02-08-2009: Achttiende zondag door het jaar: Evangelie Joh 6,24-35. Vers 35: 'Jezus sprak tot hen: Ik ben het brood DES LEVENS: wie tot Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst krijgen' In de vertalingen is het bijna onvermijdelijk om het accent van de zin: 'Ik ben het brood des levens' te leggen op brood. In de oorspronkelijke openbaringstaal ligt het accent altijd op het tweede woord als ze naast elkaar geplaatst worden. In feite staat er:' Ik brood dat LEVEN' Door een 'van' te plaatsen tussen beide woorden verschuift het accent naar het eerste woord. In moeder Gods (van God) dreigt ook hier God ondergeschikt te worden aan moeder terwijl God ook hier het accent moet krijgen: Moeder dankzij God. Ik ben brood nl HET LEVEN. Hugo Rosier.