Verhandelingen
Taoïstische RIJMPJES EN DICHTJES. Met zorg voor u gekozen.
10-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tao en het sprookje

TAO EN HET SPROOKJE VAN DE KIKKERKONING.

 

Transformeren en veranderen.

(De enige manier waarop elke yin- yang relatie zin kan hebben)

 

°DE GEDAANTEVERWISSELING.

Een der knapste en meest diepzinnige openingszinnen ooit geschreven, die komt van Franz Kafka. In “De Gedaanteverwisseling”lezen wij de volgende openingszin:

 

“Toen Gregor Samsa op een morgen uit onrustige dromen ontwaakte, ontdekte hij dat hij in zijn bed in een monsterachtig ongedierte was veranderd.”

 

 Schitterende openingszin is dat! Laat onmiddellijk duidelijk zijn dat in de energetica en in de droomduiding “het bed” staat voor het verleden waarin wij allemaal “geslapen hebben” of waarin wij gewiegd werden. Als wij bv “ons bed onder onze arm meenemen”, dan nemen wij tegelijkertijd ook ons verleden mee. Tijdens zijn droom gebeurden er bij Gregor Samsa transformatieprocessen en zijn ontwaken is slechts de bevestigende manifestatie ervan.

Transformeren? Transformeerde de “eerste mens” Adam ook al niet tijdens een diepe slaap in “twee mensen”? In Adam en Eva? Transformeren dus, en het volstaat om in de spiegel te kijken om vast te stellen dat wij allemaal veranderen en transformeren. Van zaadcel werden wij een foetus, van foetus een baby en van baby transformeerden wij in een volwassen mens. Maar bij Kafka gebeurde dit transformatieproces negatief en dus net andersom: de mens Gregor Samsa transformeerde in één nacht in een monsterachtig ongedierte…Vreemd is dit!

 

Transformeren dus. Op de één of de andere manier transformeren wij allemaal. Om de zes jaar worden wij door de veranderingen in onze cellenstructuur fysisch zelfs compleet andere mensen en na ons leven transformeren wij in een hoopje aarde. Ons voedsel transformeren wij in bouwcellen of in afvalstoffen en zulk transformatieproces veronderstelt veranderen.

Alles verandert altijd en zelfs dezelfde rivier waar wij meermaals doorheen waden is nooit dezelfde rivier. Wij kunnen er wel een steen in verleggen zodat de rivier nooit meer dezelfde weg zal gaan, maar zelfs dat is eigenlijk een nutteloos gebaar want de rivier, zelfs de rivier van het eigen leven gaat zo wie zo nooit precies dezelfde weg. Alles verandert altijd, rivieren veranderen, en telkens als wij door de rivier waden zijn wij zelf veranderd. Rupsen transformeren in  vlinders, in de natuur transformeert alles op elk moment altijd. Maar wij mensen kunnen zelfs meer dan dieren: wij kunnen ook spiritueel transformeren.

 

°DE KONING ZIT IN DE PUT.

In het sprookje van de Kikkerkoning zien wij dat een  kikker die toevallig in een put sukkelde, en daar zijn ellendig leven leidde omdat hij niet uit zijn eigen put kon,  in zijn vorig leven eigenlijk een koning was geweest. Lager kan een mens eigenlijk niet zinken.

Die koning uit het sprookje van de kikkerkoning was getransformeerd in een vieze kikker(lees vies ventje) en zodoende moest de koning afstand nemen van zijn vorige status, hij moest zelfs afscheid nemen van zijn uiterlijke menselijke verschijning(lees: wordt een walgelijke opgeblazen kikker). Die koning was dus letterlijk aan lager wal geraakt(lees zat in de put). Sire moest afstand nemen van zijn sjieke kleren en zijn nette manieren. Sire transformeerde in een stomme kikker die doelloos in z’n putje rondhing(lees nietsnut) en die schijnbaar zonder enige aanleiding begon te kwaken(lees een of andere politieke boodschap aan de bevolking mededeelde) als hij daar toevallig zin in had(lees niet doelmatig en gericht handelen.)

 

Kortom: die putjeskikker- koning was in feite een oertragisch geval van negatieve transformatie want dieper kan een mens niet zinken.

Evenals die koning kan ook elk mens die niet tot bewustzijn komt ongemerkt degenereren. Elk niet bewust mens kan in zo’n lelijke gladjanus van een kikker transformeren 

Degenereren is wellicht een juister woord.

 

°HET PRINSESJE WEET VAN WANTEN.

En zie, wie komt daar toevallig aangedarteld? Wel, daar komt een monter prinsesje aangehuppeld. Zoals blinden geen blinden kunnen leiden, zo kon enkel een (yin) wezen van een hogere complementaire zijnsorde dan de zijne (yang) de kikker tot zijn oorspronkelijke Koninklijke staat transformeren. Hoe geschiedde zulks? Toevallig verzeilde de gouden bal waarmee het dartele prinsesje speelde in zijn kikkerput. Plons! Het toeval heeft ook zo zijn leuke kanten want die gouden bal staat symbool voor ‘de graal’, voor ‘de adel’ van het leven, voor het waardevolle en edele getransformeerde bestaan. Nu wil het toeval dat haar bal bijzonder diep in de put gevallen was en dat enkel die opgeblazen kikker in zijn putje haar de gouden bal kon terugbezorgen.

 

° DE SUPERMACHO KIKKER.

Maar zoals verwacht was die ‘kikker’ eigenlijk een uitgekookte macho en hij vroeg voor zijn diensten compensaties aan het prinsesje. Toen het prinsesje weigerde werd de kikker, zoals te verwachten was, driftig en vrijpostig. Hij gedroeg zich opdringerig, hij werd vervelend en bezitterig, eisend en jaloers. Dat zijn nu precies de kenmerken van een lager bewustzijn en hier krijgen wij meteen de eerste aanwijzingen waarom die koning eertijds in een lelijke kikker transformeerde.

Normaal wordt er van koningen toch verwacht dat ze geen plompe manieren hebben, maar die kikkerkoning wilde absoluut met het prinsesje tafelen. Erger nog: hij deed het prinsesje oneerbare voorstellen, hij wilde met haar naar bed voor ongewenste intimiteiten zodanig dat het prinsesje het lompe beest danig moe begon te worden. Tenslotte was dit een geval van stalling met seksuele intimidatie, een geval van schending van haar privacy.

 

Zij behoorde duidelijk tot een andere bewustzijnsorde als die van de kikker, en zoals dat in haar adellijke kringen gebruikelijk was kreeg het prinsesje het danig op haar adellijke heupen. In een defensief gebaar kwakte zij in een opstoot van assertiviteit het beest tegen de muur waardoor het uiteen spatte en met een knal ontplofte. Eigenlijk verlaagde zij zich aldus door het stellen van zo’n agressief gebaar tot dezelfde bewustzijnsorde als die van de eerste de beste vulgaire putjeskikker. De kikker kon haar bewustzijnsniveau nooit bereiken, maar het prinsesje kon zich wel verlagen tot zijn vulgair kikkerniveau en dit is een energetische wet. Een lager transformatieniveau is makkelijk haalbaar, maar om naar een hoger wezen te transformeren is er wel degelijk veel meer nodig.

 

°DE WARE TRANSFORMATIE ONTSTAAT NA EEN SCHOKKENDE GEBEURTENIS.

Kwak, plof! Toen het prinsesje de lompe kikker tegen de muur kwakte transformeerde die op slag van stoot opnieuw in zijn oorspronkelijke staat van koning. Hij begon zelfs positief te denken en hervond zijn nette galanterie en zijn hoofse manieren van weleer.

Wij hebben soms een confronterende schok nodig om onze ogen te openen  en soms moeten wij letterlijk met het hoofd tegen de muur lopen.  Of wij moeten eens flink tegen de lamp vliegen om nieuwe inzichten te verwerven.

Enkel door inzichten in, of het gebrek eraan kan een mens transformeren, maar dan nog is er een katalysator nodig… Zo gaat dat in het leven: als wij zelf niet tegen de muur lopen, dan kwakken anderen ons er wel tegen. Door die schokkende gebeurtenis transformeerde de kikker opnieuw in zijn oorspronkelijke staat van koning. Oef!

Het prinsesje herkende de koning onmiddellijk na zijn transformatie, (dat was niet eens zo moeilijk want zelfs kikker zijnde droeg hij zijn gouden kroon nog op het hoofd. Wat uiteraard een belachelijk gezicht was)

Zoals Gregor Samsa  in afzichtelijk ongedierte transformeerde, zo transformeerde de afzichtelijke kikker nu in omgekeerde richting. Hij transformeerde opnieuw  in knappe, charmante en wijze koning.

 

°BEIDE PARTNERS TRANSFORMEREN IN LIEFDEVOLLE HARMONIE.

Uit wat er dan volgt blijkt dat er zich bij elke transformatie altijd nieuwe perspectieven openen, er is nieuwe hoop, er is geloof in een nieuw begin en onverwachte kansen bieden zich aan. Het prinsesje verknalde zich zelfs hals over kop in de kikkerkoning en zo transformeerde zij zichzelf ook nog eens tot koningin.(Van doordeweeks prinsesje tot koningin op de Koninklijke troon is tenslotte een promotie.)

Wij stellen dus vast dat beide partners hun voordeel deden bij hun transformatie. Wij stellen vast dat beide getransformeerden  voortaan onafscheidelijk verbonden waren in een hogere bewustzijnsorde. De verdienste van het prinsesje was wel dat ze haar gouden bal absoluut terug uit de put wilde opvissen en dat zij bijvoorbeeld niet zei:”De Sint of mijn papa zullen mij wel een nieuwe gouden bal bezorgen”.

Neen, het prinsesje waardeerde wat ze bezat. Zij wist haar “gouden bal”, haar eigenheid (in tegenstelling tot die van de koning) te redden. Zij wist haar bewustzijnsniveau te vrijwaren en het naar waarde te schatten. Zelfwaarde gevoel en respect zijn kenmerkend voor alle edele mensen. Precies dat zelfwaarde gevoel herkende de kikker in het prinsesje en daarom vroeg hij haar onverwijld leed en lief te delen. La belle et la bete !. “En ze leefden nog lang en gelukkig want beiden waren door mekaars toedoen getransformeerd en dus onafscheidelijk met elkaar verbonden.

 

°ECHTE PAREN.

 Ik geloof persoonlijk nauwelijks in de slaagkansen van menselijke relaties. Tenzij,  tenzij beide partners het voornemen hebben om met vallen en opstaan, met hotsen en botsen ‘uit het putje te kruipen’ waarin ze terecht gekomen zijn of nog zullen komen. De vaste wil (ja, ik wil)om voort -durend afstand en afscheid te nemen van de eigen kortzichtigheid om samen te transformeren naar een hogere staat van bewust zijn is geen gemakkelijke levensopgave.

Maar enkel zodoende kunnen getransformeerde partners “echte paren of echtparen” worden die voor altijd verbonden zijn met mekaars transformatie mysterie. Samen belandden de kikker en de prinses immers in “een hogere orde van bewust zijn”, samen zijn zij nu meer heel,  ja ze zijn zelfs één volledig geheel geworden. In rangorde overstijgt de “kikkerkoning” nu zelfs de “koningin” die hem hielp transformeren.

Geen enkel mens kan twee mensen die elkaar nodig hebben om te transformeren  scheiden want wat God, (die de eenheid zelve is) verbonden heeft, dat kan geen mens nog scheiden.

 

Zo gezien krijgt het begrip trouw dan een rijkere invulling en wel deze:”Als een yin-yang paar afscheid en afstand neemt van het eigen egogericht persoontje, om samen de positieve kansen op transformatie te benutten, dan zijn zij trouw aan de twee belangrijkste principes van alle leven: verandering en transformatie.

Uiteindelijk is alles één: uiteindelijk volgt alles de wet van het eeuwige Tao. Uiteindelijk transformeert alles en mensen hebben elkaar nodig om ook geestelijk te transformeren want als wij de liefde niet hebben dan zullen wij altijd hol klinken zoals de putjeskikker vanuit zijn put kwaakt.

Wie zegt nu dat dit werkelijk ook zo is? Het Rode Kruis en ik zeggen zulks en de koning en zijn prinsesje leefden  nog lang en gelukkig in ‘de getransformeerde wereld der edelen.’ Zij kregen samen vele nakomelingen die, helaas voor hen, van vooraf aan zullen moeten beginnen…Pech voor alle nakomelingen, want transformatie is absoluut niet erfelijk. Jammer.

                                                                

 

 

Shakespeare: De hinde die wil trouwen met de leeuw zal sterven aan de liefde.

   

Auteur: Walter Marsoul.

 


                        TAO EN HET VERHAAL VAN DE PUTJESKIKKER..

 

 

°OOST WEST, MIJN PUTJE IS NOG HET BEST!

Hier volgt nog een verhaal uit de kikkersector. Het is een Chinees verhaal en dat gaat als volgt. Er leefde eens een putjeskikker in een putje. Hij leefde daar al jaren als single zonder ooit zijn putje te verlaten, want hij kon er geen afscheid van nemen, hij kon er geen afstand van doen. Hij wist niet beter en hij wilde ook niet beter weten. Zelfgenoegzaam leefde hij zo in zijn “eigen smalle strook van bewustzijn”.

Op een mooie dag komt er toevallig een duin kikker zijn putje ingesukkeld. Die was toevallig “in andermans putje” te recht gekomen omdat hij zich in zijn sprongkracht danig misrekend had. De wind zat ook tegen.

Toen de duinkikker daar onverwijld wilde uitkruipen( afscheid nemen) ontstond er een merkwaardig gesprek. “Uit welk putje kom jij?” vroeg de putjeskikker.(Dat is zowat de klassieke vraag die alle simpele lieden met een smalle strook van bewustzijn overal ter wereld stellen.)

“Ik kom van bij de oneindige diep blauwe en heldere zee waarin je de zon kan zien ondergaan”.

 “Hoe groot is die zee dan wel, is die zee groter dan mijn eigen putje?” vroeg de putjeskikker. “Die zee is veel groter!” antwoordde de bezoekende duinkikker.

“Veel? Nog veel groter dan mijn eigen putje?  Maar, dat is onmogelijk want grotere putten als die van mij bestaan er niet” zei de putjeskikker.

“Toch wel, mijn put is zelfs vlakbij, je hoeft maar even over de rand van je eigen putje te kijken en je kunt mijn “zeeput” reeds in de verte zien liggen” Toen de putjeskikker na lang aarzelen en veel vijven en zessen eindelijk over de rand van het eigen putje keek, toen ontplofte hij eensklaps van het verschieten. Sommige dingen zijn immers te groot en te diep voor onze te smalle strook van bewustzijn. Ze zijn te ruim voor ons bevattingsvermogen waardoor integreren en transformeren onmogelijk wordt. Positief transformeren houdt immers in dat ook het bewustzijn zich verruimt.

Die putjeskikker ontplofte van het verschieten. Afscheid nemen van het leven  zonder afstand genomen te hebben van het eigen enge putje waarin men een ganse leven opgesloten zit, dat is op zich al een blijk van een niet bewust leven. Afstand nemen van het eigen putje vraagt op zich al een zekere graad van bewustzijn en wie daar niet aan toe is die wordt onvoorbereid geconfronteerd met een ruimere vorm van bewustzijn. Die krijgt een schok en die moet wel ontploffen.



 

 

ONTPLOFFEN IS OOK EEN VORM VAN TRANSFORMEREN.

Maar ontploffen is zelfs fysisch een vorm van transformeren, weliswaar van negatief transformeren. Ontploffen is een transformatie tot een “portie gemengd” en in de praktijk betekent dit een transformatie tot “niet mens” of tot niet kikker. Transformeren is wakker worden om afscheid en afstand te nemen van het eigen putje, of wij zulks nu leuk vinden of niet.

 

Hiermee weze gezegd dat alle mensen positief of negatief transformeren. Een heilige(heil=heel) bijvoorbeeld is dan een totaal positief getransformeerd mens.

 

“Toen Gregor Samsa op een morgen uit onrustige dromen ontwaakte, ontdekte hij dat hij in zijn bed in een monsterachtig ongedierte was veranderd”.

Zo’n geniale zin is tegelijk ook een afscheidszin. Eigenlijk is Kafka’s boek na deze eerste zin uitgeschreven want het vervolg is totaal voorspelbaar. Beste bezoeker, nog een zalig uiteinde en een nieuw begin. En morgen in elk geval gezond getransformeerd weer op.

 

                                                                  Auteur: Walter Marsoul



>> Reageer (0)
07-05-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN PLEIDOOI

EEN PLEIDOOI

VOOR DE AFSCHAFFING VAN

DE MULTICULTURELE SAMENLEVING

 

Voor twee kleine mensjes Rani( India) en Sara Hussein

(Pakistan) Ik ben hun opa.

 

 Cultuur en natuur.

 

De natuur is de natuur. Ik wandel in de natuur op zoek naar bosuilen.

Het bos behoort tot de natuur en ik stel vast dat de dieren die vrij in  het bos leven niet behoren tot de cultuursector, maar wel tot de natuurlijke gang van zaken in het bos. Dat is een geruststellende vaststelling want die zullen alvast niet gesubsidieerd moeten worden! De natuur is de natuur want  de bosuil kan niet op eigen houtje beslissen om een uurtje vroeger op stok te gaan. Het diertje heeft geen vrije wil, en hoe het ook  zijn best zou doen, het zal altijd natuurgebonden (immanent) leven..

De wetten van de natuur zijn de zijne hij kan bijvoorbeeld niet beslissen om dit voorjaar slechts 2 eieren in plaats van 3 te leggen want familieplanning behoort nu eenmaal niet tot zijn familiecultuur..

Zelfs al zou de schepen voor cultuur en bosbeheer zijn  aandacht wekken door hem met een dagelijkse portie muizen te verblijden, dan nog is het niet waarschijnlijk dat onze bosuil op  het cultuuraanbod van zijn gemeente zal in gaan.

 Mensen mogen dan nog veel met dieren gemeen hebben, maar toch is er iets fundamenteels dat hen onderscheidt van natuurgebonden dieren zoals bijvoorbeeld de bosuil. Wij zijn niet alleen natuurgebonden (zoals de bosuil), maar wij kunnen ons tegelijk ook natuurverbonden voelen . Zelf  kan ik namelijk uren naar de oneindige  zee turen en zelfs het gevoel hebben dat ik die zee ben en die zee in mij is. Dan wil ik alleen zijn: mensen hinderen omdat ze in vergelijking met de natuur ongeveer niets te vertellen hebben. Ik kan daarentegen uren luisteren naar de branding terwijl de branding diep in mij is.  Daar kan ik “vlinders in de buik” van krijgen en ik weet zeker dat de meeste mensen wel eens dat zelfde gevoel van eenheid hebben ervaren. Wij mensen kunnen ons om de een of andere reden diep verbonden voelen met de wind, de sterren aan het firmament, de lucht, het zand en het eeuwig ruisen van de bomen of de zee. Wij kunnen ons daarin letterlijk verliezen en ons daar gedachteloos stilletjes en diep gelukkig en geborgen in weten. Ik kan mijn rationele functies op stand by zetten en dat is geen vlucht uit de wereld maar wel een bewust ervaren van de wereld zoals die werkelijk is. Dat heet dan gelukkig zijn, maar gans de” exotische reisbranche” maakt daar misbruik van door te suggereren dat dit geluksgevoel ook te koop zou zijn in exotische bestemmingen…Alles is tenslotte te koop en precies daarom zal de reissector die gevoelens cultiveren en commercialiseren. Het woord is gevallen: cultuur dus, want ondertussen zijn wij geen natuurmensen, maar wel cultuurmensen geworden. Wij kunnen de wereld “verbeteren”door die te cultiveren, door bijvoorbeeld naast ons roereitje, ook nog eens het klimaat wat op te warmen. Kortom: cultuur alom!.

 

Samengevat; Wij mensen kunnen niet enkel natuurlijke (immanente) activiteiten (eten, slapen, wandelen, ons voortplanten etc.. zoals de bosuil), maar wij kunnen ook culturele (transcendente) activiteiten ontplooien. Wij kunnen transcenderen.

Een hoofdzakelijk  natuurverbonden bestaan zoals de vroege middeleeuwer die op het ritme der seizoenen leefde is sinds de Verlichting een marginaal  bestaan geworden en vandaag is het zeer moeilijk om nog puur natuurgebonden of zelfs natuurverbonden te leven.  Het schitterende boek “Montaillou”toont  hoe de middeleeuwer  met en in harmonie met de natuur leefde,  zijn bestaan was ingebed in het ritme der seizoenen, in het steeds weerkerende spel van licht en donker. Hij maakte deel uit van de natuurlijke cyclische orde en van de onveranderlijke gang van zaken in de natuur. Zijn tijdelijk verblijf op aarde was slechts een toevallige reflectie van de Goddelijke eeuwigheid. Alle dingen en ook hijzelf lagen in andere handen dan de zijne en tot hij naar God zou wederkeren leefde hij aardegebonden en verbonden in de vreze Gods. Wij kunnen de middeleeuwer niet verwijten dat zij in de middeleeuwen leefde, maar  sinds de Verlichting  begon de mens wat cyclisch of krom was recht te trekken of naar zijn hand te zetten.Wegen die vroeger hun natuurlijke loop volgden werden rechtgetrokken, spoorlijnen werden recht, vliegtuigen vliegen recht naar hun bestemming en dit alles op het ritme van de klok. Wij ontdekten onszelf en onze eigen plaats op aarde in het hier en nu, wij exploreerde  onze eigen hersens en onze eigen mogelijkheden en tot nu toe vonden wij geen echte begrenzingen.  Waar de middeleeuwer een circulair tijdsbesef en dus een besef van het oneindige had, evolueerde de nieuwe Renaissance mens naar het lineaire, het eindige. Hij ontdekte het gefragmenteerde, het detail, hij zag zichzelf in de spiegel en zei tegen zichzelf:”Hei, dat ben ik!”Ik, hij cultiveerde de natuur en zichzelf. 

 

. Tot daar. Dit belangrijk onderscheid tussen tussen natuur en cultuur, tussen natuurgebonden  en cultuurgebonden zal ons in staat stellen om vanaf nu een klaar en helder pleidooi  te houden voor de afschaffing van de verplichte en opgedrongen multiculturele samenleving.

 

                                                             Auteur: Walter Marsoul.

 

 2 De Natuur en het Taoïsme.

 

Ik herhaal nogmaals dat het Taoïsme  geen te recupereren filosofie is a la Patricia, maar wel een natuurmystiek en dat wil zeggen dat de vriend van Tao zich vooral geborgen zal weten en voelen in de natuur (in het immanente) Pech dus voor wie meent dat men  iets van het Taoïsme zou kunnen begrijpen door er over te lezen of het te bestuderen. Dat zijn wel leuke dingen voor de mensen, maar zowel Lao Tse als Zwang Tse hebben ons daarvoor gewaarschuwd. “Spuug uw verstand uit” zegt Tswang Tse. Taoïsme heeft ook niets met romantiek van doen, met een glaasje wijn bij de ondergaande zon. Niets van dat, want voor de Taoïst is de natuur de grote onderwijzeres in wie hij zich diep geborgen weet. Tenslotte is de Taoïst een stuk natuur. De natuur leert hem alles omdat hij bereid is zich door de natuur te laten beleren. De natuur voedt, beschermt en verwarmt en de Taoïst beseft dat. De natuur is perfect zoals die is en bijgevolg is Taoïsme een kwestie van zo weinig mogelijk in de natuurlijke gang van zaken in te grijpen(wuwei), zelfs ons denken verstoort de natuurlijke gang van zaken. Spontaniteit en eenvoud is mogelijk als wij beseffen dat de mens geen stuk cultuur, maar wel een stuk van de natuur is en dat er in diezelfde natuur niets verloren gaat en ook de mens maakt op die regel geen uitzondering. In de diepe verbondenheid met de natuur is het “ ware geluk” te situeren en nergens vinden wij zulke sterk doorgedreven hunkering naar eenvoudig geluk in het immanente. Het is dan ook niet te verwonderen dat in de huidige kunstmatige, virtuele, rationeel ingestelde en ingewikkelde culturele wereld mensen ongelukkig moeten zijn.

Ongelukkig zijn is normaal want wij moeten het stilaan stellen met de laatste restjes nepnatuur. Ergens beseffen wij dat allemaal wel en het is dus ook normaal dat wij opnieuw heimwee koesteren naar een ongecompliceerd natuurlijk leven. Hoe verder wij ons van de natuur verwijderen, des te ingewikkelder wij het leven maken en des te meer dat wij naar de simpele eenvoud van een “natuurlijk” bestaan zullen verlangen. De hippies uit de jaren 60 beseften dat, en ik herinner mij dat wij op afgelegen boerderijtjes gingen leven om er selder en porei en nog wat andere natuurlijke gewassen te telen. Kortom: het was opnieuw zaak om het eenvoudige bestaan van natuurverbonden lieden te leiden, in de natuur, met de natuur om er opnieuw het ritme der seizoenen te aanschouwen. Ik herinner mij dat wij als de avond was gevallen bij het open haarvuur soms met z’n twintigen op de tonen van Bob Dylan eindeloos zaten te filosoferen over al die dingen. Wij voelden ons nieuwe mensen in nieuwe tijden, en voor de anderen(het klootjesvolk) waren de oude culturele tijden niet veranderd. Voor hen bleef de toenmalige industriële cultuur die wij zozeer verachtten het summum, maar zij waren dan ook aangepast, terwijl wij een onaangepast en ongebonden, ja een eenvoudig natuurverbonden leven wensten te leiden. Och, het was allemaal een beetje naïef en wij hadden dwaze gedachten, maar toch leefde er toen hoop op “betere tijden” (lees; meer natuurlijke tijden)tot een paar jaar later rare walmen de bovenhand kregen op natuurlijke geuren en kleuren.

Wat is nu kenmerkend voor de natuur? Dat zijn geen fietsende Zimbabwanen, maar wel de vaststelling dat alles in de natuur cyclisch verandert en alles verandert altijd en wel volgens een voorspelbaar en natuurlijk scenario. Dat scenario zulle wij de natuurwetten noemen en wij mensen maken deel uit van de natuur en bij gevolg hebben wij geen apart stel natuurwetten die alleen voor ons en desnoods nog voor onze leguaan zouden gelden(dierenliefde als reactie op een onnatuurlijke Culturele samenleving?) Zonder één uitzondering loopt ons leven in verschillende achtereenvolgende fasen. Dit is de weg van Tao: verwekking, geboorte, groei, volwassenheid, ouderdom en dood en het leven opent zich en het sluit zich vanzelf. Of wij dat nu leuk vinden of niet, wij volgen allemaal de natuurlijk stroom van het leven(Tao), weliswaar allemaal op onze eigen manier en met onze eigen mogelijkheden(Te Tao).  Tao betekent dus “De Weg”, en zoals gezegd is Tao het “dynamisch ordeningsbeginsel” van de natuur in de ruimst mogelijk kosmische zin. Daarom zijn de wetten van de “hemel” ook precies dezelfde als de wetten op aarde en daar zal conform het eeuwige Tao, tot in der eeuwigheid niets, maar dan ook niets aan veranderen. Maar Tao schept ook de dingen en Tao laat bijvoorbeeld de planten, de dieren en de mensen ontstaan, groeien en bloeien.

Als de natuurlijke cyclus voorbij is dan keert alles opnieuw naar het eeuwige Tao terug en de cyclus kan opnieuw beginnen alweer volgens de wetten van Tao.

Alles verandert immers altijd Ook Taichi is geïnspireerd op de wetten van Tao, (Tai Chi is een gecodeerde beweging die de natuurlijke gang van zaken niet wil forceren.) Tai Chi bestaat uit gecodeerde bewegingen en de “bewogen beweger” laat zich bewegen volgens de wetmatigheden van de natuur waarin hij zichzelf kan herkennen. De beoefenaar brengt die natuurwetten in beweging, zo is nu eenmaal het spel en aldus zijn de regels.

Uiteraard staat het elk mens vrij om natuurwetten te aanvaarden, of natuurlijke regels te volgen, maar in het Taoïsme is “gelukkig zijn” wel synoniem van regels en wetten volgen waardoor men zich geborgen kan voelen, zich gedragen weten door een natuurlijke gang van zaken(wuwei). Of zulks een vluchtheuvel, troost of hoop zou zijn voor de uiteindelijke fatale afloop van het leven, tja, dat zijn allemaal intellectuele en ego gerichte “fantasietjes” die de Taoïst zich niet kan permitteren en trouwens ze zijn tijd en energieverlies. Daar heeft Tao allemaal niets mee te maken en piekeren is tiijdverlies, meer nog; piekeren is een ziekte.

 

“Zo zo? Hoe zo? Ja maar…. dat is allemaal goed en wel, en si en la, en zus en zo, en morgen en overmorgen….” , ach, dat weet ik ook wel, maar trek eens zelf uw plan daarmee. Los je eigen probleem eens zelf op en neem van Tao wat nuttig is voor jou en gooi de rest overboord. Er is immers altijd wel een enerzijds en een anderzijds te bedenken, maar wie te veel denkt of piekert verstoort op zich reeds de natuurlijke gang van zaken. Handel dus niet spontaan, zoek de stilte niet op, kieper de natuur op straat en neem dan maar pillen; kortom handel eens normaal..

 

Tao is dus veeleer een kwestie van natuurlijk en spontaan verbonden handelen (a la Kim Clijsters) daar draait het om en daar gaat het trouwens in Tai Chi Chuan ook om. Kom ook niet vertellen dat men Kims “handelen vanuit de buik” niet bij de rubriek verstandig handelen kunnen indelen.

 

 3. Cultuur en het Taoïsme.

 

Als er bij voorbeeld op de gezonde boerenbuiten een parachutist uit de hemel in een biologisch moestuintje uit de lucht ergens op aarde valt, helaas, dan kunnen wij dit niet tot de natuurlijke gang van zaken rekenen, maar wel tot de culturele gang van zaken. Normaal vallen er geen parachutisten uit de lucht.. Zelfs bij ontketende natuurelementen als bijvoorbeeld windkracht zeven, zelfs dan kunnen wij een vallende parachutist, in tegenstelling tot bijvoorbeeld motregen, niet als een natuurverschijnsel aanrekenen. Zulke vallende objecten zijn niet een gevolg van onze natuurlijke, maar wel van onze culturele activiteiten. Als wij nu de snelheid waarmee die parachutist naar beneden suist gaan berekenen is dit opnieuw een culturele activiteit en zo kennen wij een gigantische hoeveelheid aan culturele activiteiten. Een ander voorbeeld? Zelf kunt u er wel duizenden bedenken.

 

Ons onderwijssysteem deugt niet, het is zelfs niet te hervormen, daarvoor is het te laat. Ons onderwijssysteem moet afgeschaft worden ten voordele van het echte leren. Voor dat geld kan men iets meer zinnig bedenken. Toen ik in de Arenberg in Leuven Taichi lessen gaf voor studenten sinologie 2 lic. verwonderde het mij telkens hoezeer ons onderwijs erin slaagde om de band met de natuur als cultureel hinderlijk te ervaren. Hoe konden die studenten nu iets van Tao snappen als hun kop vol Chinese karakters zat, terwijl zij hun eigen lijf verloren hadden? “ Hoeveel punten staan daar op mijnheer?” Ons onderwijssysteem kan niet deugen omdat het enkel onze hersens  op een eenzijdige en niet  natuurlijke manier voedt. Jammer, ik had met die kinderen echt te doen als zij wekelijks hun volgestopte hoofden kwamen presenteren..

 

Nogmaals; Tao is geen leerstof, in tegendeel, het is een natuurmystiek. Het is eerder nog een natuurreligie(religie betekend opnieuw verbinden.)

Het is geen filosofie zoals wij die kennen

 

“Spuug uw denken uit” zegt Zwang Tse, stop  uw denken, of denk aan de “global warming”, om vast te stellen dat wij mensen in staat zijn om eeuwenlang op grote schaal ongelooflijk primitief te denken. Eddy Wally heeft in 1961 reeds gezegd:” Onvoorstelbaar, dames en heren!”. Als wij het contact met de natuur verliezen  blijken wij trouwens niet in staat om in grotere culturele verbanden te denken, laat staan in grotere gehelen.

Over cultuur kunnen wij bondig zijn. “Cultuur” omvat alles wat niet tot het domein van de “natuur” gerekend  wordt: antieke cultuur, eetcultuur, werkcultuur, communicatiecultuur, ontspanningscultuur, partijcultuur, organenzwendel, raamprostitutie, belastingontduiking… het zijn allemaal culturele activiteiten.

Zo is schilderkunst een culturele activiteit, en zelfmoordterrorisme is dan weer een culturele activiteit met spirituele motieven. Zelfmoordterrorisme is zelfs een typisch culturele activiteit, want geen enkel dier is bereid om zichzelf en andere dieren die zij niet eens kennen omwille van culturele of spirituele motieven of culturele verschillen op te blazen. Puur cultuur, en zelfmoordterroristen gebruiken cultuurmiddelen die wij hen zelf aanreikten. Geen enkel dier wil zichzelf aan flarden blazen om de aandacht op een hoger doel(alweer cultuur) te vestigen of om in de hemel te komen. Kom niet vertellen dat dit een karikatuur zou zijn, want geen enkel fatsoenlijk dier wil  aldus de media aandacht naar zich toe te trekken (alweer cultuur) of een cultuurschok(alweer cultuur) teweeg brengen. Tenslotte zijn dieren zo gek nog niet als ze er uitzien: zo zal geen enkel dier het eigen hol aan een ander dier verhuren of onderverhuren; alweer cultuur. Zo zal geen enkel dier “het eigen hol opwarmen” om het uiteindelijk onbewoonbaar te maken. Geen enkel dier zal er aan denken in een virtuele wereld te gaan leven omdat de dagelijkse wereld te alledaags en te saai geworden is. Geen enkel dier zal er aan denken om de oorlogen tegen soortgenoten te privatiseren. Wat de mens wel met alle dieren, (ook met zeer gemene dieren) gemeen heeft zijn de immanente functies en zijn natuurlijke activiteiten. Wat hem van het dier onderscheidt is zijn vermogen tot het ontplooien van culturele (en dus ook morele en religieuze) activiteiten. Dit alles om duidelijk te stellen dat wij in onze zogenaamde “superieure westerse cultuur “zelfs in staat blijken te zijn om zelfs het woord cultuur niet of selectief te begrijpen. Wat ons niet belet om wat wij niet begrijpen wel te subsidiëren.

 

4.  Herinneringen uit de natuur.

 

Herhalen wij nogmaals dat de mens slechts gelukkig kan zijn wanneer hij ingebed is in een natuur die hem warm ontvangt en verwelkomt. De natuur als thuishaven om er thuis te komen. Oud kolonialen herinneren zich, (zo zeggen ze), na jaren de warme natuurlijke geuren van Afrika. Zelf herinner ik mij nog de natuurlijke geuren die er in de keuken van mijn beide grootmoeders hingen. Ik herinner mij namelijk mijn natuurlijke “roots”.  Ik herinner mij het hoe ik in 1949 achter mijn vader die onderwijzer was, dagelijks 12 km naar school fietste. Ik herinner mij de velden, de warme zomers en de koude winters waartegen ik opzag. Zo herinner ik mij nu een ongeval omdat ik vanwege sneeuwvlokken zelfs de weinige auto’s die er toen reden niet had zien aankomen. Ik herinner mij dat mijn vader de grote kachel ontstak en ik ruik de geur van het hout. Ik herinner de stilte in de gewassen op de velden en ik hoor de melkkruiken in de melkerij waar wij dagelijks tweemaal voorbij fietsten. Ik zie de enorme paardenkont waar ik al vroeg tegenaan moest kijken als mijn vader weer eens op een of andere veldweg een uur of twee stond te praten met een boer met een klak die met regelmaat “nondedjuuuu” tegen zijn paard riep. Zelfs paarden stonden stil.

Ik meen dat ik tijdens het lange wachten daar in de velden, wel, ik meen dat ik daar heb leren mediteren. Wat moest ik anders doen?

Het beste is het geheim te vergroten en zo  herinner ik mij ook de immens grote en spannende schooltuin van mijn grootvader die ook onderwijzer was. Het was een boomgaardtuin met perzikbomen, peren- en appelbomen, krieken en kersen. Er stonden mispels en zurkel. Mijn grootvader teelde groenten die nu al lang uit de mode zijn en ik herinner mij haast alle gewassen, Alle rijen groenten, de geurige palmhaagjes, de dahlia’s met de oorwormen, de bessenstruiken de kronselstruiken en de zes bijenkorven. Mijn grootvader was een imker. “Die tuin is dezelfde tuin die gedurende 2 wereldoorlogen 12 mensen voedde” zei mijn grootvader en het spannende daaraan was dat die 12 mensen toen allemaal nog in leven bleken te zijn…dat is toch onvoorstelbaar interessant.

Tijdens de vakantie waren alle neven en nichten er…ik herinner mij ’s avonds voor het slapengaan het spaarzaam licht in de immense keuken, het “jagen van de kachel” terwijl mijn grootvader geheimzinnige verhalen vertelde die zijn grootvader hem verteld had. Dat waren onvoorstelbaar interessante geschiedenissen die allemaal een soort geheim in zich verborgen,  maar die ook allemaal een didactisch einde kenden. Daar viel altijd wel iets van op te steken, daar viel altijd over na te denken want zijn verhalen waren een mondelinge overdracht, een initiatie in het werkelijke leven. Zij waren onze gids om te overleven en de natuur speelde daarin altijd een hoofdrol.

De natuur, het natuurlijke leven kan ons immers veel leren want de natuur is onze standaard. Helaas, die natuur wordt door de mens niet enkel gecultiveerd, maar ook zonder verstand geëxploiteerd. De pure natuur is verdwenen en zodoende hebben wij ook onze “grote wijze onderwijzeres” de laan uit gestuurd. De PC heeft het gehaald op het rustig beschouwend aanwezig zijn in de natuur.

Cultuur heeft het gehaald van natuur, maar er is meer want cultuur is niet langer een poging om de natuur te beheersen, maar wel een voorlopig geslaagde hoogmoedige poging om de natuur te overheersen. Cultuur is een poging geworden om van de natuur niet onze natuur, maar wel “mijn privé wingewest te maken”. Cultuur is een poging geworden om van de wereld niet onze wereld maar wel “mijn privé wereldwijd wingewest” te maken en daarin willen wij de grootste zijn. Vervoer heeft niet tot doel om ons te vervoeren, maar onze wagens dienen om onze frustraties te etaleren. Reizen doen wij niet om iets te ontdekken maar wel om onze levenstandaard te etaleren of te bevestigen. Wij zijn een egocentrische naamloze, stuurloze, autistische overgecultiveerde samenleving geworden met meer nevenwerkingen dan werkingen terwijl er ook bij ons nog zoveel armoede is.

Dan is er nog de grootschalige landbouwcultuur die weinig uitstaans heeft met de natuur. Teveel varkens en teveel kippen. Er zijn de ingewikkelde chemische verbindingen waarvan geen kat nog weet welke effecten zij in de toekomst voor het milieu zullen teweeg brengen. Er zijn de mestoverschotten uit de landbouwcultuur.

Een loslopende koe die ergens aan een waterkant staat te grazen vertoont weinig culturele uitstraling. Zij heeft alles met natuur van doen, maar de boer daarentegen “cultiveert” zijn veestapel;  zijn quota en zijn mestactieplan zijn puur culturele en grootschalige aangelegenheden geworden maar helaas wordt daardoor de verhouding tussen cultuur en natuur weer eens serieus verstoord. Er zijn de  verplaatsingen, kortom: des te meer cultuur des te minder natuur. Wij leven nu eenmaal in het “Cultureel Tijdperk !” 

 

                                     Auteur: Walter Marsoul.

 

 

5. Een pleidooi voor de afschaffing van de multiculturele samenleving.

 

Nogmaals: alles wat niet tot natuur gerekend kan worden is cultuur. Wij stelden dat er nog weinig “natuurlijks” maar te veel “cultuurlijks” overblijft.

Men zou het niet vermoeden, maar het is hier op aarde momenteel één en al cultuur wat de klok slaat. Vanwege onze culturele activiteiten moet het klimaat er aan geloven, en dan te bedenken dat de Chinezen pas nu serieus met hun culturele activiteiten beginnen. Dit is toch waanzin…Cultuur en nog eens cultuur, al cultuur wat de klok slaat! Als archeologen over duizend jaar onze huidige beschaving zullen opgraven dan zullen zij massa’s afzettingen uit het huidige “Cultureel Tijdperk” aantreffen en men zal over 1000 jaar versteld staan over al het cultureels dat er zoal uit de grond te voorschijn zal komen… Het is haast niet te geloven, te gek om los te lopen.

Waarom zouden wij dan die culturele samenleving idealiseren? En bovendien; waarom zouden wij dan de multiculturele samenleving moeten idealiseren? Trouwens, zou er iemand kunnen vertellen wat het woord multiculturele samenleving zoal betekent? Hallo, er is niemand thuis zeker? Straks  meer, maar eerst een fantasierijk ommetje.

 

6. Fantasierijk ommetje.

 

Sta even een fantasierijk uitstapje toe? Een studente archeologie anno 3000 tijdens graafwerkzaamheden op de cultuursite in Muizen:

 

”Hoera professor!” 

“Wat heeft uw gejuich voor betekenis juffrouw Priscilla Penseels? Vraagt professor Freddy Schupmans, cultureel archeoloog verbonden aan het SEWO (Schep Eens Wat Op) Instituut.

“ Yess  bingo professor, deze volledig intact bewaarde TGV trein met onderstel stamt  uit het Cultureel Tijdperk!”

“Toch alweer geen cultuur zeker…voor alle zekerheid toch eerst een labootje Priscilla meisje”

“Dank u wel professor Schupmans, fast forward met de cultuur, nog  vlug een digitaal shotje en breakfast on Pluto with  X- Men .”

 

(Deze laatste zin  zou in het Groot Dictee der Nederlandse Taal en  Letteren niet misstaan, want omstreeks het jaar 3000  zal het vocabularium van onze Nederlandse taal definitief in die richting geëvolueerd zijn . Maar dat ter zijde.)

 

Tot zover dus de opgravingen en het onderzoek omtrent de vondsten in de TGV Cultuur site van Muizen onder de bezielende leiding van Freddy Schupmans, cultureel archeoloog verbonden aan het SEWO .

 

 En zo zal dat er in het jaar 3000 aan toegaan, want letterlijk op alle plekken: in de aarde, in de ruimte, op de bodem der oceanen, overal zal men culturele afzettingen of sporen en cultuurfragmenten uit het huidige Cultureel Tijdperk aantreffen.

Komt daar nog bij dat haast al onze culturele activiteiten ook “commerciële activiteiten” zijn. In ons Cultureel Tijdperk zijn commercie en natuur,  natuur en  cultuur,  cultuur en commercie één onoverzichtelijke kleurloze vies ruikende portie gemengd geworden. Bijna alles is cultuur en alles is te koop.

Cultuur en natuur zitten aan elkaar geklit en daarom zal alles in het jaar 3000  bij het omhoog spitten ook ranzig ruiken. Freddy en Priscilla hebben bij hun graafwerkzaamheden continu last van kwalijke geurtjes die zelfs vanuit een reeds 1000 jaar vervlogen Cultureel Tijdperk constant naar hen komen toegewaaid.

 

“Priscilla meisje ,De natuur moest er toen uiteindelijk  aan geloven, zelfs hun landbouw met genetisch gemanipuleerde zaden was toen puur cultuur,  pure commercie geworden (cultuurgronden, cultuurgewassen etc..)”.Natuur…wel,  dat  waren pretparken en serreplanten voor het vensterraam geworden, natuur was synoniem van cultuur geworden!” Die lui waren gewoon gek.

 

 Advertentie. “Boer zoekt een normaal gezond en natuurlijk vrouwmens dat kan koken, kinderen kan krijgen en voor haar computer kan zitten wegens automatisering van mijn bedrijf.. Dik is geen probleem.  Goet  met beesten om kunnen en goet karakter hebben sterkt tot aanbeveling”

“Boer zoekt vrouwmens dat kan koken, kinderen kan kopen en de koe kan melken. En verder, niet te veel tralala of complimenten, maar ze moet wel goed voor de beesten zijn. Ze mag gerust naar de stal stinken, dat doe ik ook. Kandidaten moeten zich aanmelden voor Pasen.” Zulke advertenties komen wij nooit tegen… Wij mogen dan wel veel over de natuur praten of er zelfs mee dwepen, maar voor de werkelijkheid van een natuurverbonden bestaan, voor de eenzaamheid van een leven in de stille natuur deinzen wij terug . Trouwens, moderne boeren hebben nog  weinig met natuur en bijna alles met cultuur van doen .  “Boer zoekt misschien nog wel een boerin, maar Molly Bekkers zoekt al lang geen boer meer. Zij zoekt een partner en ze droomt niet van de natuur, maar wel van cultuur. Boer weet zulks, boer zoekt misschien nog wel een frisse en natuurlijke boerin om zijn koeien te melken…maar boerin zoekt daarom nog geen boer.

Wat zij zoekt is een leuk boerenknulletje dat zich kan verplaatsen, een terrasje kan doen, een intellectueel waar ze een goed gesprek kan mee voeren. Eentje dat haar begrijpt; Een levensgenietertje, een natuurfilosoofeke om samen met hem naar jonge kalfjes te kijken. Eentje met Alfa- Romeootje, eentje dat houdt van reizen en gezelligheid. Een knuffeltje, en natuurlijk eentje met ruime culturele interessetjes, eentje dat kan koken met natuurlijke productjes..  en dan samen in het natuurtje. Natuurlijk. Kortom, boerin zoekt geen natuurmens met poten aan zijn lijf, zij zoekt een cultuurmens. Natuur is out en Cultuur is hot.

 

                                                 Auteur: Walter Marsoul.

 

 

De multiculturele samenleving als vorm van criminaliteit.

 

Er is veel, te veel, veel te veel cultuur onder de mensen.. Er is beangstigend veel cultuur in dit huidige Cultureel Tijdperk.

Er is onbegrijpelijk veel, te veel cultuur en niet de natuur maar wel de cultuur is bezig om de aarde om zeep te helpen. Mensen zijn gestrest en geweld is een probleem geworden. Men wordt thuisloos, en terwijl wij de meest gesofisticeerde zinloze producten ontwikkelen lijdt de helft van de mensheid onder watergebrek. Alsof er nog geen cultuur genoeg zou zijn; belooft de Multiculturele Samenleving nog meer cultuur en.. dus nog minder natuur. Multi? Wat moet men zich bij Multicultureel voorstellen? Kan iemand zulks vertellen want het woord alleen al is een misdaad tegen de menselijkheid .

De Multiculturele Samenleving houdt een vals commercieel, emotioneel en ethisch appel in, ze is een dekmantel voor milieucriminaliteit en voor onze onverantwoorde dwaasheden. De Multiculturele Samenleving berust op vals woordgebruik. Lao Tse en Twang Tse hebben ons voor de gevolgen van verkeerd woordgebruik gewaarschuwd “Men kan mensen immers alles verkopen op voorwaarde dat men het in een beuzzeke inpakt”. Multi betekent: verscheiden, veel, breed, op vele domeinen, verschillend enz. Multi, nog meer cultuur dus, maar dan meer verscheiden? Wat bedoelt men precies met het woord mulicultureel? Trouwens hoezo multicultureel, want nu reeds leven wij toch al in een omniculturele samenleving? Bedoelt men misschien: “vele vreedzame culturen die vreedzaam naast en vreedzaam met elkaar samenleven, culturen die in onderling respect voor elkaar en met elkaar samenleven? Bedoelt men mensen die, elkaar verrijkend samenleven en hun visies en hun thee uitwisselen? Ach, in de gewone culturele samenleving was dit ook al niet het geval. Alsof een chirurg zou zeggen: “Op één been kan men niet staan en daarom zal ik dan  het tweede been ook maar amputeren?”.

Was de  Culturele Samenleving in het Cultureel Tijdperk al een gruwel, dan is de Multiculturele Samenleving een nachtmerrie en het huidige Omnicultureel Tijdvak is reeds aangebroken en dat is een tragiek.

Wanneer zullen wij op het chaospunt gekomen zijn waar de aarde zich niet langer kan herstellen? Op het kantelpunt, op het keerpunt, op dat dead point worden de gevolgen onherroepelijk en onvoorspelbaar. Misschien is het niet te laat, alhoewel wij vanuit taichi weten dat wat na het dead point komt onvoorspelbaar maar ook oncontroleerbaar zal zijn. Dura lex,sed lex.

Deze verhandeling is niet meer dan een warm pleidooi voor de onmiddellijke afschaffing van de multiculturele samenleving, een pleidooi voor een miniculturele en een maxinatuurlijke samenleving. Die zal er nodig zijn want elk cynisme doodt uiteindelijk alle leven. Deze verhandeling is een pleidooi voor fatsoenlijk woordgebruik. Het is mijn kleine bijdrage tot intellectuele eerlijkheid. Ik heb niets te winnen of te verliezen, dat is geen punt. De vraag is niet in welke wereld mijn kleinkinderen zullen leven, de vraag is of ze nog in deze wereld zullen kunnen en mogen leven. Dat wens ik hen.                    

                                            
Auteur: Walter Marsoul.

 

 

PLEIDOOI VOOR DE AFSCHAFFING VAN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING EN VOOR DE INVOERING VAN EEN MINI CULTURELE EN EEN MAXI NATUURLIJKE SAMENLEVING.

WIJ KUNNEN HET TIJ NOG KEREN!


>> Reageer (0)
03-05-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANDERS REIZEN IN NEDERLAND!



ANDERS REIZEN IN NEDERLAND!




HET TAO VAN KONINGINNEDAG.

 

Ter gelegenheid van Koninginnedag mocht de Nederlandse natie zich verheugen in het bezoek van de auteur. Ter plekke wenste de auteur de festiviteiten rond Koninginnedag met eigen ogen te aanschouwen, en met het oogmerk om de festiviteiten rond Koninginnedag  luister bij te zetten resideerde de auteur in “Hotel Oranje” en wel met name in de Zeeuwse goegemeente Wissenkerke.  Wissenkerke  is een uit kleipolder omhoog gestampt Hollands boerendorp dat aarzelend op de breuklijn balanceert  tussen de toekomstgerichte toeristische sector en de traditionele platte, door koeien bevolkte boerenbuiten met gezonde lucht.

” Duitsers moet je afblaffen mijnheer, maar als je hetzelfde doet met Vlamingen dan lachen ze je vierkant in je gezicht uit.” Ik ben mij van de prins geen kwaad bewust, maar op slag van stoot voel ik mij hier thuis als Vlaming. 

Er staat in Wissenkerke een Oer Hollandse molen aan een plas en Oer Hollandser en de bevolking draagt de naam Zalm en Friesema. Wie Wissenkerke met een dier vergelijkt zou kunnen menen dat het een gereformeerd amfibiedorp is met een dubbele bloedsomloop. Dit Zeeuws spaarpotdorp is Calvijn toegedaan, het is een dorp waar ik met mijn rug tegenaan zou willen gaan staan.

In deze gemeente waarvan de dorpelingen in hart en nieren in hun eigen klei stampen,  kleeft

de profijtigheid waarmee zij elkaar toe neigen aan hun bakstenen gevels die ze met kleine  driehoekige Nederlandse wimpeltjes aan een lang dun touwtje met elkaar hebben verbonden. Eenheid in het Oranje feestgevoel is tenslotte leuker.

En dan plots in de hoofdstraat, achter een raam prijkt haar foto, annex enorme ronde

hoedendoos op haar koninklijke hoofd, statig en profijtig hangt ze achter een raam gepostuleerd…zij, Beatrix, de Koningin der Koninklijke Nederlanden.

“Zal dat gaan?” “Natuurlijk gaan wij”, antwoordt zij. Waarschijnlijk werd haar hoedendoos (een soort ronde reddingssloep) ontworpen tijdens een klopjacht op een Zeeuwse hormonenboer in de omgeving van de stormvloedkering. Dit ontwerp werd om allerlei redenen goedgekeurd door Neeltje Jans en door Rijkswaterstaat want wij wijzen er op dat de provincie Zeeland  vrijwel zeker met het stijgen van het zeepeil ooit nog onder water zal lopen. Alhoewel ze achter het raam overkomt als een schietinstructeur die in mijn richting mikt wordt Beatrix beschouwd als een crème van een vrouw, zij is het hart der Nederlanden.  Neen, er is niks mis met haar en geen Wissenkerkenaar die er aan denkt de hondenbrigade er op af te sturen, in tegendeel: het is hen duidelijk aan te zien dat ze eens per jaar ter gelegenheid van Koninginnedag hun verbondenheid met de Nederlandse Kroon fêteren.


HET FEESTGEDRUIS BARST LOS

 

Hoogst waarschijnlijk is Wissenkerke in het midden van vorige eeuw ontstaan rond een benzinepomp. Reeds in de vroegte van de morgen razen enorme tractoren met de koeienstront nog aan hun gigantische banden en versierd met een oranje wimpeltje door de vier nog slapende straten  om op die manier hun spoor van feestelijkheid aan Koninginnedag toe te voegen. Het is de jonge tractorenboeren aan te zien dat ze bijvoorbeeld precies aan nummer 16 A van de Dijkstraat (ken ook een andere straatnaam wezen) met hun enorme tractor meermaals toeterend voorbijrazen. Daar moet zij dus wonen, en zo vroeg in de morgen willen zij naar alle waarschijnlijkheid hun toekomstige nog slapende boerin uit haar slaap wekken want later zullen de koeien omstreeks dit vroege uur gemolken dienen te worden. Plicht roept de mens uit zijn ledikant want Schone Slaapsters “leggen lui”. Voor polderboeren valt er immers met luie boerinnen weinig aan te vangen. Toegegeven dat er een systeem steekt in hun systeem: geef boerinnen vooral niet te veel verwenbeurten en zelfs op Koninginnedag zijn in deze op de Noordzee uitgespaarde poldergemeente geen uitzonderingen toegestaan. Er is niemand die luiheid hier ziet zitten.

Het dorp ontwaakt en het staat paraat voor de jaarlijkse historische festiviteiten. In de drie straten hangt er een feestelijke collectie slierten van sobere, kleine driehoekige wimpeltjes. Van huis tot huis bemeten; eentje blauw, dan eentje wit en vervolgens eentje rood.

Er wapperen geen Nederlandse vlaggen, geen driekleur want men moet in de gedrevenheid van het feestgedruis met die spullen ook niet overdrijven. Iets oranjekleurigs hangt er ook ergens aan een boom; het betreft ook een kleinigheid want tenslotte komt men door soberheid in het hemelse paradijs. Het etaleren van uiterlijke tekenen van welvaart, zelfs bij mooi weer is in Wissenkerke een dorpsvreemd verschijnsel. Rijkdom lijkt een schandaal te ontketenen, maar gelukkig heeft dit als neveneffect dat men door sober te leven automatisch schandalig rijk kan worden.

Ach, dit “idyllisch” plattelandsdorp (zoals trouwens de ganse Nederlandse Natie) zal, getrouwe tot in den dood pal achter haar Oranje Vorstenhuis blijven staan. “Lang Leve Hare Majesteit de Koningin, de vorstin der Koninklijke  Nederlanden!”  Vandaag valt er in Wissenkerke eens per jaar zuinigjes en per persoon bemeten iets te vieren; “Oranje Boven!”


ZO VER EN VREEMD BEN JIJ EN TOCH ZO DICHT BIJ.

 

Nederland is ons buurland, het is een land zo dicht bij en toch zo ver weg.

Voor Vlamingen blijft Nederland het onbekende buurland waarop nog jaren, zoals trouwens ook op jou Beatrix, Koninklijke Majesteit der  Nederlanden, alsook op verse koemelk, een huidvreemd gereformeerd Calvinistisch vel zal blijven plakken. Jullie zijn zo compleet anders en waar ik op de wijde wereld kwam, een bezoek aan Nederland is telkens weer “Anders Reizen.” 

 

Terwijl ik dit noteer zegt  Herman Van Veen op de radio:” Bij ons thuis stond er vroeger een kachel en een radio, en samen vulden wij het hart van de ruimte…”

Beschaamd ben ik en jaloers omdat ik niet zo zuinig en zelfverzekerd juist onze gemeenschappelijke Nederlandse taal weet te gebruiken. Dat kunnen Vlamingen niet want wij worden geboren om Vals Bescheiden Bourgondische Boertjes of beertjes op sokken in eigen beheer te blijven. Wij zijn een volk van viervoudige ontkenningen terwijl Nederlanders toch zo zelfverzekerd blijken. Nederlanders weten alles, maar Vlamingen daarentegen weten dat het voordelen biedt om van toeten noch blazen of van rietepetiet te weten. Het wil al echt tegenzitten als Vlamingen geen minister in een van hun regeringen zijn, zullen worden of geweest zijn. Laten wij het hierbij houden want wij zouden het ook nog kunnen hebben over hun zonen, dochters, familieleden of verwanten die ook allemaal minister zijn of het nog zullen worden. Leve Koninginnedag, maar in Vlaanderen zijn er vele koningen en koninginnen, niks bijzonders dus en dat willen wij graag zo houden.  

 

Auteur Walter Marsoul.


>> Reageer (0)
31-03-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slaapliedje

Slaapliedje

 

Slaap kindje slaap

 

 In de kruin van

de boom,

  

 Als de wind gaat

waaien

 

Zal de wieg

schommelen;

  

Als de grote tak

breekt

 

Zal de wieg

 

vallen,

  

En omlaag valt dan

het kindje,

 

 Wieg

en

al.


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slaapliedjes.

                                    Slaapliedjes.

                            Nav Taichi Stage voor Monitoren Christelijke Mutualiteiten.

                                                

Thema: ONTMOETING



Het waarom van slaapliedjes.

Voor de rockgroep Metallica is hun slaapliedje “Enter Sandman” een gaatje in de markt, maar het slaapliedje “Slaap kindje slaap in de kruin van de boom.” dat is andere koek.

Slaapliedjes zijn de eerste kinderrijmpjes, ze zijn de eerste opeenvolging van klanken, de eerste poëzie die pasgeboren baby’s te horen krijgen. Ze zijn het eerste muzikaal verhaal en het overgangsritueel dat de baby van een wakkere toestand naar een slaaptoestand moet begeleiden. Sinds Jung en Freud weten wij dat er tijdens de slaap belangrijke psychische verwerkingsprocessen plaatsvinden en dat slaapgebrek een oorzaak kan zijn van disharmonische gedragspatronen. Maar reeds lang voor Jung en Freud werden overal ter wereld slaapliedjes gezongen . Ze werden als een belangrijk overgangsritueel werd ervaren.

Nuchter bekeken is het zingen van slaapliedjes een uitwisseling, een samenspel van energieën. Maar een slaapliedje is meer dan een muzikaal intermezzo of een overstapje van een wakkere naar een slapende toestand. Slaapliedjes zijn ook het eerste contact met “de poëzie van het leven.”. In de waakslaap, net voor het definitief inslapen is er iemand die “zachtjes zingend aanwezig is”. Er is een vriendelijke stem die ’s nachts als het donker wordt de wacht zal houden. Er is een ontmoeting, een vertrouwde stem, er zijn zachte herkenbare klanken en uit de dierenwereld weten wij hoe belangrijk dat repetitief auditief contact is. Als jonge kittens miauwen dan antwoordt de kattin en ook de huilende baby die nog niet kan zien en hij is op auditieve signalen aangewezen. Baby is niet alleen,… baby kan rustig inslapen. Elke avond worden dezelfde slaapliedjes door dezelfde zangers gezongen en zoiets geeft vertrouwen.

Maar er is meer, want ook de vader of de moeder die slaapliedjes zingt, die hoorde ze zelf ooit zingen. Alle slaapliedjes werden immers van generatie op generatie “over-gezongen” en ook dit slaapliedje is zo’n overdracht. Slaapliedjes zijn aldus ook een eerste zoetgevooisd contact met de eigen familiegeschiedenis, ze zijn een vocale poëtische herinnering aan de band met  zijn eigen “wortels” van de gemeenschappelijke familiestamboom. Ze zijn baby’s eerste mondeling lesje in de geschiedenis (in wat er “geschied” is) en ze zijn bijgevolg een eerste contact met de dimensie tijd.

 

De drie generaties van de familiestamboom.

Tenslotte is er toch ook de oude Chinese traditie van de drie generaties.

Kind, ouder en grootouder horen bij elkaar als één logische familiecel, als aan en invulling van één gezamenlijk geheel dat men de “ traditie der drie generaties” noemt.

Kind(aarde), ouder(mens) en grootouder(hemel) horen bij elkaar zoals aarde, mens en hemel ook bij elkaar horen. Het is dus van de grootse importantie dat de drie generaties van elkaar kunnen leren en dat ze energetische informatie en levenservaring uitwisselen zodat uiteindelijk zowel kind als grijsaard “het oude kind”of nog “het kind dat weet” kan en mag worden. Dat is namelijk precies wat Lao Tse bedoelt met “het eeuwige kind” zoals dat ook in zijn Tao Te Tsjing omschreven wordt..

Diezelfde gedachte, de “drie-verwarmers” dan, treffen wij trouwens ook aan in de acupunctuur en in de Taoïstishe visie op de kosmos want in de Tao Te Tsjing en I Tsjing zijn de wetmatigheden van de aarde, de mens en de hemel het enige “postulaat”.

In Tai Chi worden die wetmatigheden voortdurend toegepast ( zie het gebruik van ren mai en du mai ) want het transformeren van energie gebeurt van onder naar boven of van boven naar onder. Die kringloop van fysiek, mentaal en spiritueel integreren en transformeren van de drie dimensies (aarde, mens en hemel) is dé levensopdracht voor elk mens. Wie daar met succes in slaagt wordt ook nog wel eens “een wijze” of “een dwaas” genoemd naar gelang de orde van wijsheid of dwaasheid waarin men zich zelf mag verheugen. Vergeten wij immers niet dat alles relatief is… en dus ook wijsheid en dwaasheid. Veel meer dan integreren en transformeren hoeven mensen tijdens hun korte oponthoud hier op aarde niet te doen. Enkel door te transformeren en te integreren kan energie vrij stromen en zodoende kunnen mentale, fysieke en spirituele blokkades opgeheven. Ook hier weze gezegd dat deze drie niet los van elkaar kunnen gezien worden. Als men bijvoorbeeld in Taichi enkel Chi Kung beoefent voor de fysieke gezondheid(mens) en daarbij de dimensies aarde en hemel verwaarloost dan zal men geen of weinig resultaat boeken. Dan wordt Tai Chi zelfs een flauwe en ondermaatse bewegingleer of het ontaardt in wat ik “het Tuttemi- Taichi noem, (het tuttemiekes taichi).  Maar als men Tai Chi enkel voor bijvoorbeeld de martiale toepassingen leert (dimensie mens) dan wordt Tai Chi wat ik het “Schuppezo Tai Chi”, (het schuppenzot) taichi noem.

In Tai Chi moeten wij “alles” tot ons nemen want “alles”, maar dan ook “alles” is immers één, en het is onvoorstelbaar dat onze westerse cultuur daar na 5000 jaar nog niet ten volle achter gekomen is… Alles is immers één, wij hebben niet eens te kiezen. Alles verandert altijd; ook hier horen de “drie generaties” van de familiestamboom (die wij nu zeer ruim interpreteren) onlosmakelijk bij elkaar. Tot hier deze kleine uitwijding.

Ter zake nu: wij verdiepen ons hier verder in een slaapliedje dat een kindje bezingt dat slaapt. Dat kindje ligt in een wieg en die wieg hangt aan de tak van een boom. Als de wind waait dan gaat het wiegje schommelen, maar als die wind te sterk wordt dan kan de tak breken en dan valt het wiegje met kind en al.

Simpel toch, maar hallo, hallo, zijt u er nog?

 

De familiestamboom

Elke boom bestaat uit wortels, een stam en takken en tenslotte de kruin. Een familiestamboom is eigenlijk in essentie te herleiden tot  “leven en sterven”, tot een oerritmisch gegeven van eros en thanatos. Wie begint te leven die begint tegelijkertijd ook te sterven. Als deze baby met wieg en al nu nog bovenaan in de kruin van de boom hangt, dan zal hij weldra naar lagere gebieden dalen, hij zal plaats maken voor anderen en hij zal tenslotte sterven. Onwillekeurig moet ik bij slaapliedjes dan ook altijd denken aan stervensbegeleiding waar de stervende ook voortdurend klanken en woorden te horen krijgt vooraleer definitief de ogen dicht te doen om dit keer voor altijd “in te slapen”. Zo gezien begeleiden slaapliedjes ons bij de overgang naar onze eerste zowel als ons laatste inslapen want klanken kunnen immers helen. Zij zijn een vocaal en helend overgangsritueel bij onze eerste stap in, en onze laatste stap uit het leven en zij moeten ons troosten en verzoenen met de vreugde van het begin en met het verdriet van het einde van het leven. Op die manier wordt het begin met het einde verbonden en de cirkel is rond(ook de boom geeft immers zaden die in de grond zullen opschieten en de cirkel is rond.)

 

Slaapliedjes beantwoorden levensvragen.

Tussen het eerste en het laatste wiegeliedje leiden wij ons leven, en tijdens dat leven zullen wij toch een paar antwoorden moeten vinden op een paar levensvragen.

Minstens drie vragen zullen zich altijd opdringen:“Wie ben ik?” .“Van waar kom ik?” “Waar ga ik naar toe?” Slaapliedjes zijn  alvast een goed begin om de baby reeds vroeg te verzoenen met het leven. Zij zijn het eerste muzikale therapeutisch gezang, zij zijn naar de toekomst toe een  “opstekertje” waardoor de baby straks aangesterkt de eerste identiteitscrisis met succes kan doorstaan.

De baby ervaart al vlug door het horen van steeds hetzelfde slaapliedje dat hij welkom is in een sociaal netwerk en hij voelt instinctmatig dat hij daarin een eigen plaats heeft. Ooit zal de baby eerst het familiale netwerk, dan het dorp, de stad, de wereld en vervolgens zichzelf  moeten ontdekken. Ooit zal de baby anderen en zichzelf  bevragen en slaapliedjes geven reeds een antwoord op drie fundamentele levensvragen: “Wie ben ik, vanwaar kom ik , en waar ga ik naartoe?” De antwoorden op die vragen kunnen bepalend zijn voor zijn gelukkig” thuisgevoel” in het eigen leven. “Vanwaar kom ik?” Als men niet bij een gemeenschap hoort, dan kan men die vraag niet eens stellen aan iemand die ze zou kunnen beantwoorden. Zonder tot een gemeenschap te horen zal zelfs niemand naar je vragen luisteren en uiteraard zal niemand ze beantwoorden. Zonder ergens bij te horen  kan men nergens heen met twijfels en kan men de antwoorden die men vindt niet aan de realiteit toetsen. Wie nergens bij hoort zal ook nooit het gevoel kennen van thuis te komen want er is niemand die op je wacht of op je rekent.

Je hebt immers niemand die je talenten kent, herkent en erkent en je krijgt daardoor misschien een gedeukt zelfwaarde gevoel dat je zal moeten opkrikken door overconsumptie en zielloos dolen. Onlangs zag ik een documentaire over Hitlers ontwortelde “familiestamboom” met als eindconclusie dat elk mens onder bepaalde omstandigheden ook wel eens een Hitler zou kunnen geweest zijn.

Als wij geen tijd meer vinden om voor baby’s wiegeliedjes te zingen dan is dat symptomatisch voor een westerse thuisloze samenleving zonder warme sociale of familiale contacten.

Op dit vlak zou Afrika ons kunnen “heropvoeden”. Daar is de familiestamboom nog grotendeels intact en daar worden belangrijke beslissingen letterlijk samen onder een grote boom genomen. Slaapliedjes zijn het eerste clubliedje van onze sociale netwerken.

 

Wij investeren in slaapstoornissen in plaats van in slaapliedjes..

Wij schijnen alsmaar meer last te hebben van slaapstoornissen. Wij willen zulks verhelpen door het materieel slaapcomfort te verhogen, door slaapklinieken op te richten, door slaap- en kalmeermiddelen. Maar onze slaapstoornissen zouden wel eens diepere oorzaken kunnen hebben. Het zit wellicht dieper, want velen missen de schaduw van een wieg die hing aan de eigen familieboom, zij missen zelfs op latere leeftijd de vertrouwde stem en de zachte klanken van “hun” clubliedje dat hen al vroeg leerde om zich te verzoenen met het leven.

Velen werden nooit geïnitieerd in het wonder van het leven. Ministers adviseren nu kleuters om te leren computeren, onze rationeel georganiseerde samenleving schijnt weinig voeling te hebben met het organische leven. De toekomst is dan ook aan de “burnout” klinieken en over vijftien jaar voorziet men dat CVS de beeldbepalende ziekte zal zijn. In plaats van nu te investeren in kleine warme sociale structuren op mensenmaat, investeren wij meestal in toekomstige slaapstoornissen.

 

“Als de grote tak breekt dan zal de wieg vallen, met kind en al.”

Wij stelden eerder dat elk slaapliedje voor de baby een eerste inwijding betekent in de geborgenheid van een emotionele, sociale en familiale orde, maar het zou ook wel eens kunnen dat zulke liedjes ook voor de zanger bedoeld zijn en wel om de “slaapliederenzanger” aan zijn of haar verantwoordelijkheden in de sociale orde te herinneren.

Wij mensen blijven immers sociale wezens die in alle levensstadia zullen wij moeten “palaveren onder de takken van de gemeenschapsboom waarin ooit onze wieg heeft gehangen”. Wij zijn in een “familiestamboom” gewiegd en als de grote tak breekt waaraan wij hangen, dan zal onze wieg ook op de grond vallen. “Als de wieg dan valt, dan zal ook het kind vallen, met wieg en al” zingt de slaapliederenzanger. Vooral Jung heeft gewezen op de symbolische, energetische en archetypische betekenis van de wieg en de boom. Ooit zal de baby zich uit de familieboom losrukken en de wieg staat symbool namelijk voor het verleden waarin de baby letterlijk gewiegd werd. Die wieg staat symbool voor onze eigen geschiedenis, voor ons “pakketje overlevering” dat wij in de Chinese geneeskunde ook wel eens “Jing” noemen. Daar spreekt men zelfs van twee soorten Jing: de prenatale(het pakketje “stamboomenergie”) en de postnatale Jing(het pakketje levensenergie dat wij na de geboorte meekregen). Als de tak van de boom breekt dan zal de baby te vroeg vallen.  De baby kan zich “bezeren” en in sommige gevallen zal hij blijvend letsel oplopen.  De postnatale Jing wordt aldus te vroeg verzwakt en in sommige gevallen zal de baby door de schok die het vallen te weeg brengt een leven lang “niet kunnen praten”. In de Chinese traditie is praten immers meer dan een techniek of een aangeleerde communicatietechniek. Communicatie is een uitwisseling van energetische velden en patronen.

 

“Neem uw bed en sta op…”

“Neem uw bed en sta op” zei Jezus tot de lamme. Wij stelden dat de wieg en het bed symbool staan voor de eigen geschiedenis, het eigen verleden. Vanuit een oosterse belevingswereld zal ik deze tekst uit het NT nu als volgt begrijpen. “Neem uw bed waarin gij slaapt en geslapen hebt, neem de wieg waarin gij gewiegd werd. Dat is uw bed en uw wieg waarin gij nog steeds ligt en waaruit gij niet kunt opstaan of weigert op te staan. Neem nu uw eigen wieg of uw eigen bed en sta op en ga uw eigen weg”  “Uw” bed en “uw” wieg zijn dan een metafoor voor de eigen gebroken familiegeschiedenis, voor het eigen falend verleden, voor de val uit de familiestamboom. Christus zegt dan dat de lamme zijn verleden nooit zal kunnen wegwissen, hij zal altijd zijn (wieg) of zijn bed onder zijn arm moeten meesleuren. Hij zal, zelfs al kan hij nu opnieuw lopen, zijn afkomst of zijn verleden nooit kunnen verloochenen of ontkennen. Hij zal het altijd met zich meedragen. Maar die lamme mens van voordien is nu ondanks zijn verleden wel opgestaan en hij kan nu gaan. Zijn verleden is letterlijk draaglijk geworden en hij kan er nu mee verder leven. Hij wordt niet langer verlamd door zijn eigen familiegeschiedenis en hij hoeft zich dus ook niet langer als een verlamd mens te gedragen.

 

Er was toch iets serieus misgelopen met die lamme . Stel eens voor hoe hij vier simpele sociaalvoelende zielen ervan wist te overtuigen om nota bene hemzelf en zijn verleden te dragen. Hij wist die vrijwilligers te overhalen om hun grenzen te verleggen. Bij totaal vreemde mensen op het dak te kruipen, daar een serieus gat van twee meter op zestig centimeter in het dak te hakken, zoiets doen fatsoenlijke mensen niet. De eerste plaats op de eerste rij op te eisen, zoiets doet men niet. De aandacht van Christus opeisen, zoiets doen serieuze mensen toch niet.

Dit mag dan wel een belangloos gebaar van die vrijwilligers lijken, maar stel eens voor dat er vier losgeslagen idioten plots in jouw huis, op jouw dak een gat zouden hakken. Zoiets zou toch ongehoord brutaal zijn! Die lamme heeft die vier simpele zielen er van weten te overtuigen om huisvredebreuk te plegen, om gaten in andermans woning te hakken terwijl die gatenmakers in de waan verkeerden uit pure naastenliefde te handelen. Om die gatenmakers te overtuigen extreme werken in andermans woning uit te voeren moest die lamme mens niet enkel lichamelijk, maar ook psychisch ziek mens zijn…Was die lamme dan een manipulator van goedgelovigen? De lamme slaagde er in zijn dragers aan zich te binden, ze te verlammen, Zulke dubbele bindingen komen vaker voor dan wij vermoeden en zij zijn moeilijk te ontdekken of te ontwarren omdat zij zich vaak achter naastenliefde of sociaal plichtsgevoel verbergen.

 

Vergeving en verzoening: Christus vergeeft en verzoent, hij geneest.

Als Christus de lamme “geneest”, dan verzoent hij de “zieke” mens opnieuw met zijn eigen wieg, met zijn eigen bed, met zijn eigen verleden met de eigen stamboom zodat hij opnieuw zonder hulp op zijn eigen benen kan staan. Dat is een wonder en wonderen gebeuren op drie voorwaarden: er moet een katalysator zijn, de zieke moet bereid zijn om zijn verleden te integreren en ten derde de wens koesteren tot transformeren. Pas dan kan de zieke opnieuw heel worden en dan wordt “healing” mogelijk. Elke “arts ” zou naast arts ook “heelmeester-es” kunnen zijn en begaafde westerse artsen zijn dit. Het volstaat niet om iets over placebo’s te weten of wat psychologie tussen de baguette te steken. “ Neem uw bed en sta op” is het wonderverhaal van de genezing van een verlamd mens maar dit verhaal verbergt energetische inzichten over onze energetische stamboom. Uiteraard roepen wonderverhalen vragen op. So what.

 

 

 

Het kindje hangt aan de levensstamboom.

Keren wij terug naar ons slaapliedje. Dat kleine kindje dat nu nog in die stamboom hangt, zal enkel tot een sterke en niet verlamde of niet verkrampte volwassen vrouw of man kunnen uitgroeien als het een sterk zelfbeeld heeft, en dat impliceert dat zijn prille leventje vanaf het eerste moment verbonden is met anderen. Dat het deel uitmaakt van dezelfde gemeenschappelijke levensboom. Niemand heeft aan zichzelf alleen genoeg, ieder van ons heeft (zo vroeg mogelijk) behoefte aan warm lichamelijk contact, aan geborgen en vertrouwelijke familiale contacten om een menselijke schakel in de universele levensketen te kunnen zijn.

Wiegeliedjes kunnen alvast een stevig verankerend begin zijn. Het zijn repetitieve en vertrouwelijke klanken, de eerste kiemen die de baby later in staat moeten stellen om vlotte en beweeglijke sociale, politieke, economische en affectieve en religieuze netwerken uit te bouwen.

Hoe kan men die complexe toekomstige taak beter verwoorden dan met een repetitief en  wiegeliedje? Elke avond opnieuw wordt hetzelfde liedje door dezelfde vertrouwde stem gezongen om de baby spijkervast in te hameren dat hij niet alleen op de wereld staat. Dat hij het snelst vooruit gaat als hij ingeworteld blijft in de groep want zonder inworteling is er geen enkele boom die overeind blijft. Zonder inworteling blijft een wieg niet eens in een boom hangen.

 

 Kabouter Plop.  Plop plop.

Alle mensen, maar in de eerste plaats onze ouders zijn onze inworteling in de samenleving. Zonder die inworteling zullen wij onze eigen talenten niet eens kunnen aanbieden of de talenten van anderen aangeboden krijgen. Zonder die inworteling zullen wij moeizaam inwortelen. Onze moeders zongen wiegeliedjes voor ons en hun moeders deden hetzelfde, dat waren zo van die ingewortelde gebruiken. Als wij nu wiegeliedjes voor kindjes op de televisie laten zingen door kabouter Plop en Co, dan zijn wij bezig met de tak waaraan hun wieg hangt zelf af te zagen en met hun levensboom te ontwortelen. Hoe kan een ontwortelde boom dan nog vruchten dragen?

Slaapliedjes als “Slaap kindje slaap” hebben iets schijnbaar naïefs, maar dat wil daarom nog niet zeggen dat wij ze door kabouter Plop moeten laten zingen.

 

Elke avond opnieuw…want ooit zal de wind gaan waaien

Wij moeten zelf slaapliedjes zingen voor onze kinderen en die zullen ze op hun beurt ook voor hun kinderen zingen. Zo hoort het. Wij zingen die slaapliedjes niet één keer, maar honderden keren en door die herhalingen wordt er subtiele onbewuste boodschappen, die in ritme en klank verpakt worden, aan het kindje doorgegeven.

Het kindje hangt in een boom. De schaduw en de kruin van die boom staan symbool voor geborgen zijn. Het is geen toeval dat die wieg daar zo behaaglijk en paradijselijk in de boom hangt, maar die rust kan verstoord worden door de wind en uit de Chinese geneeskunde weten wij dat precies de wind de oorzaak is van vele ziekten en van veel ellende.

Wind veroorzaakt turbulenties en bovendien waait de wind onvoorspelbaar waar die wil waaien… en de wieg zal uiteraard schommelen.

Die wind brengt verandering en disharmonische patronen met zich mee, wind veroorzaakt chaos en daarom is de wind het symbool van groeiperikelen, van ontluikende verlangens en vurige puberale begeerten die het kindje dat nu nog vredig in de levensboom hangt, nog te wachten zullen staan. De veiligheid van de levensboom zal dra wijken voor de turbulentie van ontluikend bewustzijn, voor een aarzelend zoeken naar eigen identiteit, voor het onzeker gaan van een eigen weg. Zo is nu eenmaal het leven.

 

Het kindje valt met tak en al.

Dan hebben wij nog de val…het letterlijk onvoorzien of vroegtijdig abrupt losgerukt worden uit de “familieboom”. Met onafhankelijkheidsdrang krijgt elk kind vroeg of laat te maken want elk kind zal op eigen benen moeten terugvallen om ook op de eigen bestaansgrond te kunnen staan. Zoiets is de normale gang van zaken, maar een plotse voortijdige val uit de boom omdat een tak van de boom breekt kan de vervreemding van de oorsprong van die eigen bestaansgronden betekenen of de vervreemding van de gemeenschappelijke bestaansgrond. Een “gebroken tak” kan de baby tot een “gebroken” mens maken….

In een ruimere context zou die val dan ook een terugval vanuit het “ hemelse” naar “het stof der aarde” kunnen betekenen. Op aarde neerploffen betekent dan letterlijk een verwijdering uit een paradijselijke toestand. Omlaag valt immers het kindje met wieg en al.

 

Samenvatting.

Dit simpele slaapliedje heeft het over de vroege, de middelste en de latere jeugdjaren, maar ook over de jeugd, de volwassenheid en de ouderdom. Voor het kindje in het wiegje dat vooralsnog  paradijselijk in die boom hangt is dit slaapliedje ten eerste een beschrijving van zijn toestand in het heden, ten tweede een omschrijving waar hij vandaan kwam, ten derde is het een projectie naar de toekomst en een voorzichtige introductie tot de wereld van het bewust zijn.

Het is een schaduw vooraf van zijn toekomstige bestemming, een toekomstprojectie.

Zoiets belangrijks als slaapliedjes mogen wij niet aan bijvoorbeeld Kabouter Plop overlaten.

Slaapliedjes zijn ontmoetingen.

  

    Slaap kindje slaap

    In de kruin van de boom,

    Als de wind gaat waaien

    Zal de wieg gaan schommelen;

    Als de grote tak breekt

    Zal de wieg vallen,

    En omlaag valt dan de baby,

    Wieg en al

 

 

 Auteur Walter Marsoul.


>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Tao en het sprookje
  • EEN PLEIDOOI
  • ANDERS REIZEN IN NEDERLAND!
  • Slaapliedje
  • Slaapliedjes.
    Gastenboek

    Mail uw vragen en u hoort onverwijld van ons.



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!