als de vele andere steden die we op onze tocht hebben gezien. Maar Ravenna blijkt, cultureel gezien dan, toch heel wat in huis te hebben.
    Wereldberoemd zijn de mozaïeken. In de oudste daarvan wordt Christus nog afgebeeld zoals Apollo. Onder invloed van de Byzantijnen echter krijgt hij de beeltenis van de heerser. Een man met baard, gezeten op een troon. De grootte van de frontaal afgebeelde figuren wordt niet meer bepaald door het perspectief maar wel door hun belangrijkheid.
    Verder biedt Ravenna nog de volgende bezienswaardigheden. De San Vitale, de rijkst versierde kerk van Ravenna. Het Mausoleo di Galla Placidia met binnenin blinkende mozaïeken die muren en plafonds bedekken. Nog meer mozaïeken zijn te zien in het Domus dei Tappeti di Pietra.
    In het zuidwesten van het Piazza del popolo is in de Battistero Neoniano, Christus uitgebeeld die door Johannes de Doper in de Jordaan wordt gedoopt. De muren van deze doopkapel zijn geheel bedekt met mozaïeken van profeten.
    Het zou in dit reisverslag te ver gaan om alles onder de loep te nemen wat Ravenna nog te bieden heeft en ik verwijs alweer naar de vele goede naslagwerken om alle gebouwen en kunstwerken eens op te zoeken.
    Op weg naar Cezena komt de zon erdoor, de warmte is gaan liggen en het is aangenaam fietsen over rustige landelijke wegen. Af en toe rijden we over verbindingswegen van dorp naar dorp en een eerste maal gaan we in Settecrosiari op zoek naar een B&B. Op de deurbel werd niet gereageerd, dan maar de grote middelen. Het touwtje aan de grote gong was zo voor het grijpen en het geluid galmde door het straatje. Een mevrouw die ons in het zijpoortje tewoord stond zei dat er geen plaats was.
    Een tweede poging was met een vriendelijke meneer die overigens goed Duits sprak. Hij wist een Agritourismo in Celetta en was zo vriendelijk om ons er naartoe te brengen. Ook daar vingen we bot, maar de dame vertelde ons dat de enige bar in Celleta ook kamers verhuurde en zoals we al enkele keren hadden meegemaakt op onze reis was het ook deze keer weer de gouden tip!
    Een ruime en nette tweepersoonskamer met afzonderlijke douche en wc, voldoende handdoeken, alles kraaknet.
    In het dorpje een tweetal kilometer verderop was een pizzeria vertelde de barman, daar zouden we wel aan eten komen. We zagen er echter tegenop om alweer op de fiets te stappen en we besloten om niet te eten en wat mueslikoeken op te peuzelen met een glaasje wijn erbij.
    Toen we na het douchen naar de bar gingen zagen we allerhande hapjes op de toog staan, te vergelijken met de tappas in Spanje. Op mijn vraag of we ook enkele hapjes mochten nemen was het antwoord positief. Een Italiaan die behoorlijk Engels sprak vertelde me dat die hapjes bestemd waren voor de klanten, dat hadden we goed begrepen. De vrouw van de patroon kwam ons zelfs aan tafel bedienen en om onze dankbaarheid te tonen hebben we die avond twee flessen wijn soldaat gemaakt. Voor wat hoort wat dachten we zo!
    We hebben de avond verder doorgebracht met het aanvullen van onze nota’s in ons dagboek en het was donker voor we er erg in hadden.
    Morgen wacht ons weer een dag met nogal wat klimpartijen, de Apennijnen zijn geen hooggebergte maar toch stevige kuitenbijters! We zullen zien.


    >> Reageer (0)
    31-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Celleta - Pieve S. Stefano 97km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De rekening viel erg mee. Uiteindelijk hebben we een kamer met ontbijt gehad, twee flessen wijn ontkurkt en zijn we als wolven op de hapjes gevlogen! Alles samen 84euro. Bij nazicht bleek dat er voor de hapjes niets gerekend was. Die zijn gratis voor de klanten die wat komen drinken…en met de door ons verorberde wijn was dat dik in orde!
    We vertrokken in Celleta om 7.15u in een stralend zonnetje! Ik ben er weer wat vriendelijker voor, sinds we gisterenvoormiddag in de regen met ook nog een venijnige wind moesten fietsen.
    Goed en wel op weg moest ik terug. De sleutel van onze kamer zat nog in het achterzakje van mijn shirt! Dat zijn weer extra kilometers op de teller, maar ik had geluk. Nauwelijks op de weg terug kwam de vriendelijke eigenaar van de bar me al tegen gereden. Hij wenste ons nog een goede reis en ik spurtte terug naar mijn broer.
    Voor vandaag stond er klimwerk op het programma, we moesten een hoogteverschil van 865m overbruggen. Het vals plat, dat elke beklimming voorafgaat, begon ongeveer in S. Vittore, en vanaf Gallo begon heel geleidelijk de beklimming met hellingen die varieerden van 3 tot 10%.
    Het begon warmer te worden en we konden er niet onderuit, hoe dieper we naar het zuiden af zakten, des te meer gingen we de hogere temperaturen voor lief moeten nemen!
    De panorama’s waren ronduit prachtig en meerdere malen stopten we om ze wat rustiger te bekijken. Maar we hadden ook een beetje pech.
    Omdat een gedeelte van de autosnelweg E45 voor alle verkeer in beide richtingen was afgesloten, kwam al dat verkeer over de anders rustige weg waar wij over fietsten. Dat leidde soms tot gevaarlijke situaties, zeker als het inhalende verkeer uit overwegend vrachtwagens bestond.
    Gelukkig was de omleiding niet langer dan vijf kilometer en konden we na enige tijd weer rustig ademhalen.
    Onderweg maakte een voorbijrijdende wielertoerist een praatje, hij sprak een paar woorden Frans. Zijn vader had nog in de koolmijnen van Marcinelle gewerkt, op zijn 41ste is hij gestorven aan stoflong.. Het viel niet mee om hem af te schudden, ik had mijn adem nodig om te klimmen, niet om een langdurig praatje te maken.
    Het wat grotere dorp Mercato Saraceno is de trotse bezitter van mooie grote ceders en andere prachtige en speciale naaldbomen. Mercato bezit ook een belangrijk monument, het Palazzo Dolcini. Een imposante witte villa in “Style Liberty”, de Italiaanse variant van de Jugendstill.
    Vanaf Cezena fietsten we ook weer langs een bruisend riviertje, de Savio. Het houdt ons al een hele tijd gezelschap, af en toe aan het zicht onttrokken, maar hier in Mercato Saraceno is er een mooi pleintje en vanop de beide bruggen is er een prachtig uitzicht op de rivier en de rotsen.
    Na Mercato is er alweer een dorpje met een sterretje, Sarsina. Ons fietsgidsje is wat dat betreft heel accuraat, als er wat te zien is onderweg wordt het met symbooltjes op de kaart vermeld!
    Zo ook in Sarsina. Het is heel trots op z’n Romeinse verleden. De Romeinse toneelschrijver Plautus werd hier geboren. Bovenop de helling waarlangs we het plaatsje binnenkomen, staat links van de weg een gebeeldhouwd mausoleum uit de 1ste eeuw voor Christus.
    Vanaf Sarsino is er nog een stevig klimmetje naar S. Piero in Bagno. Het lijkt ons een gezellig plaatsje om onze middagvoorraad op te doen en Herman maakt hier ook van de gelegenheid gebruik om een apotheker op te zoeken, hij zit door zijn voorraad magnesium, een mineraal dat beenkrampen voorkomt.
    Ik vind een bakker en de koeken blijven alomtegenwoordig, maar hier zijn er verschillende met rozijnen, ook belegde broodjes met diverse soorten vlees en kaas. Dat is wat we moeten hebben, stevige kost in plaats van zoetigheid!
    We verorberden alles op een gezellig plein met een keuze aan banken, in de lommer of in de zon. We konden kiezen.
    Na de middag ging de klimpartij verder. De eerste acht kilometer gaat de weg nog steeds omhoog en slingert hij herhaaldelijk onder de snelweg door. De snelweg verdwijnt in een serie tunnels en voor ons begint de klim naar Verghereto, dat we al een tijdje boven zien blinken in de zon.
    In Verghereto rusten we even uit want de klim zit er nog niet helemaal op. Na een lichte afdaling klimmen we tot de pashoogte van Valico di Montecoronaro.
    Bij het begin van de afdaling hebben we een weg die volledig is verwaarloosd, het lijkt wel of er hier geen mensen meer wonen. Het gras en onkruid groeit tussen de vele scheuren in het versleten asfalt en op sommige plaatsen vernauwt de weg zodanig dat er maar een meter of drie van de breedte overblijft, maar we fietsen in een prachtige omgeving. Tussen het lover van de bomen hebben we ongelooflijke decors! Na vijf kilometer is het leed geleden en fietsen we weer over goed bollend asfalt.
    Pieve S. Stefano hebben we vandaag getipt als halteplaats, er is een camping buiten het dorp, twee kilometer verder. Eerst nog een kleine pauze bij een bar en daarna de fiets op met nog een klimmetje naar de camping.
    Niemand te bespeuren, geen tent of caravan te zien! Het gebouwtje van de administratie was leeg en gesloten, de steile klim op het laatst voor niets gedaan… Even hebben we overwogen om hier gewoon onze tent neer te zetten, dat had gekund maar dan moesten we naar beneden om ergens wat te eten, en weer terug naar boven om te gaan overnachten in de tent. Bovendien hadden we geen douche en dat konden we zeker niet missen!
    Een logische beslissing was om terug naar beneden te fietsen en in Pieve naar overnachting te zoeken. Rapper gezegd dan gedaan, er zou een B&B zijn. Onderwijl tikken de kilometers op de teller, en zo overkwam het ons regelmatig dat de vooropgestelde afstand flink overschreden werd.
    Uiteindelijk, na weer maar eens een klimmetje over een heuvel hadden we wat we zochten.
    Onze verblijfplaats was een boerderij met wijngaarden en wat neerhofdieren. De vrouw van de eigenaar had een flinke voorraad kamers, ook voor ons was er eentje vrij. Het was allemaal wat ouderwets, maar degelijk. De douche was op de gang en we maakten meteen van de gelegenheid gebruik om hem in te palmen.
    Het was nog te vroeg om te gaan eten en we palmden een tuintafel in op het erf om onze belevenissen van de dag op papier te zetten.
    Onderweg in Pieve S. Stefano hadden we hem al een paar gezien. Een pelgrimachtige verschijning inclusief staf. Een half uurtje nadat wij waren aangekomen op de boerderij had ook hij een kamer op de kop getikt. Zijn staf stond naast de deur van z’n kamer en een vlugge telling van het aantal ingekerfde ringen op zijn staf vertelde mij dat hij al 29 dagen onderweg was. Ik was benieuwd waar z’n voettocht heenging.
    We hadden honger en om 19u zakten we af naar het centrum. Onze hospita vertelde dat er een goede pizzeria was, het was nog wat te vroeg maar om 19.30u ging restaurant Michaelio open. Ook onze pelgrim kwam aanlopen en ik stelde ons voor. Hij was een Duitser en pas met pensioen. Hij was vertrokken uit Duitsland en met de trein naar Verona gegaan. Vandaar zou hij een voettocht ondernemen naar Assisi, en hier in Pieve was hij nog een honderdtal kilometer van zijn doel.
    We nodigden hem uit om bij ons aan tafel te komen zitten, altijd gezellig om als trekkers, te voet of met de fiets, wat wedervaren uit te wisselen. Hij was sober in het kiezen van de maaltijd. Geen voorgerecht en voor de rest witte rijst met vlees en champions, een karaf water en een glas rode wijn.
    Wij daarentegen hadden er zin in. Ik nam tagliatelli met Funghi (paddestoelen) als voorgerecht, en een vers gebakken pizza als hoofdgerecht. Ik had namelijk bij het binnenkomen de oven zien staan waar deze heerlijke schijven gebakken werden vandaar…
    De Vino Rosso de la Casa sloeg wat tegen, maar voor slechts 5euro voor een liter wijn kan het niet alle dagen kermis zijn. (Het rijmt nog ook!)
    Het werd steeds vroeger donker en onze Duitse disgenoot nam afscheid van ons, hij moest te voet terug en we spreken toch algauw over minstens een kilometer!
    Een half uurtje later doken ook wij het donker in. Het achterlicht werd aangezet want op het stuk waar wij reden was van straatverlichting geen sprake.
    Op het erf was alles rustig en ook onze Duitser was al ter plaatse, volgens mij houdt hij er een flinke tred op na!
    Morgen hebben we al een stukje Koninginnenrit. Assisi! Een prognose over de juiste afstand, daar waag ik me niet meer aan!!
    Slaap lekker.


    >> Reageer (0)
    01-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pieve S. Stefano - Assisi 110km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het ontbijt van deze morgen was samen met de eigenaars, in een ruime kamer. Het was weer uitgebreid, en we kregen meer dan ons buikje vol. Toen wij klaar waren kwam ook onze Duitse vriend binnen, we hadden het gisteren al in de gaten. Hij was, zoals ze bij ons zeggen, wat alternatief. De wereld kon niet groen genoeg zijn! Hij vertelde ons dat de mueslikorrels met melk goed waren voor dit en dat warme melk, ’s morgens op de nuchtere maag, goed was voor dat. Maar de man meende het goed en hij was aangenaam gezelschap.
    En zo fietsten we vanmorgen om 7.15u de heuvel af naar het centrum van Pieve Santo Stefano. De zon stond al vroeg aan de hemel, met enige zekerheid kunnen we zeggen dat het bakken wordt vandaag.
    Even na het centrum van Pieve S. Stefano kruisen we voor het eerst de Tiber. Net als de Po-vlakte is dit een landbouwgebied met nog wat verderop heel wat tabaksplantages.
    Aan onze rechterkant ligt het mooie Lago di Montedoglio. Het is een enorme waterplas en het valt echt op dat er heel weinig recreatie is, met uitzondering van een ligplaats voor enkele zeilboten zagen we geen beweging.
    Gelijktijdig met het begin van het meer begon ook de eerste beklimming van vandaag, het was een kuitenbijtertje zoals wij dat noemen, bijna 1.5km lang een stijgingspercentage van 4 tot 7%. Zo vroeg in de morgen… ik was gelijk goed wakker, de mooie omgeving maakte echter alles goed. Hier werden ettelijke foto’s gemaakt, het was een prachtige natuur.
    Na de beklimming wachtte ons een stevige afdaling tot in Madonnuccia. We reden rond de westelijke punt van het meer en een poosje later weer een afdaling naar Gragnano.
    Tijdens die laatste afdaling hoorde ik weer die korte droge tik die ik nu zo langzamerhand begon te herkennen. Er sprong alweer een spaak. Vanaf de Bodensee was het geleden en hopelijk blijft het erbij!!
    Grignano laten we rechts liggen, het is een ommetje waar we niet veel voordeel uit halen, we stevenen af op Sansepolcro. Het eerste stadje van enige betekenis.
    Het was de geboorteplaats van Piero della Francesca. Hij schilderde onder andere de Madonna della Misericordia en de Resurrezione (de opstandeling).
    We blijven aan de rand van het stadje en via Trebbio kronkelt de weg weer een aantal keren onder de autosnelweg. Halverwege Trebbio en Selci- Lama zien we af en toe weer de Tiber blinken, hier wordt het al een uit de kluiten gewassen rivier.
    Hier fietsen we door het Val Tiberina en de concentratie tabaksplantages begint op te vallen, zover het oog reikt en de oogst ervan is begonnen. Het is ons opgevallen dat er in Italië ontzettend veel gerookt wordt, vooral door jonge vrouwen.
    Tussen Sansepolcro en Citta di Castello komt de route, komende van Florence, samen met de onze.
    In Citta di Castello tanken we de geldbeugel nog eens vol, het was van in Duitsland geleden. Je hebt de neiging om te denken dat we zuinig geleefd hebben, maar dat hangt af van hoeveel je in de beugel stopt natuurlijk.
    We peddelen wat rond in het stadje en… het is volgens mij de moeite, leuke en gezellige straatjes met winkeltjes en eethuisjes.
    Citta di Castello was in het jaar 1500 op het toppunt van haar bestaan. De Vitelli’s, een rijk adellijk geslacht, heersten toen over de stad en bouwden hier niet minder dan vier Palazzi.
    In het Palazzo Vitelli alla Cannorniera is de Pinacoteca Comunale ondergebracht. De collectie omvat onder andere werken van Raphael, Signorelli en Lorenzetti. Het gebouw zelf is de moeite van het bekijken waard. Aan de kant van de tuin is de gevel met Graffito bewerkt en de muren van het trappenhuis van de grote zaal zijn versierd met prachtige Fresco’s.
    Het Piazza Gabriotti is het echte centrum van de stad, aan dit plein staat de vierkante Torra Civica die in de middeleeuwen als gevangenis dienst deed en beklommen kan worden.
    De Duomo, met zijn half afgewerkte barokke voorgevel en de 12de eeuwse ronde toren achter de kerk, is alles wat overblijft van de vorige Dom. Naast de Duomo is het Museo del Duomo en het herbergt een schat aan Byzantijns zilverwerk uit de 6de eeuw. Deze collectie werd in 1935 gevonden door een boer toen hij zijn land omploegde.
    Het was nog wat puzzelen vooraleer we de stad uit waren, eens we weer op de goede weg zaten voelden we de zon branden, insmeren was de boodschap!
    We begonnen vanaf Citta aan de laatste lijn richting Assisi, voorlopig sputterde nog geen spaak tegen en ik begon me al wat geruster te voelen. In Umbertide verlaten we het dal van de Tiber en tegelijkertijd ook de vele tabaksplantages. In de plaats daarvan komen velden met zonnebloemen en veel graan. De glooiende heuvels zorgen echter nog voor heuse beklimmingen en dat in een ongenadige zon. Mijn broer was al een tijdje uit het gezicht verdwenen, ik klom naar de verkeersweg die naar Assisi loopt. Eens op de grote weg zag ik een wegwijzer met Assisi 16km en was m’n broer ook weer van de partij.
    In Petrignano hadden we de laatste heuvels achter de rug en dook in de verte de Basilica di San Francesco op.
    Assisi ligt boven op een heuvel en het vergt nog enig klimvermogen om in het centrum te geraken. En juist aan de voet van de allerlaatste heuvel voor vandaag, knapte een tweede spaak en rijden was onmogelijk geworden.
    Ik vertelde m’n broer dat ik hier een noodzakelijke reparatie moest doen om verder onheil te voorkomen. We spraken af dat hij verder fietste en al voor een slaapplaats ging uitkijken, ik zou een berichtje sturen als ik klaar was.
    In een half uurtje was ik zover dat ik één spaak vervangen had en mijn wiel gecenterd was. De tweede kapotte spaak vervangen was niet mogelijk omdat het er weer een was aan de pionzijde. Morgen moet een fietsenmaker soelaas brengen!
    Een berichtje van Herman was goed nieuws, hij had onderdak gevonden in het centrum van het stadje en we zouden elkaar treffen op de Piazza del Commune. Ik was al een aantal malen in Assisi geweest en was er derhalve bekend. Via enkele steile binnenwegjes, soms met trappen, bereikte ik de plaats van afspraak.
    We hadden een ruime en nette kamer met douche en wc voor 42euro voor twee personen, echter zonder ontbijt maar in Assisi is dat geen probleem Wat eerst wel een probleem was volgens mijn broer, twee mannen op een kamer, dat zag de oude hospita niet zitten en de dochter moest erbij gehaald worden om een en ander uit te klaren! Toen ze begreep dat we frattini (broers) waren, was de zaak geklonken.
    Na het douchen zijn we het centrum ingewandeld, en we gingen het eerste restaurantje binnen dat we tegenkwamen. We aten er een heerlijk menu van het huis. Op de terugweg probeerde Herman nog eens in een bar om enkele foto’s te plaatsen, maar zonder resultaat.
    Het was al flink donker toen we op onze kamer kwamen en voor ons mocht de nacht beginnen, al bij al moesten we vandaag nog flink uit de pijp komen.
    Morgen gaan we eerst op speurtocht naar een fietsenmaker en nu gaan we lekker genieten van een goed bed!


    >> Reageer (0)
    02-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Assisi - San Damiano 59km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisteravond hadden we afgesproken om niet te laat op te staan. We gingen voor het vertrek nog een wandelingetje maken in het stadje, onder andere de Basiliek van St Franciscus stond op het programma.
    Zodoende was het 7.30u toen we opstonden en een uurtje later waren we op stap. De Piazza del Commune was het decor voor enkele foto’s, de zuilenrij van de Romeinse Minervatempel en de bron met zijn fontein zijn de moeite waard.
    De Basiliek deed m’n broer alleen, ik heb dit heiligdom al twee keer bezocht. Ik zou op onze spullen passen.
    Eigenlijk zijn er in Assisi twee belangrijke straten, de weg naar de Basiliek van St. Franciscus en de weg terug. Het loont echter de moeite om een paar steegjes in te gaan, ze lijken allemaal op elkaar, maar de huisjes die erin staan zijn stuk voor stuk juweeltjes en ze zijn rijkelijk versierd met bloemen.
    Navraag in het info kantoor, of er in de buurt een fietsenmaker was viel voor mij positief uit. In Santa Maria Degli Angeli, een dorpje op 5km ten westen van Assisi, was een fietsenmaker, het was niet zoveel omweg want onze route was vlakbij! De man wilde ons dadelijk helpen, we pompten ook de banden van beide fietsen op de juiste druk en voor 10euro was het probleem verholpen, hopelijk tot in Rome.
    We volgden de weg onder de Monte Subasio, met prachtige vergezichten op de vele olijfbomen, letterlijk overal stonden olijfbomen. Het eerste stadje waar we kwamen was Spello, het lag ook op een heuvel zoals vele middeleeuwse steden. De enige reden was dat er vanop een heuvel beter verdedigd kon worden.
    Het oude centrum van Spello ligt binnen poorten en muren uit de tijd van Keizer Augustus. Twee kerken zijn de moeite van het bezichtigen waard: de Santa Maria Maggiore met prachtige fresco’s van Pinturicchio en de Sant’Andrea met de mummie van de zalig verklaarde Andrea Caccioli, een van de eerste volgelingen van de Heilige Franciscus.
    Nog meer religieuze kunst is te zien in de Pinacoteca Civica, deze collectie is ondergebracht in het 16de eeuwse Palazzo dei Canonici en omvat sculpturen uit de 12de en 13de eeuw en schilderkunst uit de 13de tot en met de 18de eeuw.
    In Spello gaan we rechtsaf onder de autosnelweg door en al spoedig fietsten we in de Valle Umbria. Veel wijngaarden vallen ons ten deel en we maken van de gelegenheid weer maar eens gebruik om enkele trossen te eten. Vooral de witte waren lekker, maar dat kwam omdat ze al meer gerijpt waren.
    Bevagna was het volgende stadje waar wat over te vertellen valt, ongetwijfeld zullen ook de dorpjes die we passeerden hun geschiedenis hebben, maar ik beperk mij tot de voornaamste.
    In dit rustige en slaperige stadje is er maar één plein dat samen met de gebouwen rondom, een prachtige middeleeuwse uitstraling heeft. Naast de San Silvestro staat het 12de eeuwse Palazzo dei Consoli en daar tegenover staat de San Michele met een mooi gebeeldhouwd portaal.
    Het romeinse verleden van Bevagna draagt nog de sporen van romeinse mozaïek met zeepaarden, dolfijnen en andere zeedieren. Deze mozaïeken sierden ook het nog bestaande romeinse badhuis, dat op verzoek te bezichtigen is. En in de buurt van het badhuis zijn zuilen van een romeinse tempel te zien.
    Eens Bevagna voorbij staan we voor de eerste beklimming van vandaag. Als we even buiten Bevagna de richting nemen naar Massa Martana hebben we een beklimming van 5%. Het panorama oogt mooi, achter ons de brede vallei en in de verte zien we nog steeds Assisi liggen. Links en rechts van de weg ligt de ene wijngaard naast de andere, we kunnen er niet aan weerstaan, de druiventrossen werken aanstekelijk! In de verte zien we, alweer op een heuvel, het bekende wijnstadje Montefalco liggen.
    Montefalco wordt” het balkon van Umbrië” genoemd, vanop de Torre Comunale is ongeveer heel Umbrië te zien. Vandaar de bijnaam! In Montefalcco is het Museo di San Fransesco, met prachtige fresco’s over het leven van Franciscus in deze voormalige Franciscaner kerk.
    Ik peddel op mijn tempo de heuvels op, broer Herman is niet meer te zien. De zon is nog steeds ongenadig en het vocht sijpelt langs alle poriën uit het lichaam. Maar het einde is in zicht! Bastardo 4km, wijst een bord aan en in het dorp doen we ons tegoed aan een frisse cola en een lekker ijsje.
    Na het centrum van Bastardo gaat de route naar Massa Martana en wij kiezen de richting Todi. Vandaag overnachten we immers in een boerderijtje waar ik samen met m’n vrouw al zes jaar de vakantie doorbreng en als het is zoals afgesproken, is eigenaar Rudi al ter plaatse.
    Liesbet en Rudi hadden voor een barbecue gezorgd, voor ons een aangename verrassing. Eerst douchen en andere kleren aan, we plakten van het zweet. Voor het eten ging ik mijn fiets eens grondig nakijken, ik moet namelijk al een paar dagen mijn achterband oppompen voor ik vertrok, toevallig het wiel van de gesprongen spaken! En toen kwam ik erachter waarom er waarschijnlijk telkens een spaak knapte. Het ventiel van m’n achterband had geen schroefdraad die het mogelijk maakt om met een ringetje het ventiel vast op de velg te schroeven.
    Dit ventiel was in één stuk aan de binnenband gegoten en bij het remmen in een afdaling wordt op de velg afgeremd, maar buiten- en binnenband verschuiven waardoor het ventiel steeds schever komt te zitten. Het gevolg laat zich raden, aan het ventiel komt een klein lek. Tijdens het rijden voel je dat niet omdat het lek klein is, maar de spaken worden door een lekke band meer belast waardoor de zwakste het begeeft. Met nog twee dagen fietsen hoop ik dat mijn spaken het zullen houden!
    Etenstijd! Liesbet had van krokant brood toast gemaakt en besmeerd met pesto en truffelpasta. Heel lekker! Ook had ze eenvoudige maar lekkere slaatjes gemaakt en Rudi bakte het vlees en heerlijke worstjes.
    Alles werd doorgespoeld met een paar flessen goede wijn en tot laat in de avond werd er gediscussieerd over van alles en nog wat.
    En of we zullen slapen vannacht!


    >> Reageer (0)
    03-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.San Damiano - Calvi del Umbria 72 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisteravond hadden we de luikjes van de kamer vergeten dicht te doen, maar om 10u ’s avonds heb je daar geen erg in omdat het buiten toch donker is.
    Ik werd vanmorgen om 6u. wakker omdat het licht vanuit het raam de kamer binnenkwam. Het was weer verschrikkelijk warm op de kamer vannacht en de frisse ochtendwind die langs het vliegenraam de slaapkamer binnenkwam deed deugd.
    Toen we gewassen en gekleed waren vertrok Rudi al naar de bakker om vers brood, onderwijl dekte ik de tafel op het terras en zette ik het koffiezetapparaat op full speed. Heen en terug naar Todi nam een klein half uurtje in beslag.
    Vers brood en enkele soorten kaas werden gretig naar binnen gespeeld, ook Rudi is een vroege vogel, normaal leest hij zijn krant in een bar in de buurt van de bakker en maakt hij een praatje met de mensen van het stadje. Vandaag heeft hij bezoek, twee landgenoten willen zo snel mogelijk de fiets op en z’n praatje in de bar schiet er vanmorgen over!
    Na het ontbijt besluiten we om onze tent, slaapzak en matje bij Rudi achter te laten, voor mijn achterwiel een goede zaak. Minder belasting op de spaken is meegenomen! In het volgende voorjaar pik ik ze daar wel weer op.
    Na een kort afscheid zaten we om 8u40 op de fiets. Ons eindpunt was het leuke stadje Narni, we zouden er overnachten in een klooster.
    Omdat we gisteren de richting Todi hadden gekozen om in San Damiano te geraken, moesten we vandaag vier kilometer terug om de route terug op te pikken richting Massa Martana en het vergde ook nog een beetje klimwerk. Eens op de goede weg werden we beloond met een mooie afdaling en de omgeving was prachtig!
    De weg loopt langs de Monti Martani een bergrug die zorgt voor een mooi decor en het eerste dorpje dat we tegenkomen is het ommuurde Massa Martana. De huizen van dit dorp liepen zware schade op bij een aardbeving in mei 1997, ook Assisi deelde toen in de klappen. In 2003 is de restauratie van het Castello, de oude ommuurde dorpskern, voltooid.
    Tussen Acquasparta en San Gemini maken we een ommetje van een viertal kilometer en een klimmetje naar Carsulae, de resten van een oude Romeinse stad aan de Via Flaminia.
    In de ruïnes zijn een Basiliek, een theater en een amfitheater herkenbaar. Verder zijn een stuk van de originele Via Flaminia in zijn oorspronkelijke staat te zien.
    Na enkele kilometers bereikten we het stadje San Gemini, een pittoresk middeleeuws versterkt stadje. Vanaf de stadsmuur heb je een prachtig uitzicht om de omgeving. Er is ook heel wat te ontdekken, onder andere het centraal gelegen Piazza San Fransesco, het Palazzo Vecchio uit de 12de en 13de eeuw, de Romaanse San Giovanni met daarnaast het vroegere klooster Santa Maria Maddalena. Net buiten het stadje staat de oudste kerk van de plaats, de 11de eeuwse San Nicolo.
    Over een steeds drukker wordende verkeersweg komt heel hoog Narni in het verschiet en na Narni Scalo vergde het nog een hele klim vooraleer we het mooie stadje mochten aanschouwen. Aan een bron met drinkbaar water, aan de zijkant van de weg, vulden we onze drinkbussen want het was weer warm. Terug bij m’n fiets merkte ik weer een lekke achterband op! Op dat gebied werd ik niet van tegenslag gespaard.
    Terwijl ik mijn fiets aflaadde om m’n band te herstellen, ging Herman op zoek naar het klooster, het was half twee maar misschien moesten we er vroeg bij zijn om een plaatsje te bekomen voor de nacht.
    In Narni is er genoeg te zien om de namiddag door te komen, op het hoogste punt van de ommuurde stad steken de torens van de 14de eeuwse Rocca dell’Abornoz hoog in de lucht.
    De levendige Piazza Garibaldi met zijn mooie fontein is het gezellige centrum van de stad. De linkerflank van de 12de eeuwse Duomo strekt zich langs de piazza uit, de voorkant van de Duomo kijkt uit op de Piazza Cavour.
    Tegenover de Duomo is het voormalige bisschoppelijk paleis de Pinacoteca Comunale ondergebracht. Verder zijn er nog het Palazzo dei Priori, het Palazzo del Podesta en de Santa Maria in Pensole, een eenvoudige kerk met mooie portalen.
    Het klooster was gesloten en nog vervelender, er was in Narni voor de rest geen overnachtingsmogelijkheid. Al vlug besloten we om achttien kilometer verder te rijden, naar Calvi del Umbria, een stadje op een dikke honderd kilometer van Rome.
    Eens Narni achter ons kwamen we in een glooiend landschap met af en toe toch wat steile beklimmingen onder andere even buiten het dorpje Tetaccio, twee kilometer van 6 tot 9%, en naar Poggio van 5 tot 8%!
    De achttien kilometer zijn rap uitgesproken maar het klimmen vergt zijn tijd, zeker voor mij. Na Colletarocca kwam Citta del Umbria in zicht, het stadje lag op een heuvel maar de beklimming er naartoe viel mee.
    De eerste albergo die aantroffen was gesloten en ging pas om 18u. open, zolang wachten durfden we niet anders moesten we nog laat een andere overnachtingsmogelijkheid zoeken als hier geen plaats was, en aangezien we onze tent niet meer bij hadden…
    Iets verder op aan een klooster met de Chiesa Sant’Antonio, vroeg m’n broer aan een mevrouw in een bar naar overnachting, bij haar kon niet maar ze telefoneerde een bekende op, en met succes.
    We moesten een paar kilometer terug naar beneden richting Otricoli. In de buurt van het dorpje Piloni was een Agritourismo met een restaurant. En… er was nog plaats! Het gebouw lag een halve kilometer verderop, een simpele maar ruime kamer met aparte douche en wc was voor ons meer dan voldoende.
    Die avond hebben we nog eens fatsoenlijk gegeten. Een antipasti met meloen en gerookte hesp en een pizza met allerhande stukjes vlees en groenten. Een fles Vino Rosso de la Casa deed alles heel goed smaken.
    We fietsten in het donker terug naar onze slaapplaats en doken in het zachte bed.
    Morgen gaan we vroeg op pad, voor de allerlaatste rit… het zal even wennen zijn na drie weken.


    >> Reageer (0)
    04-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Calvi del Umbria - Rome 106 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik ben vannacht om middernacht opgestaan, ik dacht er plots aan dat mijn gewassen handdoeken nog buiten lagen en ik vermoedde dat de honden die daar losliepen hun best wel zouden gedaan hebben met m’n wasje, wat waar bleek te zijn.
    Handdoeken en washandjes lagen her en der verspreid, een washandje vond ik in het donker niet terug, werk voor morgenvroeg!
    Het was 6.45u. toen we deze morgen al op de fiets zaten, het klimmetje van een paar kilometer naar Calvi zorgde ervoor dat we meteen goed wakker waren. Als ontbijt aten we een paar mueslikoeken om de eerste honger te stillen, in het volgende dorpje zullen we wel wat vinden om te eten. Het waren echter alweer de eeuwige koeken met créme.
    Vanaf Calvi del Umbria was het parcours een opeenvolging van klimmen en dalen, maar heel geleidelijk zakten we af naar zeespiegel niveau.
    Het was warme vochtige lucht, we dronken veel om het verloren vocht in ons lichaam op peil te houden. Onze ledematen blonken van het zweet!
    Tussen Nazzano en Fiano Romano kregen we een afdaling die varieerde van 2 tot 8% en dat vijf kilometer lang, het was zalig om het windje te voelen dat het zweet hielp drogen.
    In Fiano Romano ging ik in een mercado op zoek naar eten. Een paar flinke stukken pizza zou weleens kunnen smaken vond ik. We besloten om ze buiten het stadje op een bankje op te peuzelen, maar na een paar beten ondervond ik dat het eten mij niet smaakte. Ik had ook al sinds vanmorgen last van brandend maagzuur, voor mij is teveel zoetigheid niet goed.
    Het fietsen ging echter goed, klimmen kan ik echter zo wie zo niet, maar op mijn eigen tempo lukt het me aardig. We kregen steeds meer het gezelschap van de Tiber, soms staken we deze rivier over en soms hield hij ons gewoon gezelschap.
    De mooie natuur liet het beetje bij beetje afweten, het landschap was niet mooi en hier en daar zagen we enkele sobere, armtierige boerderijtjes om niet te spreken van krotjes.
    Opvallend waren de witte runderen, met horens van een halve meter lang, waren ze heel speciaal en ik maakte er enkele foto’s van.
    In Capena hadden we nog een pukkeltje over een afstand van 600m te beklimmen met een steiging van 5 tot 7% en 900m met 5%!. Natuurlijk waren er telkens ook de afdalingen. Naar Morlupo en Sacrofano waren de laatste hellingen. Hier kwam ook de hoofdroute, die van Firenze kwam, samen met de onze.
    Heel geleidelijk voelden we dat de grote stad eraan kwam, het verkeer werd wat intenser en er kwam wat meer bebouwing.
    Prima Porta is de eerste voorstad van Rome, het was 15u en we besloten om een kleine stop te maken in een van de vele bars. Als we terug gingen fietsen was het een kwestie van een half uurtje en stonden we aan de poorten van het Vaticaan. We besloten om met een berichtje de vrouwtjes te verwittigen dat we om 16u. zouden arriveren.
    Na enig zoekwerk kwamen we op het fietspad naast de Tiber, dat ons tot op 300m van het Vaticaan voerde, eigenlijk niet te geloven!
    Het weerzien na drie weken, daar moeten we geen tekeningetje bijmaken. Ik voelde me echter niet zo goed, het brandend maagzuur speelde me nog steeds parten, en ik zei tegen mijn vrouw dat ik moest gaan zitten. Ik moest braken en ik verloor ook een moment het bewustzijn. Toen voelde ik iemand op m’n wang tikken, een vriendelijke mevrouw vertelde me dat ze dokter was en dat het beter was om voor alle veiligheid even naar het ziekenhuis te gaan.
    In de ziekenwagen vroeg ik de dokter van dienst of er in het ziekenhuis de mogelijkheid was om mijn verzekering te verwittigen, dat was helemaal niet nodig vertelde ze mij. Als een buitenlander in Italië met de ziekenwagen naar het ziekenhuis wordt gevoerd is de hele behandeling gratis. Als je uit eigen beweging gaat val je onder de normale procedure. Het enige land in Europa, vertelde ze trots! Het is maar dat je het weet beste lezer.
    Om een lang verhaal kort te maken, er was niets ernstigs aan de hand maar de hitte van de laatste dagen had er voor gezorgd dat ik de prille verschijnselen van uitdroging had. Twee baxters met water, zout en de nodige mineralen… en anderhalf uur later bracht een taxi ons naar het hotel.
    Met ons vieren hebben we nog een paar dagen genoten van de prachtige stad en bezocht wat we de moeite vonden.
    Ik wil bij deze in de allereerste plaats mijn vrouw bedanken, voor de mogelijkheid die ik kreeg om deze tocht te maken. Mijn schoonzus, die samen met mijn vrouw naar Roosendaal fietste en die verslag gaf van het nieuws dat ze op haar gsm kreeg. Mijn broer Herman voor het goede gezelschap, nooit is er een zwaar meningsverschil geweest.
    Beste lezer, ik heb geprobeerd om dit reisverslag met mijn eigen woorden uit te leggen. Laat mij toe te zeggen dat een professioneel schrijver het naar alle waarschijnlijkheid beter zou doen. Ik wens jullie veel leesgenot!

    Willy Beyers.


    >> Reageer (3)


    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!