Het restaurant het Spookhuys in het enig overgebleven gedeelte van de
middeleeuwse burcht St. Lucia te Hattem, in de volksmond de Dikke Tinne genoemd
vanwege de imposante torens. Op deze unieke locatie waar volgens zeggen nog
steeds een spook rondwaart, kunt u genieten van onze specialiteiten.
Vier
jaar heb ik in Hattem gewoond, maar nooit heb ik verhalen als deze gehoord. Maar
het Spookhuis bestond toen allang net als het Daendels poortje waar je af moest
stappen als je er per fiets wilde passeren. Maar nu Kladdegat ter sprake komt,
vind ik dit volgende verhaal:
Lang geleden vertelden de Hattemers uit
eigen ervaringen dat de verhalen over spoken in 't Spookhuys geen sprookjes
waren. Spoken die in de nachtelijke uren rond dwaalden en heimelijk, in de
ondergrondse gangen, spookhond ´Kladdegat´ontmoetten. Er zijn verhalen rondom
die spookhond Kladdegat: Spoken bestaan.
Op een nacht zat Arend- Janszoon
rechtop in bed. Hij hoort de klok slaan en telt de slagen. Het is 12 uur, de
tijd van het spook, hij weet het zeker. De koeien houden op met eten en staren
verstijfd naar de trap als hij de klok 12 uur hoort slaan. Ze zien hoe het
spook de trap af dwaalt, over de deel zweeft en verdwijnt in de gangen onder ´t
Spookhuys. Na enkele minuten is het weer rustig, helemaal stil, alsof er niets
gebeurd is. In de tuin van het huis staat een geraamte met een sabel, het
ontzielde lichaam van een kozak, een verdwaalde Rus. In de nacht was deze
overvallen door generaal Souman, de dappere generaal die de kozakken keerde.
Nazaten van hem wonen nog in de stad. Broer Albert neemt op een nacht de
sabel mee in de hoop het spook te kunnen imponeren. Om twaalf uur 's nachts
staat hij onder aan de trap, zwaaiend met zijn zwaard. Al zwaaiend zakt hij
plotseling ineen als een pudding. Als hij bijkomt vertelt hij dat hij een
vreemde man onder aan de trap heeft gezien. "Daarboven aan de trap," zegt hij
"en hij heeft mij met vuurspuwende ogen aangekeken!" Het spook in ´t
Spookhuys deinsde nergens voor terug. In de onderaardse kerkers dwaalde hij
rond. De kreten van zijn slachtoffers, aan ketenen gebonden, waren in de wijde
omtrek nog te horen! Het was Jan Visscher, een stoere bewoner van Hattem, die
begin 1800 de spookhond te lijf ging. Het hondengat, waar de spookhond woonde,
werd door Jan eigenhandig dichtgemaakt. Een stenen muur van behoorlijk kalk
en steen maakte dat het spook 'Kladdegat' voorgoed
verdween...
|