weer ouwevrouwenzomer
het is tegenwoordige tijd, veel is er niet aan de orde, er is
geen verhaal, morgenglorie, het jaar is een herhaler van valer en kaler
(echo)
één herfst, twee herfsten
de zon louter bijzon stipt boven
de evenaar even lang dag en nacht
waar Ariadne baarde in haar bosje
nu een jongeman te kreunen ligt in barensnood
o heisa klungelig knaapje
en de regen viel warm omlaag en het zal
meedogenloze regen blijven regenen Dionysische Dionysos
WIJ REFEREREN HIER AAN DE WERKELIJKHEID
we hebben een aantal droge dagen, een aantal
dagen met mist, een aantal dagen met onweer
geen vorstdagen, geen sneeuwdagen, geen ijsdagen
en zuiver één zomerse
dag nog te gaan
seizoenen verstrijken en kleden en smukken zich
op en dan schudden en schommelen de ranken, hun vruchten
beladen, in verlegenheid
tot manden vol helende druiven lacrimae Christi
die druif, die in bolle trossen groeit, bedektzadige
dwaas, met purperen mantel, die in trossen verschiet
geperst en weggezet om wijn
alles staat of valt ten slotte met droesem
wij grondroerden en staken plaggen
wij zwadkeerden en mathaakten
en met de wan in de hand waren allen akkerman
het hopbellen plukken wel favoriet
kronkelend over de akkers ging het gerst
dorsvloeren bezaaid met de gracieuze granen
waar het lompe bier van komt
het bier staat in 't gijl en de boeren dazen al
de winter nog ver het is er kermis met gildebier herstooft
wij refereren hier aan de werkelijkheid, de valtijd
van de dingen, blaren, vruchten etc.
(hips)
mmm de boeren onweer
iemand heeft zijn stiften op een natte
filter gezet, het ganse land zomervaagt
wanwaar! dilettantenwerk!
waar de rijke tijden, rijke lagen aardeverf voorbij zijn
genadeoord een echo blaast
we zijn weer toe aan achteruitgang, brilliant blues
Saskia de Jong *1973
tekst bij Les Très Riches Heures / september
onderdeel van de expositie Rijke Uren, augustus-november 2005
gelezen in Museum Valkhof, Nijmegen