28-O6-09: Dertiende zondag door het jaar. Marcus 5,21-43. Vers: 41 ' Hij pakte de hand van het kind en zei tot haar: TALITA KOEMI: wat vertaald wordt met : Meisje , Ik zeg je, sta op.
Vandaag nemen wij twee woorden, uiteraard.
TALITA betekent 'mijn schaapje' (koosnaam) en KOEMI betekent 'sta op'. Je kunt deze twee woorden ook anders lezen : TALI TAKOEMI en dan betekenen ze:' Mijn schaapje, gij zult opstaan' De toekomende tijd: Gij zult opstaan is altijd sterker dan de gebiedende wijze: sta op. In die toekomende tijd staan trouwens de geboden geschreven: ' Gij zult niet doden ...' en heeft de betekenis : Het is evident dat gij niet zult doden. Daar is geen twijfel over.
Zo ook hier : Wat is sterker ? : Sta op (dan zou het opstaan nog kunnen afhangen van de reactie van het meisje) of gij zult opstaan ( en wie er nog meer hoort in mee klinken kan dat best al staat dit buiten deze context)
Even belangrijk is ook de sfeer bij dit wonder. Jezus doet zoals altijd bij een 'wonder' heel gewoon en dit in schril contrast met de omstaanders. Hij zegt trouwens dat het kind slaapt en zo neemt Hij haar gewoon bij de hand, richt haar op, noemt haar bij haar koosnaam of misschien wel haar echte naam en zegt zelfs daarbij : 'Geef haar iets te eten en vertel het niet verder.' Gewoner kan toch niet?
Hugo Rosier
21-06-09: Twaalfde zondag door het jaar. Marc.4,35-41. Vers 39: ' Hij stond op, richtte zich met een dwingend woord tot het water: Zwijg, STIL ! De wind ging liggen en het werd volmaakt stil ' . Demmah is rustig,stil. Het belangrijkste in deze tekst is de diepe rust die van Jezus uitging. Hij lag ondanks de storm te slapen : een rustige slaap. Die innerlijke rust(menucha) in de bijbel de belangrijkste eigenschap van God deelt Jezus mee aan zijn omgeving. Dat is in feite het wonderlijke in deze tekst: de leerlingen ontdekken de diepe rust die van Jezus uitging waarbij het fysisch gebeuren van de storm gestild onbelangrijk wordt.
Hugo Dierick Rosier
14-06-O9: Elfde zondag door het jaar. Mc.4,26-34. Vers 34: 'Anders dan in gelijkenissen sprak Hij niet tot hen, maar éénmaal met zijn leerlingen alleen, gaf Hij over alles UITLEG' Baheer betekent uitdiepen,verklaren,inprenten. Marcus geeft ons hier een belangrijke sleutel om Jezus goed te verstaan. Jezus sprak altijd in beelden, gelijkenissen. Beelden spreken immers onmiddellijk aan maar de diepere betekenis zit niet in de beelden maar in de woorden waarmee de beelden worden opgeroepen. En die betekenis , uitleg of duiding die de woorden weergeven, vernemen alleen de leerlingen. Zo vertalen wij dabar iets te gemakkelijk als woord. In feite betekent dabar duiding.
Beelden zijn een gemakkelijk middel om de aandacht te trekken. Daarna moeten wij die beelden kunnen loslaten om de duiding te vernemen en die vinden wij in alleen in de woorden. Uiteraard in de oorspronkelijke woorden van Jezus taal.
Hugo Dierick Rosier